quote:ADAM GREEN - Gemstones (Cycle)
Sommige artiesten sluit je al vrij snel in je hart, na het beluisteren van hun muziek. Wat mij betreft is Adam Green er zo één. In 2001 verraste hij al met het knotsgekke titelloze album van The Moldy Peaches, een duo dat hij samen met Kimya Dawson vormde. De rammelende liedjes, voorzien van vreemde en soms ronduit melige teksten, waren in al hun beperkingen vaak ontroerend en prikkelend. Toen Green in 2003 met een soloplaat kwam, genaamd Friends Of Mine was duidelijk dat hier een zeer talentvol muzikant aan het werk was.
Green is nog erg jong, even in de twintig. Zijn muziek doet echter zeer ouderwets aan. Hij wordt al vergeleken met Lee Hazlewood en soms voorzichtig met Leonard Cohen. In die hoek moet je ook wel zoeken. Green is een troubadour, met een donker en warm stemgeluid.
Op zijn nieuwe plaat Gemstones zoekt hij meer en meer het muzikale avontuur, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor The Gnomes, zijn begeleidingsband. Meer dan op de eersteling laat Green zijn muziek verrassen. Hij gaat van country naar folk en naar onversneden rock. Keer op keer komt hij met verrassende hooks en melodiewisselingen. De muzikale groei is evident.
De teksten van Green zijn zoals altijd apart, doorspekt met ironie en hier en daar wat seksistische lol. De glimlach is nergens ver weg. Want wie schrijft er dingen als: "He’s the brat with the sterilized pitchfork, he’s the singer of the Beachwood Sparks, He’s a dreamy kind of cheesy companion piece who wants to show me where the healing starts, Beauty is evil, Immaculate evil, don’t you think?" (He's The Brat), "Carolina, she’s from Texas, Red bricks drop from her vagina, Oh, her lips taste just like sunk ships, But her breasts taste just like breakfast" (Carolina) of " She’s my baby, she’s my love, Pixie Queen of Bible Club, Seen her round the fountain sipping cokes, Crafting brand new Polish jokes" (Bible Club). Voeg daar nog een heerlijke ironische tekst over George Bush aan toe en je plaatje is compleet.
Al met al is Green dus weer in prima vorm op Gemstones. Toch ontbreekt op het eerste oor een wereldsong als Jessica, op de vorige plaat. Dat is niet zo'n probleem, want Green heeft inmiddels ook het woord groeiplaat ontdekt, zodat na meerdere luisterbeurten steeds meer contouren van nieuwe Green-klassiekers opduiken. Er is dus geen twijfel over mogelijk dat we hier nu al met eindejaarslijstjesmateriaal geconfronteerd worden!
quote:COPARCK - Few Chances Come Once In A Lifetime (Supertracks Records)
Het verhaal rond het Nederlandse Coparck mag inmiddels genoegzaam bekend zijn. Debuteerde de band in 2001 nog zeer verdienstelijk met het opmerkelijk volwassen Birds, Happiness & Still Not Worried, daarna werd het stil. Noodgedwongen, dat wel. De band werd door Labels min of meer afgestoten. Een fikse klap voor een band die muziek als kunst beschouwt en ook als zodanig benadert. Toch besloot het grootste deel van de band om de rug te rechten en door te gaan. Slechts de drummer stapte op en werd vervangen.
Het kwartet slaat nu keihard terug met Few Chances Come Once In A Lifetime, een superieur en volwassen album van internationale allure. Hoewel het alles weg heeft van een wraakoefening, benadrukken de heren zelf dat dit absoluut niet het geval is. Misschien is dat ook wel zo en is het wat je er zelf van maakt, gezien hun voorgeschiedenis. Want mocht Coparck nog gewoon bij Labels gezeten hebben en deze plaat uitgebracht hebben, had je gewoon kunnen zeggen dat men het toch al sterke debuut verder uitgebouwd heeft.
Na die eersteling kon je Coparck al één van de meest, zo niet dé meest Vlaamse bands van Nederland noemen. Want die onderhuids tintelende spanningen die de band met haar muziek oproept doen op zijn minst Antwerps aan. De subtiele en fraai pianoklanken, het gebruik van samples en de vindingrijkheid in de songs zijn hier de duidelijkste getuigen van. Er gebeurt altijd iets bij Coparck, al is het maar een opeens opduikend geluidje op de achtergrond dat zich steeds meer gaat manifesteren. Het kan evengoed een verrassende melodieuze wending zijn of de vrouwelijke achtergrondvocalen die haast verstoppertje spelen achter de zang van Odilo Girod.
Met Girod is ook een onderscheidende factor genoemd. De zanger klinkt alsof hij het permanent moeilijk heeft met het leven. Daarom klinken de soms wat weemoedige teksten extra geloofwaardig. Ten tijde van de emo-hype had je Girod met alle gemak één van de betere emo-zangers mogen noemen.
Wat de band nog meer aan de Vlaamse bands doet denken, is het feit dat men geen muzikale beperkingen lijkt te kennen en zich niet in een hokje laat duwen. Bovendien is er toch altijd wel ergens een meezingbare passage te vinden, uiteraard dikwijls het refrein. Hoewel er geen zwakke song te bekennen is, kent de plaat wel wat uitschieters. The World Of Tomorrow, met het opzwepende ritme, het gejaagde Not Any Of That, de fraaie ballads The Art Of Blowing Holes In A Heart en Sky Poem[i], het mooi opgebouwde [i]Try Something Else en het door Sonja van Hamel gezongen Lazy Days. Sonja van Hamel? Juist, mevrouw Bauer. En dan niet de eega van Frans, maar de compagnon van Berend Dubbe, die in dat nummer de mellotron bespeelt. Sonja's heldere stemgeluid past perfect in het nummer, waar Girod haar ondersteunt. Op andere songs is het andersom en doet Sonja de achtergrond.
Al met al levert Coparck een nog betere plaat af, die de band in één keer laat meedingen om de positie van beste band van Nederland, die na het uiteenvallen van Daryll-Ann ineens vacant werd. Geen wraakoefening, maar toch op zijn minst een zelfverzekerde revanche op hen die het niet meer in Coparck zagen zitten. Hier past alleen maar bewondering. En veel luisterbeurten, uiteraard...
quote:SIX ORGANS OF ADMITTANCE - School Of The Flower (Drag City)
Zin in iets moeilijkers dan hapklare brokken rock of alternatieve popmuziek? Weer eens de tijd voor een ouderwetse groeiplaat, maar je weet zo snel niet welke? Dan zit je bij Six Organs Of Admittance aan het goede adres!
Achter de lange bandnaam gaat feitelijk slechts één man schuil en wel Ben Chasny. Chasny is gezegend met een fluisterstem zoals Nick Drake en tokkelt wat op zijn gitaar. Sterker nog, hij liefkoost de gitaar en streelt de snaren. Zo krijg je soms hemelse composities. Als zijn stem de hoogte ingaat, zweeft de muziek met hem mee. Muziek die niet van hier is. Her en der fladderen wat losse piano of orgelklanken langs.
En er zijn drums. Of Drums. Of DRUMS. Want Chris Corsano, de man die Chasny op deze plaat begeleidt als drummer, speelt een belangrijke rol. Soms lijkt hij zijn drums nauwelijks te toucheren, dan weer zijn de drumklanken overduidelijk en op sommige momenten ramt hij er op los en nemen de drums de overhand en voeren zij de songs mee.
Tel daarbij dan ook nog plots opduikende noise-erupties op en vervreemdende klanken van vermoedelijk een synthesizer en bij vlagen wat strijkers en je snapt dat je te maken hebt met zware kost. Niet voor de ongeoefende luisteraar, knoop dat in uw oren. Niet erg, maar een enigszins geoefend oor en een open blik en kijk op muziek is wel een beetje een vereiste voor deze plaat. Je gaat per slot van rekening ook niet direct in het diepe als je leert zwemmen, dan moet je eerst het kikkerbadje door en dan kom je vanzelf verder. Six Organs Of Admittance is meer dan het diepe.
De kracht van de plaat zit in de onvoorspelbaarheid en de rijkdom van de composities. De zwakte is echter toch dat men wat mij betreft iets te vaak met instrumentale songs aankomt. De plaat klokt zo'n 39 minuten, waarvan toch gauw tweederde instrumentaal is. Dat is zonde, omdat Chasny wel degelijk boeiend kan zingen. Desondanks een zeer geslaagd album, dat tijd nodig heeft en verdient. In dat geval kan zich iets zeer interessants gaan openbaren!
quote:Andrew Bird & the mysterious production of Eggs
Tijdens deze drukke tijden, met vele releases is makkelijk om van alles te missen tussen de "grote" releases door. Want ook naast Bright Eyes, Mercury Rev, Eels en dEUS valt er gelukkig genoeg te beleven. Was de langspeler van John Wayne Shot Me een paar weken terug een aangename verrassing is het nieuwe album van meneer Bird dat helemaal. Deze uit de klassieke muziek afkomstige violist / gitarist / componist heeft met The Mysterious Production of eggs zijn 5e popplaat afgeleverd.
Behalve de drums, die door Kevin O'Donnel bespeeld worden,en enkele kleine "gastrolletjes", neemt Bird het hele album voor zijn rekening. Dat hij uit de klassieke muziek afkomstig is, wordt meteen duidelijk door het grote aantal strijkers, maar ook pauken, xylofoons en fluiten worden niet geschuwd.
De liedjes van Bird zijn vooral te vergelijken met die van singer-songwriters als Josh Ritter en Tietur, ware het niet dat Bird, zoals gezegd, veelvuldig gebruikt maakt van een half strijk-orkest. Het levert een plaat op die het midden neemt tussen jazz, pop, folk en klassiek.
Vooral die violen zijn een grote verademing op deze verfrissende plaat. Zo kunnen ze een muur van geluid vormen die de liedjes een bombastische, angstige sfeer geven, maar kunnen ze net dat beetje extra blues aan de nummers meegeven. De mysterieuze sfeer die het album ademt komt niet alleen terug in de vreemde titel, maar ook de teksten vol beeldspraak en metaforen dragen hun steentje bij.
Hoewel sommige teksten wel meerdere keren terug kunnen keren in een nummer, maakt de muziek toch dat de nummers niet terugvallen op het gebruikelijke refrein-systeem, maar vol verrassende compositiewendingen zitten. Ook het geluid is erg verrassend te noemen, zo kan een nummer van piano-ballad helverwege overspringen in een rock-nummer en eindigen met een viool-solo. Vooral tijdens het geniale A nervous tic motion of the head of the left wordt dit contrast erg duidelijk, nu al één van de mooiste nummers van dit, toch nog prille, jaar.
In datzelfde nummer zingt Bird "You're what happens when two substances collide", als een album als deze ontstaat bij de collision tussen klassiek en pop, mogen die 2 stijlen van mij wel vaker botsen. Mis 'm niet!!
quote:HALLO VENRAY - Vegetables & Fruit (Excelsior Recordings)
Hallo Venray zat enkele jaren geleden op dood spoor, maar krabbelde daar zelf weer uit met de opvallende plaat I'm Not A Senseless Person, At Least I Don't Want To Be. Het leverde de band, verworden tot een driemanschap, lovende reacties op. De gevoelige gitaarpop raakte een snaar bij meer mensen dan verwacht. Zo ook bij de mensen van het Nederlandse label Excelsior Recordings, waar voornamelijk gitaarbands met een licht melancholieke inslag onder contract staan. Daar kon Hallo Venray wel bij, moet men gedacht hebben, zodat Vegetables & Fruit nu bij Excelsior uitgekomen is.
De twee Henken van de band - niet te verwarren met die andere band die twee Henken had, Het Goede Doel - spelen op deze plaat de belangrijkste rol, zonder bassist Peter Konings te kort te willen doen. Maar het drumwerk van Henk Jonkers geeft sommige songs net dat beetje extra, terwijl het schrijversschap van Henk Koorn van hoog niveau is. Twaalf nummers heeft hij geschreven. Stuk voor stuk songs die er mogen wezen.
Koorn heeft een zangstem die apart aandoet, maar die in aardig wat nummers wel wat doet denken aan Tom Barman, met name in de nummers waarin men wat gas terugneemt of wat verrassendere melodieuze wendingen zoekt. In die gevallen doet de band best aan dEUS denken en dat is altijd een prima referentie. Ik doel vooral op Big Catch en Piling It Up, die toevallig ook nog eens samen precies in het midden van de plaat staan.
Maar er is meer. Er zijn verstilde miniatuurtjes, waarbij met name Holy door de galm op de zang van Koorn doet denken aan een in de kelder geschreven My Morning Jacket-song. Er is een haast psychedelische vrolijkheid op opener The Captain, een lekkere gitaarsolo in Orange, af en toe wat smerige rock zoals in Kicking. Eigenlijk slaat de band nergens de plank mis, al is het vrij stevig openende I Know What The Problem Is wellicht een vreemde eend in de bijt. De teksten van Koorn handelen grotendeels over de liefde en de dagelijkse gang van zaken daaromtrent. Erg herkenbaar dus.
Zo heeft Hallo Venray een plaat afgeleverd die mij misschien aan het eind van het jaar nog gaat laten twijfelen over het predikaat "beste Nederlandse album". Ik dacht dat met Coparck al gevonden te hebben, maar er is nu serieuze concurrentie. Dat terwijl we nog maar in februari zitten. Bij Excelsior is men ongetwijfeld even teleurgesteld geweest over het uiteenvallen van Daryll-Ann, maar Hallo Venray is overtuigend in die leegte gesprongen. Geslaagd zijn ze, niet met vlag en wimpel dit keer, maar met groente en fruit!
Klinkt zeer interessant. Dat het veelal instrumentaal is kan ik wel waarderen.quote:Op woensdag 23 februari 2005 14:58 schreef methodmich het volgende:
[SIX ORGANS OF ADMITTANCE - School Of The Flower (Drag City)]
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |