quote:Op dinsdag 18 januari 2005 11:16 schreef KiwiTjuHh het volgende:
In een vaas zitten 14 knikkers, 4 rood en 10 blauw. Robert pak zonder terugleggen een voor een knikkers uit de vaast. Hij stopt hiermee zodra hij een blauwe knikker pakt. Stel de kansverdeling op van het aantal keer dat Robert een knikker pakt. Geef de kansen in 4 decimalen nauwkeurig.
Aantal keer 1-2-3-4-5
kans 0,7143-?-?-?-?
P(x=1) 1- 4boven1 * 10 boven 0 gedeeld door 14 boven 1
maar bij 2 keer kom ik er al niet meer uit!
Help!
ok, 4 rood en 10 blauw, stopconditie is bij een blauwe bal
dus wanneer stoppen we na 1 bal, als we gelijk 1 blauwe trekken
zonder terugleggen
blauw kan op 10 manieren en 1 bal trekken op 14 manieren --> 10/14
kans dat we 2 ballen trekken dat betekent 1ste bal rood 2de bal blauw
kan op 4*10 manieren, totaal 2 ballen trekken kan op 14*13 manieren
dus --> 4*10/14*13 = 20/91
kans dat we 3 ballen trekken --> 2 rood dan 1 blauw is (4*3*10)/(14*13*12) = 5/91
kans dat we 4 ballen trekken --> 3 rood dan 1 blauw is (4*3*2*10)/(14*13*12*11) = 10/1001
kans dat we 5 ballen trekken --> 4 rood dan 1 blauw is (4*3*2*1*10)/(14*13*12*11*10) = 2/2002 = 1/1001
maar wat eigenlijk belangrijker is bij kansrekening is dat je het model begrijpt, het anwtoord is niet eens zo heel belangrijk, maar wel dat je begrijpt wat er gebeurt als er wordt gepraat over ZONDER terugleggen en wat bijvoorbeeld het model is bij 4 knikkers, dat je dan dus eerst 3 rode hebt getrokken en daarna 1 blauwe trekt
suc6
afgerond klopt dat toch?? behalve bij P(x=5) is het een beetje vreemd --> dat moet 0.0010 zijn, maar waarom afgerond doen als het in breuken juist mooi precies kanquote:Op dinsdag 18 januari 2005 11:45 schreef KiwiTjuHh het volgende:
Ik ben het helemaal met je eens superbient, dat is ook de manier waarop ik dat altijd doe.. maar het antwoord met het antwoordenboekje komt gewoon niet overeen
Zij zeggen:
P(x=1) = 0.7143
P(x=2) = 0.2198
P(x=3) = 0.0549
P(x=4) = 0.0100
P(x=5) = 0.0100
vermenigvuldigenquote:Op dinsdag 18 januari 2005 12:00 schreef KiwiTjuHh het volgende:
Wat bedoel jij met * dan?
Ik zie niet direct iets. Sorry.quote:Op vrijdag 21 januari 2005 20:50 schreef achtbaan het volgende:
is het mogelijk om de kwatoren hieruit weg te halen?zo ja? hoe doe je dat ?
[afbeelding]
het komt goed..quote:
Als R de reeele getallen zijn dan is de bovenste goed en de onderste fout.quote:Op zondag 23 januari 2005 00:39 schreef achtbaan het volgende:
[..]
het komt goed..
nog een vraagje, nu over de volgorde:
er is een verschil tussen de twee regels hier:
eentje is waar en de andere is fout..
in dit soort lastige gevallen, wat is de beste manier om te determineren dat zoiets logisch (wiskundig) gezien niet klopt ?
KLEINER maar het is dan nog steeds fout jaquote:Op zondag 23 januari 2005 09:41 schreef achtbaan het volgende:
dus de onderste betekent dat er een getal y bestaat dat groter is dan alle getallen in R..
en dat is natuurlijk fout..
:S erg misleidend!
Ik zal eens in mijn logica boek kijken. Ik heb het nu niet bij de hand.quote:heb je meer van dit voorbeelden/
dit is volgens mij niet waar, geldt toch alleen maar voor n = 0 --> want dan is m ook 0, anders kan het al nietquote:Op zondag 23 januari 2005 11:12 schreef Landmass het volgende:
Hier heb je er een
(VoorAlle n uit N)(ErIsEen m uit N): n + m = 0
met N = {0, 1, 2, 3, 4, . . .}
Inderdaad, dat is ook de reden dat de natuurlijke getallen geen additieve groep vormen. Als je de natuurlijke getallen uitbreid tot de gehele getallen geldt bovenstaande bewering natuurlijk welquote:Op zondag 23 januari 2005 12:53 schreef superbient het volgende:
dit is volgens mij niet waar, geldt toch alleen maar voor n = 0 --> want dan is m ook 0, anders kan het al niet
Ik zou zeggen. Trek een lijn door de 2 punten waar de cirkels elkaar snijden en probeer nu van 1 zo'n gebiedje het opp te berekenen. Dan hoef je het alleen nog maar maal 2 te doen.quote:Op zondag 23 januari 2005 11:40 schreef Reikoo het volgende:
De wiskundeleerkracht waar ik mee zit legt alles onvoldoende uit waardoor ik met zelfstudie er toch probeer te geraken. We zitten nu aan toepassingen van de Bepaalde integraal en meer over oppervlakteberekening bij cirkels.
Het lukt mij niet deze oefening te beginnen, laat staan op te lossen.
Geg: Twee cirkelschijven hebben een gelijke straal r en de afstand tussen de middelpunten is r*(2)^1/2
Gevr: Bereken het maatgetal van de oppervlakte van het gemeenschappelijk vlakdeel
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |