Dat is de laatste jaren ja.
Vroeger ging het naar landen waar socialistische overheden zaten.
.
quote:
Bron: Raad
Type document: Bijlage
Nummer Gemeenteblad: C
Onderwerp: Notitie Een beschrijving van zeven jaar Amsterdamse
ontwikkelingssamenwerking 1991?1997
Datum publicatie:11-02-1998
Datum Raad:18-02-1998
Comm. van Advies: Economische Zaken, Haven en Luchtaangelegenheden, Markt en
Internationale Contacten
Datum CvA:22-01-1998
Datum B&W:13-01-1998
Afdeling: Economische en Sociale Zaken & Technologie
Tekst:
Notitie
Een beschrijving van zeven jaar Amsterdamse ontwikkelings- samenwerking
1991?1997
Gemeenteblad 1998, bijlage C
Aan de Gemeenteraad
Inleiding.
In 1984 werd de Commissie Ontwikkelingssamenwerking Amsterdam
(COA) in het leven geroepen ter uitvoering van een eigen Amsterdams
ontwikkelingsbeleid. In de opnieuw vast te stellen Verordening op de COA
(Gemeenteblad 1998, afd. 1, nr. 94) wordt de taak van de COA als volgt
beschreven: "... het gemeentebestuur van Amsterdam te adviseren over
samenwerking met ontwikkelingslanden en over stedenbanden in het kader
van ontwikkelingssamenwerking?. Daarnaast dient de COA ons College en
de commissie te informeren over de Amsterdamse ontwikkelingen op het
gebied van ontwikkelingssamenwerking. Jaarlijks wordt er een beleidsplan
en een verdelingsvoorstel uitgebracht waarin in het kort de activiteiten van
het desbetreffende jaar en het bijbehorende kostenplaatje worden beschre-
ven.
Sinds de verschijning van de rapportage en evaluatie van de Commissie
Ontwikkelingssamenwerking Amsterdam 1984-1990 in 1991 is er echter geen
uitgebreid overzicht verschenen van het COA-beleid en de COA-activitei-
ten. Thans is de tijd gekomen, zeker gezien de op handen zijnde gemeente-
raadsverkiezingen en de daaropvolgende College-onderhandelingen, voor
een uitgebreide terugblik en vooruitblik op het ontwikkelingsbeleid van de
gemeente Amsterdam, waarbij de COA als commissie ex art. 61 van de
(oude) gemeentewet een centrale rol speelt.
In deze notitie zullen de ontwikkelingen gedurende de jaren 1991?1997 met
betrekking tot het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de gemeente
Amsterdam worden belicht. De twee stedenbanden die Amsterdam kent
met de steden Managua (Nicaragua) en Beira (Mozambique), zullen hierbij
aan de orde komen.
Daarnaast zal kort worden ingegaan op de overige steden (regio's) in
andere ontwikkelingslanden, waarmee Amsterdam contacten onderhoudt,
zoals Suriname en Zuid-Afrika. Ook wordt gekeken naar de financi‰le
mogelijkheden die de commissie de afgelopen jaren kon benutten voor het
uitvoeren van haar beleid.
In het hoofdstuk Samenvatting en conclusies worden de aandachtspunten
van de COA in het kort samengevat en wordt beschreven hoe er in de
toekomst met het vraagstuk van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking
zou moeten worden omgegaan.
De COA meent dat ook van uw Vergadering de nodige politieke aandacht
mag worden gevraagd voor de uitgangspunten en invulling van het Amster-
damse beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Deze notitie is tevens bedoeld als informatie ten behoeve van de beleids-
ontwikkeling van de stadsdelen en van de verschillende gemeentelijke
diensten, voorzover zij nog niet betrokken zijn bij het Amsterdamse beleid
op dit terrein.
Foto zie papieren versie.
Samenvatting en conclusies.
De hierna genoemde conclusies zijn gebaseerd op het ontwikkelingssamen-
werkingsbeleid van de gemeente Amsterdam in de periode 1991?1997.
Taak COA.
"De COA heeft als taak het gemeentebestuur van Amsterdam te adviseren
over samenwerking met ontwikkelingslanden en over de stedenbanden in
het kader van ontwikkelingssamenwerking. Bij haar werkzaamheden houdt
de COA de wederkerigheid in de relatie met de zustersteden als uitgangs-
punt. Bij de wederkerigheid is de samenwerking op gemeentelijk niveau en
de samenwerking tussen groepen uit de bevolking een voorwaarde." (zie de
opnieuw vast te stellen Verordening op de Commissie Ontwikkelings-
samenwerking Amsterdam, art. 1).
De commissie benadrukt dat het bij haar werkzaamheden gaat om ontwik-
kelingssamenwerking en dus om contacten met ontwikkelingslanden. De
COA ziet als rode draad bij de toekomstige gemeentelijke ontwikkelings-
samenwerkingsactiviteiten de volgende drie componenten:
?het verlenen van technische assistentie door middel van het uitvoeren
van projecten en kennisuitwisseling;
?versterking van lokaal bestuur in ontwikkelingslanden, door middel van
voorlichtingsactiviteiten en het cre‰ren van stageplaatsen;
?ondersteuning van het particulier initiatief, met name projecten over
ontwikkelingseducatie, zoals die door de Stichting Ontwikkelingseducatie
Stedenbanden Amsterdam (OSA) worden ge‹nitieerd.
Structuur COA.
Vanwege de specieke adviesfunctie van de COA is voorgesteld om na de
gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart 1998 de samenstelling van de COA
enigszins te wijzigen. In de vast te stellen verordening terzake (zie art. 2)
wordt voorgesteld om ten aanzien van de structuur van de COA de volgen-
de verandering in te voeren: raadsleden niet langer deel te laten uitmaken
van de COA. Hiermee komt er een einde aan de dubbelrol die raadsleden
tot op heden vervulden: als COA-lid brachten zij advies uit aan het gemeen-
tebestuur op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en als commissielid
konden zij vervolgens een besluit over hun eigen advies nemen.
Verdieping activiteiten stedenbanden.
In vergelijking met de voorgaande jaren wordt vanaf 1996 meer geld
gereserveerd voor projectsamenwerkingsactiviteiten, waarbij de nadruk ligt
op de steden waarmee Amsterdam een offici‰le band heeft, te weten:
Managua en Beira. In 1995 is ons College en de commissie van advies
akkoord gegaan met verdieping van deze beide stedenbanden. Dit heeft
geleid tot een aantal nieuwe initiatieven en uitbreiding van projecten,
waarbij er meerjarenafspraken zijn gemaakt en wederzijdse verplichtingen
zijn aangegaan. Een aantal reeds bestaande initiatieven is hiermee structu-
reler van aard geworden.
Gezien de ervaringen van de afgelopen zeven jaar kan worden geconclu-
deerd dat de projecten die in het kader van de stedenbanden met Managua
en Beira zijn aangegaan en door de COA zijn medegefinancierd, een
grotendeels positief resultaat opleveren en gecontinueerd dienen te worden.
Ook van de kant van de zustersteden wordt het continueren van deze
samenwerking benadrukt.
In 1997 is met het bezoek van burgemeester Cede?o van Managua aan
Amsterdam de stedenband met deze stad herbevestigd. Wat betreft de
stedenband met Beira is het voornemen om in 1998 met het gemeente-
bestuur van Beira over de toekomst van de huidige samenwerking te
spreken. Bij elk project dat in het kader van deze stedenband wordt
opgezet, wordt gekeken in hoeverre het zal bijdragen aan het bereiken van
de tussen Amsterdam en deze steden overeengekomen uitgangspunten en
doelstellingen voor samenwerking in de stedenband. Versterking van de
lokale democratie in deze steden is hierbij ‚‚n van de genoemde
doelstellingen.
De stedenbanden zijn voor langere tijd aangegaan. Gezien het feit dat een
relatie tussen gemeenten met compleet verschillende achtergronden tijd
nodig heeft om zich te ontwikkelen, wordt het niet wenselijk geacht de
opgebouwde vriendschapsband na enige jaren weer abrupt te be‰indigen.
Zo'n duurzame relatie schept naar beide kanten verwachtingen. Hierbij wil
de COA benadrukken dat het eigene aan ontwikkelingssamenwerking is om
structurele samenwerking te bewerkstelligen.
De COA ziet als meerwaarde van een structurele samenwerking de ver-
wachte kennisopbouw en netwerkvorming. Hiermee wordt een goede basis
gelegd voor het voeren van een dialoog en cre‰ert de opgebouwde vertrou-
wensband een grotere ontvankelijkheid aan beide zijden om over kernpro-
blemen te praten. Discussiepunten, zoals management, beheersaspecten,
versterking van de civiele samenleving en conflictpreventie, worden daar-
door bespreekbaar gemaakt.
Behalve de concentratie op eerdergenoemde stedenbanden adviseert de
COA meer aandacht te geven aan een hernieuwde relatie met Zuid-Afrika
en aan Suriname. Op de begroting voor 1998 is voor projecten in steden van
beide landen een deel van de COA-gelden gereserveerd.
In januari 1997 heeft de wethouder voor Internationale Contacten en
Ontwikkelingssamenwerking een bezoek gebracht aan Suriname. Doel van
deze missie was om kennis te nemen van projecten van enkele gemeentelij-
ke diensten. Daarnaast werd uitvoering gegeven aan de motie-Balai
(Gemeenteblad 1995, afd. 1, nr. 750) en werd onderzocht, of een
stedenband tussen Paramaribo en Amsterdam mogelijk was. Een formele
stedenband tussen beide steden bleek niet realiseerbaar omdat Paramaribo
geen stadsbestuur heeft. Wel wordt momenteel bekeken, of er op een
andere wijze samenwerkingsverbanden tussen Amsterdam en Suriname
kunnen worden gerealiseerd. Ter bevordering van de samenwerking van
burgers en particuliere instellingen in Amsterdam en Paramaribo wordt een
"Suriname-loket" ingesteld, als onderdeel van de activiteiten van de in 1997
opgerichte International Desk.
Voorlichting en bewustwording.
Bij het beleid op het gebied van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking
speelt voorlichting en bewustwording ten behoeve van de Amsterdamse
bevolking een heel belangrijke rol. In het budgetbeleid van de COA werd
de afgelopen jaren een percentage van circa 35 gehanteerd, dat van het
beschikbare budget aan deze taak werd besteed. In het toekomstig COA-
beleid zullen voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten een hoge priori-
teit behouden
Een actieve voorlichtings- en bewustwordingsstrategie vanuit de COA is
reeds enige jaren geleden in een werkplan opgenomen. Hoewel er zeker
veel is gebeurd op dit terrein, heeft de commissie nog steeds geen eigen
voorlichtingsprogramma. In samenwerking met de afdeling Voorlichting van
de gemeente wordt hieraan gewerkt.
Multiplier.
De geldstromen die Amsterdam besteedt aan projecten in het kader van
ontwikkelingssamenwerking, zijn zeer de moeite waard gebleken door het
multiplier effect. Het is een feit dat de bescheiden hoeveelheden geld die
Amsterdam besteedt aan projectmatige samenwerking in ontwikkelingslan-
den, bijvoorbeeld in Managua en Beira, een veelvoud daarvan aan fondsen
van ontwikkelingsfinanciers genereert, zoals het Directoraat Generaal
Internationale Samenwerking (DGIS), de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG), het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland Nicara-
gua (LBSNN), medefinancieringsorganisaties en Amsterdamse organisaties,
waaronder particulieren.
Opgemerkt kan worden dat Amsterdam al vele jaren ‚‚n van de actieve
gemeenten is in Nederland en in Europa op het gebied van internationale
samenwerking, waaronder ontwikkelingssamenwerking. Kenmerkend voor
de stedenbanden en projectmatige samenwerking, zoals Amsterdam die de
afgelopen dertien jaar is aangegaan, is dat het niet beperkt is gebleven tot
bezoeken van bestuurders over en weer, maar dat het gedragen wordt door
grote groepen mensen binnen en buiten het gemeentelijk apparaat. Uitwis-
seling vindt plaats op diverse terreinen ook buiten de expertise van de
gemeente. Deze participatie van de bevolking bij de Amsterdamse projecten
in de zustersteden wordt als zeer positief ervaren.
Ook zijn de gemeentelijke diensten, waaronder het Gemeentelijk Havenbe-
drijf, de Stedelijke Woningdienst Amsterdam, Gemeentewaterleidingen en
de Dienst Economische Zaken op vele terreinen internationaal actief. De
COA vindt dit een gunstige ontwikkeling en beveelt aan om in de toekomst
meer aandacht te besteden aan het bevorderen van medewerking aan
projecten door de diverse gemeentelijke diensten en bedrijven.
Stadsdelen.
Stadsdelen zijn betrekkelijk autonoom ten aanzien van het beleidsterrein
waarop de COA zich voor de gehele stad bezighoudt: ontwikkelingssamen-
werking en internationale solidariteit. Indien stadsdelen zelf activiteiten
willen ondernemen in of voor ontwikkelingslanden, dienen zij hiervoor zelf
de financi‰le mogelijkheden te vinden, waarbij de COA desgevraagd kan
adviseren; de COA stelt hiervoor graag haar expertise beschikbaar. Zo kan
de COA de stadsdelen behulpzaam zijn bij het verkrijgen van toegang tot
externe fondsen.
Tegelijkertijd hoopt de COA op optimale samenwerking met de stadsdelen
en streeft daarbij naar de mogelijkheid tot aansluiting van deelgemeenten
bij bestaande programma?s van de centrale stad, zoals eerdergenoemde
bestaande stedenbanden.
1. Commissie Ontwikkelingssamenwerking Amsterdam.
Begin jaren tachtig ging uw Vergadering akkoord met de uitvoering van een
eigen ontwikkelingsbeleid van Amsterdam.) In 1984 werd, naar aanleiding
van de nota-Van Leuven), door de gemeente de Commissie Ontwikkelings-
samenwerking Amsterdam, de COA, in het leven geroepen.
Deze commissie zou ons College en uw Vergadering adviseren inzake "het
te voeren beleid van de gemeente Amsterdam op het gebied van ontwikke-
lingssamenwerking en internationale samenwerking en relaties".
De uitgangspunten voor de COA hierbij waren:
1.dat hierbij een taak ligt voor de gemeentelijke overheid voor het (doen)
organiseren en bevorderen van voorlichting en bewustwording ten
aanzien van mondiale vorming van de Amsterdammers;
2.dat een gemeentelijk beleid voor internationale samenwerking optimaal
tot zijn recht kan komen, indien goede samenwerking wordt verzekerd
tussen het gemeentebestuur (politiek en ambtenaren/gemeentelijke
diensten) en het particulier initiatief ter verkrijging van een gedegen
maatschappelijk draagvlak.)
Het te voeren beleid moest niet alleen gericht zijn op ontwikkelingssamen-
werking met ontwikkelingslanden, maar de Amsterdamse bevolking moest
er ook bij betrokken worden door middel van voorlichting en educatie. In
de toelichting op verordening op de COA werd dit als volgt beschreven:
"het onderdeel voorlichting en bewustwordingsactiviteiten vormt in de
Nederlandse politieke situatie een voorwaarde voor een actief gemeentelijk
internationaal beleid". Juridisch kreeg de COA de vorm van een commissie
ex art. 61 van de (oude) gemeentewet, om over bepaalde bevoegdheden te
kunnen beschikken.
Bij de oprichting van de COA in 1984 werd behalve de gemeente ook het
bedrijfsleven en het particulier initiatief uitgenodigd zitting te nemen in de
commissie. Tegenwoordig bestaat de commissie uit raadsleden, vertegen-
woordigers van gemeentelijke diensten en enkele vertegenwoordigers van
het particulier initiatief, zoals de Stichting Stedenband Amsterdam?Mana-
gua (SAM) en het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA). Het
lidmaatschap van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven bestaat sinds
enige jaren slechts op papier.
2. Amsterdamse ontwikkelingssamenwerking 1991?1997.
2.1. Algemeen.
Het Amsterdamse beleid op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en
internationale solidariteit heeft de afgelopen jaren duidelijk gestalte
gekregen. De laatste zeven jaar heeft de COA zich voornamelijk gericht op
de stedenbanden met Managua en Beira, waarmee respectievelijk in 1984 en
1993 een offici‰le stedenband werd aangegaan.
Stedenbanden blijken een geschikt middel te zijn om twee belangrijke
aspecten van ontwikkelingssamenwerking te combineren: projectsteun en
voorlichting en educatie. Een stedenband kan in dit kader vooral worden
gezien als overkoepeling van initiatieven en activiteiten van zowel particu-
liere organisaties in en met de desbetreffende stad, alsook van betrokken-
heid van het bestuurlijk en uitvoerend apparaat van de gemeente.
Tot nu toe zijn projecten met Managua en Beira en andere steden waarmee
de gemeente Amsterdam een relatie onderhoudt, voortgekomen uit behoef-
ten van de lokale bevolking en het lokale gemeentebestuur zelf. Het uit-
gangspunt hierbij is altijd geweest dat projecten concreet en overzichtelijk
in omvang en tijd moeten zijn en slechts een hulpmiddel voor ontwikkeling
dienen te zijn. Bij steun aan ontwikkelingslanden dient de gemeente
Amsterdam eveneens stil te staan bij de verhouding in steunverlening aan
het lokale gemeentelijk apparaat en aan de lokale non-gouvernementele
organisaties daar. Ook wordt bekeken hoe Amsterdam een bijdrage kan
leveren aan het versterken van het lokaal bestuur en aan het
democratiseringsproces in deze landen.
2.2. Stedenband Amsterdam?Managua.
Sinds april 1984 is er officieel een stedenband met Managua, die in 1990 ?
na de gemeenteraadsverkiezingen in Managua ? werd herbevestigd. In juni
van dat jaar bracht de heer Carri?n, voormalig burgemeester van Managua,
een bezoek aan Amsterdam. In een onderhoud met de toenmalige burge-
meester Van Thijn verzocht hij om "op basis van de uitgangspunten van de
stedenband, de samenwerking met de gemeente Managua en de bevolking
van Managua voort te zetten". Daarbij zei hij: "het niet in het belang van
zijn land en de bevolking te achten als thans bevriende democratische
partners zouden afhaken".
Zijn opvolger, burgemeester Alem?n, sinds begin 1997 president van
Nicaragua, bevestigde dit uitgangspunt.
De vriendschapsband tussen beide steden bleef dan ook bestaan en in de
jaren 1991 tot 1997 zijn er in dat kader een groot aantal structurele projec-
ten opgezet, waarvan er sommige tot op heden voortduren.
Gemeentelijke projecten.
Dienst Ruimtelijke Ordening.
Eind jaren tachtig werd door ambtenaren van de Dienst Ruimtelijke Orde-
ning het Area Central Project ontwikkeld, dat zich richtte op de herinrich-
ting van de, door de aardbeving verwoeste, binnenstad van Managua. Dit
gebeurde door middel van het opstellen van een operationeel plan. In 1992
is dit stedenbouwkundig plan afgerond en ‚‚n van de gerealiseerde werken
uit het plan is het in 1994 opgezette Managuaanse IJ-oeverproject de
Malec?n. Tot op heden participeren binnen- en buitenlandse investeerders
in dit bestemmingsplan voor de binnenstad van Managua en worden in het
plan gedefinieerde deelprojecten uitgevoerd. Onder gemeenten in Nicaragu-
a dient dit project als voorbeeld voor de aanpak van stedelijke ontwikkeling.
Gemeentewaterleidingen.
Sinds 1986 bestond er een samenwerkingsproject tussen Gemeentewaterlei-
dingen en het collegabedrijf INAA in Managua, dat zich concentreerde op
de sanering van een waterleidingnet en het plaatsen van chloorinstallaties in
de woonwijk Ciudad Sandino van Managua. Het ging hierbij om kennisover-
dracht en ondersteuning op het gebied van waterkwaliteit, laboratorium,
hydrologie en leidingaanleg, waarvoor er in 1992 een bezoek aan Managua
werd gebracht door een delegatie van Gemeentewaterleidingen.
Dit project is in 1993 afgerond.
Gemeentevervoerbedrijf.
Van 1988 tot 1992 was er sprake van een samenwerkingsverband tussen het
Amsterdamse Gemeentevervoerbedrijf en ENABUS-Openbaar Vervoer in
Managua. Hierbij ging het voornamelijk om het sturen van gereedschap en
materiaal ten behoeve van werkplaatsen in Managua. Ook cre‰erde het
Gemeentevervoerbedrijf stageprojecten van enkele maanden, waarvoor
Nicaraguanen naar Nederland kwamen.
Dienst Stedelijk Beheer/Ingenieursbureau Amsterdam (IBA).
Begin 1991 werd er een huisvuilinzamelings- en composteringsproject
opgezet in samenwerking met de toenmalige Dienst Stedelijk Beheer en de
Movemiento Comunal in de wijk Centro America. Bij dit vuilnisverwer-
kingsproject ging het om technische assistentie. Hierbij werd vooral geke-
ken hoe men in Managua in de toekomst kon werken conform de eisen die
tegenwoordig, vanwege volksgezondheids- en milieuredenen, worden
gesteld. Ook was er aandacht voor het gebruik van alternatieve methoden,
zoals recycling.
In 1995 gingen er twee nieuwe projecten van start, ‚‚n op het gebied van
milieumaatregelen (kustsanering van het meer van Managua) en het andere
project richtte zich op regenwaterafvoer in de stad. De Amsterdamse
gemeente heeft medewerkers van het Ingenieursbureau Amsterdam, het
IBA, uitgezonden om deskundige ondersteuning te geven aan de uitvoer van
deze projecten.) Beide projecten zullen duren tot en met eind 1998.
Fotot 2 zie papieren versie.
In aanvulling op voormelde projecten kan worden gemeld dat de gemeente-
lijke inbreng voornamelijk bestaat uit financi‰le en technische ondersteu-
ning van het ambtelijk apparaat in Managua. In het kader van versterking
van het lokaal bestuur is er in november 1994 een Amsterdamse raadsdele-
gatie naar Managua vertrokken onder leiding van de toenmalige wethouder
voor Internationale Contacten en Ontwikkelingssamenwerking, Edgar Peer.
In 1997 brachten de burgemeester van Managua, de heer Cede?o, enkele
raadsleden en ambtenaren een bezoek aan Amsterdam. Dit vond plaats in
het kader van een door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
en het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland Nicaragua (LBSNN)
georganiseerd programma voor lokale bestuurders. Tijdens dit bezoek van
burgemeester Cede?o werd gezamenlijk besloten, de stedenband Amster-
dam?Managua te verlengen tot het jaar 2000. Na dat jaar zal de relatie
tussen beide steden opnieuw worden bekeken.
Particuliere samenwerking/Stichting Stedenband Amsterdam?Managua
(SAM).
Een belangrijk onderdeel van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking is
het bevorderen van voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten in het
kader van de stedenbanden. In het voorjaar van 1991 werd de Stichting
Stedenband Amsterdam?Managua (SAM) in het leven geroepen.
(Voorheen Nicaragua Komitee Amsterdam). Deze stichting zou, vanuit het
particulier initiatief tezamen met de gemeente Amsterdam, inhoud geven
aan de stedenband Amsterdam?Managua.)
De SAM ondersteunt kleinschalige samenwerkingsprojecten tussen Amster-
dam en Managua, bijvoorbeeld op het gebied van huizenverbetering en
gezondheidszorg. Men stimuleert burgers en maatschappelijke organisaties
zelf activiteiten te ondernemen en geeft financi‰le en technische ondersteu-
ning aan de uitvoering van dergelijke projecten. De SAM is indirect ? via
begeleiding en ondersteuning ? betrokken bij activiteiten van diverse
organisaties en instanties, die samenwerkingsverbanden onderhouden met
soortgelijke groepen in Managua.
Daarnaast houdt de stichting zich bezig met voorlichtings- en bewustwor-
dingsactiviteiten in Amsterdam. Hieronder valt bijvoorbeeld de jaarlijkse
campagne Amsterdam steunt Managua, waarin steeds een bepaald thema
centraal staat. In 1994 was er volop aandacht voor de viering van het
tienjarig bestaan van de stedenband. Hiervoor werd onder andere een
feestweek in Managua georganiseerd om de lokale bevolking daar te
informeren over de activiteiten met betrekking tot de vriendschapsband en
Nederland. Ook werd er in 1994 in Amsterdam een symposium opgezet met
als onderwerp " ontwikkelingssamenwerking op lokaal niveau, solidariteit in
politieke context".
In 1995 werkte de SAM samen met andere organisaties aan een workshop
over straatkinderen in Nederland, Nicaragua en Latijns Amerika, waarbij
tevens een conferentie over dat onderwerp werd georganiseerd. Naar
aanleiding van die conferentie is later het platform zwerfjongeren opge-
richt. In 1996 is de SAM betrokken bij de organisatie van de Alternatieve
Boekenweek en een politieke culturele dag, waarbij informatie wordt
gegeven over Nicaragua en de daar gehouden verkiezingen. In 1997 wordt
de lesbo/homo-werkgroep opgericht en de Nicaraguaanse homo-agenda
1998 uitgegeven.
Verder geeft de stichting vier keer per jaar een informatiebulletin uit en
produceert voorlichtingsmateriaal, zoals dia's en brochures. Ook zorgt ze er
tevens voor dat de Amsterdammers worden ge‹nformeerd via de lokale
televisie, huis-aan-huis-bladen en de eigen homepage op internet, die zij
sinds 1996 samen met de Stichting Ontwikkelings-educatie Stedenbanden
Amsterdam (OSA) en het Nederlands Instituut Zuidelijk Afrika (NiZA) is
gestart.
Ook staan vrijwilligers van de SAM regelmatig op infomarkten met een
speciale Nicaraguastand, waarbij tevens Nicaraguaanse producten worden
verkocht. De SAM krijgt van de gemeente subsidie voor organisatiekosten
en voorlichtingsactiviteiten. Voor projectgelden is men afhankelijk van
particuliere giften.
In het kader van de stedenband Amsterdam?Managua is Amsterdam in
1986 ‚‚n van de initiatiefnemers geweest voor de oprichting van het Lande-
lijk Beraad Stedenbanden Nederland?Nicaragua (LBSNN), een samenwer-
kingsverband van een aantal gemeenten en stedenbandorganisaties die
samenwerken met Nicaragua, waaronder de SAM en de gemeente Amster-
dam. Het LBSNN stelt zich ten doel uitwisseling en informatieverstrekking
met betrekking tot de stedenbanden met Nicaragua te bevorderen door
middel van afstemming en co”rdinatie van activiteiten, het uitwisselen van
ervaringen, belangenbehartiging en gezamenlijke beleidsontwikkeling. De
COA steunt de activiteiten van het Landelijk Beraad door het betalen van
een jaarlijks contributiebedrag vanuit de COA-begroting.
Het LBSNN organiseert gezamenlijke voorlichtingsactiviteiten, beheert
fondsen van onder andere het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking
en de Stichting Doen ten behoeve van projecten van gemeenten en particu-
liere organisaties en organiseert sinds 1993 jaarlijks een stageprogramma
voor Nicaraguaanse bestuurders en gemeenteambtenaren. Ook is het
LBSNN de Nederlandse partner in het zogenaamde West-Oost-Zuid-project
tussen Nederlandse, Oost-Europese en Nicaraguaanse steden.
In 1991 organiseerde het LBSNN een seminar over de stedenband met
Managua. In 1992 werd in de Beurs van Berlage een tentoonstelling georga-
niseerd, getiteld: Nicaragua 1492?1992; 500 jaar cultureel verzet, en in
1993 kwam er een tentoonstelling na‹eve schilderkunst in Nicaragua in het
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis.
In datzelfde jaar werd er door het LBSNN een onderzoek gedaan naar
stedelijke problematiek in Nicaragua, waarbij vooral de stad Managua werd
belicht. In samenwerking met de Dienst Ruimtelijke Ordening liepen er
drie stedenbouwkundigen uit Managua stage in Amsterdam.
zie papieren versie: foto 3
Het LBSNN was ook betrokken bij het stageprogramma van een aantal
Nicaraguanen bij de Dienst Stedelijk Beheer en de Dienst der Gemeentebe-
lastingen in 1994 en in 1995 werden ook bij de stadsdeelraden stageplaatsen
gecre‰erd. In 1995 was er tevens veel aandacht voor de positie van de
Nicaraguaanse vrouw. Er kwamen brochures over "vrouwen en geweld in
Nicaragua" en "vrouwen en gezondheidszorg in Nicaragua". Ook kwam er
een vrouwelijke delegatie uit Nicaragua naar Nederland om hier verschil-
lende instellingen en organisaties te bezoeken. Tevens werd er een beleids-
seminar georganiseerd over Nicaraguaanse vrouwen en investeringen in de
toekomst. In 1996 werd de landelijk conferentie Stedenbanden Nicaragua
opgezet en kwam er een jongerendelegatie en een Nicaraguaanse milieude-
legatie naar Nederland. In 1997 begeleidde het LBSNN het hoofd van de
milieudienst bij de samenwerking Managua in het kader van het West-Oost-
Zuid-project.
Overige particuliere samenwerking met Managua.
Naast de SAM, het LBSNN en de gemeentelijke diensten zijn er een aantal
Amsterdamse organisaties en groepen die directe en structurele samenwer-
kingsverbanden onderhouden met (gelijksoortige) groeperingen in Managu-
a. Deze organisaties nemen een zelfstandige positie in binnen de steden-
band. Sommige hebben een zetel in de COA.
Zo is er de Initiatiefgroep Habitat Amsterdam?Managua (IHAM), die in
1994 werd opgericht door de Amsterdamse woningbouwsector en de Stede-
lijke Woningdienst Amsterdam met als doel de woningbouw in Managua op
projectbasis te ondersteunen. In 1996 en 1997 zijn er, naast de fondsen van
woningbouwcorporaties, voor dit woningbouwproject ook COA-gelden
gereserveerd.
Daarnaast is er de Werkgroep Basisbeweging Amsterdam-Managua (WEB-
AM), een samenwerkingsverband van een aantal progressieve kerken in
Amsterdam. De afgelopen jaren hebben zij collectes georganiseerd ter
ondersteuning van een bibliotheek, een opleidingsinstituut en een straat-
kinderenproject in Managua.
Ook is de organisatie Ontwikkelingseducatie Stedenbanden Amsterdam
(OSA) opgericht, die ten doel heeft ontwikkelingseducatie te stimuleren op
Amsterdamse scholen met betrekking tot de stedenbanden van Amsterdam
met Managua en Beira).
Deze werkgroep ontwikkelt speciaal lesmateriaal en activiteiten voor
belangstellende basis- en middelbare scholen in Amsterdam. OSA is
administratief verbonden aan de SAM, maar functioneert grotendeels
zelfstandig. In 1991?1992 organiseerde de OSA ? toen nog onder de naam
Onderwijsproject Amsterdam-Managua (OPAM) ? een speciaal onderwijs-
programma voor scholen.
Vanaf 1993 werd jaarlijks de musical Ni?os opgevoerd over straatkinderen.
In samenwerking met de SAM begon men in 1992 met de Werk-samen-aan-
een-schone-Wereldcampagne met projecten over Managua en milieu. Op
scholen werden voorlichtingsavonden, Nicaragua-weken en video-briefwis-
selingen tussen scholieren uit beide steden georganiseerd. Ook vond er in
1995 een lesmarathon op de Openschoolgemeenschap Bijlmer plaats,
waarbij een derde klas 24 uur achter elkaar onderwijs volgde over Nicara-
gua en Latijns-Amerika. In 1996 organiseerde OSA samen de SAM en het
Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA), een stedenbandenfesti-
val in Paradiso. Het jaar daarop werd er gezamenlijk een jongerenuitwisse-
ling en -festival georganiseerd in de Amsterdam ArenA. In 1997 heeft de
OSA samen met het buurthuis De Havelaar de kinderwereldwinkel opgezet,
die officieel werd geopend door burgemeester Patijn.
zie papieren versie foto.
2.3. Stedenband Amsterdam?Beira.
Bij de oprichting van de COA waren de activiteiten op het gebied van
ontwikkelingssamenwerking met name gericht op de stedenband met
Managua. In de loop van de jaren werd de COA-taakstelling echter uitge-
breid vanwege de contacten in zuidelijk Afrika in het kader van het Amster-
damse beleid als anti-apartheidstad. Vanwege de betrokkenheid van het
Amsterdamse Havenbedrijf (Amsterdam Port Consultants) bij activiteiten
rondom de rehabilitatie van de haven in Beira, Mozambique sinds 1987
werd begin jaren negentig besloten, steun te verlenen aan de Amster-
dam?Beira Campagne van de toenmalige Eduardo Mondlane Stichting
(EMS). Leden van deze stichting, van de Anti-apartheidsbeweging Neder-
land (AABN) en het Komitee Zuidelijk Afrika (KZA) traden toe tot de
COA.
De Eduardo Mondlane Stichting organiseerde publieksmanifestaties,
activiteiten met buurthuizen en scholen, waaronder inzamelingsprojecten en
gaf voorlichting over Beira en Mozambique via infobulletins, de Beirakrant
en speciale brochures. In 1993 leverde de stichting een bijdrage aan het
vakbondseminar in Beira, dat eveneens werd gesteund door het FNV. In
datzelfde jaar werd het seminar Democratisering in Mozambique georgani-
seerd in het Afrika Study Centrum. Ook kwam er met steun van de NOVIB,
de gemeente Amsterdam en de Europese Gemeenschap een fototentoon-
stelling over Beira en Mozambique.
In 1994 werd er door de Eduardo Mondlane Stichting (EMS) een intercul-
tureel zomerfeest en een kunsttentoonstelling georganiseerd en in 1995
kwam er een debat "traumaverwerking" in de Balie. Ook werd er in
samenwerking met de Stichting Refugiado) een fototentoonstelling over
Mozambique georganiseerd.
De EMS werkte sinds 1995 bij al haar activiteiten nauw samen met het
Instituut voor Zuidelijk Afrika en in 1997 is de EMS samen met het Insti-
tuut voor Zuidelijk Afrika en het Komitee Zuidelijk Afrika (KZA) overge-
gaan tot een fusie en opereert vanaf die tijd onder de naam Nederlands
Instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA). In 1997 zette het NiZA een cam-
pagne op in verband met de lokale verkiezingen in Mozambique.
Het NiZA werkt op zijn beurt weer nauw samen met de SAM en de OSA
aan gezamenlijke stedenbandactiviteiten. In 1996 organiseerden zij samen
een stedenbandfestival in Paradiso en in 1997 werd er een jongerenconfe-
rentie opgezet, waarvoor jongeren uit Managua en Beira naar Amsterdam
kwamen. Doordat de OSA zich richt op zowel de stad Beira als Managua, is
deze organisatie een belangrijke schakel geworden tussen beide stedenban-
den en tussen de SAM en het NiZA.
zie papieren versie foto.
Gemeentelijke samenwerking.
Behalve ondersteuning via het COA-budget van de activiteiten van de
EMS/het NiZA is de afgelopen jaren ook de belangstelling voor gemeente-
lijke contacten met Beira gegroeid. In 1993 werd de burgemeester van Beira
in Amsterdam officieel ontvangen door toenmalig burgemeester Ed. van
Thijn. Gezamenlijk werd er een stedenbandverdrag ondertekend, waarmee
er een einde kwam aan de jarenlange onzekerheid over de status van de
vriendschapsrelatie.
Een gevolg is ook dat de eerste stappen worden gezet voor verdergaande
gemeentelijke samenwerking, naast de al in 1987 begonnen activiteiten van
de Amsterdamse haven met betrekking tot het rehabilitatieproject voor de
haven van Beira, die nog altijd voortduren.
In 1994 en 1995 werd er een begin gemaakt met het opzetten van een
strategie voor een kustbeschermingsproject (duinbeheer en ontwatering) in
Beira met de Dienst Stedelijk Beheer, in een poging de kusterosie in beeld
te brengen.
Ook de Amsterdamse Brandweer kreeg rond 1994 belangstelling voor Beira
en startte een project waarbij aan de lokale brandweer een training slacht-
offerhulp werd gegeven. In 1996 werd er een luchthaven-brandweerproject
opgezet in Beira en in 1997 werd er door de Amsterdamse Brandweer
materiaal voor een oefencentrum opgeleverd.
In 1994 werd door Gemeentewaterleidingen, de Dienst Riolering en Water-
huishouding en het Milieucentrum Amsterdam in samenwerking met de
EMS de "Werk-samen-aan-een-schone-Wereld"-campagne (WssW-cam-
pagne) opgezet; een milieucampagne met het thema "water". In 1996 kreeg
deze campagne het thema "plant een boom in Beira". Een onderdeel van
deze campagne vormt de verkoop van zogenaamde groenpakketten in
Amsterdam, waarvan de opbrengst naar Beira wordt gestuurd voor het
Mangrove-bomen-project. Ook werd gereedschap en onderhoudsmaterieel
naar Beira verzonden.
In 1995 werd er door Gemeentewaterleidingen het project Aguas da Beira
opgezet. Hierbij gaat het om kennisoverdracht ten aanzien van beheer en
onderhoud van installaties, laboratorium en informatiesystemen. Dit project
duurde tot 1998.
zie papieren versie: foto
3. Overige internationale contacten.
In de loop van de jaren zijn er bij de Commissie Ontwikkelingssamenwer-
king veel aanvragen voor andere stedenbanden binnengekomen, bijvoor-
beeld Santiago de Chile, Recife, Lusaka en San Jos‚. Steeds opnieuw werd
als reactie op deze aanvragen besloten om niet op de verzoeken van deze
steden in te gaan vanwege het COA-argument dat er "niet direct sprake was
van iniatieven vanuit de Amsterdamse bevolking". De COA acht nog altijd
van belang dat er sprake moet zijn van een potentieel draagvlak onder de
Amsterdamse bevolking, bij het aangaan van nieuwe stedenbanden of
andere samenwerkingsverbanden.
Wel is op de begrotingen van de jaren 1991 tot 1996 door het zogenaamde
incidenteel budget ruimte geweest voor het financieren van internationale
ad-hocinitiatieven en of activiteiten die buiten de beide stedenbanden
vielen. Zo zijn Amsterdamse iniatieven, waaronder die van de Stichting
Gered Gereedschap, meerdere malen met COA-gelden financieel onder-
steund.
3.1. Zuid-Afrika.
Amsterdam heeft zich altijd nauw betrokken gevoeld bij de ontwikkelingen
in Zuid-Afrika.
Vandaar dat bij het opzetten van een eigen ontwikkelingsbeleid voor de
stad Amsterdam deze regio al gauw aandacht kreeg. Eerder in dit rapport is
al gemeld dat de COA-activiteiten zich in de eerste plaats richten op anti-
apartheidsprogramma?s in Amsterdam en op projecten rondom Beira en
Mozambique.
Amsterdam wierp zich in het verleden op als anti-apartheidsstad en in juni
1990 werd Nelson Mandela na zijn vrijlating hier officieel ontvangen. Vanaf
1990 verschoof het Amsterdamse anti-apartheidsbeleid in de richting van
ondersteuning van lokale democratische structuren (civics) in Zuid-Afrika.
Dit leidde in 1992 en 1993 tot financi‰le steun aan de Alexandra Civic
Organisation (ACO), ‚‚n van de sterkste en belangrijkste civics in de
omgeving van Johannesburg. In november 1993 liepen vijf vrouwelijke leden
van de ACO tien dagen stage in Amsterdam.
Op 27 mei 1994 werd het ANC-kantoor in Amsterdam na een periode van
vijf jaar gesloten en kwam er in Den Haag een offici‰le Zuid-Afrikaanse
ambassade. In 1994 werd ook de samenwerking van het Amsterdams
Historisch museum met het Mayibuye centrum in Kaapstad gesteund. In
1995 werd er met COA-gelden een programma opgezet voor voorlichting
aan kiezers in Zuid-Afrika. Op verzoek van het Cape Metropolitan Forum
in Kaapstad werd datzelfde jaar ook financi‰le ondersteuning geboden voor
training van kandidaat-gemeenteraadsleden.
Het onderhouden van een nauwe relatie met Kaapstad vindt de COA nog
altijd van groot belang. Verwacht wordt dan ook dat er in de toekomst weer
meer aandacht voor Zuid-Afrika zal komen en er vanuit de gemeente
Amsterdam nieuwe samenwerkingsprojecten zullen worden opgezet.
3.2. Suriname.
Naar aanleiding van het bezoek van de toenmalige president van Suriname,
president Venetiaan, aan Amste rdam kwam er begin jaren negentig weer
meer aandacht voor Suriname.
In 1994 en 1995 stelde de COA middelen beschikbaar voor kleinschalige
humanitaire projecten via de Stichting Project-ondersteuning Suriname. In
1996 werd er door Gemeentewaterleidingen in samenwerking met Waterlei-
dingbedrijf Overijssel (WMO) een waterleidingproject opgezet in Paramari-
bo. Enkele andere gemeentelijke diensten, zoals het Gemeentelijk Havenbe-
drijf, hebben in de loop van de jaren negentig kleinschalige projecten in
Paramaribo opgezet. Het ligt in de bedoeling om ook in de toekomst
projecten in Suriname te ondersteunen door middel van het inzetten van
expertise vanuit gemeentelijke diensten.
3.3. Midden- en Oost-Europa.
Eind jaren tachtig, na de val van het communisme, koppelden vele West-
Europese steden zich met een partner in Oost-Europa. Het specifieke doel
van deze koppeling was de bevordering van vrede en veiligheid. Ook de stad
Amsterdam werd door Oost-Europese hoofdsteden benaderd met verzoeken
voor het aangaan van een stedenband. Het beschikbare budget legde,
ondanks het feit dat het toenam, de COA echter beperkingen op ten
aanzien van het oppakken van nieuwe initiatieven.
Doordat ons College in 1995 akkoord is gegaan met een verdieping van de
activiteiten met betrekking tot de stedenbanden, streeft de COA momenteel
naar besteding van het structureel budget aan enkele hoofdonderwerpen.
Hierdoor blijft slechts een gering bedrag over voor incidentele activiteiten.
In de COA-begroting voor het jaar 1997 was het incidentele bedrag zelfs
geheel verdwenen.
Toch zijn er in de afgelopen zeven jaren vanuit de gemeentelijke diensten
wel enkele samenwerkingsprojecten opgezet met Oost-Europa. Allereerst
was er vanuit de Stedelijke Woningdienst Amsterdam het rehabilitatiepro-
ject voor de wijk Hrasno in Sarajevo, waarvoor de gemeente in 1996 een
incidenteel bedrag van 1 miljoen gulden vrijmaakte. Daarnaast is er vanuit
de Milieudienst een project met Budapest geweest. In samenwerking met
het LBSNN wordt momenteel onderzocht, of Amsterdam, Budapest en
Managua kunnen deelnemen aan het West-Oost-Zuid-project.
Sinds 1989 bestaat tevens de Stichting Hulpgoederen Roemeni‰. Deze
stichting, die vooral draait op vrijwilligers van het Gemeentevervoerbedrijf,
brengt tweemaal per jaar goederen naar Roemeni‰. In 1996 is de afdeling
Reiniging van de Dienst Binnenstad betrokken bij ‚‚n van de projecten, het
opzetten van een modern afvalinzamelsysteem voor de Roemeense stad
Lipova.
In COA-vergaderingen is regelmatig het argument naar voren gekomen dat
de commissie zich dient te concentreren op ontwikkelingssamenwerking.
Ondersteuning van activiteiten in Midden- en Oost-Europa wordt door de
COA niet als ontwikkelingssamenwerking beschouwd. Meerdere malen is
dan ook gesuggereerd dat er voor de samenwerking met deze regio extra
middelen moeten worden gereserveerd.
4. Financieel overzicht COA.
Reeds in de nota-Van Leuven c.s.) werd gepleit voor een structurele
bijdrage vanuit de gemeentelijke begroting, voor zowel de invulling en
ondersteuning van de stedenband met Managua als voor het nog verder te
ontwikkelen beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Verschillende achtereenvolgende jaren heeft de COA bij gemeenteraadsver-
kiezingen een memorandum voorgelegd aan de betrokken fracties met
daarin de stand van zaken van de Amsterdamse inspanningen op het terrein
van ontwikkelingssamenwerking. Hierin werd steeds opnieuw nadrukkelijk
gevraagd om een structurele budgettaire prioriteit van dit beleidsterrein
met als uitgangspunt een gulden per inwoner voor ontwikkelingssamenwer-
king te reserveren, zoals dat in een aantal Nederlandse gemeenten reeds
wordt gehanteerd.
Dat streven, een gulden per inwoner, is tot op heden niet gehaald, maar
door deze inspanningen steeg het bedrag dat vanuit de gemeentebegroting
beschikbaar werd gesteld voor ontwikkelingssamenwerking, wel gestaag.
Werd er in 1985 nog slechts een bedrag van ¾ 10.000 beschikbaar gesteld, in
1991 was dit bedrag al opgelopen tot een structureel bedrag van ¾ 400.000
plus ¾ 50.000 incidenteel.
De afgelopen zeven jaren is dit bedrag langzaam verder gegroeid. In 1992
werd er een structureel bedrag gereserveerd van ¾ 410.000 met een inciden-
tele aanvulling van ¾ 50.000. Dit bedrag bleef in 1993 gelijk, alleen werd de
verdeling tussen het structurele en het incidentele bedrag, respectievelijk
¾ 424.350 en ¾ 35.650 enigszins gewijzigd.
Voor de begroting voor 1994 stegen beide bedragen en werd er ¾ 430.720
structureel en ¾ 75.650 incidenteel begroot. Voor 1995 nam het totale
bedrag voor het eerst weer af. Het structurele bedrag bleef gelijk
(¾ 430.720) en het incidentele nam met 650 gulden af tot een bedrag van
¾ 75.000. In 1996 werd het ¾ 567.350 structureel en ¾ 125.000 incidenteel.
In 1995 ging ons College akkoord met een verbreding en verdieping van de
stedenbanden. Dit besluit heeft geleid tot nieuwe initiatieven en uitbreiding
van bestaande activiteiten in beide steden. In de gemeentebegroting voor
1997 werd ten behoeve van ontwikkelingssamenwerking een bedrag van
¾ 598.020 structureel gereserveerd. Anders dan voorgaande jaren werd er
geen bedrag vrijgemaakt voor incidentele activiteiten.
4.1. Verdeling beschikbaar budget.
In de verordening van de COA is vastgelegd dat het beschikbare bedrag
voor ontwikkelings-samenwerking rechtvaardig dient te worden verdeeld
tussen de stedenband Amsterdam?Managua en overige activiteiten ener-
zijds en tussen projectkosten en kosten voor voorlichting en bewustwording
anderzijds. In de jaren 1991?1995 lag de verhouding tussen projectkosten,
voorlichting en bewustwording en organisatie als volgt: 50%, 35% en
minder dan 15%. Sinds 1996 is de verdeelsleutel enigszins aangepast; sinds
die tijd wordt er ruim 70% van het budget gereserveerd voor projectsamen-
werkingsactiviteiten, 20% voor voorlichtingsactiviteiten en minder dan 10%
voor organisatiekosten.
Alle directe kosten dienen projectmatig gefinancierd te worden (dus of uit
COA-budget, of uit financiering van derden) De laatste jaren geldt meestal
dat ook salariskosten van uitgezonden personeel uit het desbetreffende
project budget wordt bekostigd.
4.2. Externe fondsen.
De geldstromen die Amsterdam besteedt aan projecten in het kader van
ontwikkelingssamenwerking, zijn zeer de moeite waard gebleken door het
multiplier effect. Het is een feit dat de bescheiden hoeveelheden geld die
Amsterdam besteedt aan projectmatige samenwerking in ontwikkelingslan-
den, bijvoorbeeld in Managua en Beira, een veelvoud daarvan aan fondsen
van ontwikkelingsfinanciers genereert.
In de afgelopen jaren heeft de aandacht en erkenning voor de impact van
gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking geresulteerd in beleidsontwikke-
ling en het beschikbaar komen van financieringsprogramma?s voor gemeen-
telijke samenwerking bij de VN, de Wereldbank, de Europese Unie, het
Ministerie van Buitenlandse Zaken/DGIS, de VNG, het LBSNN en andere
medefinancieringsorganisaties. Met de opgebouwde kennis en ervaring heeft
Amsterdam zich toegang tot deze fondsen verworven. Echter, een voldoen-
de ambtelijke capaciteit en een eigen financi‰le bijdrage blijven belangrijke
voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze fondsen.
5.Toekomstig beleid Commissie Ontwikkelingssamenwerking
Amsterdam.
In de afgelopen dertien COA-jaren is er veel gebeurd op het gebied van het
Amsterdamse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Er waren internationale
ontwikkelingen die voor verandering zorgden, bijvoorbeeld in Zuid-Afrika
en Oost-Europa, maar ook binnen de gemeente Amsterdam zijn er ontwik-
kelingen geweest die de activiteiten van de COA hebben be‹nvloed. In de
loop van de tijd veranderde de structuur van de COA: er kwamen nieuwe
raadsleden en in 1994 een nieuwe burgemeester. Sinds de portefeuilleverde-
ling van 1994 valt de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelingsbeleid
onder de wethouder voor Internationale Contacten en Ontwikkelingssamen-
werking.
De ambtelijke ondersteuning voor de COA functioneerde tot september
1997 nog wel onder het kabinet van de Burgemeester. Na september is de
ondersteuning ondergebracht bij de International Desk van de gemeente
Amsterdam, eveneens onder de verantwoordelijkheid van de wethouder
voor Internationale Contacten en Ontwikkelingssamenwerking. Vanuit de
International Desk wordt het secretariaat van de COA ingevuld, waarbij het
gaat om de co”rdinatie van de COA-activiteiten en voorbereiding van de
besluitvorming. De COA vervult niet alleen een adviesfunctie, maar heeft
ook enkele uitvoerende taken en verantwoordelijkheden.
Vanwege die specieke adviesfunctie van de COA is voorgesteld om na de
gemeenteraadsverkiezingen van maart 1998 de samenstelling van de COA
enigszins te wijzigen; voortaan zal de commissie enkel bestaan uit deskundi-
gen op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en vertegenwoordigers
van het particulier initiatief en zullen raadsleden niet langer deel uitmaken
van de COA. Hiermee komt er een einde aan de dubbelrol die raadsleden
tot op heden vervulden: als COA-lid brachten zij advies uit aan het gemeen-
tebestuur op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en als commissielid
konden zij vervolgens een besluit over hun eigen advies nemen. De Com-
missie Ontwikkelingssamenwerking Amsterdam blijft een adviescommissie
ex art. 91 van de (nieuwe) Gemeentewet.
Tot slot, de Commissie Ontwikkelingssamenwerking Amsterdam zal zich in
de toekomst, zoals beschreven in onze voordracht van 5 februari 1998,
nr. 94, tot vaststelling van de Verordening op de Commissie
Ontwikkelingssamenwerking Amsterdam, blijven concentreren op
ontwikkelingssamenwerking. Hierbij gaat het om samenwerken met landen
die volgens het ontwikkelingscomit‚ van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (het DAC) worden beschreven als
ontwikkelingsland. Speerpunten in dit beleid zijn vooralsnog de steden
Beira en Managua, waarmee Amsterdam een stedenband onderhoudt, en de
steden Paramaribo en Kaapstad. Jaarlijks wordt het COA-beleid opnieuw
vastgesteld en worden eventuele wijzigingen aangebracht, naar gelang
internationale ontwikkelingen dit vereisen.
Amsterdam, 5 februari 1998.
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,
M. Sint S. Patij
n
secretaris b
urgemeester
Verschenen 11 februari 1998.
Bijlagen 1 en 2 (zie papieren versie).
Bijlage 3. Ledenlijst COA 1990?1994.
Beunder, G. Gemeentewaterleidingen
Bergenhenegouwen, L.V. Gemeentewaterleidingen
Berg, mevr. J. van de NOVIB
Bergkamp, J. Kamer van Koophandel en Fabrieke
n
voor Amsterdam
Berkelder, G. Eduardo Mondlane Stichting
Bosgraaf, R. Komitee Zuidelijk Afrika
Buis, H. Lagere Overheden Tegen Apartheid
Claassen, D.E. Scheepvaartvereniging Noord
Clercx, mevr. M. PvdA
Duijn, J. van CDA
Duijn, R. van De Groenen
Esajas, E.P. D66
Grewel, mevr. A. PvdA
Hart, W.B. Tropeninstituut (voorzitter COA)
Hermes, P. Anti Apartheids Beweging Nederla
nd
Hoekstra, mevr. J. Onderwijsproject Amsterdam? Mana-
gua
Holvast, A. J. GroenLinks
Horst, D. van der Gemeentevervoerbedrijf
Hijden, R. van Nicaragua Komitee Amsterdam/LB-
SNN
Hupperts, P. NOVIB
Kuiper, mevr. M. Bureau Buitenland UVA
La Rose-Lont, mevr. N. Kabinet Burgemeester, secretaris
COA
Lindeman, mevr. I. Gemeentelijk Havenbedrijf
Maslowski, R. Onderwijsproject Amsterdam? Mana-
gua
Oedayraj Singh Varma, mevr. T. GroenLinks
Oskam, A.W. Dienst Ruimtelijke Ordening
Roebert, A.J. Gemeentewaterleidingen
Ruyven, K. Dienst Ruimtelijke Ordening
Seip, M. van der Stichting Stedenband Amsterdam?M
a-
nagua
Sieperda, J. Energiebedrijf Amsterdam Noord W
est
Staveren, J. van Dienst Ruimtelijke Ordening
Steenbergen, H. Brandweer Amsterdam
Stoel, mevr. A.L.E.C. van der VVD
Streuer, mevr. A. Stichting Stedenband Amster-
dam?Managua
Tjon A Ten, J. Gemeentevervoerbedrijf
Tongeren, P. NCO
Vries, H. Amsterdam Port Consultants
Wagenaar, Amsterdam Port Consultants
Wasscher, mevr. J. Onderwijsproject Amsterdam? Mana-
gua
Weteling, L. Dienst Stedelijk Beheer
Wit, mevr. J.W.N. Universiteit van Amsterdam
Wieberdink, mevr. A. Universiteit van Amsterdam
Zumpolle, mevr. J. Voorlichting gemeente Amsterdam
Bijlage 4. Ledenlijst COA 1994?heden.
Balai, L. W. PvdA
Bergenhenegouwen, L. Gemeentewaterleidingen
Berkelder, G. Eduardo Mondlane Stichting
Beunder, G. Gemeentewaterleidingen
Bommel, H. van SP
Bosgraaf, R. Comit‚ Zuidelijk Afrika
Bruyns, C. Ingenieursbureau Amsterdam
Buis, H. Gem. Platform Zuid-Afrika
Burger, mevr. P. St. Stedenband Amsterdam? Managua
Cherribi, A. PvdA
Dalkiran, A. GroenLinks
Groenewegen, P. Eduardo Mondlane Stichting
Hart, W. Tropeninstituut, voorzitter COA
Hermes, P. Instituut Zuidelijk Afrika (late
r NiZA)
Heuvel, H. van der Ned. Instituut Zuidelijk Afrika
Hijden, R. van der Landelijk Beraad Stedenbanden Ne
der
land?Nicaragua (LBSNN)
Jong, mevr. E.M. de D66
Lekkerkerker, G.M.A. Voorlichting Gemeente Amsterdam
La Rose-Lont, mevr. N. International Desk, secretaris C
OA
Maslowski, R. Onderwijsproject Amsterdam? Mana-
gua
Mester, F. Gemeentelijk Havenbedrijf
Nieuwenhuis, mevr. M. Voorlichting Gemeente Amsterdam
Oskam, A.W. Dienst Ruimtelijk Ordening
Overveld, mevr. E. van Onderwijsproject Amsterdam? Mana-
gua (later OSA)
Paquay, W. SP
Raksowidjojo, J. GroenLinks
Raschew-Dierdorp, mevr. J.A. Kabinet Burgemeester, notuliste
Ruiter, mevr. A. de Milieudienst
Ruyven, C. Project Management Bureau/SAM
Schwanen, F.J.A. De Groenen
Sieperda, J.B. Energiebedrijf Amsterdam
Tongeren, P. NCO
Weltevreden-v.d. Bos, mevr. C.V. CDA
Went, R.G Wethoudersassistent VVD
Wijk, R. van VVD
Wilden, mevr. M. van der St. Stedenband Amsterdam? Managua