Stream 3
22.56 Ik val in een gesprek tussen Rob en Ingrid in de tuin. Rob zegt dat hij het niet over een bruine piemel heeft gehad. Rob : Linda maakt excuus omdat ze heeft gezegd dat Joost of ik homo zijn. Wat maakt het uit ? Dat was ook de bedoeling, om het te onderzoeken en hoe en wat. Als ik dans als een travestiet en ik zie zes ogen op me gericht, daar kan ik om lachen. Speel gewoon mee, doe grappig met zijn allen en klaar. Ik zal absoluut verkeerde dingen hebben gezegd. Dat doen we allemaal Ing. Ingrid : Het kan op een bepaalde manier overkomen. Op een manipulerende wijze. Rob : Ik heb gesprekjes gehad. Dan wil ik ook wel weten hoe en wat. Ik let wel op dingen die gebeuren. Dat is om het iets gemakkelijker voor mezelf te maken. Ingrid : Als je maar niet te veel oplet. Rob : Dat doe ik niet. Lieske heeft zes zeven stemmen gehad. Ze hebben haar weken links laten liggen. Ik weet niet eens wie Lieske genomineerd heeft. Ingrid : Schijnheiligheid vind je het ? Rob : Ik kan het niet begrijpen. Ik merk wel dat Lies een stuk anders is geworden. Ik snap wel dat mensen nu op iemand anders stemmen. Ik denk echt niet, wat een huichelaars. Het valt me alleen op. Dat is het enige wat ik zeg. Ingrid : Ik heb gezegd tegen Lies, je hoeft je niet zo druk te maken maar ik weet het eigenlijk niet. Rob : Soms komt het wat rottig over (wat hij zegt). Als je iets hoort waar je mee zit moet je naar me toe komen, zoals met die bruine lul. Dat vind ik prettig. Dan hoef je er niet drie dagen mee te lopen. Ik ben absoluut geen groepjes aan het maken. Ik lig met die jongens op de kamer. Ik lig of met Roel of met Joost. Dan heb je een gesprekje. Niet met Menno. 's Ochtends kijkt ie me niet aan. Ingrid : Niet alles hoeft inderdaad te klikken. Rob : Nee toch ? Dat maakt toch niet uit. Ik zeg het tegen jou. Ik zou ook kunnen denken, moet ik voorzichtig zijn. Maar dat kan me niet schelen (o.i.d.).
23.05 Rob over het nomineren : Ik vind het ook moeilijk. Ik vind ook iedereen aardig. Ingrid : Het kan ook iedere dag veranderen. Rob : Als ik hoor, ik vind het zo moeilijk. Ingrid : Chantal zei dat. Ik vind het niet. Het spelletje gaat nu een beetje beginnen. Rob : Dan heeft die een slechte dag, dan stort die in elkaar. Ik heb ook twee slechte dagen gehad deze week. Ik denk ook, beschadig ik niemand thuis. Als ik deze mensen tegen was gekomen in een discotheek was ik met niemand omgegaan. Dat hou ik in mijn achterhoofd. Misschien zien we elkaar nog een paar keer bij een reünie maar het verwatert. De één vat een nominatie anders op als een ander. Ik kom ook op die bank te zitten. Het liefst zo laat mogelijk. Als je op de bank zit vraag je je wel af, wie heeft het gedaan en waarom. Ingrid : Dat zou ik ook denken. Rob : Dan gaan er wel een paar kriebels in mijn buik zitten. Dat vind ik dan wel weer het leuke van het spel. Het gaat alle kanten op. Je wordt helemaal gebrainwashed. Ingrid : Mindfucking ja. Rob : Ik word bijna nooit boos. Ik kan alles goed relativeren. Ik zeg ook wel eens in gedachten klootzak. Ingrid : Ik dacht dat je gisteren met Dido wou beginnen over het akkefietje met Joost. Ik weet niet welk akkefietje ze bedoelt. Rob : Nee, dat hebben we uitgesproken. Dat weet ze (?) geen eens. Ingrid : Het is goed dat er gepraat wordt. Rob : Hardstikke goed. Maar je moet het een paar dagen eerder doen.
23.13 Rob : Dat ik iemand hard even onder druk zet. Dan komt het zakelijke boven. Tjak tjak tjak tjak tjak. Dan weet ik dat negen van de tien ook antwoorden. Ik heb dan ook geen spijt. Ik vind het wel lullig als het zo aangekomen is. We moesten elkaar ondervragen en onderzoek doen. Bij jou dacht ik, ik heb het (ze is de homo). Ingrid : Ik dacht, ik moet me geen dingen laten aanpraten. Rob : Je hoeft je niks te laten aanpraten maar als je er iets mee kan doen moet je het meenemen (als ik hem goed begrijp). Ingrid : Ik denk dat jij zelf niet eens weet hoe jij kan praten. Rob bevestigt dat. Rob : Ik heb hier geleerd dat ik ook rustig kan praten, dat dat ook overkomt. Ik ben ook rustiger. Als iedereen zegt, jij hebt er acht in en Meno elf, laat Menno het doen, vroeger was ik er tegenin gegaan. Dan had ik gezegd, laat twee drie andere mensen het ook effentjes proberen. Dat heb ik hier geleerd. Ik hoef niet meer haantje de voorste te zijn.
23.17 Ingrid zegt iets over Menno en de Winnie de Poeh opdracht. Rob : Iemand zei, (hij doet niet mee) want hij heeft al gefietst. Dan ben je de lul bij mij. Als ik dan hoor dat Menno en Ralph lang fietsten omdat ze dachten dat ze geld kregen dan zakt mijn broek helemaal af. Dan geven ze op een gegeven moment wel op als ze horen dat ze geen geld krijgen. Ingrid : Waarom ga je dan niet naar hem (Menno) toe. Rob : Dat doe ik niet meer. Hij ontloopt me al vijf zes weken. Als ik het voor het team doe cijfer ik me weg. Ingrid zegt dat Menno goede lessen leert in het huis. Rob zegt dat hij altijd wil winnen maar dat als het over is het over is. Rob : Ik hoop echt voor hem dat ie het redt (Menno met de ballen). Voor hemzelf. Ik bespreek dingen met jou die ik niet met iedereen bespreek, ook met Joost en Died. Rob denkt dat Nathalie anders naar hem kijkt. Hij wil het morgen na de nominaties (de live uitzending) met haar bespreken. Ingrid : Als je met iemand praat, heb je absoluut niet de bedoeling bij iemand iets teweeg te brengen ? Ik denk dan al, ik ben iemand aan het beïnvloeden. Rob : Als iemand iets aan me vraagt zeg ik het gewoon. Ik ben niet bang daarvan. Als mensen me anders zien is dat hun pakkie an. De gesprekken worden minder. Mensen gaan laat naar bed. Die slapen de hele dag op de bank. Je krijgt toch een band daardoor (tussen de dagmensen en tussen de nachtmensen). Ik lig ook twee uur wakker in bed want ik word hier niet moe. Ik wil gaan touwtje springen. Mensen gaan steeds meer tegen elkaar in. Er komt verveling op. Je kunt niet blijven roepen, ik ben een imker, ik ben een zwijn. Lies zei vanochtend tegen mij, ik heb zo'n kort lontje. Joost gaat te ver en dan komt dat er nog overheen (blessure). Dat is jammer voor Lieske en jammer voor Joost. Ik zal geen kwaad woord over je zeggen. Dido voelt zich lullig dat ze Rikkert als enige genomineerd heeft en hij er uit is gegaan. Dat moet je niet doen. Dat hebben jullie niet meer in de hand. Buitenaf zien wel hoe de mensen zijn. Ik zal absoluut dingen gezegd hebben die ik nog voor mijn kiezen krijg.
23.31 Rob : Als ik iemand nomineer, klaar dat is het. Het is vervelend voor iedereen. Ik ga er voor het laatste er uit te gaan. Dat is leuk, voor mijn ego ook. Voor de rest, ik heb mijn vrienden. Ik hoop dat ik Reka, mijn vrienden en mijn familie niet beschadigd heb. Als het zo is hoop ik dat ze naar me toe komen. Ingrid zegt dat ze Tanja had kunnen nomineren nadat die de weekopdracht had laten mislukken. Rob : Dan heeft ze pech. Hij zegt min of meer dat het altijd een momentopname is. Rob : Ik wil niet naast Tanja zitten morgen. Ik heb geen gelijke strijd, voor mijn gevoel dan. Voor de rest wil ik met iedereen op de bank zitten. Als ik er uit moet ben ik gewoon de mindere. Als je met goeie mensen zit is het pech. Ik denk dat twee drie mensen twee drie stemmen hebben gekregen en de rest allemaal één. En dan is het Rob, trek jij je mooie pak maar aan volgende week. Dat Roel zijn trui aan moest trekken dacht ik, Roel gaat er uit. Ze moeten allebei naar het toilet dus het gesprek wordt beëindigd.