Ik vind dat mijn meesterlijke verhaal:
De kikker en het Joodse meisje
Dit volgende stuk tekst is niet geschikt voor jongeren onder de 21 jaar. Dus. Een kikker is geen mus. Dus. Een kikker liep naar een poeltje in de wetenschap dat hij toch wel dood zou gaan. Hij woonde in een klein landje, waar kikker een lekkernij was. Hij zat gezellig op zijn kikker stoel en hij vroeg aan zijn moederkikker wat de verleden tijd van komkommer was. Toen antwoordde zijn moeder “ik denk een kwamkwammer” waarop het kinderkikkertje antwoordde: “ja”. De kinderkikker kwaakte:’Kwak’ en liep naar buiten. Daar in de kikker poel knikkerde een aantal kindersprinkhanen en de krekel zong zijn lied. Toen gebeurde het: een groot, kolossaal iets kwam naar de poel en de kikker zag net dat zijn schildpaddenvriendje geplet werd. Het kikkertje dacht: dit pik ik niet en hij wilde weten wie zijn schildpaddenvriendje plette. Hij keek om zich heen met een verbaasd breed gezicht, het was immers een breedbekkikker. Met een overweldigend gekraak en gekrijs kwam er een soort Rambo achtig eendje met een voor zijn eendepootjes veel te zware waterpomptang vast. Opeens liet hij de tang vallen, op de kop van de kikker! Een hele minuut was de kikker dizzy en na die minuut keek hij voor zich uit en begon zich dingen af te vragen waar hij anders nooit had over nagedacht. Zoals de zin van ’t leven en de revolutie theorie van Charles Darwin, de streng met vorst overgoten Caribische eilanden en waarom een kikker de enige amfibie met zwemvliezen is. Hierover dacht hij na en op den duur begon hij keihard te huilen. Op dit zelfde moment was 17 mijlen verderop een zielig Joods meisje ook aan ’t huilen. Ze wou een koekje maar haar vader verbood het ‘r. Het meisje snapte het niet en krijste en ze smeekte, ze ging op d’r knieėn, maar d’r vader bleef halsstarrig volhouden dat een koekje erg slecht is voor meisjes van 16. Maar het meisje bleef volhouden en d’r vader kreeg er koppijn van en nam een likeurtje, van die heerlijke sinaasappelsmaak met een tintje framboos. Het meisje wist van geen ophouden en puur om het meisje te treiteren, pakte de vader een koekje, dompelde het in de likeur en in ene hap slokt hij gewoon het hele koekje op.
Het meisje begon te gillen, te krijsen te dampen en te stomen waarop de grijns op het gezicht van haar vader alleen maar GROTER leek te worden. Ze werd zo rood als een tomaat en klapte na nog een paar woede aanvallen geheel uiteen. De stukken tomaat vlogen in de rondte, dit vond de vader niet prettig want hij had nooit gehouden van tomaat in zijn likeurtje. De brede grijns van de vader werd alsmaar groter en zijn tanden gingen ook uit elkaar. Het leek wel of zijn lippen nu 3 keer zo uitgerekt waren en zijn hoofd werd zo groen als een peer, een lekkere, sappige peer overigens, maar dat terzijde. Ineens werd hij twee keer zo lang en kon hij niet meer rechtop in huis staan, het was een banaantje geworden, niet geheel rijp want hij was nog steeds groen, want hoe kan groen nou ooit geel worden, da kannie. Ja da bestaat wel zeker. Eeeeh …… waar waren we gebleven…. Oh ja de peer was een banaan geworden., maar nog niet rijp. En op dat moment kwam de groenteboer net binnen gelopen om te kijken of de banaan al rijp was en toen hij hem zag dacht ie hee hij is nog niet rijp. Dus nu is het meisje tomaat geweest en de vader banaan, maar wat is er nou met het likeurtje gebeurt, die smaakte plotseling naar tomaat, peer en banaan. In het Joodse stadje heerste de ultieme rust, mensen liepen op en neer en het straatgebeuren ging z’n gewone gangetje. Niemand had echter het kikkertje in de gaten die in een steegje alles aan het bekijken was. Ineens rook hij iets wazigs, peer, tomaat en iets van banaan. De kikker begon ontzettend zin in water of een fruitig sapje te krijgen. Hij sprong op de geur af en zag in een woonkamer op een tafeltje een glaasje likeur staan, die hij opdronk en waardoor hij
weer helemaal de oude was. En toen huppelde het kikkertje voldaan weg. En hij was zich ervan bewust hoe gelukkig hij was. Toen kwam er een hele grote olifant met een hele grote snuit en die blies het hele verhaaltje uit.
Op een planeet hier ver weg vandaan, woonde een klein trolletje, die graag Pointiakalala genoemd werd. Haar moeder wilde haar echter niet zo noemen en noemde haar gewoon Anne. Maar daar luisterde ze niet naar en diep teleurgesteld in haar moeder die haar niet gewoon bij de door haar gewenste naam noemde, ging ze op reis naar een ver land op haar planeet. Ze vloog op haar onderwaterscooter door de lucht. En op dat moment realiseerde ze zich dat deze benaming voor haar vliegend voertuig niet geheel juist was. Ze dacht: “Dit is niet geheel juist.” Maar goed, ze vloog tenminste. En dat wou ze, dus dat was goed. Ze zette maar een mooi muziekje op omdat ze er toch nog niet was. Het liedje dat uit haar radio schalde was van Bouseau en heette ‘Anne’.
Bittere tranen rolden over haar wangen en even, heel even, dacht ze aan terugkeren, maar die gedachte verbande ze snel uit haar pientere hoofdje en ze versnelde naar onwaarschijnlijke snelheden. 6 weken later kwam ze aan op de planeet. Ze had een beetje honger gekregen van al dat vliegen en ging op zoek naar wat te eten. Er stond aan de rand van de planeet een appelboom met heerlijke volle fruitige peren eraan, ze dacht hmmmmm lekker. Dat dacht ze dus. Ze at zich volledig misselijk aan de peren. En viel hierna met maag en darmkrampen moedeloos in slaap. Al snel ontstond er een droom. Twee meisjes van een totaal ander soort ras, waren aan het spelen in de perenboom en ze riepen haar, ze reageerde en zag de twee meisjes, bloedmooi en volledig naakt. Ze vroeg zich af of die twee geen kleren hadden. Ze dacht:’ Hebben die twee geen kleren?’ dacht ze. Ze vroeg het ook aan ze en de twee haalden alleen hun schouders op. Toen schrok ze wakker en keek naar de boom, die kaal was. Ze keek om zich heen, geen meisjes, maar alleen een paar perenschilletjes, en ze begon te kotsen. Ze lag met haar gezicht midden in de brokken overgeefsel en ze viel wederom in slaap, drie nachtjes later werd ze weer wakker, haar gezicht was inmiddels helemaal vastgekoekt en ze probeerde zich los te wrikken. Met een onbeschrijfelijk scheurend geluid scheurde het trolletje zichzelf weer los.
Ook bij de OP hoort