Hoofdklasse A Zaterdag: Seizoen 2005-2006

quote:

Trainer is een gelukkig mens bij Hoek, alleen ongelukkig met het resultaat
Eric Tetaert raakt nooit in paniek

door Frits Bakker

BRUGGE - De Belgische trainer Eric Tetaert is met de voetbalclub Hoek in zwaar weer verzeild geraakt. Het hoge verwachtingspatroon (titelkansen in de hoofdklasse) wordt niet waargemaakt en na vijf weken is de positie op de ranglijst zeer zorgwekkend. Hoek won nog niet één wedstrijd, maar van onrust is geen sprake. „Ik raak nooit in paniek“, verzekert Tetaert.


Hij voelt zich nog altijd een gelukkig mens bij Hoek. „Maar ik ben ongelukkig met het resultaat, met het spel, met het vormpeil van sommige spelers. Ik ben wel blij dat alles rustig blijft in de club. Ze weten dat er bezieling is, dat iedereen keihard werkt en we er alles aan doen om deze spiraal om te buigen.“

Hoe is het met uw gemoedstoestand? Hebt u zo’n slechte start als trainer wel eens eerder meegemaakt?

Tetaert: „Ik voel me net als anders, omdat ik weet dat me niets te verwijten valt. En het gaat erom dat ik de eerste ben die niet in paniek raakt. Wie het langst rustig blijft, is altijd de winnaar. Dat heb ik wel geleerd in al die jaren dat ik trainer ben. Ik sta al heel mijn leven tussen sportmensen en weet precies wat er in ze omgaat. Moest ik nou bankier geweest zijn, dan was ik gaan panikeren. Maar een trainer niet, die blijft rustig, die weet dat er straks ook weer mooiere tijden komen.“

Kijkt u wel eens op de website van de club? Daar is de teneur onder supporters: Tetaert eruit.

„Ik heb er nog nooit op gekeken, ook niet toen het vorig jaar zo goed ging. En ik heb tegen mijn spelers gezegd: lees dat toch allemaal niet. Het zijn altijd mensen die meewaaien met alle winden, die dat soort dingen uitkramen. Zijn dat dan de echte supporters? Het raakt mij totaal niet. Pas op: ik voel wel mee met de supporters. En ik kan er goed tegen dat ze roepen dat het slecht is. Maar blijf achter je club staan, zorg niet voor al die onrust.“

Toch was u zaterdag na de wedstrijd zelf ook snel vertrokken.

„Dat is niet omdat we verliezen of slecht hebben gespeeld. Ik ben altijd de eerste in de bus. Ik ga nooit naar een bestuurskamer of kantine. We vertrekken met Hoek altijd binnen een uur. Ik blijf lang bij mijn spelers in de kleedkamer, maar wat heb ik eraan om daar te blijven hangen.“

Hoe kunnen we een positieve draai geven aan de zorgelijke positie na vijf wedstrijden?

„Door de kop fris te houden en alleen vooruit te kijken. Het komt weer goed met Hoek, dat weet ik zeker. Daar hebben we de spelers en de kwaliteit voor. Het moet ons alleen eens even meezitten. We beginnen tot nu toe elke week met een 1-0-achterstand, omdat er altijd wel een of andere blunder wordt gemaakt. Die ene blunder van de keeper, in de eerste wedstrijd tegen ARC, blijft ons veel langer achtervolgen dan ik had gedacht. Dat angstgevoel leeft nog steeds in het elftal, al wekenlang. Maar ik blijf positief denken. Sam Ysebaert heeft vorig jaar vijftien keer gescoord in achttien wedstrijden. Denk je dat hij dat nu niet meer kan? En David Destorme kan nog altijd fantastisch voetballen. Hij wil alleen te veel doen. Hij wil het elftal op sleeptouw nemen, meeverdedigen, opbouwen en ook nog scoren. Dat kan natuurlijk niet. Roy Hendriksen krijgt van overal kritiek over zich heen, dat hij niet brengt wat hij kan. Ik vind juist dat Hendriksen al weken goed speelt. Dat ze toch eens stoppen met al die heisa en die jongen rustig laten voetballen.“

Wat doet u met de kritiek op het systeem dat jullie spelen? Bijvoorbeeld van de trainer van Katwijk, die vindt dat jullie veel te doorzichtig voetballen?

„Het is een beetje goedkoop om dat te zeggen van de tegenstander na een gewonnen wedstrijd. Was Katwijk dan zo goed zaterdag? Zonder die twee eerste goals, allebei door blunders achterin, was het anders gelopen.“

Toch roept iedereen, ook binnen de club, om een aanpassing.

„Ik weet ook dat het geduld niet eeuwig kan duren. Voor de spelers die maar blijven blunderen, komt er een moment dat ik andere keuzes ga maken. Dat kan zaterdag al zijn, maar ik wil er niet op vooruitlopen. Ik blijf alleen wel geloven in het systeem. We zijn fysiek goed, we staan tactisch goed. Alleen in het hoofd zit het nu niet goed. Dat is psychisch, het is een gevolg van wat er de laatste weken op het veld gebeurt. Dan gaan spelers met angstgevoelens lopen voetballen. Ik heb er op de training op gehamerd, dat we fris moeten zijn. Dat we onbevreesd het veld ingaan. Ik weet zeker dat we maar een klein zetje nodig hebben, dan komt dit elftal er weer bovenop. Het zijn niet de punten die de kwaliteit bepalen, maar de spelers.“