quote:
ENSCHEDE - De vuurwerkramp, morgen precies vijf jaar geleden, eiste officieel 22 levens. Maar waren het er niet meer? Bij families die kort na de ramp een dierbare verloren, knaagt het. Voor hun gevoel maakte ‘13 mei 2000’ meer dodelijke slachtoffers.
Twee politiemannen spraken al eerder onomwonden het gevoel uit dat de vuurwerkramp tot meer dodelijke slachtoffers leidde dan de officiële 22. Zij waren betrokken bij het ramponderzoek. In het boek ‘Op zoek naar de onderste steen’ verwoorden zij hun gevoel over het grotere aantal doden. Eddy Kuipers, een van de rechercheurs: ‘In het gewondenproject kwamen we veel mensen tegen die kort of iets langer na de ramp zijn overleden. Als je die meerekent, komt het dodental hoger uit.’
Kuipers tekent erbij aan dat hij niet weet ‘of dat terecht is’. ‘Ik ben geen arts, maar kan me er wel wat bij voorstellen.’ Ook collega-rechercheur Hans Mulder erkent: ‘Het dodental heeft ons lang door de kop gespeeld.’
Ze noemen in het boek twee concrete voorbeelden: een hoogzwangere vrouw wordt op 13 mei 2000 bedolven onder een instortend dak en krijgt later een doodgeboren kindje, terwijl er voor de ramp niets aan de hand was.
En dan was er die man die door de explosies door zijn kamer wordt geslingerd en een week later overlijdt aan een hartaanval.
Mulder: ‘Je spreekt zo’n cijfer 22 zo snel uit. Maar als je iets anders kijkt... Voor nabestaanden is het extra vervelend. Omdat ze het gevoel hebben dat ze niet erkend worden.’
Onderzoek is er niet naar gedaan. Net zo min overigens, als naar de vraag hoeveel mensen door de ramp in de WAO terecht zijn gekomen, of blijvend invalide zijn geraakt. Maar het valt niet weg te poetsen dat deze problematiek bij meerdere families - nog - speelt. In de hectiek van de ramp verongelukte bijvoorbeeld een Enschedese vrouw. Zij werd aangereden door een kraanmachinist die in het rampgebied aan het werk zou gaan. De familie heeft tevergeefs getracht haar te laten erkennen als rampslachtoffer. ‘Wij zagen het niet als een gewoon ongeluk; zonder die ramp was het niet gebeurd’, houdt haar broer nog steeds vol.
Dan zijn er families die relatief kort na de ramp iemand verloren aan een hartaanval. In hun ogen hebben de overledenen zich de ramp zo aangetrokken, dat hun hart het uiteindelijk heeft begeven. Zo overleed een 48-jarige conrector van het Stedelijk Lyceum. Hij was nauw betrokken bij de nazorg aan de rampslachtoffers en stierf negen dagen na de ramp aan een hartstilstand.
Bekend is ook het verhaal van een in coma geraakt Enschedees meisje. De tiener raakte een jaar na de ramp zo goed als hersensdood door een zeldzaam virus. Het gezin verloor familieleden bij de ramp. De ouders van het meisje geloven dat zij daardoor onvoldoende oog hadden voor elkaars welzijn, waardoor het virus zo zwaar kon toeslaan. Haar behandelend specialist zei destijds tegen deze krant, dat daarvoor geen bewijs is, maar dat het in theorie zeker wel mogelijk is.
quote:
De belangenvereniging van slachtoffers van de vuurwerkramp bevestigt ‘meerdere van dergelijke verhalen te kennen’, maar waagt zich niet aan een uitspraak.’ ‘Want bewijs het medisch verband maar eens.’
In het medisch circuit is men ook huiverig, omdat het oorzakelijk verband tussen ramp en overlijden niet zomaar kan worden aangetoond.
Maar oud-huisarts Rieuwert van Doesburgh draait er niet omheen en herkent dat probleem wel degelijk. Hij was de afgelopen jaren betrokken bij de (psychische) nazorg van talrijke slachtoffers. In die hoedanigheid is hij ‘zeker dergelijke zaken tegengekomen’. In zijn ogen was dan de ramp niet de oorzaak, maar zeker wel een ‘bijkomende factor’. ‘Als je al kwetsbaar bent, kan dat de druppel zijn die de emmer doet overlopen.’
Het voorbeeld van de conrector vindt hij ‘in dat plaatje zeker passen. Er is een aantal mensen, waarbij de ramp misschien tot een snellere dood heeft geleid.’
Ook pastor Evert Jan Veldman is door zijn pastoraal werk geregeld midden in zo’n ‘triest verhaal’ terecht gekomen. ‘Het zijn voor mij niet alleen verhalen. Het zijn de ervaringen van die mensen. Ze vragen zich af: als de ramp niet was gebeurd, zou papa of mama dan nog leven? Je kunt in elk geval vaststellen dat de vragen van deze nabestaanden rampgerelateerd zijn. Maar je krijgt er nooit antwoord op. Je kunt ze ook niet officieel als rampslachtoffer benoemen, al zegt het gevoel dat de ramp er wel degelijk wat mee te maken heeft. En die pijn is er ook. Ik kan alleen die erkenning geven, door goed naar hen te luisteren. En dat is wat ik doe.’
www.tctubantia.nl