Als je in een bocht zit, dan is je natuurlijke gevoel om tegen de G krachten in te gaan hangen (bocht naar rechts => jij hangt ook naar rechts). En dat is juist fout. Want wat gebeurt er nou in een bocht? Het zwaartepunt van je kart verplaatst zich naar de kant van de kart die aan de buitenkant van de bocht is (bij een bocht naar rechts verplaatst het zwaartepunt zich dus naar links). Dat moet je niet gaan compenseren, maar juist versterken. Je wil namelijk zo veel mogelijk wieldruk op de wielen die aan de buitenkant van de bocht zitten. Des te meer druk, des te minder je slipt en des te sneller je dus door de bocht kan. Dus
meehangen in plaats van tegenhangen.
Dit werkt overigens alleen in karts waar het vermogen laag is. Als je genoeg vermogen hebt om door een bocht te kunnen powersliden (op je gas met overstuur door de bocht slippen), dan kun je beter strak in het midden van de kart blijven zitten. Dan voel je de balans veel meer. Ook kost het je je ribben omdat je altijd wel tegen de zijkant van de stoel aan hangt
![]()
.
Wat met kartjes met weinig vermogen ook helpt is 'hoppen'. Als je een bocht door bent zit je onder het vermogen van je kart (het koppel van de motor verschilt met de toeren). Door de slipkoppeling kun je ook niet genoeg toeren maken om een beetje vermogen te krijgen. Wat dan helpt is als je in je kart een beetje stom op en neer gaat zitten wippen
![]()
. Als je het goed doet, dan gaan je wieltjes wat doorslippen en komt je motor wat sneller op toeren. Je moet echt flink op en neer wippen voordat dit werkt, je hoort het aan de toeren van de motor wanneer je het goed doet. En het is ERG vermoeiend om te doen.
Maar het beste is nog altijd het juist aansnijden van de bochten. De bedoeling is
niet dat je zo hard mogelijk de bocht in gaat en zo laat mogelijk remt. Dat helpt niks bij die kartjes met weinig vermogen (als je wel vermogen hebt, dan is het heel wat anders). De bedoeling is dat je met zo hoog mogelijke toeren uit de bocht komt. Want hoe hoger de toeren, des te sneller je wegtrekt uit de bocht.
Slippen wil je ook niet. Dus je moet de bocht zo maken dat je zo weinig mogelijk slipt, zo hard mogelijk door de bocht gaat en met zo veel mogelijk toeren weer de bocht uit komt. Dus wijd op een bocht aanrijden (behalve als iemand vlak achter je zit, dan moet je het gat dicht houden
![]()
). Dan scherp insteken zonder te gaan slippen. En dan de rest van de bocht zo wijd mogelijk nemen, terwijl je vol op je gas blijft staan. In de bocht moet je je toeren al omhoog horen komen, hoor je dat niet, dan neem je de bocht nog te scherp.
Let ook op de volgorde van bochten. Als er twee bochten achter elkaar komen, dan kun je de eerste bocht misschien superhard nemen. Maar als je dan verkeerd uitkomt voor de volgende bocht, dan verlies je daar heel veel snelheid. Dan kun je de eerste bocht beter wat langzamer nemen en de tweede bocht sneller.
Vooruit denken, en goed luisteren naar de toeren van je motor, dat is het devies.