Gisteren was bij RTL boulevard een gast die foto's van spoken had genomen. Zelfs waar de camera ploeg bij stond. Ik weet niet of er al een topic over bestaat maar wat vonden jullie daarvan?
Het verhaal met dank aan Batsies maar even in de OP gezet.........
Dit zijn de plaatjes:
![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
![]()
En de tekst, hoop dat het leesbaar is:
Voor Robbert van den Broeke (24) staat het onomstotelijk vast: er is een andere wereld. En hij heeft bewijzen: duizenden foto’s van verschijningen, gedaanten en gestalten. „Het is een misdaad als ik dit niet deel. En ik heb het idee dat dit nog maar het begin is.” Een leven met geesten, het bezorgt de man met een missie geen angst: „Ik voel het als positief.”
ROBBERT ZIET SPOKEN!
Foto’s van verschijningen en gedaanten zijn zijn bewijs
door MARIE-THÉRÈSE ROOSENDAAL
HOEVEN, zaterdag
Robbert van den Broeke fotografeert wat wij niet zien: marsmannetjes-achtige gedaanten, een overledene die foto voor foto transformeert van een doorschijnend vage ’mist’- gestalte tot een duidelijk herkenbare man in ruitjeshemd.
Met zijn camera legt hij bovendien onverklaarbare lichtflitsen, -strepen en -bollen vast, en nevelige rookflarden op een onbewolkte zonnige dag. Thuis in Hoeven, buiten op het veld of maar net waar hij vertoeft of verschijnt.
Twaalf ordners vol beelden van een andere wereld. Duizenden negatieven gingen naar de one hour service, negen van de tien keer prijs: „Ik voel iets, een energie, een druk rondom mijn hoofd en dan fotografeer ik. Zowat elke dag, ja.”
Beelden, oké, maar is er in dit digitale tijdperk iets simpeler dan trucage? Onze fotograaf Rein Geleijnse leent zijn eigen camera aan Robbert van den Broeke om hem in het hier en nu vast te laten leggen dat er meer is tussen hemel en aarde.
Zoekend scharrelt Robbert rond, rusteloos zijn gevoel achterna. Af en toe blijven de blauwe ogen in het luchtledige staren. „Ik kan het niet afdwingen of oproepen, het komt naar me toe, of niet.” Alleen verdwijnt Robbert van den Broeke in zijn praktijkkamer, waaruit hij minuten later met een grote glimlach terugkeert. „Gelukt.” De goden zijn hem goed gezind, op een aantal digitale beeldjes staan hoofd en schouders van een wit wezen. Papiertje voor de lens gehouden? Want op de foto’s die hij in ons bijzijn maakt staat geen sikkepit bijzonders… De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij wel degelijk resultaten behaalde in aanwezigheid van persfotografen die ons voorgingen…
Graag toont Robbert van den Broeke aan dat zijn wonderlijke ervaringen echt zijn. Wáár zijn. Engelen noemt hij de gedaanten die hij ervaart. „Sommigen met heel menselijke trekjes. Die witte met zwarte, schuinstaande, amandelvormige ogen zijn verder, wezens van een heel hoog kosmisch niveau, van een ander bewustzijn.” Zoekend naar het goede begrip: „Volwássener. Het zijn zielen van overledenen, ze zijn overal.”
Doodgewoon
Een doodgewoon gezin in Hoeven. Vader Peter van den Broeke (53) is bankdirecteur in Loon op Zand, moeder Nanny (51) is huisvrouw. Broodnuchtere Brabanders, met beide benen op de grond, ouders van twee dochters en een zoon. En die laatste wordt door zijn moeder beschreven als een bijzonder kind. „Hij is zo geboren.”
„Het zijn zielen van overledenen, ze zijn overal”
Zoon met een zware, gekwelde jeugd: „Als kleuter al zag ik overledenen, wezens en aura’s, of ik voelde het als mensen pijn hadden.” Al heel jong merkte hij dat hij een buitenbeentje was: „Dan zei ik tegen andere kinderen ’daar staat iemand’, maar dan zagen zij dat niet. Het ging mis met mij op de lagere school.”
Zijn moeder: „Speltherapie, psychologen, niets hielp. Hij moest naar een school voor zeer moeilijk lerende kinderen, waar hij geen enkele aansluiting vond en hij werd depressief. Een psychiater vond dat hij moest worden opgenomen en zei dat Robbert, toen tien jaar oud, nooit meer thuis zou komen.” Die herinneringen worden moeder Van den Broeke even te machtig.
Haar kind, voor gek versleten. „Als twaalfjarige ging hij van loket naar loket. Hij verhuisde naar de observatiekliniek van de Hondsberg in Oisterwijk. Daar vermoedde iemand dat hij paranormaal begaafd was. Medium Rens Hendriks reliuit Nijmegen behandelde hem op afstand.”
Robbert van den Broeke: „Ik mocht hem eerst niet zien, maar ik voelde het als hij met mij bezig was. Ik moest de tijd noteren wanneer hij mij hielp. Toen knapte ik op, ik werd heel rustig, kon weer genieten. In plaats van zwakbegaafd bleek ik begaafd te zijn.”
Rond zijn vijftiende kreeg hij ineens een raar voorgevoel: „Buiten zag ik een witblauwe lichtbol, pulserend, met een trilling eromheen, zoals je op een warme dag op het wegdek ziet. Ik wist dat ik iets onverklaarbaars zag en ging eropaf. Daarna waren er vier cirkels in het veld, het gras trilde nog toen ik erbij kwam. Graancirkels.” Zijn vader nuanceert: „Tegenwoordig zeggen wij ’gewascirkels’. Ze komen ook voor in wortelvelden, mosterdzaadvelden, bonenvelden, maïsvelden en in het gras.”
In Robberts buurt, rondom Hoeven, zijn opmerkelijk veel graancirkels gesignaleerd. „In de loop der jaren wel tachtig. Ik trek het aan, vlak voor het gebeurt voel ik altijd een energie. Een boer van wie het een akker betrof, grapte dat ik beter kon verhuizen. Dan kregen de Groningers zijn probleem.”
„Ik ervaar het niet als angstaanjagend of bedreigend”
„Bij die eerste cirkel voelde ik me nog niet sterk genoeg om er ruchtbaarheid aan te geven. Daarna begon ik meer te zien en te voelen.” Zijn vader: „En dat neemt nog steeds toe. Robbert is heldervoelend, helderziend, telepathisch. Ziet soms de hele geschiedenis van wildvreemden, kijkt in hun toekomst en leest gedachten. En dan die foto’s. Voor zover ik weet is hij de enige op de wereld die ze maakt. Bizar, het is of alle extremiteiten in hem zitten.”
Zijn zoon: „Ik heb het idee dat dit nog maar het begin is.” Hij weet dat in het land graancirkels ontmaskerd zijn als mensenwerk. „Maar ik heb er zelfs een gefotografeerd die gemaakt is in de sneeuw op een omgeploegde akker. En geen voetstap ernaartoe, geen enkel spoor.”
Graancirkels noemt hij ’een vingerafdruk van God’. „Op een of andere manier gaat het via mij, alsof ik een acupunctuurnaald ben. Van de zomer lag ik in bed toen uit alle hoeken witte gedaanten naar me toe kwamen. Ze keken elkaar aan en knikten naar elkaar. Ik werd in twee vingers geprikt en hoorde een zoemend geluid terwijl ik omhoog schoot. Achter in het veld kwam ik bij, terwijl ik middenin een joekel van een cirkel lag. In beide vingers had ik twee gaatjes met blaren. De deuren en ramen thuis waren nog op slot.”
Het script van een griezelfilm. „Ik ervaar het niet als angstaanjagend of bedreigend, ik ken ook geen angst om dood te gaan. Ik voel het als positief. Het is het hogere, noem het God. Ik ben niet zo van één religie, hoor, Allah, boeddha, in elke zit de waarheid.
Ik heb het gevoel dat ik het uit moet dragen, die foto’s zijn het signaal: het zijn de harde bewijzen die mensen nodig hebben. Het is mijn taak om te vertellen dat er meer is tussen hemel en aarde, het zou een misdaad zijn als ik het niet deel. Waarom het naar buiten moet? Opdat wij meer ons gevoel laten werken, onze intuïtie. Dat er een verschuiving komt in het collectieve bewustzijn. Dat we liever worden. We gaan naar een nieuwe volwassenheid, naar non-verbale communicatie. Jij voelt toch ook wel eens instinctief dat iemand niet deugt, of je belt toch ook wel eens spontaan na jaren iemand op die nét aan jou denkt of andersom? Telepathie.”
Doet hij zelf niets met internet, wie zijn naam ’googled’, stuit op duizenden treffers. Ongeloof, en op zijn minst scepsis, valt hem ten deel. Robbert van den Broeke haalt er zijn schouders over op: „Met respect ben ik al blij.”
Zijn vader valt wel over ’ongelovige Thomassen’: „Ik heb er last van, ik baal ervan. Alsof mijn zoon liegt. Jaren geleden zou ik, een nuchter man, ook mijn twijfels hebben gehad. Maar ons gezin maakt zulke onaardse dingen mee, dat ik er niet meer omheen kan. Je denkt toch niet dat ik mijn carrière op het spel zou zetten door rare dingen te verzinnen? Ik ben bezig een boek te schrijven over Robbert. Dit heeft een grote impact op mijn leven. Ik ben ingrijpend veranderd, ik vaar meer op mijn gevoel en sta open voor spiritualiteit.
Maar ja, ik heb ook nog mijn werk. Hoor ik ’s ochtends aan de ontbijttafel bizarre gebeurtenissen van Robbert, zit ik een half uur later in de auto op weg naar kantoor.” Een ’vlucht’ naar de werkelijkheid. „Daar moet die knop om, naar zaken, naar geld. Het is bijna schizofreen, de balans houden tussen die twee werelden is moeilijk.”
Kruis
In de praktijkkamer waar Robbert van den Broeke mensen helpt, hangt een foto van een kruis van geel licht. „Gemaakt op Goede Vrijdag. Op het veld zag ik in een flits balken. Pas later herkende ik dat kruis.” Zijn moeder. „En exact op dat moment werd onze kleindochter geboren. Twee maanden geleden fotografeerde hij mij op de bank. Naast me zat mijn overleden broer. Een nichtje van ons was verhuisd en sliep slecht in haar nieuwe woning. Robbert fotografeerde er en er stond ineens een jonge negroide man in een roodgroen gewaad op.” De foto-ordner komt erbij. „En dit is in onze badkamer.” Voor de witte tegeltjes is het gezicht te zien van een oude man met een goedmoedige lach om de mond. Overal in huis zijn de witte gedaanten vastgelegd die stoïcijns in de lens kijken.
Minder vrolijk is een ander beeld dat steeds terugkomt: van een gespierd lijf met een grotesk, verwrongen hoofd, zomaar ergens in de woonkamer. „Na een krantenpublicatie wezen lezers ons erop dat dit een zogenaamde Mud-man uit Nieuw-Guinea is. Die gaan getooid met modder- of kleimaskers.” Het is niet steeds dezelfde. De een is springend vereeuwigd, de ander ondersteboven aan het plafond. Een derde heeft bladeren voor de edele delen. Eentje tilt een man op zijn schouders. Robbert in een zonderlinge serie, door hemzelf met de zelfontspanner gemaakt: zijn gezicht verandert stukje bij beetje in dat van een andere man.
De blauwe ogen van Robbert van den Broeke blijven weer even in de lucht hangen. Tot hij terugkeert op de aarde: „Ik hoop dat dit inspirerend werkt.”
[ Bericht 48% gewijzigd door Halfgedraaide op 04-09-2004 17:13:13 ]