Wrijf het er maar in!quote:Op zaterdag 1 januari 2005 18:32 schreef methodmich het volgende:
KM is ook leuk ja.
En MMG, jij raakt nog blut door al die recensies van mij.
Klopt! Beroemd als in: erg goed, of is er een speciale reden?quote:Op zaterdag 1 januari 2005 18:44 schreef methodmich het volgende:
Ah, dat moet de beroemde soundcheck als voorprogramma van Kings Of Leon zijn.
quote:JANOVE OTTESEN - Francis' Lonely Nights (EMI)
Wie in de afgelopen twee jaar nog nooit van Kaizers Orchestra heeft gehoord, moet vermoedelijk twee jaar onder een steen hebben geleefd. De Noren werden een bescheiden sensatie in veel Europese landen, waaronder Nederland, met hun opzwepende hoemparock. Op CD klonk dat al verbazend innovatief en energiek, live was het helemaal een dolle boel. Gekleed in smetteloze pakken kwamen de Kaizers op en gaven vervolgens een zweterige show weg, vol publieksparticipatie qua gillen, gerammel op olievaten, een pomporgelspeler met gasmasker, verrassende intermezzo's en een heuse Gypsy-finale.
De frontman van dit aparte gezelschap was Janove Ottesen. Hij was ook grotendeels verantwoordelijk voor de songs van zijn band. Blijkbaar was hij er even aan toe gas terug te nemen, want op zijn soloplaat zijn nauwelijks invloeden van Kaizers Orchestra te horen. Eigenlijk kan je gerust stellen dat je Janove Ottesen op basis van dit album nooit in Kaizers Orchestra zou plaatsen.
Weg van de olievaten, dynamische songs, gasmaskers, pomporgels en eigenzinnige teksten over keizers, feesten, Russische roulette, jonkvrouwen, wodka, sigaren en zeelui, is Janove Ottesen ineens een droevige ziel met een gitaar. Hij speelt twaalf songs op deze plaat en de muzikale omlijsting is schaars. Af en toe wat drumwerk, maar lang niet zo heftig als in zijn band. Verder is het vooral de gitaar, ondersteund door een keyboard en her en der wat trompetjes, een saxofoon, strijkers en een banjo. Maar meestal houdt Ottesen de songs vrij kaal, waarbij slechts een goed aanvullende tweede stem ze verder inkleedt.
Dat levert vooral breekbare liefdesliedjes op. Hierin weet Ottesen je bij de keel te grijpen, ondanks de eenvoud van vooral het Engels en soms ook de songs zelf. Daar zit ook een groot verschil met zijn band. In Kaizers Orchestra gebruikt Janove het Noors om zich te uiten, nu het Engels. Dat is voor Nederlanders uiteraard beter te volgen en daarom klinkt de zanger persoonlijker. Het lijkt zelfs wel of hij zich een beetje onwennig voelt in dit gegeven, want de plaat komt na een paar nummers pas echt op gang. Dan gooit Ottesen er alles uit op "Down The Vertigans", bijvoorbeeld.
Een opmerkelijk eerlijk solo-album van iemand die zich hier bewijst als een veelzijdig artiest. Dat het nergens vernieuwend is, mag dan ook geen reden zijn om dit een slechte plaat te noemen. Integendeel zelfs.
quote:Kings Of Leon heeft alles in zich, om zich te laten vergelijken met Creedence Clearwater Revival. Ze komen uit het Zuiden van de Verenigde Staten en spelen rockmuziek met een countryinslag. Daarnaast heeft de band ook broers in de gelederen, in hun geval zelfs drie stuks, Caleb, Nathan en Jared Followill.
In hun vroege jeugd trok het drietal veelvuldig het zuiden van de States. Terwijl vader, die evangelist was, druk bezig was het woord Gods te verkondigen, luisterden de jongens naar bandjes van Neil Young en de Rolling Stones. Toen het gezin zich in 1998 uiteindelijk in Nashville vestigde, waren de jongens vast besloten een rockband te beginnen. Neef Matthew (ook een Followill) werd bij de band gevraagd en Kings Of Leon was geboren.
quote:De stijl die de band speelt noemen ze zelf ‘Southern garage rock’. En dat dekt best wel de lading. In de muziek die de band speelt, hoor je duidelijk invloeden terug van Southern rockers als Creedence Clearwater Revival, Lynyrd Skynyrd en The Allman Brothers. Niet dat dit album niet van deze tijd is, integendeel. De band lift door hun rauwe gemakkelijk mee met de stroming die in Amerika door The Strokes, Black Rebel Motorcycle Club en the White Stripes in gang is gezet.
Niet dat ik Kings Of Leon zou willen vergelijken met deze bands. Kings Of Leon weet het namelijk voor elkaar te krijgen om een geheel eigen geluid neer te zetten. Flirten the White Stripes soms met de country, zoals bijvoorbeeld met hun nieuwe single Jolene, Kings Of Leon is het gewoon. De band is dan ook beter en vooral anders dan de volgende Strokes-kloon.
De liedjes op Aha shake heartbreak zijn klein en breekbaar. De productie van de plaat springt hier ook op in. De plaat kraakt en rommelt aan alle kanten. Alle instrumenten hebben een even grote rol in de compositie, waardoor het soms lijkt of je direct bij de band in de oefenruimte staat.
De band heeft duidelijk een eigen stijl en toch blijven ze je verrassen. Ze weten steeds een aparte draai te geven aan de nummers die ze schrijven. Hierdoor wordt het album alles behalve saai, iets waar ik andere bands in het ‘Strokes-rijtje’ regelmatig op betrap. Hoogtepunten op het album zijn Milk, een nummer dat voor de helft zowaar akoestisch is en waar de spanning vanaf springt en de ‘single’ Bucket.
De plaat beslaat met zijn 12 nummers slechts 35 minuten, maar om eerlijk te zijn, is dat ook meer dan genoeg. Juist doordat ze binnen die 12 nummers de spanning goed weten vast te houden is dit een album waarbij je snel de repeatknop gevonden hebt.
quote:The Jayhawks - Rainy Day Music
Winters in Nederland. Daar moeten de heren van The Jayhawks aan gedacht hebben toen ze de titel van hun laatste album bedachten. Erwin en Diana kunnen er lang en breed over zeuren, Peter kan het aan mijn haarlak en ’88 Golfje wijten, feit blijft dat ook dit jaar de schaatsen weer in het vet kunnen blijven en de buurjongens’ sneeuwpop de avond niet haalde.
Enfin, Rainy Day Music dus. Zonder de gestopte Mark Olson was er nog niet veel goeds van de Jayhawks gekomen, maar het lijkt dat Gary Louris nu eindelijk weer weet hoe het ook al weer moest. De liedjes zijn weer van ouderwetse kwaliteit, alsof Rainy day music de opvolger van Tomorrow the green grass is. Met orgels, accordeons, banjo’s en dulcimers is het album een stuk meer roots dan pop, iets wat sinds het vertrek van Olson nog wel eens verkeerd om was. De liefelijk aandoende en soms mierzoete samenzang klinkt perfect bij de nummers over verloren liefdes, stukgelopen relaties en ander verdriet. Echt iets om op een regenachtige dag over te piekeren. Dat de soms zware teksten zo contrasteren met de vrolijke melodieën maakt dat het album zeker niet zwartgallig aandoet.
Opvallend is dat de nummers geschreven door andere bandleden, ( bassist Perlman en drummer O Reagen) een beetje buiten de boot vallen. Het flauwe Don’t let the world get in your way en saaie Will I see you in heaven worden echter meteen weer opgevolgd door toppers als Come to the River en Stumbeling through the dark, waardoor ze slechts kleine smetjes op een verder zeer geslaagd album zijn.
Al met al komen de Jayhawks eindelijk met het album waar al jaren op gewacht werd en waarvan bekend was dat ze ze kunnen produceren. Schitterende nummers in de geest van de Byrds en hun topalbums Hollywood town hall en Tomorrow the green grass maken het tot een klassieker en wellicht is de zware last nu van Louris’ schouders zodat we in de toekomst nog meer van dit schoons kunnen verwachten.
Ach, en zelfs voor een zonaanbidder en sneeuwliefhebber als ondergetekende zijn met een mok warme chocolademelk, dikke sokken en The Jayhawks in de cd-speler, de grauwe Nederlandse winters ook wel door te komen.
Deze minuut warmte werd u aangeboden door The Jayhawks.
Dat was ook de bedoeling. Ik denk voornamelijk afgewezen op een te laag metalgehalte. Ze zochten eigenlijk iemand voor rock/metal.quote:Op vrijdag 7 januari 2005 15:47 schreef methodmich het volgende:
Vooral een degelijke review. Afgewezen op enkele vergeten woorden in zinnen? Of op lengte?
quote:BRIGHT EYES - Digital Ash In A Digital Urn (Saddle Creek)
Wat is dat toch met die gitaarmuzikanten die zo nodig ineens een electronische plaat willen maken? Radiohead deed het met Kid A en al die bliepjes en dreuntjes konden me niet echt bekoren. Nu doet ook indiegod Conor Oberst het. Natuurlijk, als je vorige album zo'n succes wordt, moet je altijd voorzichtig zijn met de opvolger. Die kan dan alleen maar tegenvallen. Een succes was Lifted.. wel degelijk. Dus besloot Oberst, artiestennaam Bright Eyes, om er maar gelijk twee platen tegenaan te gooien. Deze, Digital Ash In A Digital Urn is de "electronische".
Nu zou je ook vreemd opkijken als DJ Tiësto ineens een indieplaat zou opnemen, dus knipperde ik wel even met de ogen toen ik over Obersts plannen las. Uiteraard verdient hij op basis van zijn eerdere werk zoveel krediet, dat je de plaat op zijn minst moet gaan beluisteren. Die blijkt bij beluistering dan vervolgens niet onaardig.
Een meesterwerk vind ik Obersts uitstapje niet echt. Meer een leuk hobbyprojectje dat is opgerekt naar een volwaardig album. Waarbij ik moet zeggen dat Oberst hier verstandig aan heeft gedaan. Want het beste werk van dit album had niet gepast tussen de traditionelere gitaarsongs van het tegelijk uitgebrachte [b]I'm Wide Awake, It's Morning[/i].
Laat ik eerst zeggen dat er enkele zeer goede songs op de plaat staan. Wat ik er echter op tegen heb, is dat het soms wel erg geforceerd overkomt. De inbreng van Andy Lemaster, die vorig jaar onder de naam Now It's Overhead met een aardige plaat in dit genre uitkwam, is duidelijk. Hij verzorgt ook achtergrondvocalen in enkele nummers, evenals de zangeressen Stella Mogis en Maria Taylor. Oberst is ondertussen gewoon zichzelf, drumsamples of niet. Hij zingt met zijn gebruikelijke vibrato in de stem liedjes over de liefde en het leven en doet dat zoals immer in fraaie bewoordingen.
Maar toch, het past niet altijd. Er zitten enkele songs tussen, waarbij je denkt dat hij het net zo goed a capella had kunnen brengen. Zijn zang bepaalt dan de melodielijn en de achtergrondgeluiden doen er niet toe. Die lijken dan hun eigen leven te leiden, waardoor het af en toe zelfs even wringt. Take It Easy (Love Nothing) is daarvan een goed voorbeeld. In die gevallen komt de plaat dus geforceerd over en heeft de electronische kant totaal geen meerwaarde.
In andere gevallen neemt de kwaliteit van de songschrijver Oberst de overhand en passen de zang en de muziek wel samen. Gold Mine Gutted, Hit The Switch en Easy / Lucky / Free zijn van die nummers. Samen met het behoorlijk "stampende" Light Pollution maken zij dat er op deze plaat echt wel wat te genieten valt. Opmerkelijk is ook nog de gelijkenis in melodie van de coupletten van I Believe In Symmetry met Nena's 99 Luftballons. Dat nummer wordt later kapotgespeeld door Oberst en band.
Al met al is de plaat wat mij betreft wel te pruimen, omdat ik de emotionele voordracht van Oberst altijd kan waarderen. Op meer van dit soort werk zit ik echter niet te wachten. Ik hoop dan ook niet dat ook Bright Eyes een eigen Amnesiac op de plank heeft liggen, zoals Radiohead destijds. Met de programmeerfunctie erbij is van dit album best een zeer luisterbaar geheel te maken. En nu maar hopen dat die indieplaat van DJ Tiësto dit album minimaal evenaart.
quote:BRIGHT EYES - I'm Wide Awake, It's Morning (Saddle Creek)
Conor Oberst besloot om als opvolger voor zijn uiterst succesvolle plaat uit 2002, Lifted...., niet één, maar twee platen uit te brengen. De tegenhanger van deze plaat is het "electronische" Digital Ash In A Digital Urn. Op dit album besloot Oberst het maar eens eenvoudig te houden. Gewoon tien songs, gebaseerd op country en folk.
Nummers zonder overdadige opsmuk liggen Oberst wel, alleen al omdat zijn soms schitterende zinnen over al die zaken die de mensen bezig houden in het leven dan duidelijk te volgen zijn. Het enige nadeel is dan dat zijn soms zwalkende stem ook meer opvalt dan in de nummers waarin hij en zijn band "los" gaan en er geschreeuwd mag worden.
Schreeuwen doet Oberst niet echt meer op deze plaat. Wellicht was de noodzaak om de boodschap over te brengen minder urgent dan bij de voorganger. Het is ook niet nodig, blijkt op deze plaat. Oberst kan je zo ook wel bereiken en overtuigen. Wel heeft hij daar soms de hulp van enkele muzikale vrienden voor nodig. De lekkere galmstem van My Morning Jackets Jim James is een aardige aanvulling in opener At The Bottom Of Everything, maar het is vooral de koningin van de country, Emmylou Harris, die met haar inbreng de show steelt. Het enge vibrato van Oberst, die soms bijna letterlijk lijkt te knappen, smelt perfect samen met de nachtegalenstem van Emmylou. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist de drie met haar opgenomen songs, te weten We Are Nowhere And It's Now, Another Travelin' Song[i] en met name [i]Landlocked Blues tot de onbetwiste hoogtepunten van de plaat horen.
Samen met het bewust klein gehouden Lua zijn dit ook de songs die zich kunnen meten met het beste uit Bright Eyes' oeuvre. Zoals deze plaat toch al meer overtuigt dan de gelijktijdig uitgebrachte tegenhanger. Het verschil tussen de sterkste en zwakste songs is vele malen kleiner dan op die plaat het geval is, zodat je gerust kan zeggen dat Oberst een vrij constante plaat heeft uitgebracht.
Een plaat ook die meer dan de moeite waard is en vermoedelijk hoge ogen gaat gooien in de jaarlijsten over 2005, maar tegelijkertijd toch een beetje tegenvalt. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat Oberst zelf in 2002 de lat erg hoog heeft gelegd en zijn eigen standaardwerk van toen slechts af en toe evenaart, maar nooit overtreft. Aan de andere kant is het voor mensen die nog niet bekend zijn met Lifted... waarschijnlijk heel anders luisteren.
Het is net als met sporters, die een zilveren medaille winnen op de Olympische Spelen, maar desondanks toch het gevoel hebben dat er meer in heeft gezeten. Dat heb je met het beluisteren van deze plaat ook. Maar zoals zilver een prima prestatie is, is dit album ook zeker sterk te noemen. Dat Oberst maar weer in training gaat voor de volgende Spelen en dan weer op goud mikt, dan ben ik voorlopig erg tevreden met I'm Wide Awake, It's Morning.
quote:MERCURY REV - The Secret Migration (V2)
Heeft u ook wel eens gedroomd van roze konijntjes, die onder fel gekleurde regenbogen hand in hand over een door de zon belicht grasveld dansen? Of van allerlei mooie bloemen in de prachtigste kleuren, die je omringen zo ver als je kunt kijken? Als het antwoord ja is, bent u een gelukkig persoon. Indien uw antwoord nee is, dan hoeft u nog niet te vrezen. Want hier is weer een nieuwe plaat van Mercury Rev.
De loopbaan van dit Amerikaanse collectief uit de Catskill Mountains is grofweg te verdelen in twee periodes. De eerste was een knotsgekke periode, waarin de band onder invloed van alle voorhanden zijnde genotsmiddelen paranoïde songs op plaat vastlegde en die tijdens optredens eigenlijk zelden goed kon naspelen. De overlevering wil dat de toenmalige leadzanger ooit tijdens een nummer ineens aan de bar een biertje bestelde. Totale chaos dus.
Vanaf het album Deserter's Songs uit 1998 is dit echter grotendeels veranderd. Jonathan Donahue had toen definitief de touwtjes in handen genomen en hoewel de band nog steeds gebukt ging onder drugs, drank en onderlinge spanningen, nam de muziek wel een grote vlucht. Opvolger All Is Dream uit 2001 bevestigde dat alleen maar.
De muziek van Mercury Rev mag je met een gerust hart psychedelisch noemen. De songs zijn soms zelfs sprookjesachtig en de inbreng van strijkers maakt het geheel nog dromeriger. De zang van Jonathan Donahue, die erg hoog is en soms wel eens wat onvast, past daar perfect in. Vandaar die roze konijnen uit de opening van deze recensie.
Op The Secret Migration is het al niet anders, hoewel de band positiever klinkt dan ooit. Het levert een verzameling liefdesliedjes op die zo in de jaren '60 gemaakt hadden kunnen zijn. Met name het nummer Vermillion is een prima voorbeeld van Mercury Rev anno nu.
Het gevaar is wel dat het geheel wat éénvormig kan overkomen, want erg veel afwisseling kent men niet. Dat heeft als gevolg dat je af en toe even wat wegdwaalt van de plaat, die ijzersterk opent en dan een beetje begint te kabbelen, om tegen het einde nog een hoogtepunt te kennen is First-Time Mother's Joy, waarin de geest van John Lennon lijkt rond te waren.
Al met al levert Mercury Rev dus een prima te pruimen album af, dat weliswaar niet het niveau van de eerder genoemde platen haalt, maar er desondanks toch weer mag wezen. Al is het maar om lekker weg te kunnen dromen. Mocht de plaat geen succes worden, dan kan die altijd nog dienst doen als muzikale omlijsting van het sprookjesbos in de Efteling. Want ergens tussen dwergen, een fakir, paddestoelen en elfjes dwaalt ook Mercury Rev rond. Bekijkt u in dit licht alleen maar de aparte hoes van dit album. Zien is geloven.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |