Wat boeiende info over de frika(n)del: Een frikadel is een langwerpig, donkergekleurde harde worst die warm gefrituurd wordt gegeten.
De eerste frikadel werd in 1954 gelanceerd in Dordrecht. Slagersknecht Gerrit de Vries maakte gehaktballen die hij aan de horeca verkocht. Door een wijziging in de Warenwet moest hij zijn product, dat in de smaak viel bij zijn klanten, veranderen. Zijn oplossing was de vorm maar niet het recept te wijzigen: van de bal maakte hij een worst. De naam voor zijn product werd hem door een vrouwelijke snackbarhouder van Duitse afkomst ingefluisterd: daar bestond de Fricadelle, een platte gehaktbal. Gerrit nam die naam over.
De zoon van Gerrit geeft toe dat Jan Bekkers (die zijn naam liet wijzigen in Beckers om vóór zijn concurrent en neef in de telefoongids vermeld te staan) van de gelijknamige snackfabriek uit het Noord-Brabantse Deurne de frikadel vervolmaakt heeft. Hij vond zijn inspiratie bij de Amerikanen waar de snackcultuur in opmars was en maakte van de frikadel een glad exemplaar van fijngemalen vlees. De naam werd niet gedeponeerd; de Vries deed dat wel voor zijn Mexicano. Bekkers noemde zijn worst trouwens de fricandel waarmee een eind kan worden gemaakt aan de slepende polemiek onder spellingdeskundigen.
Gemiddeld eet iedere Nederlander jaarlijks 37 frika(n)dellen. De frikadel raakte in 2003 uit de gratie. In dat jaar werden dertig miljoen minder frika(n)dellen verkocht dan in 2002. Dit wordt gemeld door De Telegraaf, die zich baseert op een onderzoek van de fastfoodbranche.
Volgens de branche heeft de terugval van de verkoop van vette snacks te maken met de recessie en met de discussie over overgewicht.
Overigens bezetten de frikadel en de kroket nog wel steeds de bovenste plekken van de snack-toptien. Daarna volgen de bamischijf, de nasischijf, kaassouflé, kipkorn, hamburger,gehaktbal, mexicano en loempia.
Er werd wel eens gesuggereerd dat er van alles en nog wat in zo'n frikadel zit: slachtafval, uiers, koeienogen en vet. Moderne producenten moeten daar niets van weten. In de moderne frikadel vind je kippenvlees dat achterbleef op de karkas na het fileren (40 %), een kwart is varkensvlees; sommige producenten voegen paardenvlees toe. De rest is water, paneermeel, bindmiddel, kruiden, uien en smaakversterkers. De grootste frikadel-producent vind je anno 2004 in Bocholt.
Een frikadel wordt meestal gekocht in een snackbar of een automatiek.
Frikadel is een Belgisch woord voor gehaktbal. Ook de Duitse gehaktbal heeft veel weg van de Belgische gehaktbal. De overeenkomst schept bij veel mensen verwarring, omdat ze een frikadel bestellen en een gehaktbal krijgen. Een (Hollandse) frikadel wordt in Vlaanderen vaak curryworst genoemd.
bronToch weer wat geleerd vandaag
![]()
.