Als bleke hollander (bakra) heb ik me al een keer in winti's verdiept. Hieronder een kleine greep uit mijn bronnen:
Wat is een Winti eigenlijk?
(Winti = letterlijk "wind" en is de traditionele geloofsovertuiging van de creoolse Surinamers)
Eigenlijk weet niemand precies wat een Winti is.
Winti's zijn engelen die in contact staan met de schepper Anana Kedoeaman Kedoeampon (God), en met de zondige mens. Na de zondeval heeft God ons mensen de rug toegekeerd, maar Anana zou Anana niet zijn als hij niet barmhartig was.Hij weet dat wij het zonder hulp van Hem niet zouden redden in deze wereld en daarom beval hij zijn aardsengelen (winti's) om ons te beschermen.
De winti's beschikken over aardse kennis en kennen alle geneeskrachtige kruiden op aarde, en brengen deze kennis bij tijd en wijle over op de mens. Ook hemelse kennis hebben de winti's tot hun beschikking en ook deze kennis wordt aan de mens geopenbaard als en wanneer zij er de tijd rijp voor achten. Winti's weten veel van de mensheid maar de mensen weten weinig of niets van de winti's af. Mensen die de macht van de winti's ervaren staan dan ook verwonderd te kijken na afloop. Een winti is en blijft de mens trouw, en andersom is dit niet zo. Wie de geboden van de winti niet naleeft komt echter bedrogen uit, want net als Anana (God) kennen de winti's (aardsengelen) grenzen. Een fout begaan in onwetenheid weegt minder zwaar dan een fout begaan met kennis van de geboden.
De geestelijke indeling van de mens volgens de winti cultuur Karma en Jéjé (ziel)
De karma is het goddelijke in de mens. Het is het allerhoogste bezit van de mens, door Anana (God) gegeven en het is ondeelbaar en onkwetsbaar. De karma is niet te beďnvloeden noch te controleren. De karma behoort toe aan Anana; de mens heeft deze slechts in bruikleen tot de dood. De mens kan niet met de karma communiceren op geen enkele 'level' , en het dus ook niet beďnvloeden, omdat de karma Goddelijk en onsterfelijk is . Daarom heeft de karma 2 nauw verwante boodschappers om toch enigszins met de mens in verbinding te kunnen staan.
Deze 2 boodschappers zijn eigenlijk verweven in de karma, en noemt men in de winti cultuur de Jéjé. De jéjé bestaat uit een mannelijke en een vrouwelijke entiteit, en daarom werd het eerder de 2 boodschappers genoemd. Als een mens komt te overlijden, gaat de karma terug naar Anana (God) in de eeuwigheid, en de Jéjé gaat over in een vooroudergeest (kabra) De Jéjé is aarde gebonden en de karma niet.
Met de Jéjé kan de mens wel communiceren. In de winti cultuur doet men dit door water in een halve kalebas te doen (een kalebas is een ronde vrucht, zo groot als een kokosnoot. Het wordt in tweëen gesneden en uitgehold. De uitgeholde schil wordt te drogen gelegd en wordt zo hard als bamboehout) . Men legt de kalebas dan midden in de handpalm van de persoon bij wie de kabra (vooroudergeest) wordt opgeroepen. De kabra treedt dan in het lichaam van de persoon en kan zo via de persoon spreken. Een jéjé kan niet met woorden spreken, maar alleen een kalebas met wat water erin kan de mens een jéjé doen verstaan. Water is de bron van het leven!
De Jójó
Naast de karma en de jéjé, bezit de mens nog een entiteit nl. de Jójó. Deze komt tot de mens op het moment dat een eicel bevrucht wordt. De jójó neemt als eerste de verantwoordelijkheid op zich om over een mens te waken, en is tevens de hoofdwinti (hoofdengel) van een mens. Als iemand voor het eerst winti heeft is het meestal de Jójó winti van de persoon die zich openbaart. De jójó brengt de mens in contact met zijn karma en zijn jéjé (ziel). De jéjé geeft als het ware zijn boodschap door aan de jójó en deze brengt het in woorden aan de mens over. De jéjé en de jójó ondersteunen samen de karma en bewaken deze dag en nacht, een mensen leven lang.
Soms als iemand in disharmonie leeft met zijn of haar jéjé (ziel) en karma (niet luistert naar zijn/haar innerlijke stem, intuďtie) wordt de communicatie lijn tijdelijk verbroken. De karma en de jéjé stoppen dan met boodschappen doorgeven aan de jójó. Men zegt dan soms dat de karma boos of vertoornd is, maar het is de jéjé. De karma is onzijdig en onkwetsbaar, het is Goddelijk en niet van de mens afhankelijk. Andersom is de mens wel afhankelijk van de karma.
De jéjé van een mens kan vertoornd raken als de mens niet naar hem luistert en steeds verder van de karma en Anana (God) dreigt te geraken. De jéjé trekt zich dus tijdelijk terug, terwijl de jójó (hoofdwinti) probeert het contact te herstellen. Dit doet de jójó door in de dromen van de persoon allerlei kwesties voor te leggen. Doet de persoon vervolgens ondanks de waarschuwings/voorspellende/adviserende dromen niets om zijn/haar leven te verbeteren/veranderen, dan deelt de jójó straffen uit. De persoon in kwestie raakt in conflict met zijn innerlijk en zijn geweten en voelt zich gebroken. De kreet "je hebt het aan jezelf te danken" zal hij/zij vaak te horen krijgen van vrienden of familie.
De jójó straft echter met tegenzin omdat hij als hoofdwinti, aan Anana beloofd heeft de persoon te beschermen en te verzorgen van conceptie tot de dood.
Het heeft daarom geen zin om jezelf af te vragen waarom Anana (God) allerlei wrede gebeurtenissen of (natuur)rampen op deze aarde toelaat. Het is de mens die alles in hier op aarde in de hand heeft en hoort te houden. We horen ten alle tijde naar onze innerlijke stem te luisteren. Maar vaak laten wij ons beďnvloeden door anderen, en negeren wij onze innerlijke stem die ons nooit zal bedriegen. Hoe vaak heb je niet achteraf gezegd "shit! iets in me zei dat ik het niet moest doen en toch heb ik het gedaan"!
De zeven Winti's
Over de hele wereld komen winti's voor. In alle culturen speelt winti een belangrijke rol en stimuleert mensen te leven volgens de door Anana (=God) verlangde principes. Iedere cultuur heeft zo zijn eigen benaming voor winti. Ondanks de verschillende benamingen is het en blijft het winti. Sommigen geven het een christelijke inslag en zeggen " het is mij geopenbaard door God". Dat is ten ene malen waar. Winti's zijn Godgeschapen engelen, en hun doel is de mensheid te behoeden voor grootschalige verloedering en het leven op deze aarde dragelijk te maken. Zonder deze door God geschapen engelen had de mensheid het nooit zo lang gered. Ondanks God's goedertierenheid maken wij mensen er soms toch een grote rotzooi van. Kijk maar naar al de wereld oorlogen en de massale genocide die plaats heeft gevonden en nog moet plaatsvinden. Soms gebeurde dit alles zelfs in naam van God.
De mens met al haar ego's en kwaadaardigheid denkt voor God te kunnen speken. God is barmhartig en almachtig. Als hij de mens zou willen straffen, dan heeft hij de mens niet nodig om dat te doen. De mens meent een hoogontwikkeld wezen, zoniet het hoogst ontwikkelde wezen te zijn. Dat is voor een heel groot deel waar. Maar ondanks dat, kunnen wij het niet redden zonder bijsturing van de winti's, onder leiding en door de gratie van Anana (God).
Er zijn namelijk 7 basis Winti's in de wereld (de Voodoo religie kent 7 basis goden)
Ieder mens heeft 7 winti's van Anana (God) meegekregen, en elk van de 7 winti's heeft afzonderlijk een speciale taak te vervullen. Elke winti heeft kennis van hemel en aarde, geschonken gekregen door Anana, een soort volmaaktheid, die de winti kan inzetten ter begeleiding van de mens. Anana heeft de winti's verdeeld in 3 elementen, namelijk aarde, water en lucht. Alle 7 winti's hebben een element onder hun beheer gekregen en oefenen op dit element hun zeggenschap uit.
Winti: De Papa Winti
De papawinti of 'pawinti' is een aarde winti (sur.woord = grong winti). Alle grong winti's worden ook wel vodu winti's ( = winti's van de plantages en dorpen) genoemd. In de winti religie is moederaarde verdeeld in Ma Aisa en Pa winti en deze twee-eenheid manifesteert zich afzonderlijk bij mensen. Een voorbeeld hiervan is dat de pa winti zich manifesteert bij een vrouw, en ma Aisa zich manifesteert bij een man. Het mooie of juist ingewikkelde van dit alles is dat deze 2 mensen ook broer en zus van elkaar kunnen zijn. Ook kan het dat de beide winti's zich in één persoon manifesteren. Een mens kan niet zelf bepalen welke winti aan hem wordt overgeleverd via voorouders, en wanneer. Dit bepalen de winti's zelf.
De Aisa en de Papa winti kunnen zich in tientallen soorten vormen manifesteren. Elke vorm heeft weer een andere naam. Dit komt omdat ieder mens in zijn eigen cultuurpatroon verankerd zit. Aisa en Papa winti vereenzelvigen zich dan met de cultuur van de persoon in kwestie. Om een voorbeeld te geven; een javaan die in trance raakt tijdens een jarang kepang ceremonie; de winti die zich in hem manifesteert krijgt dan een javaanse naam, omdat de persoon een javaan is. De winti identificeert zich met de javaan in zijn gewoonten en zijn religie. Dus de Aisa winti of de pa winti openbaart zich in de javaan anders dan dat dezelfde winti's zich in een hindoestaan, blanke of creool zou openbaren. De papa winti wordt ook wel de Nékése dágwé winti genoemd.
Een winti past zich aan aan de fysiologische en klimatologische omstandigheden van een land of continent. Een winti is universeel en kan zich overal in de wereld handhaven en in stand houden. Een winti staat in gratie van Anana kedoeamang kedoeampong (=God) en heeft doelen die hem opgedragen zijn door Anana, te verrichten ter dienste en ten goede van de mensheid. Een mens moet zich zien staande te houden in deze wereld, en dit kan volgens de Winti religie niet zonder winti. De winti heeft de mens niet nodig om voort te bestaan, maar andersom heeft de mens de winti nodig om in gratie bij Anana te komen. De winti voert enkel de opdrachten uit die Anana hem geboden heeft en heeft daarvoor een klankbord nodig om te spreken en een lichaam. Daarom manifesteert een winti zich in de mensen zelf.
Er zijn 13 soorten Papa dagwé winti's. De nékésé is één van de bekendste soorten. Veel mensen zijn voorzichtig als ze weten dat er één bij hen woont. Het is dan ook de strengste van de grong (= aarde) winti soorten. Als hij eenmaal toornig is, is het heel moeilijk om hem weer gunstig te stellen. De nékésé dágwé of papa winti waarschuwt slechts 1 keer! Wie tegen zijn geboden of aanwijzingen ingaat wordt heel vaak direct gestraft. Hij is echter een goede beschermer en zorgt goed voor degene die gehoor en aandacht aan hem geeft. Soms worden hele families uitgeroeid door deze winti, als de nalatigheid en verwaarlozing ernstig is.
De Aisa winti en de pa winti zijn meestal familie winti's. Hun invloed reikt over een hele stam of familie. Zij beschermen en leiden soms ook verschillende families binnen district (vroeger een plantage). Dit betekent ook dat iedere nieuwe familie die zich in het district vestigt, zich dient te gedragen te leven naar de normen, zeden en gewoontes die de winti's hebben afgesproken met hun voorouders.
De favoriete kleding en sieraden van de Papa winti:
- Jampanesi krosi (javaanse stoffen) met heel veel motieven. De combinatie van Jampanesi krosi wit, blauw of rood wordt vaak gedragen.
- Sieraden zijn de alom bekende slangen armbanden en de slangen ringen (verschillende modellen)
- Tárraté ketting met een dollar hanger.
De favoriete kleding en sieraden van mama Aisa:
- De Aisa is een grong winti ( winti van het element aarde) en houdt van gebloemde stoffen met veel lichte kleuren. Soms verschijnt ze in een blauw- witte kótó of panji (kótó is klederdracht van de Surinaamse vrouw, panji is een omslagdoek)
- Haar geliefde sieraden zijn opgeblazen boeien (armbanden) met bloemknoppen of ronde kogels aan de uiteinden
- De Aisa winti sieraden: tarra té ketting met zwarte, rode of állá kóndré kralen
- Een Lontai ketting met bloedkoralen en een gouden dollar munt
- Een ring met een zwarte, bruine of groene steen
- Een ketting met komkommerpitten of ruiten vlakken.
De Kumanti winti, (Kromanti winti)
De Tapoe Kumanti winti's zijn machtige winti's en behoren toe aan het element lucht. Zij kunnnen in combinatie met andere winti's in verschillende variaties voorkomen.
Tata Opete of Ankana Jaw wordt door sommigen als het hoofd van de Kumanti winti's beschouwd, en weer anderen kennen deze positie aan Sofia Bada toe.
Er zijn verschillende soorten Kumanti winti's:
1. Mafu Kumanti winti; deze zijn afgezanten of boodschappers uit de kosmos, die uit naam van anderen spreken. Omdat ze zo zeldzaam zijn , weet men niet veel van hen af. Op de plaatsen waar zij zich geopenbaard hebben, wordt verteld dat ze grote zieners en genezers zijn. De Mafu maakt zijn volgelingen snel tot genezer of Obiaman. (obia = bezwering)
2. Seti of tapoe Kumanti winti (Tap'Kumanti); Deze winti's zijn sociaal verbonden met een volk of stam. Wanneer deze zich openbaren doen zij dat vaak door middel van vogels. Ze kunnen zich ook door middel van andere dieren openbaren.
3. Kreoro Tapoe Kumanti winti; Hoewel zij uit de kosmos komen zijn zij aardgebonden winti's. Ze hebben dezelfde eigenschappen als de andere twee. De Kreoro winti verblijft dichtbij de mensen om direct hulp te kunnen bieden. Zij zijn individueel verbonden met hun uitverkorene en béré (= familie, stamboom). Zij verblijven in het water en in het bos.
4. De Adumakuku winti; is waarschijnlijk de snelste Kumanti. Hij kan wonderen verrichten, en degene die door hem bezeten wordt vertoond hetzelfde gedrag.
5. De Aradjini Kumanti; Een weinig pratende winti uit de kosmos. Men moet hem als het ware dwingen om te praten.
6. De Adjani Kumanti; Degene die door deze winti bezeten wordt gedraagd zich als een tijger. Wanneer de muziek speelt moeten honden uit zijn buurt blijven, anders worden zij door hem gedood! Water drinkt hij niet uit een glas, de bonuman moet een kuil in de grond graven en deze vullen met (honden) bloed of water.
7. De Jaw Kumanti; Deze winti kan allerlei kunsten uithalen met vuur. Ook kan hij een flinke hoeveelheid Jenever nuttigen, waarbij de medium na afloop van de trance toestand geen teken van dronkenheid vertoond.
8. De Djibri Kumanti; Hij is zeer moedig en sterk, het is een oorlogsgod. Zijn medium verricht wonderen door zijn enorme kracht.
9. De Prasoro Kumanti; Hij spreekt de hoogste Kumantitaal. Hij wordt de Prasoro Kumanti genoemd omdat hij vliegt en kan staan in de lucht. Hij is niet alleen de mooiste maar ook de fijnste en beschaafdste Kumanti winti. Hij neemt altijd notitie van de gesteldheid van de aanwezigen. Hij fungeert als obia (= bezwering) en wordt vaak opgeroepen om ziekten te genezen. Zijn klederdracht is wit of donkerblauw-zwart.
10. De Tompoe Kumanti; Hij is een bijzonder krachtige winti die de mensen niet snel in trance brengt. Gebeurt dit wel dan gaat dit gepaard met onmogelijke prestaties. Zijn aanwezigheid bezorgd de omgeving angst.
11. De Sofia Bada Kumanti; Hij is een machtige en zelfstandige winti, die gevreesd wordt. Zelfs de bonumans (genezers) vrezen hem. Van zijn medium wordt gezegd dat deze overvloedig bloedt uit de vagina of penis. Deze winti is één van de weinige winti's die met een slang verbonden is. Het is een korte slang met 6 of 7 knobbels op de rug. Hij kan zich snel voortbewegen, en is donkerbruin en ongeveer 40 cm lang.
De Bakroe winti (kan erg vervelend zijn)
Een bakroe winti is een klein en boosaardige winti ( een lagere boswinti) die diensten verricht voor hogere winti's of zelfs mensen. Hij kan de gedaante van een dwerg of een kind aannemen. Hij is te herkennen aan zijn groot hoofd en rode ogen.
Er zijn 2 soorten bakroes:
- De bakroe die van oorsprong een geest is
- De Kartiki bakroe
Deze Kartiki bakroe is het enige wezen dat door de mens zelf wordt gecreërd. Hij wordt daarom de robot van de geestelijke wereld genoemd. (Ik kan niet met zekerheid zeggen of hij te vergelijken is met een zombie, omdat volgens mij een zombie een lijk is, die door een magiër uit het graf wordt gehaald en weer tot "leven" gebracht wordt)
Volgens zeggen zijn er mensen die bakroe's kopen om er zelf rijk van te worden of om rivalen te beheksen (wisie). Wanneer Kartiki bakroe gemaakt is, is hij echter zeer eenzijdig. Hij kan alleen bepaalde opdrachten verrichten. Hij wordt dus merendeels gebruikt om geldelijke winsten te behalen en als lokker bij de verkoop.
De Kartiki bakroe wordt soms ook ingezet om kwaad te doen. Dit kan omdat hij niet zelf kan denken en dus makkelijk inzetbaar is. Hij bestaat voor de helft uit hout en is moeilijk te bezweren. Hij kan bij een mens het lichaam indringen en deze wordt dan door hem bezeten. Enkel met behulp van een krachtige winti kan hij verdreven worden. De bakroe verlaat het lichaam meestal onder het uitstoten van gillende geluiden. Degene die hem tot negatieve daden aanzet, betaalt echter een hoge tol wanneer hij/zij overlijdt; hij/zij wordt direct aan de bakroe verbonden!
Vaak worden er een mannelijk en een vrouwelijke bakroe gemaakt. Zo kan men door vermenigvuldiging in de geestelijke wereld, een hele bakru gemeenschap vormen.
De Luangu winti
Deze winti's behoren tot de hogere orde van winti's. Hun element is aarde, en ze worden daarom ook wel Gron (gron = aarde of grond) winti's of Nengrekondre winti's (nengrekondre = land van Afrikanen) genoemd. De luangu winti komt uit Afrika, en is zowel mannelijk als vrouwelijk. Er zijn dus zowel mannelijke luangu winti's als vrouwelijke. In de winti taal worden door de wintigelovigen, de vrouwelijke luangu winti's Luangu Missie's genoemd, en de mannelijke luangu winti's Luanga Masra's.
De luangu winti is hoofdzakelijk een goedaardige winti. Deze winti's verlenen graag hulp, luisteren graag, beschermen tegen kwaadaardige (vertoornde) winti's, en houden van plezier in groepsverband. Luangu's zijn gevoelige winti's die in hun gedrag overeenkomen met de Aisa winti, nl de Gron Ma (= moederaarde).
In gevallen van bezweringen ( = obia) werken de luangu winti's samen met de Ampuku en de Kumanti winti's. In deze combinatie heten ze Luangu-Ampuku-Obia en Luangu-Kumanti-Obia.
In gezelschap van de Ampuku winti hebben zij de leiding en met de Kumanti winti werken zij samen in harmonie, omdat zij met deze laatste zeer goed overweg kunnen.
De Mama Aisa en Tátá Lókó Winti
De Aisa winti kent binnen de winti religie verschillende soorten Aisa winti's.
Kóndre Aisa of plantage Aisa:
Deze Aisa staat aan het hoofd van alle Bere Aisa winti's van de verschillende families die van dezelfde plantage afkomstig zijn. Haar man is de Tátá Lókó winti en hij wordt ook wel Papa Lókó of Tátá Dato genoemd. Hij is een machtige slangen, welke bij de verering van Aisa absoluut niet vergeten mag worden. Aisa attendeert trouwens iedereen erop dat zij ook haar man moeten vereren. Wanneer Aisa om gunsten gevraagd wordt overlegt zij met haar man Tátá Lókó. Tátá Lókó verkiest een boom, het liefst bij het water, als vaste verblijfplaats. Meestal is het een Kankantri boom (hoogste boom die in Suriname groeit), en daarom wordt deze boom ook wel de Lókóboom genoemd. Echter verkiest hij soms ook een mópé boom (mópé = klein oranje vrucht) of een manja ( = mango) boom.
Béré Aisa (béré = stamboom, familie):
Zij staat aan het hoofd van alle familie winti's.
Prasi Aisa (prasi = erf):
Zij hoort tot een bepaalde erf of grondgebied. Zij heeft meestal een Kapting Ingi winti (kapting = kapitein, ingi = indiaan) als partner. Als zij zich in de gedaante van een klará snéki ( = ongevaarlijk zwart-wit gestreept slangetje) op het erf manifesteert, is dit een voorteken van een op komst zijnde zwangerschap van iemand, of laat zij weten dat iemand zwanger is.
Boesi of báká grón Aisa (boesi = bos, báká grón = plantage);
Zij hoort of is verbonden met het plantagegebied en de kostgronden.
De Aisa winti en Lókó winti staan aan het hoofd van de grongwinti's (aarde winti's). Het is dus een grong winti, en winti aanhangers beschouwen haar als de hoogste van alle winti's, omdat zij één der invloedrijkste winti's is en bij iedereen respect afdwingt. Omdat Aisa een grong winti is wordt zij ook wel "Mama fu dóti" (= moederaarde) genoemd.
Behalve met de naam Mama Aisa, wordt de Aisa winti ook met de volgende namen aangeduidt: Agidawenu, Soko ma, Néngrékondré ma, Aida, M'Aisa, Mama Awanaisa.
Mama Aisa heeft het beheer over alle winti's, en daarom wordt bij veel winti rituelen eerst om haar goedkeuring gevraagd, eer men verder gaat. Mama Aisa deelt haar geheimen aan degene die haar eerbied toont, via dromen, en beschermt hem.
Een belangrijke kenmerk van de Aisa Winti, is dat zij zich openbaart bij mensen die al wat ouder zijn ( bij mensen, meestal vrouwen, vanaf de leeftijd van 40 jaar).
Middels dromen openbaart Aisa zich als een creoolse vrouw van middelbare leeftijd, gekleed in traditionele kleding (kótó = creoolse klederdracht). De Aisa winti brengt voorspoed en rijkdom, maar ook tegenspoed en armoede voor hen die het volgens Aisa verdienen. Mama Aisa en Tátá Lókó straffen na een overtreding niet meteen, maar geven nadat zij in beraad gegaan zijn met de winti's van de béré (= familie of stamboom), eerst waarschuwingen via dromen. Schenkt men geen aandacht aan de waarschuwingen, dan sturen zij de Ampuku, de Adumankama, of de Akantasi winti om straffend op te treden.
De Kántámási winti
De kántámási is een boesi winti met een verre oorsprong. Deze obia of winti is er één die niet aan iedereen zijn oorsprong prijs geeft. De Kántámási is bijna verwant aan een ampuku winti. Het woord 'bijna' wordt genoemd omdat zijn oorsprong, vaardigheden en kennis dieper zijn dan die van de ampuku winti. De kántámási behoort tot de lagere of de middenklasse winti. In tegenstelling tot de ampuku, die zijn oorsprong in Afrika heeft, is de kántámási een Sranangrong konfo (een winti ontstaan in Suriname).
De kántámási heeft zijn huis meestal onder of dichtbij een lókó boom. Ook in berggebieden, aan de voet van een berg vind men meestal deze winti’s. Deze nestelt zich aan de voet van een berg onder de grond. Zijn huis ziet er uit als een grote termietenhoop aan de voet van een berg of gehecht aan een boom. Als men dichtbij een kántámásihuis komt met een kompas, raakt de kompas totaal ontregeld. Mensen die naar het bos gaan moeten niet altijd volledig op hun kompas vertouwen, als Tátá Kántámási in de bos woont. Een fles bier (op de grond sprenkelen) een beleefde groet en eerbiedige benadering stemt deze winti gunstig. Echter niet in alle termietenhopen woont een kántámási winti.
De boesi kántámási verplaatst zich in het oerwoud door middel van lianen (boesi teté).
Of de kántámási eerder in Suriname was dan de Ingi winti’s is niet te zeggen. Wat wel zeker is, is dat de slaven in Suriname op aanwijzing en bemiddeling van de ampuku winti in contact zijn gekomen met de kántámási winti. Naast het feit dat de kántámási winti's bijna alle eigenschappen van de ampuku winti's bezitten, bezit deze winti het vermogen en kennis om mensen en dieren te doen verdwalen. Hij kan zich ook onzichtbaar maken, en zo kan het dat een persoon die een kántámási winti heeft, zich soms kan verplaatsen zonder gezien te worden. Van deze gave hebben de gevluchte Marrons (weggelopen slaven in Suriname) gretig gebruik gemaakt. Zo bleven zij uit de handen van de blanke slavendrijvers en de redimoesoes (= rode baretten, dit waren slaven met rode baretten op, die door hun meesters werden aangesteld om de weggelopen slaven, de marrons, te vangen).
De overleveringen luiden, dat de gevluchte slaven veranderden in boomstronken en zandhopen, wanneer de redimoesoes en hun meesters hun dorp naderden, om vervolgens doeltreffend en efficiënt de aanval in te zetten. Het was de kennis en kunde van kántámási, de grote krijger, guerilla en commandant in de verdediging van bos en oerwoud.
Daarom verwijst hij in één van zijn liederen naar die tijd van katibó (= onderdrukking).
In dat lied zegt hij: "joe soekoe mi na liba, mi nó dé drapé, joe soekoe mi na sjóró mi nó dé drapé, soekoe mi ná boesi, mi nó dé drapé, mi na akoro mi na menoea man".
Vertaling: "Je zoekt mij bij de rivier, maar ik ben er niet, je zoekt mij aan wal, ik ben er niet, je zoekt mij in het bos, ik ben er niet, ik ben onzichtbaar, ik verdwijn wanneer ik dat wil. In feite wordt een persoon niet écht onzichtbaar door de Kántámási winti, de winti zorgt er op de één of andere manier voor dat een ander de persoon niet kan zien of de persoon misloopt.
Een kántámási winti heeft een sterk indringende geur. Wanneer iemand in trance raakt door deze winti (de winti neemt bezit van het lichaam), ruikt die persoon op dat moment naar kántámási. In het oerwoud gaat een kántámásihuis schuimen als hij wil dat men uit zijn buurt moet blijven. Een kántámási is te vergelijken met een schuwe weeskat (ing na poespoesi, á nó hábi toemsi gwénti = het is zo schuw als een weeskat = een Surinaams gezegde). Zo gedraagt hij zich een beetje; "ga jij je gang, ik kántámási ga de mijne".
Hij is prietpanji (neemt geen blad voor de mond, een prietpanji is Surinaams voor 'gescheurde omslagdoek', en iemand die een gescheurde omslagdoek omheeft kan het dus niet schelen wat een ander van hem/haar denkt), denk dus niet hem de les te willen lezen.
De meeste doe sma ( genezers) willen bijna nooit een kántámási winti inwijden. Een kántámási obia laat zich zelden in de stad prepareren (dwz een sreka = inwijdingsritueel uitvoeren). Hij zal er alles aan doen om de mensen naar het bos te leiden. Eenmaal daar aangekomen zal hij al zijn kunnen openbaren aan de aanwezigen, meestal zijn dit familieleden en goede vrienden van de ingewijdene. kántámási heeft vaak de neiging om de rol van de doe man of doe oema (winti genezer of genezeres) over te nemen. Maar een goede doe man of doe oema redt het in de meeste gevallen wel.
De kántámási is een sterke en dappere winti, en is af en toe ietwat confronterend. Als er een foeka (familieruzie) binnen zijn béré (familiestamboom) is, is hij één van de eerste winti's, misschien wel eerder dan de Ampuku winti, die dit zal aangeven.
De Leba winti
Mama leba en papa leba zijn één en dezelfde entiteit binnen de winti cultuur. De Leba is een bijzondere winti in de winti cultuur. De leba oogst heel veel gezag en speelt een bijzondere rol bij het aanleggen en onderhouden van de contacten binnen de winti religie. De leba is de bewaker en hoeder van de kabra hoedt de mens voor de kwaadaardige en nutteloze geesten, die als de mogelijkheid het toelaat veel kwaad en schade kunnen toebrengen aan mensen, al dan niet gedirigeerd door boosdoeners (wisi man). De leba treedt op als een soort tolk. Hij is het die als eerst wordt aangeroepen bij elk winti ritueel, omdat hij contact legt met de winti's en de mens. Hij is te vergelijken met Eshu Elegbara, één van de goden uit de voodoo cultuur.
In de winti cultuur is de grens tussen winti en wisi (= beheksing) heel dun. Voor alle duidelijkheid een winti belijder en een wisi belijder verschillen groot van elkaar. Deze twee gaan nooit samen. Een wisi man kan alleen kwaad doen, dus anderen beheksen, en geen goed doen, omdat hij een pact met demonen heeft gesloten. Een doe man of obia man ( winti genezer) bezit krachtige en hoge winti's, middels wie hij mensen geneest of adviseert. Waar legt men de grens? Deze grens is heel vaag, en wordt door ieder individu zelf bepaald, naar zijn eer en geweten. Wat velen niet weten is dat eer men een ander behekst (een wisi stuurt), men eerst een Leba pai (offer aan Leba, pai = betaling) neerlegt bij de poort op straat, of in de omgeving van het slachtoffer. Deze pai dient om de natuurlijke bescherming gunstig te stemmen om de boze praktijk te doen slagen. In de winti religie is het dan ook belangrijk om van tijd tot tijd een Leba pai in de omgeving van uw huis te plaatsen. Hierdoor kunnen kwaadaardige mensen of uw vijanden, dan niet meer komen, om de omgeving gunstig te stemmen met een pai. Men is dan de kwaadwillige voor. Trouwe winti belijders koesteren op deze zichzelf én hun leefomgeving.
Iemand die zijn winti's onderhoudt en leeft volgens de regels van de schepper Anana (God) Kedoeaman, Kedoeampon en de regels van deze cultuur en zich wil laten inwijden (een sréka neemt), doet er verstandig aan om met de Leba te beginnen. Dit doet de persoon door een Leba pai te plaatsen op een plek in het land van geboorte, afhankelijk van de analyse (loekoe) van een geraadpleegde genezer (doe man of obia man). Dit is nodig, om de leba te vragen om begeleiding.
De leba onderhoudt contacten met de familiewinti's en de Kabra's en alle andere entiteiten die bij een sréka (inwijdingsritueel) aanwezig horen te zijn. Wanneer men plaatsen van vroegere voorouders moet bezoeken, geeft de Leba dat door aan belangrijke stamwinti's. Ook bemiddelt de leba als er bepaalde obstakels zijn, of waren. Hij maakt de weg vrij voor verzoening. Vooralsnog, wat voor soort pai men zet, de Leba pai hoort als eerste geplaatst te worden.
Bij een jójó pai hoort een Leba pai, een liba pai (offer voor de rivier, liba = rivier) , een boesi pai (offer aan het bos, boesi = bos), een grong pai (offer aan de aarde, grong = grond), een Kabra tafra (offer aan de overleden voorouders, tafra = tafel), een jéjé of kra tafra ( offer aan eigen ziel) en verder alle andere rituele verrichtingen.
Leba heeft ook een opruimende functie, letterlijk en figuurlijk. De Leba behoedt de buurt of omgeving van rampspoed en boze geesten en beschermd mensen, vooral kinderen die onder zijn paraplu geboren zijn. Hierentegen verlangt de Leba dat de mensen die in zijn buurt wonen deze dan ook schoonmaken en onderhouden. Indien men dit niet doet, laat de Leba van zich horen en gaat hij 's nachts tekeer. Men zegt dat dit te merken is, als honden 's nachts huilen en blaffen zonder enige aantoonbare reden. De leba is dan op pad. Het is dan goed om na te gaan of de tuin of erf, of de buurt aan een grote schoonmaakbeurt toe is, en na te gaan wanneer er voor het laatst een leba pai gezet is.
In sommige gevallen kon het ook voorkomen, dat als er iemand in een buurt zou komen te overlijden, de Leba enkele avonden van tevoren tekeer ging. Merkwaardig was het dat als de Leba tekeer ging met zijn roepgeluiden, deze gevolgd werden door het geblaf en gehuil van honden, waardoor de schrik er bij de mensen goed in zat. Eén ding is zeker, en dat is als de Leba tekeer gaat, de buurt gevrijwaard is van boze geesten, want de Liba drijf tze weg.
De verblijfplaats van de leba is vaak onder een bananenboom. Men beeldt hem af als een stokoude man, gehuld in vodden of bananenbladeren.
De Boesi Ingi winti
De Boesi ingi winti's behoren tot het element bos. Oorspronkelijk bewaakten zij alles wat zich in het bos begaf (denk aan de marrons = weggelopen slaven). De Boesi ingi winti gedraagt zich in tegenstelling tot de Watra ingi winti heel anders. Ze zijn over het algemeen heel erg strak in hun doen en laten. Ze verdragen niet veel en zijn kort en bondig. Meestal als ze iets kenbaar moet maken, dan doen ze dat zonder al te veel omzichtigheid en tact. Dit is het geval en dat staat te gebeuren; wil men verandering hierin brengen, dan dient men zo te handelen! Zo luidt meestal hun boodschap, en klaar zijn ze.
Ook de boesi ingi winti is een goede genezer. In tegenstelling tot de watra ingi is de boesi ingi winti helemaal niet afkerig voor jorka's (geesten). De boesi ingi winti toont zich aggressiever in zijn gedrag. De boesi ingi winti is ook een goede beschermer voor zijn "Asi Boi' (= drager van de winti). Hij biedt bescherming tegen boze geesten, tegen messteken en geweerkogels. Dit wil niet zeggen dat een ieder die een boesi ingi winti heeft vanzelf beschermd is. Verre van dat, men moet de winti eerst daarop voorbereiden doormiddel van "wasi "rituelen ( rituele baden) en foela's(inwijdingen).
De boesi ingi winti dans is bijna gelijk aan die van de watra ingi, maar oogt een beetje aggressiever. Zelfs de danspassen ogen groffer van structuur en bewegingen. Aan een boesi ingi winti kan men niet altijd zien of hij vrolijk is of niet. De boesi ingi winti liederen zijn minder melancholisch. Bij deze liederen gaat het niet over de mensen met hun tekortkomingen of de teleurstelling in de mens, de Boesi ingi winti liederen gaan over de boesi ingi winti zelf. Hoe dapper hij is of wat hij allemaal op zijn wegen is tegengekomen en hoe hij alle problemen of gevaren heeft overwonnen. Ja, op dat moment viert de glorieuze tempel met de gladiatoren hoogtij.
De favoriete sieraden van de boesi ingi’s zijn:
- Een gouden ring met blauwe steen of een groene steen,
- Een lontai keting,
- Een draité ketting met blauwe kralen,
- Tárráté ketting met blauwe kralen.
De Watra Ingi winti
De Watra Ingi Winti (= letterlijk vertaald, water Indiaan)
De watra ingi winti valt onder het element water. De watra ingi winti is een mooie en vrolijke winti. Een watra ingi winti manifesteert zich met al zijn trost maar ook met bescheidenheid. Hij is parmantig in zijn houding en deftig in zijn doen. Als hij zich openbaart, doet hij dit met veel bescheidenheid, beleefdheid en eer, en zo begroet hij dan alle aanwezigen. Deze winti laat degene bij wie hij zich openbaart, aan de aanwezigen vragen hoe het met hen is. Mocht iets hem opvallen bij één der aanwezigen, dan laat hij dat ook gelijk weten. Is het een probleem of iets wat niet voor een ieders oor geschikt is, dan zal hij de persoon in kwestie apart roepen en dit in alle bescheidenheid vertellen.
Ook bij de ingi winti ( ingi = indiaan) is er verscheidenheid in rang en stand.
Eén ervan is de Papa ingi of Kapting Ingi (= kapitein indiaan) of Piai mang. Een kapting ingi winti kan ook een goede ziener en genezer zijn. De Papa ingi, Kapting ingi of Piai mang verricht goed werk binnen de winti cultuur. Behalve dat het een goede genezer is, is het ook een goede medicijnman of medicijnvrouw. Alom bekend zijn de formidabele kruiden voor allerlei kwalen en ziekten die deze winti kan prepareren. Daarnaast drijft hij ook boze geesten uit, die bezit van mensen nemen. Deze kwade geesten kunnen echter ook door zwarte magiers naar hun vijanden gezonden worden om die een kop kleiner te maken. Als de bezwering goed gestructureerd is kan het bij de persoon waarvoor deze bestemd is, behoorlijk veel schade aanrichten en zelfs de dood tot gevolg hebben. Dit noemt men kortweg een "wisi"op iemand bezweren. Dit is de droevige keerzijde van het spirituele, wat totaal niets te maken heeft met het winti gebeuren.
Meestal heeft een ingi winti een aversie van geesten (jorka's) , echter de kapting ingi winti niet. Waarom dat zo is, weet niemand. Als iemand bezeten is van een geest (jorka) kan de ingi winti precies vertellen hoe dat komt, of door wie de jorka gestuurd is. Dit doet hij gedetailleerd, hij vertelt zelfs hoe laat het was en op welke dag dit gebeurde. Echter de jorka zelf weghalen, doet hij niet. Dat laat hij liever aan de Kromantie winti of een andere obia over.
Een Ingi winti kan heel mooi dansen, door zijn vrolijke aard. Op feesten is het de Ingi winti die in de meeste gevallen, zijn mooie danskunsten vertoont via degene bij wie hij zich openbaart. Hij vrolijkt de ganse boel op en maakt heel veel plezier. De Ingi muziek is ook heel erg vrolijk van toon. Het klinkt vooral melancholisch en is ook een ode aan het dagelijkse leven. Heel vaak ook laten ze in hun liederen merken hoe ondankbaar de mens kan zijn. De gebreken en tekortkomingen van de mens stellen ze aan de orde.
De favoriete sieraden van de watra Ingi zijn:
- Een ring met rode steen (granaat) (robijn) (bloed koraal),
- Een bótó ketting met ingi boka kralen en een ankerhanger,
- Een lontai ketting met kokritji’s (soort kralen),
- Een tárráté ketting met gouden dollar
- Soms draagt men ook een pijl en boog hanger
- Wat sommige ingi winti’s ook mooi vinden zijn ingi boka kralen geregen aanelkaar tot een ketting.
De Adoemankama Winti of obia
De adoemakama obia is een afzonderlijke winti binnen het geheel van de winti cultuur. Er heerst veel geheimzinnigheid rond deze winti. Sommigen ervaren een adoemankama obia als heel negatief. Heel veel families met een adoemankama obia binnen de familie houden dit als een soort familiegeheim. Waarom dat zo is, is niet gemakkelijk te verklaren. Dhr Agansu Gingetongo geeft daarom een verklaring naar zijn weten en kunnen.
Een Adoemankama is een kruising tussen een ampuku winti en een bakroe geest (wordt uitgebeeld als een kleine negerjongen met een groot hoofd). Beter gezegd een adoemankama obia heeft de eigenschappen van een ampuku obia en een bakroe geest. Van een bakroe wordt gezegd dat het heel zwaar werk kan verrichten. Het is een "bijkracht" welke de mens tijdens de slavernij nodig had om het zware werk te overleven. Een bakroe was hierbij het meest geschikt om de slaven ten dienst te staan. Het was als het ware een noodzakelijkheid voor de slaven. Daarnaast hadden de slaven de sluwheid van de Ampuku winti nodig omdat meester Ampuku alle andere winti kan immiteren. Dit was weer uitermate geschikt, om de blanke slavenmeesters te misleiden. Met deze gecombineerde kennis van de ampuku winti en de bakroe obia konden de slaven van tevoren weten wat de blanken van plan waren. Eigenlijk werden de meesters toentertijd in de gaten gehouden en bespioneerd. Vele slaven hebben gebruik gemaakt van de ampuku winti en de bakroe om hun meesters te beďnvloeden. Ook staat de ampuku bekend om zijn vrouwenliefde. Vele slavenvrouwen wendden hun ampuku of adoemankama aan om de meester en zijn vrouw te beďnvloeden. Zij zorgden er zo voor dat vele slavenmeesters bij hun vrouw weggingen. Dit als een soort straf voor de slavenmeester omdat hij 's nachts de slavinnen opzocht en ze dwong tot sex, en zo kinderen verwekte met slavinnen. Ook weggelopen slaven hebben de ampuku en de bakroe winti ingezet. Denk hierbij aan de marrons en de strijd die ze met de slavendrijvers voerden, en terecht. De meest bekende vrijheidsstrijders zijn Baron, Boni en Joliquer.
Het droevige hiervan is, dat behalve dat de slaven de ampuku en de bakroe gebruikten tegen de slavendrijvers, zij deze ook gebruikten tegen elkaar. Hierdoor verloor de kennis die ze bezaten hun ultieme werking. Nadat de slavernij voorbij was, en men het zware werk, de zweepslagen en de martelingen niet meer hoefde te ondergaan, raakte de Adoemankama obia in het verdom hoekje. Deze obia's pikten dat niet en gingen zich tegen de mensen die gebruik van hen hadden gemaakt keren, en begonnen ze binnen de families hun toorn te laten gelden. Velen en hun nakomelingen hebben de gevolgen hiervan ondervonden. Onverklaarbare ziektes met meestal de dood tot gevolg waren scheering en inslag. En dat ging maar door, generaties op generaties. Daarom leeft tot nu toe de angst voor de Adoemankama binnen heel veel families.
Een adoemankama heeft ook wel zijn goede kanten binnen dit geheel. Hij vraagt misschien iets meer onderhoud dan de andere winti en ook is misschien wat minder vergevingsgezind dan de andere winti's binnen de familie. Tenslotte is niet iedereen binnen een familie even integer. Hoe dan ook, één ervan (een winti) moet de slechte naam binnen de familie dragen. Als men ervoor zorgt dat de verhouding in balans is, heeft men een goede, hardwerkende en vooruitstrevende winti aan een Adoemankama obia. Echter, als hij er niet is, of zich in stilte houdt, ga niet naar hem op zoek. Geen nieuws is goed nieuws.
De Kromanti winti
De kromanti winti is van oorsprong een winti van het element lucht, en is net als de Ampuku winti een Afrikaanse winti. De kromanti winti is een zeer moedige winti en een goede genezer. Degene die leeft volgens een bepaald patroon welke goed en bevorderlijk is voor zijn of haar kromanti winti, kan hier heel veel nut van ondervinden. Dit geldt trouwens voor iedere winti.
De kromanti winti heeft zeven broers. Hij maakt ook gebruik van de kennis en kracht van de andere broers als dat nodig is, en dit maakt hem tot een machtige winti. Alle kromanti's kunnen vliegen. Echter alleen de oudste broer, 'Tata Opété Jaw' maakt nog gebruik van zijn vliegkunst en staat erom bekend. Dit doet hij omdat hij van alle andere winti het dichtst bij ANANA (God) staat. Sommige mensen menen dat Tata Opété Jaw de stand van zaken voor ANANA (God) waarneemt. Hij brengt als het ware verslag uit, en houdt de andere winti's op aarde op de hoogte.
Een kromanti winti is kundig, bekwaam en intelligent. Een kromanti staat ook voor uitzonderlijke kracht en moedigheid. Als hij aanwezig is zal hij bijna altijd zijn kundigheid openbaren. De kromanti winti komt voor in alle rangen waarin winti's zijn verdeeld.
Er bestaan dus verschillende soorten kromanti winti:
- Boesie kromantie (= bos kromanti)
- Watra kromanti (= water kromanti)
- Gorong kromanti (= aarde of grond kromanti)
- Nengrékondré kromanti (= negervolk kromanti).
De kromantie bezit de kunst om in vuur te dansen en loopt op gebroken glas zonder zich te verwonden. Bij tijd en wijlen eet hij die ook op als hij dat nodig vindt. Meestal doet hij dat als men hem uitdaagt. Dan toont hij zijn kunnen en laat hij de mensen versteld staan van zijn onkwetsbaarheid. Als een kromantie bezit van iemand neemt en de betreffende persoon alle rituele formaliteiten verricht die verricht moeten worden, kan er zelfs met een geweer op hem/haar geschoten worden, zonder dat de afgevuurde kogel hem/haar raakt of verwondt!
De kromanti spreekt zijn eigen taal, de 'Kromanti tóngó' (tóngó = is taal of tong). Deze taal wordt ook wel door bepaalde Afrikaanse stammen gesproken. Vandaar men aanneemt dat de kromanti winti in Afrika zijn oorsprong vond. Dat is niet verbazingwekkend als men ervan uitgaat, dat op het Afrikaanse continent het menselijke leven heeft aangevangen.
Als een kromanti winti bezit van iemand neemt, kan die persoon van het één op het andere moment vloeiend ' kromanti tóngó' spreken. Alles wat de kromanti winti uit, onthoudt de persoon in kwestie en kan dit ook napraten. Wanneer de persoon niet meer in trance is, en men de 'kromanti tóngó' met hem of haar spreekt, antwoordt de persoon gewoon in de taal van de kromanti! Dit is in zekere zin logisch, omdat men in feite met de kromanti winti van de persoon spreekt, en het de kromanti is die antwoordt. De persoon spreekt buiten zijn eigen wil, verstaat de taal. Op deze manier leert men op den duur de kromanti tóngó vanzelf spreken. Het is een heel mooie taal, statig om te horen, deftig om te spreken. Op dat moment voelt men zich zeer verheven om hieraan deel te mogen hebben. Omstanders zien de persoon die deze taal spreekt, dan ook als een ingewijde persoon, een kenner. Het aanzien van de persoon neemt dan aanzienlijk toe onder de winti kenners en beleiders.
Een persoon die een Kromanti winti heeft behoort ook de favoriete kleding en sieraden van deze winti aan te schaffen. Deze zijn:
- Zijn geliefde kleuren in kleding: blauw - wit , helemaal in het wit, of gestreepte kleuren rood - blauw - groen - geel - oranje .
- Kromanti sieraden zijn: een Allá kóndre zilveren ketting met een zilveren dollarhanger, Allá kondre gouden ketting met een gouden dollarhanger. Een ring met witte steen, ring met zwarte steen, en een brasselet (armband) met arend.
De Ampuku winti
De ampuku winti is een Afrikaanse winti. Het is een bos winti (boesi winti). In de rangorde van de winti religie behoort de ampuku tot één van de lagere winti's. Desondanks is de ampuku een zeer slimme winti. Hij is in staat alle andere winti's te immiteren. Iemand die geen echte kenner van de winti religie is, kan gemakkelijk misleid worden door de ampuku winti. De ampuku kan zich voordoen als een Kromanti winti, een Adoemankama winti of één van de andere winti's, door zich alszodanig te openbaren. Maar een goede kenner doorziet direct de bepaalde eigenschappen die een ampuku eigen is. Dat kan hij niet camoufleren.
De ampuku staat in dienst van andere hogere winti's. Alle opdrachten van de hogere winti's worden uitgevoerd door de ampuku. Als een winti iemand wil straffen, draagt hij de ampuku op deze straf uit te voeren. Vandaar dat de ampuku een zeer slechte naam heeft bij heel veel mensen. De slechte naam die hij heeft laat hem niet ongevoelig. Hij trekt het zich wel aan. Dat kan men in de liederen ter ere van ampuku winti horen. Het zijn meestal klaagliederen. "Mi na ampuku mi no habi neng". Betekenis;" ik ben ampuku, ik heb een slechte naam".
Ondanks dat alles, heeft de ampuku winti toch zijn goede kanten. Als er iets niet in orde is, is het wel ampuku die dat als eerst kenbaar maakt. De ampuku verricht ook meestal het zware werk als werk verzet moet worden. Ampuku is dan één van de eerste die zich bereid verklaart om mee te helpen bij het oplossen van het probleem. De ampuku winti is ook een beetje wispelturig. Het ene moment is alles in orde, en binnen de kortste keren scheelt er wat aan Meester ampuku.
Onder de ampuku winti zijn er verschillende varianten ampuku's. De ampuku kan zich ook met een andere winti vereenzelvigen, bijvoorbeeld met de Adoemankama winti. Daardoor kan het een nog krachtiger winti worden. Het is al eerder vermeld dat de ampuku winti een harde werker is. Hij zet zich in voor de persoon bij wie hij zich openbaart. Mensen met een ampuku winti kunnen een rijkelijk leven leiden als degene goed voor zijn ampuku zorgt. De ampuku voelt zich ook snel gepasseerd, en laat dat ook binnen de kortste keren weten. De ampuku is een mooie winti, maar heeft ook veel onderhoud nodig, wil men profijt van hebben. "Ik kan wel voor je zorgen en maken dat je niets tekort komt in het leven, maar dan moet je mij ook aandacht geven en met me pronken" dat is wat meester ampuku doorgeeft aan zijn "dragers".
Als een ampuku een vrouw begeleidt, ziet hij niet graag dat de vrouw een partner heeft. Soms kan dat heel veel problemen opleveren als ampuku hierdoor toornig wordt. Zeer veel korte relaties waarin vele ruzies voorkomen, zijn het gevolg van ampuku's gekrenkte trots. Wantrouwen in de relatie is één van de hoofdoorzaken. Als de vrouw een ampuku winti heeft, schijnt zij op de één of andere manier snel te weten wanneer haar partner vreemd gaat. De ampuku winti is één van de grootste verklikkers binnen de relatie. De ampuku "vertelt" alles en dan ook alles (middels dromen of visioenen) wat haar partner buitenshuis uitspookt. Mannen, heeft uw vrouw dus een ampuku winti, wees dan op uw hoede!
Iemand die een ampuku winti heeft dient deze te onderhouden door de favoriete sieraden van deze winti te bezitten. Heb je ze niet dan dien je ze aan te schaffen.
Tot de favorieten (goedoes) van de ampuku behoren:
- De béré banti (buik band of buik ketting) met daaraan een sleutel, houwer of mes,
- Een Alla kóndre ketting met een houwerhanger, ook de draité ketting of een combinatie met andere kettingsoorten zijn zeer intrek bij de ampuku.
- Een gouden ring met zwarte steen,
- Zilveren ring met rode steen
- Een voetketting valt ook onder de goedoes van ampuku.
- Ook de bekende vriendschapsring hoort tot de favoriet van de ampuku.
Een ampuku watra (ampuku bad) prepareert men meestal in een ketel(gietijzeren pot) en een ijzeren houwer komt er ook aan te pas.
De Yorka of Kabra
Wat is een yorka?
In de winti cultuur noemt men de geest van een overleden mens een 'yorka'. Het is de jéjé (ziel) van de overledene. Deze heeft na het overlijden van een mens geen lichaam meer om in te leven en wordt de jéjé daarom een yorka (lichaamloze ziel of geest).
Gaat het om een yorka van een familielid, dan noemt men het een 'kabra'. De karma verlaat de overledene en gaat terug naar onze schepper, terwijl de yorka aarde gebonden is en een plaats in de kosmos vindt.
Bij bepaalde rituelen in de winti religie roept men de yorka van een familielid op om advies of bij een vraag naar bijv. de voorouders. Een yorka kan helaas zowel met goede als met slechte bedoelingen opgeroepen worden (bijv. in de voodoo religie voor zwarte magie). Echter moet voor het slechte altijd een prijs betaald worden. De offer die gebracht moet worden is meestal van lichamelijke of geestelijke aard. Kwade handelingen met Yorka's (geest van de overledene) kunnen zelfs leiden tot een eeuwige vloek (kúnú), wanneer men de beloofde prijs die verlangd wordt in ruil voor de kwade praktijken, niet tijdig of helemaal niet betaalt.
Men zou eer men tot zwarte magie ( in de winti religie heet dit 'Wiesie') overgaat, aan de gevolgen moeten denken. Bezint eer men begint. De prijs die betaald moet worden (het offer) wordt meestal niet of niet voldoende volbracht, en dit leid tot vertoorning van de yorka. Alle rijkdom en aardse bezittingen, of partner die je dmv van zwarte magie verkregen hebt, zullen je dan niet meer gelukkig kunnen maken. De vloek die dan op je rust zal tot in de eeuwigheid, ook op de generaties die na jou volgen rusten. " Met een financiële nalatenschap kan soms ook een geestelijke nalatenschap gepaard gaan".
Het is daarom uit den boze om kwaad met kwaad te vergelden. Jammer genoeg zijn er nog steeds mensen bij wie dit niet opgaat, en gebruiken zij 'wiesie' (zwarte magie) om het een ander betaald te zetten. Een oordeel vellen over een ander is hetzelfde als een oordeel vellen over jezelf..............met andere woorden "je kijkt in de spiegel naar jezelf'. Je ziet vaak jezelf in een ander en dat staat je niet aan, waardoor je al snel met een negatief oordeel van die ander op de proppen komt! Mensen die vol haat en wrok zitten denken vaak in het verleden en vergrendelen op die manier de deur die leidt naar hun karma. Bij ieder mens staat die deur op een kier, en het is aan jou om die deur steeds wijder te openen. De jéjé (ziel) is de poort naar jouw karma. Als de poort gesloten is kan de karma niet meer communiceren met de jéjé, en dus ook geen boodschappen overbrengen naar de mens. Net zoals liefde soms blind maakt, maakt haat ook blind. En een mens vervuld met haatgevoelens en 'revenge' is net een blinde die soms begeleid moet worden. Zo iemand voelt zich misschien vaak 'down' (ontevreden met de carriere of priveleven), en het lijkt wel alsof hij/zij in andermans ogen niets goed kan doen, en zelf vind hij/zij dat ook. Dat komt omdat hij/zij bezig is met dingen te doen die niet voor hem/haar bestemd zijn. Je doet dan misschien niet wat Anana (God) voor jou bestemd heeft.
De oplossing voor verandering in je leven, is om de deur naar jouw karma wijder open zien te krijgen. Hoe meer het ons lukt dit te bereiken, des te meer wij verheven raken en naar onze innerlijke stem kunnen luisteren. En deze stem zal je nooit en te nimmer tot kwaad aanzetten of verkeerde antwoorden geven.
Alleen winti’s hebben de beschikking en de kracht van de schepper ontvangen om te genezen, geesten te bezweren en uitdrijven. Sommige genezers beweren in staat te zijn dit alles te kunnen doen, maar vergeet nooit dat het niet de persoon zelf is die de het genezingsproces bewerkstelligd. Nee, het is de winti (engel) in hem die deze verricht in naam van de schepper Anana, Kedjama, Kedjampong (God).
In tegenstelling tot de winti’s hebben vooroudergeesten zoals kabra’s, yorka’s en of officiers (naam voor yorka van een blanke), niet die legitimiteit en de spirituele energie als bij de winti’s van Anana, Kedjamang, Kedjampong ontvangen. Deze hebben dat deel al gehad toen ze nog Jeje’s waren in de mens, toen de mens nog leefde. Daarom zijn na hun stoffelijke periode geen ander wegen voor hen weggelegd dan alleen maar te waken over de nog in leven zijnde familieleden. Hun taken zijn het zorgen dat er geen overheersende vreemden en andere kwade yorkas de familieband (wordt in de winti cultuur ook wel béré = vooroudergeneratie + oplopende generatie) komen verstoren. Ook behoren hun taken tot het in stand houden van de sociale harmonie, welvaart en welzijn binnen de familie zelf.
Alle vooroudergeesten (yorka's of kabra's), kunnen dragers zijn van fio fio (familievloek), die ze binnen de familie kunnen verspreiden, indien er heel veel ruzie heerst binnen een familie. De fio fio kan in de ernstige gevallen levens binnen de familie opeisen. Deze fio fio kan in kracht toenemen naar mate de ruzies groter en krachtiger worden. De fio fio kan op een gegeven moment een kúnú (niet te bezweren familievloek). De vooroudergeesten kunnen boodschappen in dromen brengen, of anders persoonlijk (iemand raakt intrance = krijgt een winti op zich) als er iets ernstig fout binnen de familie gaat. Let wel, een yorka, kabra of officier kan geen kwade entiteiten bezweren, of iemand een geneeskrachtige bad(=wassie)geven. Zij hebben die spirituele kracht en energie niet van de schepper Anana, Kedjama, Kedjampong ontvangen om dat te kunnen doen. Hiervoor moet men een winti van de familie(béré) of iemand buiten de familie halen om de nodige verrichtingen te doen.
Voor alle duidelijkheid een officier of hoe die ook mag heten is geen winti in de zin dat hij handelingen kan verrichten, zeer zeker niet. Een officier is een blanke yorka of kabra, niet meer en ook niet minder. Alle legendes over Officierwinti zijn allemaal uit de duim gezogen, en slaan nergens op. De verhalen hieromtrent zijn ontstaan ten tijde van de slavernij. De slaven waren onderdrukt tot in hun wezen, waardoor de angst voor de blanke meester zeer diep zat. Zelfs na de dood van de meester, bleven zij hem eerbiedig en gaven zijn ziel, zijn yorka de naam "Officier". Vandaag de dag is het goed voor de winti mang/uma ( winti man of vrouw) om te zorgen dat de winticultuur zuiver en oprecht doorgeven wordt aan hun klein- en achterkleinkinderen.
Een yorka heeft de eigenschap het karakter te behouden van de recente periode van zijn leven. De Jeje blijft zijn karakter houden wanneer hij (dood is) een jorka is geworden. Was iemand slecht in zijn leven, wordt hij na de dood ook een slechte yorka. Men gelooft in de winticultuur dat alles wat je in je leven doet, bepalend is voor wanneer je dood bent. Een slecht mens, een slechte yorka. Een goed mens, een goede yorka, waar de familie (béré) op kan rekenen, om hen met raad en daad bij te staan.
Uit den boze bij Winti
De grootste zonde in de winti religie is (net als bij alle religies) zichzelf met bloed van een ander besmeuren. Bloed is tastbare energie van alle levende wezens. Bloed is in de ogen van de winti's (engelen van God) erg onrein. Daarom moeten mensen ervoor waken hoe ver zij gaan als zij met rituelen bezig zijn. Het moment dat er bloed offers, bloed drinken of iets dergelijks bij komt kijken (zwarte magie), zorg dan dat u zo ver als mogelijk daar vandaan komt. Want op dat moment is de grens duidelijk overschreden en u bent niet meer bezig met uw winti’s, maar met duistere machten. Dan heeft u uzelf heel duidelijk overgeleverd aan duistere machten, maar niet aan uw winti’s. Op dat moment hebt u niet meer gekozen voor Anana (God) en uw winti's (beschermengelen), maar jammer genoeg voor wat anders.
Mensen die eerbied voor Anana en zijn winti’s hebben, zullen nooit voedsel gebruiken die bereid is door een menstruerende vrouw. Niet alleen mannen die in harmonie met hun winti’s willen leven moeten zich hieraan houden, maar ook vrouwen die in harmonie met haar winti’s willen leven. Mensen die volgens de grondregels van de winticultuur willen leven hebben zich te houden aan deze regels die hun voorouders in opdracht van de schepper Anana Kedjamang Kedjampomg (God) hebben ontvangen. Ze hebben zich er aan gehouden en bewaard, en voor ons nagelaten. In de hoop dat ook wij dat doen, naar eer en geweten.
Winti’s (engelen van Anana) vragen nooit en te nimmer naar bloed van mensen of dieren. Nooit!! Laat u dus niet misleiden, en met zaken beginnen waar u nooit meer van uw leven af komt. In de winti cultuur moet het lichaam van de mens schoon en rein zijn. Het is het huis (= dóvó ) van uw winti’s en jéjé. Daarom is het belangrijk dat het altijd schoon is. Schoon dat het een welkome plaats is voor uw winti’s. Ze moeten er thuis in voelen. Als uw verblijfplaats niet schoon is, voelt u zich niet lekker en krijgt u de neiging daar weg te gaan. Het voelt of u uw draai niet kan vinden. Wel nu, zo ervaren de winti’s dat indien uw lichaam en geest, geweten, niet schoon en rein is. Uw evenwichtigheid is dan ver te zoeken. Iedereen wantrouwt u bij voorbaat. Mensen om u heen gaan u als een heel onstabiel persoon zien waar niets mee te bereiken is. Dat geeft dan weer een grote negatieve neerslag naar u toe. Dit maakt dan dat u een grote ontevredenheid over u voelt en krijgt u een nog grotere hekel aan uzelf en uw omgeving. Dezw gemoedstoestand zal zich in een cyclus, sneller en heviger herhalen. Weet dan dat er een ommekeer nodig is in de dingen die u doet.
Waarom hebben veel creolen een afkeer van Winti?
Vele creoolse Surinamers moeten niets van de winti religie hebben. Men noemt het afgoderij en vaak zijn degenen die dit beweren katholiek of christen. Waar komen die negatieve gevoelens vandaan? Dit is wat mogelijk vele winti aanhangers zich misschien afvragen ( ik vroeg het me ook af; ik ben niet actief in de winti religie, maar het is toch een vraag die me bezighoudt omdat ik zelf van creoolse afkomst ben).
De oorsprong zit volgens de Dhr. Agansu Gingetongo (spiritueel genezer) in het koloniaal verleden van mensen uit landen die ooit onderworpen werden aan beestachtige en mensonterende onderdrukking. Bijna alle volkeren en landen in Afrika werden ooit onderworpen en in slavernij gedompeld. Geen enkele ras of volk, zelfs de joden niet, is ooit zo beestachtig en wreed behandeld als het zwarte volk uit Afrika. Het doel was het zwarte ras uit te roeien en om dit te kunnen doen moest men ook alles wat met deze ras gepaard ging onderdrukken. Hun geloof, tradities, zelfrespect enz. alles moest eraan geloven. Het is bekend dat zwarten een blanke niet in de ogen mochten aankijken, maar hun hoofd moesten buigen en hun ogen naar de grond moesten richten als zij aangesproken. Hun religie mochten zij niet beleiden en het Christendom was de enige religie die aanvaard werd. Men werd letterlijk en figuurlijk murw geslagen. Men haalde zelfs psychologen erbij om het zwarte volk tot werkpaarden te transformeren. Alle westerse landen, geen enkele uitgezonderd, hebben hun welvaart mede te danken aan slavernij. Als een mens zodanig en zo lang vernederd wordt verliest hij op den duur zijn wil en zelfrespect. Het is dan heel gemakkelijk om de cultuur, mentaliteit en geloof (o.a. Christendom) in te planten van een andere ras. Het zwarte volk raakte hun identiteit kwijt en door de eeuwen heen is dit hedendaags duidelijk merkbaar onder de jongere zwarte medemens.
Velen verwerpen nog steeds hun traditionele religie. Ze hebben het soms over het herontdekken van de 'roots', en dragen dan 'dreadlocks', maar dat is vaak uiterlijk vertoon.
Men bidt tot God in de woorden van het Christendom, en hun eigen taal en woorden kennen ze niet omdat het hen ook nooit geleerd is. Anana (God) noemen ze Jehova en in huis staat er misschien een Mariabeeld in de vitrinekast. Bewust en onbewust is het Christendom van generatie op generatie overgebracht in vele families binnen het creoolse volk, en de Winti religie (hun traditionele religie) wordt door hen afgeschilderd als heidens en afgodisch. Het geloof dat de Afrikaanse slaven 4 eeuwen werd opgedrongen te beleiden, zien vele hedendaagse creoolse Surinamers (nazaten van de West Afrikaanse slaven) als hun geloof.
Waarom zijn velen dan toch niet tevreden over het geloof die zij hedendaags beleiden? Waarom hebben ze dan nog vele vragen die zij binnen het Christendom niet beantwoord kunnen krijgen?
Omdat zij volgens Dhr Agansu Gingetongo niet de religie belijden die hen toebehoort. We zijn het er allemaal over eens dat een ieder de schepper Anana (God) dient op zijn eigen manier en dat er ondanks de vele namen die wij mensen hem geven, één en dezelfde God is. Eigenlijk maakt het volgens mij niet uit wat voor religie een mens beleidt, zolang hij maar volgens de religie die hij verkiest leeft en handelt!
Ik hoop dat jullie hier wat aan hebben!