FOK!forum / Travel / Ultra_Ivo in Rusland (56K waarschuwing, veel foto's)
ultra_ivowoensdag 25 augustus 2004 @ 18:37
Eindelijk kon ik dit jaar een echt lange vakantie krijgen van de baas. En wat is er beter dan die gebruiken om in je favoriete vakantieland te zijn? Rusland voor mij. In feuilletonvorm zal ik hier verslag geven van mijn reis, het zal wel een paar weken duren voordat ik alles opgeschreven heb, dus kijk vaker in dit topic.

Heenreis

Het grote voordeel van een lange vakantie is dat je rustig de tijd kunt nemen om naar je bestemming te reizen. In plaats van vlot vlot met het vliegtuig te reizen koos ik de ouderwetse methode, trein en boot. Siljalines biedt een goede verbinding, rechtstreeks van Rostock naar St. Petersburg. Om het geheel nog mooier te maken gaat er een directe nachttrein van Düsseldorf naar Rostock.
Alhoewel ik het hele weekend de tijd had werd het toch nog haasten om op tijd bij de trein te komen. Er zijn altijd dingetjes die je pas op het laaste moment invallen, ongeacht een goede paklijst. Eenmaal op de fiets vielen me nog wat dingetjes in, maar geen probleem, in Rostock heb ik alle tijd om nog wat boodschappen te doen. Op weg naar het station van Aken merkte ik dat mijn ketting af en toe doorsloeg. Ik had de ketting vervangen. De tandwielen konden nog wel dacht ik, gewend dat ik ben aan de verslijtsnelheid van Campagnolo tandwielen. Maar er zit Shimano op mijn vakantiefiets, en dat slijt heel wat sneller. Dus al weer iets voor mijn boodschappenlijstje in Rostock. Eenmaal in Aken aangekomen ging alles makkelijk. Aken is mijn vaste vertrekplek voor reizen naar het oosten, ik ken de weg op het station. De lift mag je alleen gebruiken onder begeleiding, direkt op naar de infobalie dus. Als vanouds zijn ze daar erg vriendelijk, direct ging er iemand mee om mij ondergronds naar het juiste perron te loodsen. De trein stond al klaar, een RE met veel plek voor de fiets. In Düsseldorf ook geen probleem, de Duitse spoorwegen zijn qua lange afstandstreinen goed georganiseerd. De plaast van het fietsrijtuig wordt altijd goed aangegeven, je hoeft dus nooit lang te zoeken. Wel had ik een slaapplek ver weg van mijn fiets, een heel gesjouw met mijn tassen. Ik slaap altijd prima in nachttreinen, ook nu weer. Lekker uitgerust werd ik dus wakker ergens achter Berlijn. Rostock was niet meer ver.
Een echte fietsenstalling is er niet op het station van Rostock. Maar wel een niet gebruikte garage waar ik mijn fiets mag neerzetten. Met alleen een klein rugzakje loop ik naar het centrum. Rostock is een oude hanzestad met veel mooie gebouwen. Maar een vakantiegevoel krijg ik er niet door. Meer het boodschappengevoel. Ik zoek de winkels die ik nodig heb. Stipt 10 uur sta ik op de stoep van de fietsenwinkel als ze opengaan. Naast tandwielen heb ik nog een extra band nodig. Die hebben ze, Schwalbe (mijn favoriete vakantiemerk) is erg populair in Duitsland. Goed voorzien ga ik verder. In de buitensportzaak nog wat vergeten dingetjes gekocht, en flink geld gepind natuurlijk. Onderweg naar het station kom ik nog een fotozaak tegen. Uit gewoonte kijk ik in de etalage, en wat zie ik daar, een Takumar 105/2.8mm. Een zeldzame lens. De prijs is behoorlijk, 100 Euro, maar zeker niet teveel. Ik laat er geen gras over groeien en verlaat de winkel in het bezit van een oud kwaliteitsproduct.
Langzaam wordt het tijd om naar de boot te gaan. Al diverse beladen fietsers zie ik richting haven fietsen. Ik haal mijn fiets op en ga richting uitgang. "Ik ben dus niet de enige met te veel bagage' hoor ik een vriendelijke stem zeggen. Een fietstster doet haar best om haar zwaar beladen fiets de lift in te krijgen. Voor het station praten we wat langer. Ook zij neemt de boot naar Tallinn en St. Petersburg, maar gaat maar tot Tallinn. Samen met Silke fiets ik naar de haven. De S-Bahn vertrekt op een ongunstig tijdstip, dan zijn we op de fiets net zo snel. En inderdaad, vlak na het S-Bahnstation halen we drommen mensen in. Ik moet op een andere plek inchecken dan Silke. Maar bij de boot ontmoeten we elkaar weer. Er zijn aardig wat fietsers voor Tallinn, weinig voor St. Petersburg. Fietsen in alle soorten en maten zijn er te zien. Normale, maar ook heel bijzondere. Een Zwitserse familie steelt de show. Zij hebben twee tandems aan elkaar gekoppeld, met nog een bagagekar erachter.

Het is aardig wat manouvreren voor hen om de boot op te komen. De boot is erg luxe. Veel dure restaurants en nachtclubs. Niet echt goed voor het budget. Ik slaap dan ook in een kajuit onder het autodek. Nog altijd niet goedkoop te noemen, de boot is de grootste uitgave van mijn reis. Wat later op de boot kom ik Silke weer tegen. Zij is een van de slachtoffers voor de reddingsdemonstratie.

Een bootovertocht kan best saai zijn, je hebt goed gezelschap nodig om het leuk te houden. Tot aan Tallinn is het dan ook prettig toeven. En vooral heel relaxt. Warm is het maar heel kort. Het grootste gedeelte van de reis is het behoorlijk koud en winderig. Aan dek is het toch nog goed toeven, maar alleen warm aangekleed. Dan kun je er zelfs een dutje doen.

's Avonds wordt er veel vertier aangeboden op de boot. Maar wenig pasagiers maken hier gebruik van. Het merendeel is bejaard en reist in groepsverband. Er zijn maar weinig soloreizigers. Halverwege de tweede dag leggen we aan in Tallinn. De meeste fietsers gaan hier van boord.

Ik blijf als een van de weinige fietsers achter. Een vijftal Duits fietsers is er ook nog. Zij willen van St. Petersburg naar huis fietsen. Ik lees wat, luister wat muziek. 's Avonds is er voetballen op de buis. De wedstrijd is mooi (Portugal-Nederland), de uitslag kan beter. Toch nog iets te doen. Aankomst is vroeg de volgende ochtend, ik ga maar vroeg slapen. Ruim voor aankomst ben ik weer aan dek. De binnenkomst in St. Petersburg wil ik niet missen. We varen recht tegen de zon in de haven in. Zelfs hier bij de haven staat nog een oud plaatsnaambord.

De schepen en gebouwen zijn ook redelijk oud. St. Petersburg zelf is ter gelegenheid van haar 300-jarige verjaardag mooi opgepoetst, de haven en schepen blijven vervallen.




De bureaucratie bij aankomst valt redelijk mee. Binnen het uur ben ik de grens over. Om het wachten aangenaam te maken speelt er een klein orkestje.

Eenmaal buiten fiets ik snel naar de ingang. Daar wacht Slavik op me. Hij was wat later hier dan afgesproken, maar dat is niet erg, je bent in Rusland niet in 5 minuten van de boot af. Samen fietsen we naar het centrum, naar het pand van de St. Peterburgse esperantoclub, de oudste geregistreerde Esperantoclub ter wereld.

wordt vervolgd

Ivo
DirtyCutFreakwoensdag 25 augustus 2004 @ 18:46
Mooie foto's

en die 56k-ers moeten kappen met internet en/of een snelle verbinding nemen
Dagobertwoensdag 25 augustus 2004 @ 19:13
Ziet er mooi uit Ivo

Ben benieuwd wat dat gaat worden, met de fiets door Rusland
Bowiefanwoensdag 25 augustus 2004 @ 19:13
Leuk verslag Ivo, zie dat Irfanview zijn vruchten reeds afwerpt
wat dat aangaat ff tipje voor gebruik irfanview:
Als je bij 'Options' van de 'batch conversion settings' de quality schuif op 90-95 zet dan worden de fotobestanden stukken kleiner, terwijl je het niet (nauwelijks) ziet.
en er kunnen veel meer foto's in je emmer

[ Bericht 2% gewijzigd door Bowiefan op 25-08-2004 19:22:23 ]
ultra_ivodonderdag 26 augustus 2004 @ 22:27
De esperantoclub 'Espero' heeft een pand midden in het centrum van St. Petersburg, aan de Fontanka rivier. Anna, de voorzitster van de club is er ook al samen met haar echtgenoot. Al snel komen een aantal andere St. Peterburgse esperantisten binnen. Lang blijf ik er niet. Een van mijn vrienden komt 's middags al aan. Samen met Slavik ga ik naar het vliegveld. Daar wacht al een andere esperantist. We zien snel dat het vliegtuig vertraging heeft, hij woont vlakbij het vliegveld, even theedrinken is een prima manier om te wachten. Als we terugkomen bij het vliegveld is het vliegveld met Maria erin al geland. Even later verschijnt ze in de hal.


Maria en Slavik

We wachten nog een tijdje tot de vlucht uit Stockholm is geland. Daarin zit een van Maria's vrienden. Tijdens het wachten zie ik twee superdeluxe racefietsen in de hal staan. Echt duur racespul. Een bagagedrager is er met moeite aan geprutst, twee kleine tasjes hangen eraan. Het blijken twee Amerikanen te zijn die zo in Rusland willen fietsen. Ik kan maar met moeite mijn verbazing onderdrukken. Ik ken de Russische wegen, een carbon racefiets is het beroerdste wat je kunt gebruiken in Rusland. Ik heb gekozen voor een stevige vakantiefiets van klassieke snit. Die verdraagt tenminste flink wat mishandeling.
In het centrum aangekomen dumpt Maria eerst haar bagage. Dan gaan we op jacht naar een Russiche GSM. Haar vader is ernstig ziek en zij wil bereikbaar blijven. Slavik en zijn vriendin Natasja doen hun uiterste best om er een te vinden. Maar we stuiten op een bureaucratische hindernis. Om Maria's sim-kaart te vervangen moet ze ofwel in Rusland ingeschreven staan, of Russisch zijn. Een probleempje dus. Slavik en Natasje proberen van alles, maar een oplossing vinden ze niet.



Ik heb maar een volledige dag tussen mijn aankomst en de start van een BRM (Brevet Randonneur Mondial) op zaterdagochtend. Gelukkikg heb ik het meeste meegenomen van thuis, ik kan deze dag dus vrij besteden. Ik zwerf doelloos door de stad, geniet het leven in St. Petersburg. Dat doe ik graag in vreemde steden, de toeristische attracties links laten liggen en sfeer snuiven. Sfeer is er genoeg. Duidelijk valt te merken dat St. Petersburg nog altijd een marinestad is. Overal zie je matrozen die er hun gemak van nemen.



Vlakbij de Pantzerkreuzer Aurora zie ik een kleine ceremonie bij een monument. Ik twijfel niet en grijp mijn camera en lenzen. Ik schiet een hele serie. Een Russische fotograaf spreekt me in het Russisch aan, denkend dat ik een collega van hem ben. Mijn vermomming werkt dus prima. Later hoor ik van een TV-journaliste dat het een herdenking is van de verjaardag van de Russische marine.















De mooie panden van St. Petersburg heb ik al vaker gezien. Ik bekijk ze alleen maar van buiten. Na uren van rondzwerven ga ik terug naar Fontanka. Onderweg koop ik nog wat eten in voor morgen. Slavik heeft me uitgenodigd om vanavond mee te doen met een witte-nachten fietstocht, tot in de vroege uurtjes. Ik heb de uitnodiging afgewezen, morgenvroeg om 7 uur moet ik starten, bij het Leninmonument voor het Finland station.
Thoricalzaterdag 28 augustus 2004 @ 01:11
"Slavik heeft me uitgenodigd om vanavond mee te doen met een witte-nachten fietstocht, tot in de vroege uurtjes."
De meeste Russen die me zo iets voorstelden kon ik vertrouwen en was het iets eenmaligs dat nooit meer terug kon komen.
Maar jij hebt een andere ingang tot het RU leven dan ik.
ultra_ivozaterdag 28 augustus 2004 @ 05:21
Normaal zou ik de uitnodiging van Slavik aangenomen hebben, hem kan ik helemaal vertrouwen. Dit keer was me de Ladoga 800 iets belangrijker, de hoofdreden voor mij om naar St. Petersburg te komen. Ik moet nog wat dia's inscannen, als dat gebeurt is dan zie kun je een fors verslag hiervan tegemoet zien.

Ivo
Sessyzaterdag 28 augustus 2004 @ 18:45
Gefeliciteerd.
Hey Ivo het valt me tegen dat jullie de Ivan Kupala (Johan de Doper) vuurspringen en de witte-nachtelijke duik niet hebben meegemaakt daar?

Enneh ivo
Chizjik pizjik gde ti bil?
U Fontanki Vodku pil!
Vipil rumku
Vipil dve
Zakruzjilos' v golove!

Ze hebben er zo'n chizjik geplaatst bij de fontanka he, alleen wordt die de hele tijd gejat. Alleen origineel was het niet een vogel die de vodka dronk in het liedje, maar bedoelden ze een leerling van een of andere kostschool die een uniform had dat erg aan de vogel deed denken.
ultra_ivozaterdag 28 augustus 2004 @ 19:31
quote:
Op zaterdag 28 augustus 2004 18:45 schreef Sessy het volgende:
Gefeliciteerd.
Hey Ivo het valt me tegen dat jullie de Ivan Kupala (Johan de Doper) vuurspringen en de witte-nachtelijke duik niet hebben meegemaakt daar?
Het verslag is nog niet af
Ivan Kupala heb ik al meerdere keren meegemaakt tijdens Russische esperanto bijeenkomsten. Ik moet de foto's nog precies bekijken, maar Ocjo heeft het ons voorgedaan.

Ivo
ultra_ivozaterdag 28 augustus 2004 @ 19:40
Ik heb even in m'n fotoarchief gekeken, maar twee foto's van een Ivan Kupala feest heb ik ingescand (ik heb er tientallen). Maar even ter illustratie, zo ziet men er uit:





Ivo
ultra_ivozondag 29 augustus 2004 @ 18:02
Halverwege de afdaling naar Kurkijokki moet ik plotseling vol in de remmen.
Vlak voor me houdt de weg plotseling op. Bonkend via gruis en wasbord kom ik
tot stilstand. Er was aangekondigd dat er 40km ongeasfalteerde weg in de Ladoga
800 zat, maar dit is toch wel erg drastisch. Ik kan kiezen tussen los gruis,
wasbord of de berm. Het lijkst wel alsof ik met een tijdmachine naar een
vooroorlogse Tour de France verplaatst ben, een Tour de France van voor de
eerste Wereldoorlog dan wel. Moet ik nu niet mijn reservebanden om de schouder
slaan? Waar is m'n stofbril?



Een groter kontrast met de eerste kilometers is niet te bedenken. Op
zaterdagochtend vertrekken we met een twintigtal fietsers vanuit St.
Petersburg. Via de snelweg naar Moermansk worden we in oostelijke richting
geblazen. Het asfalt is goed, de weg niet te druk en het peloton draait goed.
Aan de rand van de stad gaan 4 rijdes terug, ze doen niet mee met het brevet.
De rest rijdt stevig door. Iedereen doet zijn werk. Alleen het praten met de
andere deelnemers is wat moeizaam. Ik spreek belabberd Russisch, de meeste
Russen zijn niet gewend veel Engels te praten. Maar al met al lukt het wel.
Voorbij Kirovsk wordt de weg smaller, verandert in een gewone tweebaansweg met
een matige hoeveelheid verkeer.



Diit stuk ken ik, hier reed ik in '99. Het
eerste deel is vlak, maar ik moet zien dat ik genoeg overhou om na zo'n 100km
een paar klimmetjes in het peloton te overleven. Dat lukt allemaal zonder
probleem. Vlak voor de eerste controle (na 128km) begint het te regenen. Een
vrijwel ideaal moment. In een café'tje zitten we de regen uit. Een van de
organisatoren verdeelt inmiddels speciale papieren. Het brevet voert door een
speciaal grensgebied, daar is een vergunning voor nodig. Ik schuif mijn
vergunning in mijn paspooort en berg het geheel goed op.
Het grootste gedeelte van de groep vertrekt gezamenlijk. De eerste kiloemters
wordt langzaam gereden om de niet zo snelle vertrekkrs de gelegenheid te bieden
om bij de groep te komen. Inmiddels regent het niet meer. Ook nu loopt het
groepsrijden soepel.



De enige dame in het gezelschap regiseert het
groepsrijden. Zij koerste zo'n 10-15 jaar geleden op landelijk niveau in de
Sovjet-Unie, en rijdt nog steeds erg goed. Engels spreken gaat haar wat
slechter af, maar in een mix van engels en russisch lukt het toch om wat te
praten. Haar stadsgenoot is er wat minde aan toe. Hij is een sterke rijder,
maar veel te zenuwachtig. Al bij de start, voordat ik hem had zien rijden,
kreeg ik al de indruk dat hij het niet zou halen, een veel te nerveus gezicht.
Maar vooralsnog gaat alles goed. De groep rijdt stevig door. Een enkele rijder
moet zelfs lossen.
Tenminste, zolang het droog is gaat alles goed. Een paar uur later begint het
weer te regenen. Ik wacht niet op een te late groepsbeslissing maar stop en
haal mijn regenjack te voorschijn. Het regent echt serieus nu. Alleen rijd ik
verder, ik weet dat er nog rijders achter mij zijn. In Pasja stop ik om te
ravitailleren. Water, cola en wat broodjes. Mueslirepen zijn hier niet te
krijgen, maar de Russische bakkers zijn zeer goed in het bakken van lekkere
broodjes. Als ik terug op de route ben zie ik niemand. Maar erg is het niet, de
route is erg eenvoudig, de eerste 215km volgen we de M18, de snelweg naar
Moermansk. Het is wel speciaal, af en toe zie je borden staan van het
type 'Moermansk 1320km'. Enkele kilometers later zie ik een jonge rijder bij
een tankstation. Hij wil net wegrijden. Ik doe het wat rustiger aan en laat hem
bij komen. Ik zie direkt dat hij niet zo ervaren is, hij rijdt te snel en te
ontrustig. Ik laat hem rustig gaan. Enkele tientallen kilometers zie ik hem
terug, hij kan het hoge tempo niet volhouden. Nu blijft hij wel bij me. Samen
rijden we door naar Lodejnoje Polje. Hier is een controle. Maar de controleurs
zitten in een auto. We weten dat, dus eerst doen we de kroeg aan waar een
aantal andere deelnemers ook al zitten. Een deel van de fietsen staat gewoon
binnen. Langzaam druppelen ook andere rijders binnen, de regen heeft het
peloton helemaal uit elkaar geslagen.



Maar weer is het droog als we verdergaan, opnieuw in groep. Met z'n 8-en rijden
we verder naar de controle. Vanaf hier is het goed planenn. De afstand tussen
de dorpen groeit sterk. 20-30km grote leegte is niets. Je moet dus goed plannen
om eten en drinken te kopen. Gelukkig is in vrijwel iedere grote plaats een 24-
uurs winkel. Aan vaste winkelsluitingstijden of zondagsrust doet men niet in
Rusland, een paradijs voor de randonneur. Zo besluit ik in Megrega de groep te
verlaten om wat te eten. Als ik voor het winkeltje zit komt de organisator
Michaïl voorbij. Ik zeg hem dat hij niet hoeft te wachten en het peloton een
minuut of 10 voor hem rijdt. Als mijn ijs op is rij ik verder. Binnen een paar
minuten kan ik stoppen om mijn regenjack aan te trekken. Zo'n 10km verder rij
ik door Olonets. Hier zie ik vrijwel de hele groep verzameld in het busstation.



Ik stop ook. Samen rijden we verder, maar bij het verlaten van Olonets krijg ik
een lekke band. Er blijkt een gat in m'n buitenband te zitten. Gelukkig heb ik
een vouwband bij me, dit keer een cycle-crossband die dik genoeg is om de
slechte wegen uit te houden. Lana en Andrej uit Vladimir stoppen ook. Nadat ik
alles verwisseld heb rijden we verder. Lana herinnert zich al steeds meer van
het Engels dat ze ooit geleerd heeft. We kunnen nu een redelijk gesprek voeren.
Dat maakt het rijden toch wat aangenamer. Zij werkt in Vladimir als
kraanmachiniste. Ik vertel haar dat in Nederland dit ongebruikelijk is voor
vrouwen, iets wat zij bijna niet kan geloven. "Je zet toch geen rokende en
zuipende kerel op een kraan? Dat werk kun je beter door vrouwen laten doen, die
zijn tenminste nuchter." Bij een van mijn eerdere reizen ontmoette ik al eens
een gepensioneerde troktorbestuurdster. Al in de jaren 30 waren er
staatscampagnes om vrouwen in technische funktie's te krijgen. Zij is van haar
kant weer verbaast als ik haar vertel dat ik een aantal jareen geleden in
Ivanovo heb geschaatst, en daar zelfs een van de kampioenschappen won. Met
Andrej is de conversatie veel moeilijker. Zijn Engels is heel beperkt, en wordt
ook niet echt beter.
Al pratend vergaat de tijd snel tot de controle van Vidnitsa. Een klein groepje
van de organiserende club, Baltische Ster St. Petersburg, heeft wat tenten aan
het Ladoga meer opgeslagen. Een enkele pijl tegen een boom, en klaar is de
controle.





Direkt na aankomst krijg ik een mok thee in de hand gedrukt en een
bord kasha op schoot. Aan het kampvuur kan ik me opwarmen. Een harde wind waait
vanaf het Ladogameer. Een groot aantal rijders besluit door te rijden. Het
wordt niet echt donker op deze hoogte. Ik besluit wat te slapen, het is
vakantie en ik ben hier niet gekomen om een snelle tijd neer te zetten. Ik weet
Lana ervan te overtuigen dat 8 uur slapen voor een randonneur toch echt wat
teveel is, de start wordt vastgesteld op morgenochtend 5 uur, een uur voordat
de controle dicht gaat.
ultra_ivozondag 29 augustus 2004 @ 18:08
Echt veel kan ik niet slapen tijdens de nacht. Ik heb twee keuze's, uit de wind
liggen en lekgestoken worden door de muggen, of naast het kampvuur in de wind
liggen. Gelukkig komt redelijk snel een plek in de tent vrij zodat ik toch nog
een uurtje of 3 slaap haal. Eigenlijk behoorlijk veel voor een brevet. Vanwege
de kou vertrekken we vroeger dan gepland, om half 5. We zijn nu met vier, Lana,
Dima, Andrej en ik. Dima reed gisteren ook al slecht, hij kan niet zíjn lijn
houden en rijdt heel onrustig. Andrej rijdt even sterk als gisteren. Het is
voor hem echt oppassen dat hij niet de hele groep lost als hij op kop rijdt.
Lana is duidelijk slecht de nacht doorgekomen. In een niet al te snel tempo
rijden we naar het noorden. De eerste uren gebeurt er eigenlijk niks. Om de 10-
20 kilometer paseren we een klein dorp, alle winkels zijn nog dicht. Pas na
75km komen we in een grotere plaats, Pitkjaranta. We zijn inmiddels al in
Karelië, een Fins-talig gebied in Rusland. Ooit behoorde dit tot Finland. In
Pitkjaranta stoppen we bij een winkel en kopen ons ontbijt. Gelukkig is het nu
droog. In de zon eten we alles op.



Na een klein uur wil ik verder gaan maar
Lana zegt dat zij en Dima niet meerijden. Ze is wat ziek geworden. Andrej
twijfelt nog maar besluit even later ook te stoppen. Ik blijf niet te lang
treuzelen en rijd door terwijl zij richting station gaan.
Zo'n 20km na Pitkjaranta moet een controle zijn in een motel. Maar 20km
verderop is er geen enkele plaats die Ljaskelja heet. Langzaam rijd ik door, ik
wil vooral geen eenzaam motel voorbijrijden dat de controle had kunnen zijn. Na
een tijdje zie ik een bord bij de afslag naar Impilachti. Dat staat tenminste
op de kaart, maar vanaf hier is het nog dik 10km naar Ljaskelja. Michaïl heeft
dus een telfout gemaakt bij het schrijven van de route. Nu weet ik waar ik ben
en hoe lang het nog is, het tempo kan weer omhoog. Een half uurtje later rijd
ik Ljaskelja binnen. Vanaf de brug is er een mooi uitzicht. Ik stop en maak wat
foto's.



Direkt na de brug moet ik stoppen, politiecontrole. Ik geef hen mijn
paspoort. Die wordt helemaal doorgelezen, iedere stempel en ieder oud visum
wordt gecontroleerd. Na een minuut of 5 krijg ik kommentaar dat ik nog niet
geregistreerd ben. Dit hoeft ook nog niet, de termijn hiervoor is nog niet
verstreken. Ik maak dit duidelijk door mijn controlekaart te laten zien, ik ben
gisteren vertrokken uit St. Petersburg, dus ik ben minder dan drie dagen in de
stad gebleven. Aandachtig wordt de controlekaart bekeken. Het lukt me om het
gespreksonderwerp te veranderen. In mijn kaartenvakje zit een Engelse
routebeschrijving, maar ik heb ook een Russische. Die laat ik hen lezen. Nu is
mijn paspoort niet interesant meer. De deelnemerslijst is helemaal voor hen
ideaal. Als ze die aan het lezen zijn komen er nog twee rijders aanrijden,
Vitali en Andrej uit St. Petersburg. Ook zij worden gecontroleerd en bevestigen
wat ik gezegd heb. De agenten hebben graag een deelnemerslijst, dan kunnen ze
vanavond een goed raport schrijven over wat ze waargenomen hebben. Ik geef mijn
lijst af.



De agenten begeleiden ons naar het motel. Hier hangt een briefje dat ze
gesloten zijn en we ergens anders moeten stempelen. Volgens de agenten is even
verderop in het plaatsje een benzinepomp. Daar is inderdaad een stempel, een
ongebruikelijk iets in Rusland. Meestal wordt er bij een controle met de hand
afgetekend. Ook nu schrijft Andrej als oudtse op iedere controlekaart van ons
dat het motel dicht is. Bij de benzinepomp is weinig eten. Vitali stelt voor om
in de eerste grotere plaats, Sortavala, te eten. Dat is een prima idee. Samen
rijden we door langs de oever van het Ladogameer. Hier is de weg werkelijk
schitterend, ik maak veel foto's. Wel merk ik dat Vitali en Andrej beter
klimmen dan ik.



In Sortavala merk ik direkt dat ik in Karelië ben. Hier zijn niet alleen maar
opschriften in het Russich, maar ook in het Karelisch. In een klein café
bestelt Vitali eten. Helaas heb ik hem vergeten te vertellen dat ik vegetariër
ben, maar het lukt me toch nog wat eetbaars te krijgen. na een half uurtje
rijden we verder. Al snel merk ik dat ik hen bergop niet meer kan volgen. Dit
stuk van de route is behoorlijk heuvelachtig. Ik zeg hen dan ook dat ze door
moeten rijden. Regelmatig zie ik hen nog even, vooral na lange afdalingen. Maar
ik rijd toch vooral alleen. De route blijft mooi, ik geniet er echt van.
Niet zo ver voorbij Sortavala is er weer een controleplaats, in Lachdenpokja.
Hier zie ik Andrej en Vitali weer even, zij nemen een lange pauze. Daarna
rijden ze weer sneller. Dat is ook niet verwonderlijk. Zij stoppen na 600km,
morgenvroeg moeten ze weer werken. Ik moet nog overhouden voor een extra 200km.
De volgende 90km worden de zwaarste van de hele rit. Er zit een stuk van 40km
onverharde weg in. En aan deze onverharde weg liggen amper dorpen.



De eerste
5km van de onverharde weg gaan erg moeizaam. Maar na een tijde krijg ik er grip
op. Bergaf ga ik zo hard mogelijk over het wasbord. Bergop rijd ik in de berm,
daar zijn de minste kuilen en gaten. Maar als er een kuil is is die gelijk heel
diep. Voorzichtig rijd ik er omheen. Twee keer moet ik te voet verder. De berm
is dan erg zacht en mijn achterwiel draait door. In de twee dorpjes aan het
onverharde stuk stop ik om wat te eten en mijn handen rust te gunnen. Gelukkig
zijn niet de hele 800km zo erg. Ik begin erg veel respekt te krijgen voor de
oude wielrenners die hele klassiekers over dergelijke wegen reden.
Ergens halverwege dit stuk hoor ik plotselin geen hels kabaal van achter een
heuvel. Plotseling komt een Lada vol gas door de bocht driften. Het lijkt wel
een rally. Gelukkig heeft de chaufeur zijn wagen nog goed onder controle.
Direkt na het slechte stuk zie ik Vitali en Andrej weer. Ze moesten een tijdje
stoppen om de derailleur van Vitali te repareren, die was afgebroken. Maar wat
touw en metaal doen wonderen.



Nu rijdt Andrej slecht. Eigenlijk zou hij de
snelste op dit stuk moeten zijn, met 2 inch brede banden en naafversnellingen
heeft hij een van de beste fietsen voor dit stuk. Maar hij komt maar langzaam
vooruit. Vooral omdat we het asfalt nu goed moeten zoeken tussen de gaten door.
Ik moet nu doorrijden van hen, ik heb de tijd nodig voor het volgende stuk.
De volgende controle is heel goed aangegeven op een landkaartje. Maar het
probleem is dat daar maar tot 17u45 mensen zijn, en het is nu al veel later.



Toch zie ik een tent en behoorlijk wat fietsers als ik voorbij het Molodozjnoje
meer rijd. Michaïl heeft de controleurs van dienst afgelost en rijdt niet
verder. Dat is wel handig, thee en spaghetti zijn klaar als ik aankom. Een
minuut of wat later komen Andrej en Vitali aan. Tot mijn verbazing zijn Lana en
Andrej uit Vladimir er ook. Zij hebben een trein via Sortavala genomen en
besloten te gaan kijken bij de controle. Nog voordat ik wegrijdt gaan zij weg
met het plan een nachttrein naar St. Petersburg te nemen vanuit Priozersk. Ik
eet nog wat en ga dan ook op weg, door de schemering naar de volgende controle
in Losevo.
ultra_ivozondag 29 augustus 2004 @ 18:10
Vlak na de controle aan het Molodezjnaja meer rijd ik door Priozersk. Hier zijn
nog een aantal winkels open. Ik doe gelijk boodschappen voor de hele nacht. Dat
moet ook wel, na Priozersk kom ik maar door twee kleine dorpjes. De nacht wordt
hiermee behoorlijk saai. Lange rechte wegen door de bossen, vals plat omhoog of
omlaag. En natuurlijk en behoorlijke wind op kop. Echt snel gaat het dan ook
niet meer. Pas als de bossen ophouden weet ik dat ik in de buurt van de
controle van Losevo ben. Even de brug over en vanaf daar moet ik oppassen. Bij
de routebeschrijving zat een kaartje. Direkt na de brug moet ik een onverhard
weggetje in, mijn fiets over de spoorwegrails tillen, en dan kom ik op een
onofficiele camping. En inderdaad, daar staat een groene tent met wat
knipperlichtjes. Direkt komt de cotnroleur van dienst uit de tent. Ik zie ook
al twee bekende fietsen liggen, die van Lana en Andrej. Maar die twee zouden
toch in Priozersk in de trein stappen? Ze slapen nu, dus ik kan het hen niet
vragen. Slapen doe ik trouwens direkt. Ik wou eigenlijk tot 6 uur slapen, maar
de controleur wil direkt na het sluiten van de controle om 5 uur weg, hij moet
nog gaan werken vandaag, in St. Petersburg natuurlijk.
Als ik wakker wordt is het koud en het regent. Niet echt lekker weer om te
starten. Ik moet direkt mijn reddignsdeken erbij pakken om het niet te koud te
krijgen. Ook Lana en Andrej zijn al wakker. We besluiten samen verder te
rijden. De controleur heeft de tenten al ingepakt als we onze fietsen pakken.
Met een grote boog rijden we naar Pervomajskoje. De direkte weg is zeer slecht
weet Andrej me te vertellen. Na een tiental kilometers rijd ik lek. Tijdens het
wisselen van de binnenband merk ik dat Andrej het erg koud heeft. Het blijkt
dat hij veel te weinig kleren bij zich heeft. En dat wat hij bij zich heeft is
allemaal kletsnat. Ik haal een stuk reddingsdeken uit mijn tas, snijd er een
gat voor zijn hoofd in, en gef het hem. Hij is even verbaast, weet niet wat te
doen. Lana heeft het wel direkt door en zij helpt hem de reddingsdeken onder
zijn kleren te doen. In de tussentijd maak ik mijn wiel in orde.



Even later komen we bij de oude snelweg Helsinki-st. Petersburg. Die moeten we
een heel eind volgen. Het is goed te merken dat het de oude weg is, erg goed
onderhouden wordt die niet meer. Maar nog altijd veel beter dan de onverhard
weg bij het meer. Pervomajskoje bereiken we zonder problemen. We gaan op zoek
naar een caf'e om wat thee te drinken. Koud hebben we het allemaal. Maar een
open cafe is niet te vinden. Onder het afdak van een gesloten cafe plunderen we
dan maar onze tassen.



De bewoonde wereld bereiken we al snel. Een kort stukje
over de nieuwe snelweg, en dan de juiste afslag rechts naar Zjelenogorsk. Hier
ben ik ook al eens geweest. Ik weet dus de weg en we vinden de doorgaande weg
langs de Oostzee direkt. En gelijk is het druk. De dorpjes langs de zee leven
overduidelijk van het toerisme. Veel strandcafe's veel restaurantjes en veel
verkeer. Tussen de bebouwing door kunnen we af en toe de zee zien. Halverwege
stoppen we in Repino. Eindelijk is er een betaalbaar cafe open. En ze hebben
ook nog eens goed eten. We hebben ruim de tijd, we kunnen lang blijven zitten.
Repino is zowat al een buitenwijk van St. Petersburg. Het blijft erg druk. Via
goede, maar drukke, wegen rijden we door. Toch komen er nog wat probleempjes
bij mij. Ik krijg een enorme slaapaanval. Normaal zou ik dan even langs de weg
gaan liggen, maar daarvoor is het te druk. Andrej blijft gewoon op kop
doorbeulen, Lana rijdt schuin achter me en stoot me wakker als ik in slaap
dreig te vallen. Echt ideaal is deze situatie. Gelukkig is de slaapaanval
voorbij als we echt de stad inrijden. Andrej blijft doorrrijden. Al een tijdje
in de stad vraag ik hem of hij de weg weet. "Nee", is het simpele antwoord. Ik
laat iedereen stoppen bij het eerste afdakje. We bekijken de routebeschrijving.
Bij een monument moeten we rechtsaf. Andrej kijkt de straat in en ziet direkt
het monument. We zijn net op tijd gestopt om de routebeschrijving te
controleren.
We rijden dus rechtsaf naar een stadion. Er zijn twee gebouwtjes open, Andrej
controleert het ene, ik het andere gebouw. Hij vindt niets ik vind een van de
andere deelnemers die de eindcontrole doet. We worden direkt warm verwelkomd.
De fietsen worden naar binnen gedragen en wij worden direkt naar een ander
gebouw gestuurd. Daar is een sauna die direkt warmgestookt wordt. Zo kunnen we
snel opwarmen. Helaas zijn de douches alleen koud. Nog in de sauna wordt ons al
warme thee en eten gebracht. Weer helemaal opgewarmd gaan we naar het andere
gebouwtje waar we nog eens uitgebreid kunnen eten en de tocht nabespreken.



's Avonds ga ik er nog een keer op uit. Bij Michail thuis is een klein feestje
ter gelegenheid van de Ladoga 800. Hij vertoont nog wat DVD's van fietsreizen,
mijn CD met PBP-foto's wordt ook gretig bekeken. Een passend slot voor een heel
mooie fietstocht.

Dagobertzondag 29 augustus 2004 @ 19:59
Wow wat een avontuur! Klinkt geweldig, zou er alleen zelf niet echt snel aan moeten denken, al is Rusland wel een bijzonder land natuurlijk
I.R.Baboonzondag 29 augustus 2004 @ 20:01
Echt ultiem tof, dit.
Sessyzondag 29 augustus 2004 @ 20:05
Haha dat wijfje met de panty met de tekeningen! Lijkt Barbiegirl wel, een Russin die hier vorig jaar kwam voor de wereldkampioenschappen 24-uurs loop (Sascha logeerde toen bij ons, de rest ergens in een hotel)
24 uurs loop is dus 24 uur hardrennen en zo ver mogelijk zien te komen in die 24 uur. Zij komt in een zuurstokroze pakje met een boa op borsthoogte en een centimeterlaag make-up de start op. En zette bijna een wereldrecord ook!

"Jest jesho zjenshini v Russkih seleniah!"
Er zijn nog VROUWEN in de Russische nederzettingen!

Van het type kraanmachiniste. Van het type, "stopt een rennend paard, gaat een brandend huis binnen".
Aww
ultra_ivozondag 29 augustus 2004 @ 20:29
quote:
Op zondag 29 augustus 2004 20:05 schreef Sessy het volgende:
"Jest jesho zjenshini v Russkih seleniah!"
Er zijn nog VROUWEN in de Russische nederzettingen!

Van het type kraanmachiniste. Van het type, "stopt een rennend paard, gaat een brandend huis binnen".
Aww
Zo'n type RUssinnen kom ik vaker tegen, vooral ergens tijdens kampeerweekenden diep in de bossen, aan een of andere rivier die schoon genoeg is om uit te drinken Voor niets en niemand bang, kunnen in de stromende regen nog een kampvuur maken.

Ivo
Liejannuhzondag 29 augustus 2004 @ 20:42
Leuk verslag Ivo!
qwerty_xzondag 29 augustus 2004 @ 21:29
Kto voobshe eta Sessy tut ? Govorit po-russki kak budto russkaya ?!
Sessyzondag 29 augustus 2004 @ 23:22
A ty-to kem javliajeshsia? Ja Russkaja i jest'. V profile imia posmotri?
Inache otkuda u menia Shtirlitz v avatare? Da i signature.
(U tebia fotoboek zakryt, no ne horosho eto spam zdes' ustraivat', tak shto ICQ i homepage v profile otishi koli prodolzjit pozjelajesh... Tol'ko e-mail ne ispol'zui, on voobshe-to ne moi.)

(Whoops, rustig maar mods, we gaan dit topic niet spammen hoor. Dat was net een voorstel om het op icq voort te zetten, mocht hij dat willen.)

Vertaling voor de nieuwsgierige aagjes:
En wie ben jij? Ik ben wel Russisch, niet alleen alsof. Kijk maar naar de naam in de profile, de avatar, de signature. Jouw fotoboek is gesloten, het is echter niet netjes spam hier te maken, dus als je dit van plan bent voort te zetten moet je m'n icq even opzoeken in de profile. Alleen de e-mail doet 't niet.)
ultra_ivomaandag 30 augustus 2004 @ 00:02
Teruggekomen in het esperantocentrum van St. Petersburg merk ik dat het er inmiddels aardig vol is. Komende zaterdag begint in Kovrov (vlakbij Vladimir) het IJK (Internationaal Jongeren Congres), de belangrijkste internationale jongerenbijeenkomst voor esperantisten. In St. Petersburg en Moskou zijn er voorbijeenkomsten, voor een weekje op en neer is wat krapjes voor de meeste mensen. Ik kom dan ook direkt veel oude vrienden tegen.



Zjenja uit Kiev



Nastja uit St. Petersburg



Pier-Luigi uit Blera (Italië)

Het wordt dan ook direkt een gezellige avond. Niet dat ik er veel aan heb, ik val om van de slaap. Ik reageer dan ook niet als Katja uit St. Petersburg vraagt wie er mee de straat op gaat, wandelen door de witte nachten langs de openstaande bruggen. Zoran en z'n maatje uit Kroatïë wel, die springen als een man op en vergezellen Katja



Ergens halverwege de nacht schrik ik wakker van de bel. Het duurt een paar minuten voor ik besef waar ik ben en wat er te doen is. Ik sjok naar de deur. Katja komt Zoran en z'n maat afleveren. ZIj is teleurgesteld. "Zij zouden de héle nacht met me door de stad wandelen, maar ze willen nu al terug, ook fraai zeg. Nu moet ik alleen door de stad lopen." Ik kan haar ook niet helpen en sjok terug naar m'n bed.
De volgende dag neem ik het ervan. Ik slaap lang uit, klets wat met nieuwe en oude vrienden en schrijf uren in een internetcafé aan m'n verslagen over de Ladoga 800. Voor de avond is er iets speciaals georganiseerd. We gaan eten vlakbij een meertje aan de rand van de stad. Met z'n allen gaan we de metro in tot de laatste halte. Bij de halte slaan we diverse versnaperingen in.



Onderweg naar het meertje ontdek ik een overwoekerde begraafplaats. Samen met Zoran maak ik er verwoed foto's.



Het is altijd gezellig om met een groep weg te gaan. Ook nu. We eten bij de keet van een waterskiclub. Niet luxe, maar dat hebben we toch niet nodig. Het uitzicht is in ieder geval mooi genoeg.





Met de laatste metro gaan we terug naar het centrum. Ook de volgende dag doe ik het kalm aan. Veel slapen, kletsen, internetten en door de stad lopen. Terwijl ik met Maria over Nevski prospekt loop zie ik plotseling voor me een kleine opstopping. Twee mensen beginnen op een straathoek heftig te discussiëren. Direkt daarna voel ik een vinger m'n broekzak ingaan. Ik duw de arm weg. Een erg doorzichtige poging tot zakkenrollen. Ik ontsnap eraan. Een française is minder gelukkig. Haar rugzak met fototoestel wordt gestolen. Direkt let iedereen veel meer op.
Op m'n laatste avond in St. Petersburg hebben we een busrit door de stad. Nastja is gids van beroep. Voor de verandering gidst ze nu niet in het Frans maar in het Esperanto. De stad blijft hetzelfde. Ik ben niet zo'n liefhebber van dergelijk kuddetoerisme, maar voor een keertje mag het wel. In ieder geval ben ik 's avonds nu eens op de mooie plekken.



Avond is in St. Petersburg begin juli een rekbaar begrip. Echt donker wordt het niet. Er is altijd veel volk op straat, zelfs midden in de nacht. Ook wij doen een duit in het zakje. Vrijwel niemand gaat direkt naar de rondrit terug, iedereen wil tenminste een keer de witte nachten meemaken. Met een man of tien duiken we een restaurantje binnen. het blijkt dat vrijwel iedereen voor de reis een beetje Russisch heeft geleerd. De weinige Russen die mee zijn hoeven dus amper te vertalen. Na het eten lopen we in verschillende groepjes door de stad. Samen met Hector uit Catalonië maak ik het niet te laat. Ik ben nog altijd aan het bijkomen van de fietstocht.
Op donderdag maak ik m'n verslagen af. In drie talen staan ze op diverse fora. Een treinkaartje naar Kovrov heb ik al op zak. Tijdens het IJK ben ik groepsleider, op zaterdagochtend is er training voor de groepsleiders en ik heb geen zin me te haasten. Donderdagavond sta ik dan ook op tijd op het station. Met fiets en veel bagage. Als ik bij de trein aankomt hebben de conductrice's het niet meer. Een fiets, en ook nog met zoveel bagage. Ik laat hen rustig uitrazen terwijl ik mijn bagage aflaad en m'n fiets begin te demonteren. Na een minuutje of tien worden de conductrice's al een stuk rustiger. Ik mag m'n spullen in de trein zetten, dan praten we er naderhand wel weer over. Nauwelijks heb ik alles op de bagageplanken boven m'n bed gelegd als een van de conductrice's aankomt. Ik moet haar volgen door de halve trein totdat we bij de hoofdconductrice aankomen. De toon is direkt al een stuk vriendelijker. Niet alleen wordt me gevraagd hoeveel m'n bagage weegt, maar ook waar ik naartoe ga, of ik kinderen heb en van alles meer. Het gesprek wordt zelfs heel vriendelijk, de prijs voor m'n overbagage steeds lager. Uiteindelijk moet ik 28 roebel betalen. Het is de eerste keer dat ik in Rusland moet bijbetalen voor m'n fiets, maar 28 roebel is best te verteren. Ik ga weer terug naar m'n plek en slaap lekker totdat we vlakbij Kovrov zijn.
Sessymaandag 30 augustus 2004 @ 16:17
Haha die Zoran is me ook een man zeg, kan een meisje niet eens een nacht lang entertainen...
ultra_ivozondag 5 september 2004 @ 21:01
Ik kom 's ochtends in een nat Kovrov aan. Ik heb even een paar minuten nodig om me te orienteren, dan gaat het via een goede asfaltweg de stad uit, op weg naar een klein dorpje. De esperantobijeenkomst is in een turbaza, een soort trekkershuttencamping met wat centrale voorzieningen. Ik heb al vaak in turbaza's overnacht, is altijd prima te doen. Na een dik uur fietsen zie ik langs de weg de goede wegwijzer staan.



Er is nog bijna niemand als ik het terrein oprijd. Met wat zoeken kom ik het organisatiegroepje tegen. Ik ben de eerste die aankomt. De meeste organisatoren ken ik goed, ik wordt dan ook direkt ingezet bij wat voorbereidingen. Na eent ijde drinken we thee en eten we wat. Daarna ga ik me eens fatsoenlijk installeren. De hele turbaza bestaat uit twee delen, de bovenste met wat luxere accomodatie, en de lage met houten huisjes vlakbij de rivier. Er tussenin kan er gekampeerd worden. Ik zoek een rustig plekje voor mijn tent. Een probleem voor de zelfverzorgers is dat de dichtstbijzijnde winkel in een dorpje 6km verder is. Ik ben blij dat ik mijn fiets bij me heb. Morgen zal het erg druk zijn dus ik ga eerst uitgebreid boodschappen doen. Daarna de was doen in het wasgebouw van de turbaza en alles is weer rond.
's avonds wil ik koken. Maar er doet zich een probleem voor. Mijn brander wil niet.Ik heb speciaal een Russische benzinebrander meegenomen, die slikt tenminste alle soorten benzine. Maar nu doet het pompje het niet. Flink balen, hout zoeken en kampvuur maken. 's Avonds ga ik naar een andere turbaza een kilometer of 2-3 terug. Hier is een esperanto lesbijeenkomst in voorbereiding op het grote wereldcongres. Ook daar weer veel oude vrienden van me die in de organisatie zitten.
De volgende dag is vol. Ik ben groepsleider, wordt dus met de andere groepsleiers om 10 uur 's ochtends opgesloten in een kamer. Daar ondergaan we een training gegeven door Irina, een zeer ervaren esperantiste. We lachen heel wat af tijdens de training.

We krijgen ook de definitieve indeling te horen. Ik moet samen met Oksana uit Tver de gele groep leiden, dat is mooi, Oksana ken ik al jaren.
Laat in de middag zijn we klaar met de training. We mengen ons tussen de rest van de deelnemers. Er zijn al veel gekomen. De camping begint al aardig vol te raken. Continu komen er nieuwe mensen aan, zwaar bepakt met rugzakken.

Veel vrienden van me staan in mijn buurt. Tegenover me staat Misja, een kunstschilder uit Jalta. Hij vindt een tent niet genoeg, een soort van wigwamconstructie bouwt hij er nog eens overheen


's Avonds is dan de officiële opening. Dat is altijd een hele ceremonie. Ocjo is de ceremoniemeester. Hij is een pur-sang clown, weet het publiek vaak aan het lachen te krijgen. Een traditionele Russische welkomsceremonie is verwerkt in het programma, een groep meisjes brengt dansend brood met zout.



Uiteindelijk verklaart Bertrand, de voorziter van de wereldesperantojongeren het congres voor geopend.



Eindelijk mogen de groepsleiders in actie komen. De hele meute wordt verdeeld naar de diverse kleuren. Als ik de groep bekijk zie ik een aantal goede mensen in onze groep zitten. Oksana legt hen uit wat te doen staat.

We moeten een naam vezinnen en een opdracht uitkiezen. Al snel blijkt dat vrijwel iedereen in onze groep redelijk esperanto spreekt. Dat maakt het allemaal veel makkelijker. Van de enkeling die geen esperanto spreekt heb ik de indruk dat ze dat binenn een week wel kunnen.
Oksana's dochtertje wordt door ons afgevaardigd om de opdracht op te halen.

Iedere groep moet over 3 dagen een toneelstuk klaar hebben. Het thema is een Russisch sprookje, het genre word ook opgegeven. WIj moeten er een SF-verhaal van maken. Maar voordat we serieuzer gaan kennismaken en voorbereiden staat het eten klaar. Dat is wel welkom, iedereen heeft honger gekregen. Rondom Kovrov zijn veel legerbases. Van zo'n basis is een mobiele kookploeg gecharterd.



Na het eten komen we met de groep bij elkaar. AL snel hebben we de taken verdeeld. Dimitri uit Leeuwarden doet al jaren aan amateurtoneel. Hij wordt direkt tot regisseur benoemd. Dasja uit Rusland is erg handig, zij zorgt voor de rekwisiten. Petra uit Dutisland, Mikko uit FInland en Rut uit Portugal gaan het scenario schrijven. Het lijkt goed te lukken met onze groep. In alle rust kunnen we naar het centrale gebouw waar een concert van Pasja Korotenko een zanger uit Slavjansk (Oekraïne) plaatsvindt.

Na het concert wordt het erg laat, overal is nog van alles te doen, er zijn veel oude vrienden te begroeten en nieuwe te maken.
ultra_ivozondag 5 september 2004 @ 23:12
Eigenlijk had ik om half negen 's ochtends al bij een bijeenkomst voor groepsleiders moeten zijn. Maar het lukt me niet zo vroeg uit m'n tent te kruipen. Gelukkig is Oksana wel geweest en hoor ik van haar naderhand wat er besproken is. Het lukt ons om rond een uur of tien vrijwel iedereen van onze groep samen te hebben. Er begint al wat groepsgevoel te groeien. Dat is ook de bedoeling, veel nieuwelingen willen anders helemaal uit de boot vallen en niks meekrijgen. Naast het groepsleider izjn heb ik die dag nog wat belangrijkers te doen. Met onze fietsersgroep komen we bij elkaar. We bespreken wat komende fietstochten. Een kleine tien mensen melden zich ook als landelijk contactpersoon voor hun land. Organisatorisch zitten we na deze vergadering weer wat beter in elkaar. We zijn net op tijd klaar met vergaderen als het leukste deel van de dag begint. Enkele uren lang worden vergast op diverse Russische dorpsspelen. Klinkt oubollig, maar goed gebracht is het best leuk. Vooraf hieraan een folkloristisch optreden. Al snel werd het publiek erbij betrokken.

Eindlijk lukt het me om daarna een uurtje of wat overdag met vrienden door te brengen aan de rivier. Gelukkig zijn een aantal groepsleden goed bezig met het voorbereiden van het toneelstuk, ondanks dat er een grote groep van ons bezig was met het begeleiden van de diverse spelen.
Net als ik wil gaan koken breekt er een zware regenbui los. Da's flink balen, een kampvuur maken in de regen is toch wat erg lastig. Ik eet dan maar wat brood. De meeste mensen eten in de kantine van de turbaza. Ik kan me maar al te goed het nivo van het vegetarische voedsel in dit soort gelegenheden herinneren, ik kook liever zelf. Tijdens de regen trekt iedereen zich terug in het hoofdgebouw. Daar zijn genoeg gezellige ruimtes om wat te kletsen te drinken.
Het avondprogramma valt letterlijk in het water. Voor vandaag was het Ivan Kupala feest gepland en een groot kampvuur. Allebei erg onhandig in de regen. Voor velen een prima gelegenheid om even wat te slapen voordat ze de halve nacht doorhalen in de disco, kroeg of een andere plek.

Om middernacht komen we nog eens bij elkaar. Eindelijk kunnen we voor de eerste keer repeteren. Het is aan de ene kant een voordeel dat er veel goede esperantisten in de groep zitten, maar die worden door de organisatiegroep ook graag ingezet voor allerhande programmaonderdelen. Pas na middernacht was iedereen vrij.
Ook de halve volgende dag besteden we aan de voorbereiding van het toneelstukje. Diverse programmaonderdelen laat ik aan me voorbijgaan. Een rustige dag is een prima voorbereiding voor de avond. De presentatie van de toneelstukjes. Een aantal groepen hebben er ontzettend veel werk van gemaakt. Van de oorspronkelijke sprookjes is bijna niets overgebleven, alles is heel vrij geïnterpreteerd. Toneeltalent loopt er veel rond, een aantal mensen die normaal heel sloom overkomen blijken op het toneel plotseling heel anders te zijn. Ik schiet rolletje na rolletje vol.






Uren nadat we volgens het programma klaar hadden moeten zijn staat de laatste groep nog op het podium. Het publiek vermaakt zich perfekt. Het aangekondigde concert van het Kazachs/Zweedse duo Zjomart en Natasja begint pas uren later.
ultra_ivozondag 5 september 2004 @ 23:35
De volgende dag is duidelijk te merken dat bij iedereen de spanning eraf is. Het is lang rustig rond de tenten. Hier en daar legt iemand wat voorraden aan. Diverse groepjes koken op hout, boomstammen en takken worden aangesleept.

Weer anderen zijn echte verzamelaars geworden. De bessen en andere bosvruchten zijn behoorlijk rijp geworden. Her en der zijn kleine groepjes aan het verzamelen. Ook diegenen die eten in de kantine.



Tijdens het fotograferen merk ik dat Nastja inmiddels esperanto begint te spreken. Nu is er nog maar een in de groep die nog geen esperanto spreekt.
In de namiddag hebben we de laastste bijeenkomst van de groepsleiders. Hoe meer ik de verhalen van anderen hoor hoe beter ik begrijp dat we echt geluk hebben gehad. De meeste andere groepen hadden veel problemen, soms sprak de helft geen esperanto, vele groepsleiders moesten vrijwel alles zelf doen. En dan raakten ze zowat in paniek toen ze zagen dat wij nog na middernacht aan het repeteren waren
's avonds is er weer een probleempje, er zijn zoveel goede artiesten komen opdagen dat een podium niet genoeg is. Geliktijdig vinden er koncerten plaats, de een nog beter dan de ander. Perdita generacio uit Zweden en Noorwegen is de ondekking van dit IJK. Hun concert wordt een doorslaand succes. Zij maken er een mooie act van.




Het grootste gedeelte van deze groep is nog erg jong, dat wordt dus nog wat voor de komende jaren. Toch duurt de nacht nu niet te lang. Morgenochtend is er een excursie naar de steden Vladimir en Suzdal.
Ik besluit alleen naar Vladimir te gaan. Ik zal nog wel vaker in Rusland komen, Suzdal kan ik wel een andere keer bezoeken. Lana, met wie ik een groot deel van de Ladoga 800 heb gefietst, woont in Vladimir. Ik bel haar op en maak een afspraak voor de late middag/vroege avond.
De excursie is erg klassiek opgezet. Met z'n allen worden we met de bus naar Vladimir vervoerd. Daar krijgen we een rondleiding langs de belangrijkste bezienswaardigheden. Het is aardig om dat allemaal zo voorgeschoteld te krijgen. De kerken zijn zeker mooi, maar om dit nu persé met een grote groep te bezichtigen, daar heb ik toch mijn twijfels over het nut.
Vladimir is zeker een mooie stad. Het is overduidlijk een religieus centrum
.

Toch ben ik blij als de groep met de bus wegrijdt. Nu kan ik in alle rust de stad verder bekijken. Tijdens een regenbui bezoek ik een museum, ik ga even naar een internetcafé en slenter door de stad. Nu krijg ik eindelijk een gevoel voor de stad. Zo tegen een uur of vier loop ik rustig richting de buitenwijk waar Lana woont. Het is flink zoeken, straatnaambordjes zijn behoorlijk schaars in de binnenstraatjes, zeker omdat er ook nog verbouwd wordt. Bijna een half uur later dan afgesproken kom ik bij Lana aan.
We kletsen heel wat af, vooral over wielrennen en fietstochten. Het blijkt dat Lana tijdens het laatste gedeelte van de Sovjet tijd op landelijk niveau koerste. Zij heeft vrijwel de hele Sovjet-Unie zo gezien. Ook hoor ik waarom haar fietsmaatje ook opgav tijdens de Ladoga 800. Hij was gewoon bang om alleen met een ervaren rijder mee te rijden. Merkwaardig, ik ben jist opgeleid in de geest dat de ervaren rijders de nieuwelingen erdoorheen moeten slepen. Het word laat die nacht. Zoals gebruikelijk in Ruslan krijg ik het logeerbed aangeboden.
ultra_ivomaandag 6 september 2004 @ 11:19
In de ochtend fietst Lana naar haar werk, ik neem de bus naar het station. Vladimir is niet al te ver van Kovrov. Het laatste stukje duurt weer eens erg lang. Naar het kleine dorpje waar de turbaza is gaat er maar af en toe een bus. Ik moet lang wachten. Uiteindelijk ben ik pas rond de middag terug.
Ik heb zin in thee dus ga ik naar de benedenturbaza. Hier is een speciale kamer om rustig te relaxen met een kopje thee. Pavel uit Ivanovo heeft dit georganiseerd. Hij is arts en masseur. Altijd een goede combinatie. Het is behoorlijk populai hier, hij maakt er ook een hele theeceremonie van.


Langzaam wordt het steeds voller. Misja, kunstschilder uit Jalta, gaat een schildercursus geven. Die is behoorlijk populair. Ik blijf en tijdje hangen en maak weer eens veel te veel foto's.


Weer anderen doen een dutje, de zachte matrassen op de vloer nodigen hierto ook uit.

's Avonds zijn er opnieuw twee concerten. Zjomart en Natasja beginnen in de ene zaal terwijl in de hoofdzaal een groep uit Nizhnij Novgorod z'n spullen klaarzet. Ik heb hen al eens eerder gehoord, tijdens een esperantobijeenkomst twee jaar geleden. Een Russische groep die Ierse folkrock speelt. Dat gaat er altijd in. Het concert van hen is ook een doorslaand succes. Het duurt niet lang of het grootste gedeelte van het publiek staat op de dansvloer.


Simon uit Denemarken heeft kunnen regelen dat de Sauna niet meer 's avonds maar de hele nacht open is. Een prima plek om een paar uurtjes te relaxen voordatik me weer in het feestgedruis stort. Het is weer erg laat als ik naar m'n tent ga.
Het programma laat ik het programm tijdens de laatste dag. Ik ga naar de rivier waar al een groepje zit. Ook hier vermaken we ons weer prima.

Traditioneel haal je de laatste nacht door tijdens zo'n bijeenkomst, het is dus goed de krachten wat te sparen. Ik ga nog eens boodschappen doen. Morgen begint de lange reis naar Siberië. 's Avonds krijgen we weer eens een uitgebreid muzikaal programma. Alleen het concert van Misja Povoroin mislukt. Zijn zoontje wil zich gaan bemoeien met de opstelling van de geluidsinstallatie.

Na de officiële sluiting krijgen we eindelijk ons kampvuur en een vuurwerkshow. Bijna iedereen staat buiten de genieten.




Ik dump mijn camera in de tent en ga genieten van een lange nacht. Er is genoeg te doen, op minimaal vier plekken zitten mensen. Ik hou het op de disco, de sauna en het theehuis in de benedenbasa.
De meesten pakken 's ochtends hun rugzak in met slaperige ogen. Om 10 uur gaan er vier bussen weg in diverse richtingen, naar diverse andere bijeenkomsten.




Met een klein groepje blijven we over. In de middag fiets ik naar Kovrov om daar de trein te nemen richting Siberië.
ultra_ivozondag 19 september 2004 @ 15:49
De volgende drie dagen zijn een compleet contrast. In twee etappes maak ik de treinreis naar Siberië, naar Novosibirsk. Eerst met een stoptrein naar Nizhnij Novgorod, overnachten bei Aleksej, en dan in de vroege ochtend met de slaaptrein verder. Dit keer is er totaal geen discussie over onze fietsen, de conducteur helpt me zelfs met het gedeeltelijk demonteren van de fiets. Veel is er niet te doen. Het doorspreken van onze fietstocht duurt kort. De kaarten zijn duidelijk, onze wensen ook. Het stuk naar Kosh Agash ziet er te mooi uit om te laten liggen. Gelukkig heb ik een aardige voorraad leesmateriaal bij me. Aleksej doet wat de meeste Russen doen in de trein, naar buiten staren.



Onderweg belt hij Veniamin op. We komen in de vroege avond door Omsk. Veniamin is direct enthousiast en besluit ons te ontmoeten op het station. Daar is genoeg tijd voor, Omsk is een van de stations waar deze trein lang stopt. En inderdaad, in Omsk staan Veniamin en een andere esperantist op het perron. Ik heb hem sinds onze fietstocht van '98 niet meer gezien, maar hij is niet veel veranderd.



Rond middernacht Moskouwse tijd komen we aan in Novosibirsk. Klein probleempje, het is 3 uur 's ochtends Novosibirskse tijd. Door de nachtelijke stad fietsen we naar een noordelijke buitenwijk waar Katja woont. Haar ken ik al lang, nog vanuit de tijd dat ik in Litouwen studeerde. Nog een paar uurtjes slapen, gevolgd door een hele dag door Novosibirsk fietsen. We hebben nog wat spullen nodig voor onze fietstocht. Mijn brander doet het niet meer. In de tiende buitensportzaak vinden we wat we zoeken, een klassieke Russische benzinebrander. kost 1100 roebel (30 Euro) en doet het meestal goed. Ik ben verrast over de hoeveelheid goede buitensportzaken en fietsenwinkels in Novosibirsk. Deze stad is echt een oase van voorzieningen. En met de goede vliegverbindingen met Duitsland kan ik volgende keer met een gerust hart en niet teveel bagage naar Novosibirsk vliegen.
Pas in de avond komen we terug in het appartement van Katja. Zij is inmiddels al weg. Vanavond begint een esperantobijeenkomt een eindje buiten Novosibirsk. Een routebeschrijving ligt voor ons klaar. Ik vergelijk de beschrijving met de kaart en besluit een andere weg te nemen, rustiger en korter. Het is al bijna donker als we Novosibirsk verlaten. En natuurlijk begint het te regenen. Aleksej heeft niet veel ervaring met nachtritten, hij verlaat zich helemala op mij. De door Katja voorspelde 30km zijn al lang voorbij als we bij de stuwdam in de Ob komen. Net achter ons licht een prachtig verlicht kerkje, voor ons een onverlichte regennatte weg. Zonder veel problemen vinden we het zijweggetje naar de turbaza waar de bijeenkomst zal plaatsvinden. Maar nu begint het probleem. De beschrijving blijkt niet helemaal goed te zijn. Mensen zien we ook niet veel. Turbazas zijn er wel, in enorme hoeveelheden. Een enkele keer vragen we na bij een nachtwaker van een turbaza. Dit helpt allemaal niets. Aleksej pakt zijn GSM en belt Katja. Uiteindelijk vinden we de juiste turbaza. Bijna iedereen staat ons op te wachten.
De volgende ochtend zien we pas hoe mooi de plek is. Een schitterend uitzicht over het stuwmeer van de Ob, genoeg voorzieningen, zelfs een afdak met banken. Genoeg voor ons.





Alhoewel het weer er niet toe uitnodigt vermaken een aantal van ons zich in het stuwmeer. Ik bekijk nog eens kritisch mijn bagage. Ik heb veel te veel bij me. Een complete rugzak met overtollig spul laat ik achter. Op de terugweg zal ik die ophalen. De route spreken we nogmaals door met twee esperantisten uit Barnaul. Zij bevestigen dat we toch moeten registreren vanwege de vele politiecontroles onderweg. Zonder goede papieren komen we daar niet doorheen. We besluiten de route te veranderen en op maandag in Gorno-Altajsk te zijn. Met wat telefonisch navragen komen we er achter dat de trein die we naar Barnaul willen nemen ook vlakbij het stuwmeer stopt. Dat betekent dus twee uur langer slapen vanavond. Ik ga vroeg naar m'n slaapzak. Morgen begint het echte werk. Ik heb er zin in.
ultra_ivozondag 19 september 2004 @ 19:52
Na een korte treinreis komen we rond de middag in Barnaul aan. Dima staat ons al op te wachten samen met enkele lokale esperantisten. We zetten snel onze fietsen weer in elkaar en laden de bagage op. Vooral Dima popelt van ongeduld om te vertrekken. We nemen afscheid van de Barnaulse esperantisten en maken de officiële beginfoto.



Dima kent Barnaul goed. Zijn vrouw komt er vandaan. Hij ziet zijn schoonfamilie niet vaak, hij woont in Charkov, in het oostelijk gedeelte van de Oekraïne, toch al snel 3 dagen met de trein van Barnaul. Hij gidst ons de stad uit. Via de brug over de Ob rijden we het platteland op. Nu ben ik gewend dat in Rusland een plaatsnaambord ruim uitgevoerd wordt, Barnaul doet er nog een schepje bovenop. Metershoge letters staan er aan de oever van de Ob, naast de brug. Je moet stekeblind zijn om niet te zien dat je Barnaul in rijdt.



Al snel bereiken we de Chutski Trakt, de grote weg van Novosibirsk naar Mongolië. Deze weg is een leidraad tijdens onze reis, het grootste gedeelte van deze weg zullen we volgen. Voor een grote weg is ie relatief rustig. Veel personenauto's rijden er niet, wel veel vrachtverkeer.



Het rijden gaat erg vlot. Zonder dat we er erg in hebben vliegen de kilometers onder de wielen door. Ondanks de late start rijden we zo'n 75km. Vooral Dima is verbaast. Hij heeft nog nooit met een kilometerteller gereden. Ik ben tevreden over de groep. Ik hoef geen groepsgevoel te kweken, dat is er vanaf het begin. Tegen de avond vullen we onze waterflessen bij een klein dorpje. Een groepje ganzen scharrelt wat rond in de buurt van een roestige tractor.



Een kampeerplek vinden we 's avonds zonder probleem. Langs de weg wonen weinig mensen. Gewoon een kwestie van een zijweggetje inrijden, dan het bos in en ergens op een aangename plek de tent neerzetten.
Over het weer hebben we niets te klagen. Het is lekker warm, maar niet te warm. De noordenwind helpt ons een handje. Eigenlijk een te groot handje. We gaan wel erg snel naar het zuiden. Op zaterdagochtend zijn we nog geen 150km van Gorno-Altajsk af. Dat is wel erg dichtbij, we hebben geen zin de hele zondag door de stad te banjeren. We besluiten om na Biisk een ommetje te maken via diverse kleinere wegen. Onderweg naar Biisk willen we wat honing kopen bij een verkoper langs de kant van de weg. Hij is zo onder de indruk van onze plannen dat hij mijn honingfles gratis bijvult.



Biisk is een tegenvallende stad. Eigenlijk is Biisk alleen interesant voor treinreizigers, het is het laatste station voordat je de Republiek Altaj ingaat. De Loenly Planet beschrijft Biisk echter goed, twee uurtjes zijn genoeg voor ons om alle bezienswaardigheden te zien.



De stad is zeker niet klein (236.000 inwoners), maar een internetcafé zoeken we tevergeefs. We moeten ook lang zoeken naar de twee brug over de Bija. De brug waar de Chutski Trakt over voert is makkelijk te vinden. Maar wij willen een kleine hebben. Na lang zoeken vinden we de brug. Het is een pontonbrug die alleen via achterafstraatjes te bereiken is. Gewoon neergeplempt zonder logische aansluiting.



We hebben maar een paar kilometer om een goede kampeerplek te zoeken. Verderop, langs de Katun zijn er moerassen. Eerst proberen we links van de weg. We rijden een paar honderd meter het bos in en stoppen om een plekje te zoeken. Direct worden we aangevallen door hele zwermen muggen. Ik pak direkt mijn muggenspray en begin mijn benen en armen in te sprayen. Het helpt niet veel. Tientallen muggen zitten al op m'n benen en armen. Ook Aleksej en Dima worden aangevallen. We houden het maar een paar minuten vol en vluchten dan terug naar de weg. Dit is wel erg bar. Bij een tankstation buigen we een klein weggetje in. De eerste kilometer rijden we langs Datsja's, we zien de weg door een eindeloze vlakte verdergaan. Een kilometer of wat verder zien we een bossage langs de weg. Direkt erachter is een vlak gebied, voordat een akker begint. Niet ideaal als kampeerplek, maar het moet maar. Gelukkig zijn hier maar weinig muggen.
's Ochtends is Dima weer als eerste wakker. Hij wil zo min mogelijk in een tent slapen, wordt dus snel wakker van de zon. Terwijl we geen haast hebben zijn we toch vroeg op. Dat moet wel, de boeren beginnen het land te beperken. Een traktor op een tankonderstel komt vervaarlijk dicht in de buurt van onze tenten.



We breken snel op en rijden terug naar de weg. Als we vandaag weer zo snel rijden als gisteren zijn we een dag te vroeg in Gorno-Altajsk. Maar dat is niet nodig. Na een paar kilometer zien we een aangenaam meertje liggen. Hier hadden we moeten kamperen. Ik kijk de anderen aan en we besluiten direkt hier de ochtend door te brengen. We wassen onze kleren, Aleksej en Dima scheren zich, het weer nodigt uit om het ervan te nemen.







In de loop van de middag gaan we weer op pad. Iets moeten we toch nog doen vandaag. We steken de Katun over en verlaten de grote weg. Even het materiaal testen op een onverharde weg is wel handig voordat we de laatste stad van betekenis ingaan. Het onverhard rijden gaat redelijk. Aleksej en ik hebben er niet zo'n probleem mee. Dima meer. Hij rijdt op een oude Turist fiets van Oekraïense makelei. Een fiets die al heel wat kilometers gereden heeft. De versnellingen doen het niet goed.



We rijden door een ruim opgezet dorp. Na het dorp zien we hoe een groepje herders het vee binnendrijft. Met grote zwepen wordt het vee opgejaagd.



Na een tijdje merken we dat het weinige autoverkeer op het zandpad naast de weg rijdt. We proberen dit zandpad uit, dit rijdt inderdaad een stuk beter. Ook nu weer kamperen we direkt naast een akker. In de ochtend besluiten we om over het zandpad verder te rijden. Dit is welliswaar twee kategoriën slechter dan het keienpad, tenminste als we de kaart moeten geloven, maar het rijdt een stuk beter. Beter rijden doet het tot het begint te regenen. Direkt plakken onze banden vol modder, de wielen draaien mooizaam door de enorme hoeveelheden modder onder de spatborden.



Gelukkig is het nog maar een paar kilometer tot de verharde weg. Via een klein dorpje rijden we naar de brug over de Katun. Het is erg link hier, de brug is helemaal van ijzer, erg glibberig in de regen. Aan de overkant mogen we van de brugwachter schuilen in zijn huisje.



Ver is het niet meer naar Gorno-Altajsk. Tussen de regenbuien door rijden we erheen. Ook op zondag zijn er nog veel winkels open in Gorno-Altajsk. Maar het winkelen stellen we even uit. Het museum van Gorno-Altajsk sluit redelijk vroeg. Echt groot is het niet, maar een goed overzicht van de geschiedenis van het Altaj gebergte geeft het wel. Ik merk dat Aleksej een echte ingenieursopleiding heeft gehad. Van geschiedenis weet hij niet veel. Ik praat hem wat bij over de Mongoolse Hordes en andere basiskennis. Hij vertaalt voor mij de verschillende opschriften van de vitrines. Dima had geen zin in het museum, hij wacht buiten en kletst wat met voorbijgangers.
Tegen de avond zoeken we een overnachtingsplek. in Gorno-Altajsk is er een turbaza. Het overnachten hier is spotgoedkoop, 30 roebel (36 roebel = 1 euro). Helaas is de turbaza vol. Maar er is een bijgebouw waar we op de vloer kunnen slapen. Diverse andere reizigers komen die avond ook nog aan, ook zij slapen in het bijgebouw.
ultra_ivomaandag 20 september 2004 @ 12:29
Naar Gorno-Altajsk zijn we echter niet gekomen om musea te bezoeken. Bureaucraten bezoeken, dat is onze reden. Zowel Dima als ik moeten ons als buitenlanders nog eens extra laten registreren in de Republiek Altaj. Op maandagmorgen staan we dan ook stipt om 9 uur bij het kantoor van OVIR, de vreemdelingenregistratiedienst. Gelukkig zijn er weinig mensen, we zijn snel aan de beurt. Dima heeft geen enkel probleem. Zijn Oekraïense paspoort wordt snel geregistreerd. Wel moeten we nog even naar een bank om een klein bedrag (20 roebel) te gireren aan de OVIR. Bij mij zijn er wel wat problemen. Als de bureaucrate mijn visum bekijkt ziet ze dat ik een visum heb dat uitgegeven is op basis van een uitnodiging uit de Republiek Chuvasjië. "Dat gaat zo maar niet" antwoord ze, "ik heb een schriftelijk verzoek van de OVIR van de Republiek Chuvasjië nodig om u te registreren". Wat we ook doen, ze is niet te vermurwen. Aleksej gaat nog eens een keer naar binnen om haar te proberen te overtuigen. Ook dat lukt niet. Wel zegt ze dat we ons in elk rajoncentrum kunnen laten registreren en is ze zo vriendelijk om ons het faxnummer van de OVIR in Ust-Kan te geven, het volgende rajoncentrum waar we doorheenkomen.
Direkt gaan we naar het internetcentrum in het postkantoor van Gorno-Altajsk. De Esperantojongeren uit Cheboksari (hoofdstad van Chuvasjië) hebben mijn uitnodiging verzorgd. Aleksej kent alle Russische bureacratische begrippen en stuurt een urgent mailtje naar Sasja uit Cheboksari. We proberen haar ook te bellen maar ze is nog niet op kantoor. Dan Lena maar gebeld, van haar heb ik een mobiel nummer. Zij belooft om Sasja te bellen en te vragen dringend haar e-mail te bekijken.
De hele ochtend hebben we verloren met dit nutteloze gejaag op stempeltjes. We doen snel boodschappen en koken ons eten in het overwinningspark. Zoals overal in Rusland staat er een groot monument ter nagedachtenis aan de 2e Wereldoorlog.



Op de kaart dacht ik een afkorting gevonden te hebben vanuit Gorno-Altajsk naar de vallei van de Katun. Dacht ik, de afkoritng loopt ergens dood. Via een wandelpaadje dalen we weer af naar de grote weg. Fietsen lukt er niet altijd. Een korte tijd volgen we de Chutski Trakt weer opnieuw. Nu is er veel toeristenverkeer. Bij de brug over de Katun is het zelfs een echte toeristenkermis. Overal stalletjes waar ze van alles verkopen, vanaf de brug bekijken veel mensen voorbijkomende rafters. De brug zelf heeft geen echte toeristenkwaliteit.





Langs de Katun fietsen we verder naar Aja. Links en rechts van de weg zijn er veel aanbiedinen voor overnachtingsadressen. Neit dat dat voor ons relevant is, we willen nog een eindje verder fietsen, onze eerste bergpas staat op het programma. Onderweg naar boven horen we plotseling van achteruit wat gefluit. Het is Dima. Hij heeft een lekke band. Ik bekijk de schade. Zijn achterband is finaal versleten, hier valt niets meer aan te repareren. Gelukkig heeft hij dezelfde wielmaat als ik, 2 reserve buitenbanden heb ik nog bij me. Ik geef een aan hem. Welliswaar is deze al fors gebruikt, maar hij kan in ieder geval verder. We praten wat over fietsbanden. Aleksej heeft het liefst autoventielen op zijn fietsbanden, "dan kan ik altijd van een automobilist zijn pomp lenen" geeft hij als argument. Hij is verbaasd als ik hem zeg dat er in Nederland maar een merk auto verkocht wordt met pomp, de Lada. "Zijn ze bij jullie dan zo ongeciviliseerd dat ze zichzelf niet kunnen helpen" is zijn verbaasde antwoord.
Bijna op pashoogte worden we verrast door verdwijnend asfalt. Langzaam ploegen we voort. Boven aan de pas zien we de oorzaak, wegwerkers zijn bezig de weg te verbeteren. Dat ze voordien eerst de weg verslechteren is een klein detail. Maar de afdaling is in ieder geval goed geasfalteerd. Ik laat me als een baksteen naar beneden vallen. Beneden zie ik een lange rij mooie meertjes. Bij een ervan zie ik kampeerders. Ik stop en wacht op de anderen. Zij zijn het direkt met mijn voorstel eens om hier te kamperen.



We moeten langs een slagboom om bij de andere kant van het meer te komen. Ik probeer mijn fiets onder de slagboom door te duwen, dat lukt bijna, alleen mijn fietscomputertje zit in de weg. Het conflict met de slagboom is dodelijk voor de computer, de draadjes zijn gebroken. Als we een goed plekje aan het zoeken zijn horen we een geschreeuw en gevloek vanaf het water. Het blijkt dat dit gesloten terrein is. De beheerder is niet erg vriendelijk gestemd. We wachten niet tot hij weer aan land komt en rijden terug naar de weg. Er zijn nog genoeg meertjes. Vlak voor Altajskoje zien we een ander meertje. Direkt horen we een forse knal. Dima's band is weer gesprongen. "We blijven dus hier" merkt Aleksej op. De plek is niet zo ideaal als de vorige, maar nog altijd goed te doen. Terwijl Dima hout klaarmaakt en Aleksej het vuur aansteekt bekijk ik het achterwiel van Dima. Ik zie dat de band flink verschoven is. Hij heeft teveel geremd in de afdaling, door de hitte is zijn band gaan verschuiven en de ventiel onder spanning komen te staan. Niets meer aan te doen, de buitenband is kompleet kapot. Ik geef hem mijn laatste reserve, morgenvroeg kijken we wel in Altajskoje of er een andere band te vinden is.
In Altajskoje vragen we de volgende ochtend wat lokale fietsers waar we banden kunnen kopen. In de automaterialenhandel is het antwoord. En inderdaad, ze hebben de goede banden hier. Dima legt direkt een nieuwe band om zijn wiel.



Ik ga met Aleksej op jacht naar een reparatiemogelijkheid voor de fietscomputer. Met wat zoeken komen we uit bij een televisie en radioreparateur. In mum van tijd heeft hij de draadjes weer aan elkaar gesoldeerd. Voor zo'n klein werkje wil hij niet eens geld hebben.
het is goed heet geworden als we Altajskoje verlaten. Een uurtje of twee later stoppen we in een dorpje. Helaas is de vriezer van de dorpswinkel kapot, geen ijs om af te koelen. We gaan aan de overkant van de weg in de schaduw zitten. Even later komt er een oude man aanlopen. Hij raakt direkt in gesprek met Dima. Honderduit vertelt hij over de oorlog, toen hij als soldaat deelnam aan de slag om Berlijn.



Op het eind van de dag kunnen we ons toch niet meer bedwingen, we verlaten het asfalt om binnendoor naar een goede kampeerplek te fietsen. Natuurlijk is het hier onverhard. Maar nog altijd goed te berijden. Een enkel riviertje moeten we doorfietsen. Maar er wacht ons een mooie kampeerplek. Er is tijd genoeg om eerst van de rivier te genieten. Wrakhout van de lenteoverstromingen ligt er genoeg. Bij het kampvuur genieten we nog een tijdje na.

jeorendonderdag 23 september 2004 @ 12:44
Ivo, wat een mooi verslag.
Op welke forums(fora) staat je verslag in die andere 2 talen (en welke talen zijn dat) als ik vragen mag?
ultra_ivodonderdag 23 september 2004 @ 17:10
Ik stuur de verslagen meestal naar e-mail lijsten. Het engelse verslag verstuurde ik naar de Eurobike, Audax en Willesden-Audax e-maillijsten op Yahoogroups. Het Duitse verslag staat op het tourforum (van het tijdschrift Tour), en op www.radforum.de. Dit zijn alleen verslagen van de 800 rond het Ladogameer. Van de tocht door het Altajgebergte heb ik alleen een verslag in het esperanto bijna klaar, staat op diverse e-maillijsten van esperantisten. De andere talen moet ik nog schrijven.

Ivo
ultra_ivozaterdag 25 september 2004 @ 23:35
Op de valreep voor het slapen gaan probeert Aleksej zijn GSM nog eens uit. Er is een heel zwak signaal. Maar nog altijd sterk genoeg om zijn SMS'jes te kunnen ontvangen. Er zit er eentje bij uit Cheboskari, Sasja meldt dat er een fax is verstuurd naar de OVIR in Ust-Kan, de OVIR heeft zelfs een ontvangstbevestiging gestuurd. Opgelucht ga ik slapen.
Asfalt zullen we de volgende dag niet meer veel zien. De eerste kilometers nog wel, maar na Solonesjnoje houdt het asfalt voorlopig op. We vrezen zelfs dat het voor de hele komende week op zal houden. In Solonesjnoje doen we uitgebreid boodschappen. We gaan de Altasjkij Kraj verlaten. In het grensgebied tussen de Kraj en de Republiek Altaj zijn amper dorpen te vinden. Over slechte wegen zwoegen we voort. Vooral Dima heeft het zwaar. De versnellingen van zijn fiets werken amper, bij slecht wegdek moet hij iedere helling omhooglopen.



De weinige dorpjes zijn erg landelijk. Er is inderdaad bijna niets te koop. De weg is ook navenant, van gewoon onverhard gaan we langzaam richting beroerd onverhard. Dit is echt het eind van de wereld volgens de autoriteiten, niemand wil erin investeren. Af en toe kruisen we een klein riviiertje. Houten bruggetjes zijn er nog wel.



Maar net als we het tijd vinden om eens te kamperen zitten we in een langerekt dorp. Echte lintbebouwing die zich kilometerslang voortzet. Dima is aan het eind van zijn krachten. We stoppen bij een winkel. Hij gaat direkt zitten. Ik haal wat cola en chocolade voor hem. Langzaam komt hij weer op krachten. Niet ver na het dorp zoeken we een kampeerplek. We waden door een zijriviertje en vinden een van de mooiste kampeerplekken van de hele tocht.



's avonds doe ik de was. Ik heb niet veel schone kleding meer over.
De volgende ochtend vertrekt Dima wat vroeger. De eerste echte bergpas staat op het programma. Aleksej en ik zullen hem wel ergens in halen. De onverharde weg slingert door een laag gebergte. Zo ver we kunnen zien ontbreekt het asfalt. Al snel zien we DIma voortsjokken. Hij heeft weer een lekke band, zijn voorraad reserve binnenbanden is helemaal op. Gelukkig heb ik nog en kan hij weer vooruit.



Via diverse hobbelwegen rijden we de Republiek Altaj in. Niet ver na de grens is er eindelijk een dorpje met enige voorzieningen. We stoppen om boodschappen te doen en banden te plakken. Het dorpje is behoorlijk vervallen. Vee sjokt door de straten, een mager paard snuffelt rond in een vervallen huis.



De beklimming van de Kelenskij-pas begint redelijk eenvoudig. De weg stijgt maar langzaam, het mooie landschap zorgt voor een aangename afleiding. Maar de weg blijft beroerd.



Het laatste stuk is veel erger. De laatste kilometers lopen stijl omhoog. Al fietsend ga ik amper sneller dan Dima die zijn fiets weer voortduwt. Aleksej is a l lang uit het zicht verdwenen. Hij heeft veel kleinere versnellingen dna ik, kan dus makkelijk blijven trappen.
Ust Kan ligt op een hoogvlakte, minder dan 300m onder pashoogte. We wachten dus tevergeefs op een mooie lange afdaling. In plaats daarvan rijden we een mooie hoogvlachte op. In het laatste dorp voor Ust-Kan nemen we een afkorting naar een meertje. Ust-Kan zullen we niet voor kantoorsluitingstijd bereiken. Morgen moeten we maar proberen te registreren. Via wat veldweggetjes bereiken we een mooi bergmeer. Hier kamperen we.

Sessyzondag 26 september 2004 @ 02:03
Misschien een idee om te gaan linken, ivo, ik heb dsl en nog moest ik minutenlang wachten voor alles gedownloaded was
ultra_ivozondag 26 september 2004 @ 08:26
Ik hoop dat er snel een 2e pagina begint, dan is dat probleem voorlopig ook opgelost.
Overigens, Sessy er is een topic over Russische Geschiedenis gestart door iemand, als ik me niet vergis op C&H.

Ivo
ultra_ivozondag 26 september 2004 @ 08:28
Topic staat op Rusland geschiedenis
ultra_ivozondag 26 september 2004 @ 18:29
quote:
Op zondag 26 september 2004 02:03 schreef Sessy het volgende:
Misschien een idee om te gaan linken, ivo, ik heb dsl en nog moest ik minutenlang wachten voor alles gedownloaded was
Ik denk dat het toch aan photobucket ligt. Die is vandaag tergend traag.
Praagmaandag 27 september 2004 @ 22:51
Ik ga in februari naar Moskou. Ik heb er zin in. Kga zeker dit topic een beetje doorlezen.
Thoricalmaandag 11 oktober 2004 @ 17:22
Beste Ivo,
Dat fietsen in Rusland lijkt mij dus 3 keer niets, zeker niet op een doorgaande weg.
Respect voor een fietser hebben ze niet,gescheiden fietspaden ook niet.
En iedereen rijdt zo hard als z'n portmonee toestaat.
Vorige week de ouders van een vriend een kaart moeten sturen omdat ie na twee dagen in de berm gevonden was.
ultra_ivomaandag 11 oktober 2004 @ 17:49
Jou lijkt het niets, mijn ervaring is dat het heel goed mogelijk is. Ik ga zeker nog wat keren terug.
Ik ga uiteraard niet op een hoofdweg in de buurt van een grote stad rijden, dat is ook wel logisch. Maar op de wat kleinere wegen kun je prima fietsen. Respect voor de fietser is er zeker, meer dan in Nederland.
Helaas komen er overal mensen in het verkeer om. Dat kan je overal gebeuren.
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 11:50
Het is al een paar weken geleden dat ik m'n laatste verslag schreef. Maar vandaag heb ik wat tijd, ik ga weer wat verslagen schrijven.
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 12:09
We hebben veel te doen in Ust Kan. Gelukkig is het een klein rajoncentrum, alles is makkelijk te vinden. We rijden direkt naar het dorpsplein. Hier zijn een paar winkels en een bushalte. Achter de huizen zijn de bergen te zien.



Na even zoeken vinden we een automaterialenhandel die ook fietsenbanden verkoopt. We slaan aardig in, de plakkertjes en lijm zijn zowat op, een nieuwe voorraad binnenbanden kan Dima wel gebruiken. Daarna is het tijd voor de burokratie. We kijken rond en zien snel een hoge radioantenne. Daar zou wel eens de militsija kunnen zitten. En inderdaad, het is het kantoor van de militsija en de MVD. Samen met Aleksej ga ik ernaartoe, Dima blijft bij de fietsen. De portier weet van me af. Hij heeft een paar dagen geleden de fax uit Tsjeboksari gekregen. De fax doet zijn werk. De portier gaat direkt aan de slag. Een klein probleempje, de verantwoordelijke voor de registratie van buitenlanders is op dienstreis naar Gorno-Altajsk. Maar een oplossing is snel gevonden. De portier belt naar de vervangster. Die heeft eigenlijk een vrije dag maar belooft snel te komen. Een jonge agent wordt opgedragen ons te begeleiden naar de plaatselijke bank om de registratiekosten te betalen. Alles gaat heel flexibel en soepel, heel anders dan ik gewend ben van de gebruikelijke registraties in Rusland. Als we terugkomen van de bank moeten we nog even wachten. Een klein kwartiertje later komt de plaatsvervangster binnen. Zij leest aandachtig de fax en bekijkt mijn papieren. Alles is volgens haar in orde en ze geeft me de gevraagde stempels. Ik wordt geregistreerd tot 15 augustus, dan hoef ik me niet opnieuw te registreren in een andere stad.
het is al middag geweest als we weer bij de fietsen aankomen. Tijd om boodschappen te doen en verder te rijden. In de verte kondigt zich al slecht weer aan. Nog voor we Ust Kan verlaten hebben we de eerste regenbui al overleefd. Helaas hebben we geen tijd meer om de grotten rond Ust Kan te bezoeken. Vanaf de grote weg ziet het ernaar uit dat ze goed toegankelijk zijn.



Droog houden we het vandaag niet. Al snel volgt de ene regenbui de andere op. Als het droog is waar wij fietsen kunnen we in de verte de volgende regenbui al zien aankomen. Het blijkt dat alleen ik mij goed heb voorbereid op regen. Aleksej heeft nog een redelijk waterdichte jas bij zich, Dima een of ander plastic zeiltje. Koud wordt het ook nog, voor hem een groot probleem. Tussen de regenbuien door rijden we verder. Voor Dima proberen we tijdens de ergste buien te schuilen



Na Ust Kan gaat het weer flink omhoog. We moeten een bergpas van dik 1400 meter over. Boven zijn weer overal religieuze tekens te zien. Lintjes in diverse kleuren hangen aan de bomen, steenmannetjes zijn door Altajanen gebouwd. Gelukkig is er ook een schuilhutje.



Toch is het nog aardig vochtig als we naar beneden rijden. We rijden zo snel als verantwoord is door de regen. In het eerste dorpje stop ik bij de bushalte en ga schuilend de anderen opwachten. Aleksej en Dima komen even later aan en vluchten ook de bushalte in. We zoeken naar droge kleren in onze tassen, het is knap koud geworden. Echt veel zin om verder te rijden hebben we niet. Tegenover de bushalte is een kleine winkel. Tussen de regenbuien door kopen we wat te eten en te drinken.
Na een tijdje gaat Dima op verkenning. Achter de bushalte ligt een werkplaats, het is de plaatselijke MTS, masjina i traktori stancia, een soort algemeen reparatiebedrijf. Binnen een paar minuten komt DIma terug met een prettige mededeling. We worden uitgenodigd om in de kantine van de MTS thee te drinken.



Tijdens het theedrinken krijgen we het aanbod om in de werkplaats op de grond te overnachten. Daar hoeven we ons niet over te bedenken. Zeker niet als we ook nog eten aangeboden krijgen. De baas van de MTS blijft nog lang bij ons om te kletsen. Zijn zoon en een andere stagiair proberen op een droog moment onze fieten uit.
's Avonds wordt het toch nog droog. Maar de warmte van de MTS lokt en we blijven er slapen.



Sessyzondag 17 oktober 2004 @ 12:19
miasnaja i traktornaja
foute naamval.

Het ziet er koud uit daar, wanneer was dit ook al weer?
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 12:34
In de ochtenduren ziet het er heel anders uit op de MTS. Het zonnetje schijnt, maar in de verte hangen nog dikke wolken. Nikolaj is met zijn mannen al bezig wat traktoren te repareren. Het werk wordt neergelegd als we onze fietsen opladen, iedereen wil zien hoe dat gaat.





Niet ver buiten het dorp blijkt dat de dag van gisteren goed besteed was. We stuiten op een wegversperring. Het blijkt een vliegende brigade van de grenswacht te zijn. We moeten onze papieren laten zien. Aleksej moet met de grenswacht het kantoortje in. Een kwartier later komt hij weer naar buiten. Onze paspoorten zijn opnieuw geregistreerd en we hebben de toestemming om door het grensgebied te fietsen. Zonder de stempels die we in Gorno-Altajsk en Ust-Kan gekregen hebben was verder rijden onmogelijk geweest. Nu kunnen we wel verder, zelfs onder een aangenaam zonnetje.



We rijden door het dal van de Koksa. Af en toe komen we een klein dorpje tegen, maar voor de rest is het dal behoorlijk onbewond. Wel is de weg goed en ook nog eens vals plat naar beneden. Op een grasveldje boven de Koksa eten we. Het is hier prettig toeven totdat we in de verte gerommel horen. We breken snel op en proberen Ust-Koksa te bereiken voordat het onweer losbarst. Maar helaas, het onweer is sneller. In een klein dorpje proberen we te schuilen. We worden uitgenodigd door een oude man. Hij blijkt van Oekraíense afkomst te zijn en kan het direkt goed vinden met Dima. Nog lang nadat het onweer voorbij is zitten we bij hem. Hij maakt speciale thee van wortels die hij vindt in de bossen.



Toch moeten we weer verder. Even voor Ust-Koksa verdwijnt weer eens het asfalt. De weg kruipt omhoog, hoog boven de Koksa rivier. Het uitzicht is spectaculair, het fietsen vordert maar langzaam. Een enkele gammele bus haalt ons in. Even later stort de weg zich in de diepte, vlak langs de Koksa rivier.



Laat in de namiddag komen we in Ust-Koksa aan. Het is zaterdagmiddag, de dagelijkse bussen zijn al aangekomen, de stad wordt gesloten voor het weekend. Het lukt ons noch om genoeg voorraden voor de komende dagen te kopen. Na Ust-Koksa zijn er alleen nog maar kleine dorpjes en wildernis. In Ust-Koksa zijn ook de laatste bezienswaardige gebouwen. Het houten kerkje is de moeite waard. We mogen niet naar binnen, de zaterdagmis is al bezig.



Eigenlijk wilden we proberen vanuit Ust-Koksa Verch-Ujmon te bezoeken. Hier is een museum over de oud-gelovigen, een kleine secte die in weggestopte dorpjes in Siberië zit. Maar het is zaterdag late namiddag. Verch-Ujmon zal al dichtgetimmerd zijn, het lijkt ons niet dat het museum van de oud-gelovigen op zondag open is.
We gaan dus maar richting bergen. Daarvoor moeten we eerst een lange steppe van 60km oversteken. Het geluk is op onze hand. Het regent niet meer, wel hebben we een forse wind in de rug. De weg is goed en we gaan snel vooruit. Zelfs Dima kan nu hoge snelheden volhouden. De volgende 50km gaan snel voorbij.



Pas ver weg op de steppe gaat het langzamer. Het asfalt verdwijnt en Dima komt ook niet meer vooruit. Maar Semerenko heeft ons wat spek meegegeven. Bij Dima werkt dit als echte doping, hij kan er weer tegen.



Toch halen we Tjungur net niet. Vlak voor het donker vinden we een mooie kampeerplek vlak aan de Katun-rivier, met 121km op de teller.



ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 12:36
quote:
Op zondag 17 oktober 2004 12:19 schreef Sessy het volgende:
miasnaja i traktornaja
foute naamval.

Het ziet er koud uit daar, wanneer was dit ook al weer?
Daar blijf ik mee knoeien, met de Russische naamvallen
Het was eind juli. Maar wel boven de 1000m hoogte. Zo hoog is het direkt koud als het weer slechter wordt.
detulp050zondag 17 oktober 2004 @ 12:42
Wat een verslag
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 13:05
Alles wat we tot nu toe gezien en beleefd hebben is kinderspel bij de volgende twee dagen. We gaan nu echt de bush in. Over het stuk na Tjungur spreken de kaarten elkaar tegen. Volgens de Dutise wegenatlas is er nog gewoon een genummerde weg, de Russische kaarten zijn veel pessimistischer. Bospad en veldweg is hun definitie van het volgende stuk. ALs ik de berichten op internet mag geloven is deze definitie nog aan de hoge kant. We zullen zien.
In de ochtend rijden we eerst naar Tjungur. Al tussen Katanda en Tjungur zien we hoe mooi de regio is. De weg slingert langs de Katun rivier met perfekte vergezichten.





Vlak voor Tjungur stopt er een auto. Het blijken fietsers uit Novosibirsk te zijn die nu zonder fiets onderweg zijn in de Altaj. Zij geven ons uitgebreide informatie over de route. Tjungur is een echt bergbeklimmersdorp. Overal Turistbaza's, voor de rest bijna geen voorzieningen. We rijden de brug over de Katun over om bij de belangrijkste klimbasis meer informatie te vragen. Maar bij de tourbaza is er niemand die iets weet. Alle gidsen zijn met groepen onderweg in de bergen. En al hun kaarten zijn uitverkocht. We zullen het dus moeten doen met het kaartenmateriaal dat ik in St. Petersburg en vorig jaar in Moskou kocht. Niet dat dat slecht is, 1:200.000 topografische kaarten geven heel wat informatie. Maar toch had ik liever een echte wandelkaart gehad. We vullen onze watervoorraden aan en gaan maar weer de Katun over, het ongewisse tegemoet



De eerste kilometers buiten Tjungur zien we nog een herkenbare weg. Twee wielsporen van auto's leiden ons over grasvelden en vlak langs de Katun. Af en toe zien we wat vakantiehuisjes langs de rivier staan, af en toe komen we mensen tegen. Maar na een kleine 10km verandert dit. We staan voor een zijrivier. Geen brug te bekennen, aan de overkant gaat alleen een pad verder. Dit is minder dan de slechtste berichten die ik tot nu toe gelezen heb. Maar niet geaarzeld, we laden een deel van onze bagage af en waden naar de overkant.



De eerste serieuze tegenslag had ik al voor de zijrivier. Mijn kamera wil plotseling niks meer. Vorig jaar heb ik 'm nog laten repareren in Nizhnij Novgorod, maar dat heeft dus niet gewerkt, film transporteren lukt niet meer. M'n kleine camera had in Gorno-Altajsk al de geest gegeven. Gelukkig heeft Aleksej nog een camera bij zich die hij aan mij wil uitlenen. Iets moderns compacts, een tegenstelling met mijn klassieke Praktica. Volgende keer neem ik maar een reserve body mee, die stond lang op mijn paklijst maar heb ik op het laatst thuisgelaten.
Jammer is het vooral als ik merk dat het pad schitterende gezichten op de Katun biedt. We genieten van iedere kilometer, het is helemaal niet erg dat het langzaam gaat.



Het pad is inmiddels een echt wandelpad geworden. Af en toe vlak langs de rivier, af en toe hoog boven de rivier. Omhoog gaat het zo stijl dat ik ondanks een verzet van 28x32 vaak moet lopen. Ook Aleksej's mountainbike is het af en toe nog te zwaar.





Met mijn zware bagage gaat het vaak mis. Een enkele keer moet Dima zelfs helpen met duwen. Uiteraard halen we de overkant niet vandaag. Daar hadden we ook niet op gerekend. Op de kaart kijken we waar een zijriviertje is. We zitten zo'n 200m boven de rivier dus even afdalen om water te halen gaat niet zo makkelijk. Rond het enige zijriviertje is er weinig plek om te kamperen. We moeten onze tenten midden op het pad neerzetten.



Terwijl Dima en Aleksej het kampvuur maken loop ik naar het riviertje. In de verte zie ik plotseling een blauw lampje. Ik doe direkt mijn Petzl uit en luister goed. Ook het blauw lampje verdwijnt. Na een tijdje loop ik in de schemering verder. Plotseling verschijnt het blauwe lampje weer. Ik doe mijn zoeklicht aan en zie een wandleaar die met zijn hand water uit het riviertje aan het scheppen is. Het blijkt een Moskoviet te zijn die samen met zijn vriendin vanuit Inja is komen wandelen. Ik leen hem mijn mok uit om makkelijker water te scheppen. Aleksej hoort onze stemmen en komt even kijken. Hij krijgt van onze Moskoviet nog wat informatie over het volgende stuk. Het zal nog beroerder worden dan we al gehad hebben.
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 13:37
De eerste kilometers zijn nog redelijk. We kunnen zowaar de helft van de tijd fietsen. De weg slingert nog altijd hoog boven een kloof. Maar na een tijde dalen we af naar een laaggelegen grasvlakte. Hier zien we ook een huisje. Eigenlijk hadden we hier willen overnachten, maar de dag was een paar uur te kort hiervoor.



Rondom het huisje zijn kralen voor vee. We hebben al eerder tekenen van transhumance gezien. Herders die in het voorjaar met het vee naar de hoge bergweiden trekken en in de herfst weer afdalen. Dit ziet uit als een tussenstation. Over het zijriviertje liggen zelfs wat boomstammen als geïmproviseerde brug. Weer kunnen we de fiets afladen om alles naar de overkant te dragen.



We zijn weer afgedaald naar ruim onder de 800meter. Dat terwijl we op 1000 meter zaten. Direkt na de boomstammenbrug gaat het weer omhoog naar 1000 meter. Hier is weer geen fietsen mogelijk. Met vereende krachten duwen we de fietsen omhoog. Uren later zijn we weer op een hoogvlakte. Hier loopt zelfs een herkenbaar spoor over de grasvlakte. Plotseling zien we iets naast het spoor staan. Het is een kameny baba, een religieus beeld uit de steentijd. Niemand weet wat deze beelden werkelijk betekenden, behalve dan dat ze een religieuze betekenis hadden. Alle toegankelijke kameny baba's staan in musea. Deze niet, je hebt al een helicopter nodig om 'm weg te krijgen. Aan de voet van de kameny baba liggen diverse muntstukken, zelfs oude Sovjet-munten uit de 80-er jaren. We besluiten ook wat te offeren, dat kan zeker geen kwaad. Ik leg er 10 eurocent bij, Dima enkele Oekraïense kopeken. Aleksej houdt het bij Russische kopeken.



Na de grasvlakte met enige sporen van beschaving gaan we weer terug naar de wildernis. De weg wordt weer beroerder. Maar ook hier nog altijd sporen van mensen. We passeren een hek en zien een grote muurschildering. In 1967 is hier een groep motards langsgekomen. Dat is pas echt zwaar, een fiets is een onhandelbaar kreng op dit pad, met een motor moet het echt een ramp zijn.



De weg kruipt weer omhoog langs een rotswand. Fietsen is al lang onmogelijk. Ik ben blij als ik mijn fiets alleen vooruit kan duwen. Aleksej heeft er op zijn lichtbeladen mountainbike minder last van. Dima op zijn oude tourist is helemaal niet vooruit te branden.



Langzaam bereiken we weer een grotere hoogte. Diep onder ons kolkt de Katun. Het pad is uitgehakt in de rotswand. Aan de overkant van de Katun zien we een basis voor rafters. Onbereikbaar voor ons. Wij kunnen hen prima zien, voor hen zijn wij onzichtbaar. Langzaam is het tijd geworden om weer wat te eten. En wat is nou mooier dan eten met een perfekt uitzicht?



In de middag wacht ons nog een zware hindernis. Vrijwel loodrecht gaat het pad omhoog, slingerend tussen rotsblokken.



Aan fietsen valt niet te denken. Na een paar honderd meter worstelen besluiten we alles af te laden en in etappe's naar boven te dragen. Zo'n twee uur lang sjouwen we onze spullen naar boven. Echt warm is het ook niet meer, een enkele regendruppel is te voelen. Gelukkig zet de regen niet door. De rotsen zien er glad uit in de regen. Nu zijn we echt bezig met Siberische strafarbeid.
Maar ook hieraan komt een eind. Boven aangekomen zien we plotseling sporen van beschaving. Diverse paden doorkruisen een grasvlakte. We moeten zelfs goed kijken dat we het juiste pad nemen.



Even later rijden we rond een bossage. Terwijl we het riviertje doorfietsen zien we plotseling een groep fietsers. Zij zijn nog verbaasder dan wij. Natuurlijk stoppen we voor een uitgebreid gesprek. Ze komen uit Tomsk en blijken onze vriend Sasjoek, degene die mij het idee voor deze tocht gaf, te kennen. We geven hun uitgebreide informatie over de ontberingen die hen te wachten staan.



Zij vertellen ons over hun trip. Zij zijn al bij het Teletskoje meer geweest. Vanaf de zuidoever zijn ze via een jeeptrack naar de grote weg gereden, nu willen ze verder naar Tjungur. Ze hadden gerekend op een makkelijke rit, veel makkelijker dan dat wat ze zijn tegengekomen. De volgende twee dagen zijn voor hen veel moeilijker. WIj gaan weer verder. We willen nog boodschappen doen in het eerstvolgende dorp voor de avond. Via een droge rivierbedding dalen we af naar het dorp. We kunnen het natuurlijk niet laten de mooiste route te nemen



Na het dorp wordt alles makkelijk. Er is weer weg. We moeten zelfs wennen aan het stof dat de auto's opwerpen. Vlak voordat we de grote weg bereiken stoppen we voor de nacht. Net op deze plek komen we een groep wandelaars uit St. Petersburg tegen. Zij willen in het dorp paarden huren om zo naar Tjungur te reizen. De oever van de Katun is meer dan groot genoeg voor onze twee groepen.

erikkllzondag 17 oktober 2004 @ 14:26
tvp

wow, dat was lang lezen zeg
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 15:01
Voor de mensen die maandag pas inloggen wordt het nog langer lezen, ik ga zo dalijk weer een stuk verslag schrijven
Sessyzondag 17 oktober 2004 @ 15:17
Ivo ik weet niet of je hebt gelezen wat er op de steen staat maar in 1967 zijn ze daar met hun motors langsgekomen zoals je schreef omdat de tocht was georganiseerd vanuit een fabriek die ketels maakte (dat betekent in de praktijk: mannen die al die tonnen zware ketels in staat waren te sjouwen, zo'n motorfiets was dan ook niet meer moeilijk voor ze) en de tocht was georganiseerd ter ere van het 50 jarig bestaan van de Sovjetrepubliek (vanaf 1917 rekenen) en ze waren er op 10 augustus langsgekomen daar toen.
Sessyzondag 17 oktober 2004 @ 15:37
quote:
Op zondag 17 oktober 2004 12:36 schreef ultra_ivo het volgende:

[..]

Daar blijf ik mee knoeien, met de Russische naamvallen
Het was eind juli. Maar wel boven de 1000m hoogte. Zo hoog is het direkt koud als het weer slechter wordt.
Neem maar als regel dat als er twee bijvoeglijke naamwoorden bij een zelfstandig naamwoord staan, dat beide bijv. nmw. dezelfde uitgang hebben.
Miasn... (aja), traktorn...(aja) = bijvoeglijke naamwoorden
Stancia = vrouwelijk (uitgang op -a) en zelfstandig naamwoord, daar "station"
(merk trouwens op: afghaniSTAN, Tepli Stan in Moskou - warme paardenstalling, staan, stand in het duits (burgerlijke staat, staanplaats), to stand in het engels, "Stan" is een ontzettend oude wortel die helemaal tot aan de oostelijke wereld en misschien nog wel verder is doorgedrongen)

uitgang -i is meervoud in 'imenitelni padezj' (nominativ) bij vrouwelijke woorden, maar traktor is niet eens vrouwelijk
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 15:41
Direkt na het ontbijt vraag Dima even onze aandacht. Hij zegt dat de afgelopen dagen erg zwaar waren. Hij ziet het niet zitten om nog de omweg naar Kosj Agasj te maken, hij wil meer tijd doorbrengen bij het Teletskoje meer. Hij heeft vannacht de beslissing genomen alleen terug te rijden naar Gorno-Altajsk. Veel zin heeft het niet hiertegenin te gaan, het is ons ook erg duidelijk dat Dima deze reis onderschat heeft. We delen de uitrusting op. Dima krijgt het merendeel van het eten mee. Ik geef hem nog wat banden en plakspullen. Ik vraag hem of zijn remmen nog goed zijn. "Ik hoop het" is zijn antwoord. "je moet niet hopen maar weten" zeg ik hem terwijl ik een paar passende remblokjes geef. Dan pakt Dima zijn fiets en loopt naar de weg.



Samen met Aleksej blijf ik achter. We bespreken de situatie. Ook voor ons is er niet genoeg tijd om heen en terug te fietsen naar Kosj Agasj. Echt handig is dat ook niet, het is dezelfde weg heen en terug. We besluiten te liften naar Kosj Agasj, eventueel tegen betaling. Via een oude hangbrug over de Katun fietsen we naar de grote weg.



Na een kwartiertje liften is er nog geen auto voorbijgekomen. We besluiten naar het eerstvolgende wegrestaurant te fietsen om daar te porberen een lift te regelen. Onderweg naar het restaurant zien we onze kampeerplek onder ons liggen.



Niet veel later bereiken we het wegrestaurant. Het is zo goed als uitgestorven. We besluiten hier te eten. Zelfs voor Russische begrippen is dit een goedkoop restaurant, met z'n 2-en kunnen we goed eten voor 100 roebel (=3 euro).
Volgens de reisgids zijn er achter het restaurant petroglifen te zien, voorhistorische rotstekeningen. De serveerster weet van niets, maar een paar kilometer verderop zijn er wel zegt ze. We besluiten ernaartoe te fietsen. En inderdaad, een paar kilometer later staat er een bordje dat verwijst naar de rotstekeningen. Diverse mensen bekijken ze al. Een man is bezig de rotstekeningen te kopieren op doorzichtig plastic.





Kort nadat we wegrijden van de rotstekeningen van Jalbak Tasj vinden we uiteindelijk onze lift. De vrachtwagens die we tot nu toe zagen waren volgeladen met steenkool. Nu stopt er een bus die naar Ust-Ulagan rijdt. Dat betekent dat de bus door Aktasj rijdt. We stappen in en verstouwen onze bagage en fietsen.
Niet veel later zijn we in gesprek verwikkeld met de chauffeur, de pasagiere en haar zoon. De bus heeft schoolkinderen uit Ust-Ulagan naar een kinderkamp gebracht en rijdt nu vrijwel leeg terug. Als de vrouw hoort dat we esperantisten zijn vertelt ze dat haar schoonmoeder esperanto geleerd heeft als studente in Barnaul. "Dat betekent dat ze les heeft gehad an Anatolij Gontsjarov" zeg ik. Ze weet het niet precies, maar het kan bijna niet anders. Anatolij was de grote inspirator van de esperanto-groep in Barnaul in de 60-er jaren.



Al snel komen we in Aktasj aan. We zijn al halverwege Kosj Agasj. We stappen uit en bedanken de chauffeur. Aktasj is echt een dorp. We betwijfelen of we hier een lift kunnen regelen. We kopen wat eten. Dan proberen we te telefoneren. Maar de telefoons in het telefooncentrum van Aktasj zijn kapot. We rijden maar weer terug naar de grote weg waar we even een poging wagen weer te liften. Die is niet echt succesvol. We fietsen verder richting Kosj Agasj. De eerste besneeuwde bergen zijn al te zien.



Regelmatig kijken we achterom of we een vrachtauto zien. Dat is maar sporadisch. En de vrachtauto's zijn allemaal vol. Kilometers verderop hoor ik weer een vrachtwagen aankomen. We kunnen niet zien of het een vrachtwagen of een bus is. Toch geef ik het liftsignaal. De vrachtauto is inderdaad een dorpsbus en stopt. Er is zowaar plaats.



Snel geeft Aleksej de tassen door het raam aan de pasagiers terwijl ik de fietsen door de deur til. Het is geen echte bus, meer een vrachtwagen met pasagiersopbouw. Een echt probleem is het niet. De vrachtwagen is met een lading Kazachse studenten onderweg naar Kazachstan. Vanuit Kosj Agasj gaan ze verder over een jeeptrack naar een kleine grensovergang. De sfeer is prima in de vrachtwagen. Er wordt veel gekletst en de Kazachen beginnen na een tijde te zingen.





Door de raampjes zien we een schitterend landschap met kamelen, jurten en besneeuwde bergen. Dat belooft wat voor morgen. Bomen ontbreken volledig, het landschap ziet er droog uit. Van een andere lifter horen we dat het zelden regent in de buurt van Kosj Agasj. Het is er zo droog dat sommige mensen hun huizen zonder echte daken bouwen. Rijk is het zeker niet hierboven.
Het schemert al als we uitstappen in Kosj Agasj. Koud is het ook, mijn hoogtemeter wijst 1800m aan. Snel fietsen we het dorp uit op zoek naar een kampeerplek. Dat is nog knap moeilijk, de grond is steenachtig en er zijn geen bossen om ons in te verbergen. Uiteindelijk vinden we een lager gelegen stukje grond achter wat struiken. Hier zetten we onze tenten neer. De hele nacht horen we zware vrachtwagens die onderweg zijn naar Mongolië. De grens is maar 70km verderop.




ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 15:47
quote:
Op zondag 17 oktober 2004 15:17 schreef Sessy het volgende:
Ivo ik weet niet of je hebt gelezen wat er op de steen staat maar in 1967 zijn ze daar met hun motors langsgekomen zoals je schreef omdat de tocht was georganiseerd vanuit een fabriek die ketels maakte (dat betekent in de praktijk: mannen die al die tonnen zware ketels in staat waren te sjouwen, zo'n motorfiets was dan ook niet meer moeilijk voor ze) en de tocht was georganiseerd ter ere van het 50 jarig bestaan van de Sovjetrepubliek (vanaf 1917 rekenen) en ze waren er op 10 augustus langsgekomen daar toen.
Aleksej of Dima hebben de tekst vertaald voor mij. Niet alles heb ik onthouden
Maar dat van 50 jarig bestaan van de Sovjet-Unie begreep ik ook wel uit de tekst.
Vaak was dit meer een oppervalkkige reden om toestemming te krijgen van autoritieten en fabrieksbazen om zo'n tocht te houden.
ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 16:08
We zijn 's ochtends snel klaar met het bekijken van Kosj Agasj. Er is eigenlijk maar een bezienswaardigheid, de moskee. En die is zo klein dat je 'm snel gezien hebt. We merken wel direct het voordeel van een islamitisch dorp, er wordt maar weinig gezopen hier. Zelfs de oude mannen die je geld voor wodka proberen af te troggelen doen dat niet meer als er anderen aankomen.



Wel werkt hier de telefoon. Aleksej belt met zijn vrouw. Die is ook terug van vakantie. Ik kan nog niet bellen, er is een tijdsverschil van 5 uur met Nederland.
Ondanks de hoogte stelt het fietsen niet veel voor hier. We hebben een lange afdaling van een paar dagen te goed. Het wegdek op de hele Tsjutskij Trakt is goed, vergeleken met de afgelopen dagen is dit luxe fietsen. Al snel verlaten we Kosj Agasj. De steppe is inderdaad erg droog. Toch zien we verschillende riviertjes, gletsjerwater. Langs de kant zien we wat de werkelijke situatie is, gebleekte geraamtes doen ons denken aan de Sahara.



Veel mensen wonen hier niet. De natuur kan hier maar een heel beperkt aantal mensen voeden. In de kleine dorpjes leven veel mensen in armoede. Veeteelt is hun enige inkomstenbron. Voor de kinderen zijn wij een enorme attractie. We hoeven maar even te stoppen en een hele drom staat om ons heen.



Naarmate we verder afdalen komen we onze eerste bomen tegen. Het hogergelegen gedeelte van de Altaj bestaat uit steppedalen verbonden door nauwe kloven. Langs de weg staan af en toe verkopers. Een jurt is zelfs omgebouwd tot (duur) sjaslikrestaurant. Wij rijden door, het is nog geen tijd om te eten. De rotsformaties zijn heel mooi om te zien hier.





Maar het afdalen heeft ook als nadeel dat het weer vochtiger wordt. Ergens in de namiddag stoppen we in het dorpje Kuraj. We hebben eten nodig. Vlakbij de winkel zien we plotseling mensen die niet in het straatbeeld passen. Een groep Letse bergbeklimmers wacht hier op vervoer naar Barnaul. We blijven een tijdje met hen kletsen. Dan merken we dat er onweer in aantocht is. We staan goed hier, in de ingang van het cultuurhuis van Kuraj. Hier kunnen we de bui wel uitzitten.







Het blijft merkwaardig om in deze uithoek mensen te ontmoeten die weer mensen kennen die jij kent, maar ook bij hen is dat het geval. De meesten van hen werken op het milieuministerie. En laat ik nu een aantal jaar geleden veel contact met mensen uit de milieuhoek in Letland gehad te hebben. Hun oude baas heb ik ooit nog eens ontmoet.
Nadat de bui voorbij is gaan we verder. Aktasj zullen we wel niet halen vandaag, maar echt erg is dit ook niet.

ultra_ivozondag 17 oktober 2004 @ 16:30
In Aktasj zien we 's ochtends een erg stoffige motorfiets staan bij een reparateur. Met een nummerbord uit St. Petersburg. We voelen ons gelijk wat minder extreem. Een naderend onweer doet ons direkt het dorp uitvluchten, we willen zover mogelijk komen voordat het losbarst. Echt ver komen we niet, maar we vinden een goede schuilmogelijkheid. Gelukkig duurt deze bui kort en is het de enige bui van de dag. We rijden verder over steppen en door kloven. Halverwege de dag komen we langs een wegrestaurant. We besluiten hier weer te eten, het was ons goed bevallen de vorige keer. We zitten net als de motorrijder aankomt. Hij stopt en we maken een praatje. Hij is niet alleen op de motor van St. Petersburg naar de Altaj gekomen, hij reed zelfs via Archangelsk. En terug wil hij via Jalta rijden. Een enorme tocht. En dat met een erg brakke kaart op de motor. Toppunt is dat hij ons gewoon vertelt dat hij ook via het Tjungur-Inja pad is gekomen. Alleen op de motor. Hij werd gejaagd door de angst bekende hij aan ons. Nu doet een van z'n remmen het niet meer, kapot gegaan ergens tussen Tjungur en Inja.





Terwijl wij eten gaan halen in het restaurant rijdt hij verder richting Barnaul en dan naar de Krim. De rotstekeningen slaan we dit keer over. We hebben ze al gezien. Het uitgestorven wegrestaurant van de heenweg is inmiddels aardig druk geworden. We eten er dit keer alleen maar een ijsje. We willen nog een flink stuk komen. Even voor Inja stoppen we om wat Kameny Baba's te zien. Volgens de Lonely Planet zien ze er niet al te best uit. Vergeleken met de Kameny Baba die we tussen Tjungur en Inja zagen is dit drie keer niks. Snel rijden we door. We willen proberen op een camping te overnachten daar waar we het dal van de Katun moeten verlaten. Maar dat halen we niet. We moeten een zijdal eerder stoppen. Terwijl we een kampeerplek zoeken stuiten we op een camping. Een welkome verrassing. Zeker las we horen dat de camping een banja heeft. De halve avond brengen we hierin door voordat we helemaal schoon onze tenten opzoeken.
ultra_ivodinsdag 19 oktober 2004 @ 22:14
Malajo Jaloman heeft een heel speciaal micorklimaat. We merken het wel, het is lekker warm die nacht. De volgende dag fietsen we door een nauwe kloof het dorpje uit.



Een tiental kilometer verderop verlaten we het dal van de Katun. Dat wordt echt te wild. Via twee bergpassen rijden we over de grote weg. Daar waar de weg de Katun verlaat moeten volgens de Lonely Planet mooie stroomversnellingen zijn. Direct ernaast ligt de camping die we hadden willen bereiken. We gaan even kijken. De stroomversnellingen vallen erg tegen. We hebben al veel mooiere gezien. Op de camping raken we in gesprek met een familie uit Novosibirsk. Zij hebben hun fietsen op de auto staan.





Het dal van de Ilgjumen is een van de mooiere dalen van de Altaj. We genieten van vrijwel iedere kilometer. Naarmate we hoger komen wordt het mooier en mooier. Het is wel zwaar klimmen.
Vlak voor pashoogte komen we Franse toestanden tegen. Een familie uit Novosibirsk begint ons wild aan te moedigen. Tussen de aanmoedigingen door krijgen we een uitnodiging om mee te eten. Dat laten we ons geen twee keer zeggen.



We pauzeren lang. Het belangrijkste van de dag zit er toch al op. De Novosibirske familie vertrekt zelfs eerder dan wij, met achterlating van nog wat mondvoorraad voor de hongerige fietsers.
Wij dalen af naar Onguday. DIt is de eerste grotere plaats die we tegenkomen sinds weken. Vanuit het telefooncentrum kan ik eindelijk eens naar huis bellen. Maar ik moet wel de code van Nederland geven, die hebben ze niet. Niet ver van Onguday houden we het voor gezien. Het begint een beetje te regenen, de tenten slaan we op in een bossage naast een hooiveld.
ultra_ivodinsdag 19 oktober 2004 @ 22:31
Aan het ontbijt worden we onaangenaam verrast. De eigenaar van het hooiveld komt aan om te hooien. Hij heeft er een probleem mee dat we op zijn land kamperen. Dit is de eerste keer dat ik zoiets in Rusland meemaak. Normaal kan het nietmand wat schelen dat we ergens kamperen.
We breken dan maar snel op en duwen onze fietsen naar de weg.
De lucht voorspelt niet veel goeds. De halve nacht heeft het geregend. Ook nu weer zien we dreigende wolken. En inderdaad, hoe hoger we komen, hoe natter en kouder het wordt. En vandaag moeten we juist een hoge pas over, de Siminskij Pereval van 1728m. Boven aangekomen is het nat en koud. We vluchten onder een afdakje en zoeken naar allerhande warme kleren. Gelukkig is dit al de bewoonde wereld, er staat een stalletje met koffie en thee boven op de pas. We blijven niet te lang boven, juist genoeg om een bak thee te drinken en een foto van ons te laten maken.



Het wordt echt een dag van het wegvluchten in restaurantjes. Een paar honderd meter na de top zien we het eerste. We stoppen direkt en eten hier warm. Een tijdje na de afdaling komen we nog een ander restaurantje tegen. Ook hier stoppen we om op te warmen.
Tegen de avond komen we aan in Tsjerga. Het is niet meer ver tot het dal van de Katun. Morgen zullen we weer in Gorno-Altajsk aankomen. Maar eerst hebben we onderdak nodig. Echt veel zin om te kamperen hebben we niet. In de dorpswinkel vraagt Aleksej of er overnachtingsgelegenheid is. Die is er, de Zoöbasis heeft gastenkamers. Een kilometer buiten het dorp komen we deze basis tegen. Het blijkt een klein natuurparkje te zijn. We kunnen voor 150 roebel slapen in een kamertje naast de Banja. Het ziet er echt luxe uit. Meer bedoeld voor de wat rijkere Russen. Maar 150 roebel is voor Aleksej nog te doen. Er zijn nog ander gasten op de basis. Van een van hen krijgen we nog wat meloen aangeboden.



ultra_ivodonderdag 21 oktober 2004 @ 22:23
het wordt een dag van terugkeer in de beschaving. Tsjerga is nog wat dorps, een tiental kilometer verderop komen we terug in het dal van de Katun. En direct zitten we in een toeristenkermis. De doodlopende weg langs de Katun is de standaard bestemming voor veel Siberische vakantiegangers.Het stikt hier van de hotels, turistbaza's en toeristenondernemingen. Raften is immens populair hier. Om de haverklap komt een groepje rafters voorbij. Bij de brug over de Katun krijgen ze veiligheidsinstructie. Allemaal uit de boot en er weer in terugklimmen. We bekijken een tijdje hun pogingen om snel weer in de boot te komen.



Over smaak valt niet te twisten. Dat merken we heel goed even verderop. Een nijvere zakenman heeft een kozakkenfort laten nabouwen om er een toeristenrestaurant in te vestigen. Het is stervensdruk hier. En voor de zoveelste keer worden de gebruikelijke vragen op ons afgevuurd. Waar komen jullie vandaan, hoe ver hebben jullie gefietst, waar gaan jullie naartoe. Vooral Aleksej is er doodmoe van geworden. Bij het 'kozakkenfort' spreekt een familie me aan waarvan een van de dochters engels spreekt. Aleksej houdt zijn mond en doet net of hij geen Rus is. Dan kan ik tenminste een keer het woord voeren en hoeft hij niet de gebruikelijke antwoorden te geven.



Overal langs de weg naar Gorno-Altajsk kommen we mensen tegen die leven van het toerisme. De een laat mensen op een kameel rijden, de ander verzorgt raftingtochten, weer een derde verkoopt fruit aan voorbijgangers. We moeten toch wennen aan deze situatie. Op de kaart zien we een meertje op een perfecte afstand om te eten. Maar als we bij het meertje aankomen blijkt dat we moeten betalen om bij het meer te komen. Daar trappen we niet in, er zijn genoeg mooie plekken hier. Als we omdraaien wordt er snel gezegd dat we er toch in mogen, zonder te betalen.





In Gorno-Altajsk overnachten we weer op onze bekende plek, aan de overkant van de rivier. Eindelijk rust hier. Voor we ernaartoe gaan doen we eerst boodschappen. Vanuit de winkel zie ik dat vier rugzakkers belangstellend naar onze fietsen kijken. Ik ga naar buiten om poolshoogte te nemen. Het is een gemeleerd gezelschap. Twee Poolse bergbeklimmers, een Hongaar met zijn Tataarse vriendin. We raken direct in gesprek. Even later komt Aleksej naar buiten met de boodschappen. De vier rugzakkers gaan naar een restaurantje. Later op de avond komen we ze tegen bij de tursitbaza. Het wordt een gezellige avond. We zitten nog lang buiten en drinken thee.
ultra_ivodonderdag 21 oktober 2004 @ 22:49
De maandagochtend hebben we ingepland voor allerhande klusjes. Allereerst wil ik proberen mijn camera gerepareerd te krijgen. Ik gebruik nog altijd Aleksej's compactje. Gisteravond hebben we al een reclamebord van een fotograaf gezien. Direct als hij open gaat staan we al bij hem binnen. Hij kent het probleem, bij een van de twee mogelijkheden weet hij een oplossing. Hij probeert wat, maar hem lukt het niet. Hij geeft ons een adres van een andere reparateur. Die is in een achterafstraatje. Na wat heen en weergepraat wil hij het wel direct proberen. Anderhalf uur later mogen we terugkomen. Die anderhalf uur kunnen we goed besteden in het internetcafé. Het eerste wat we tegenkomen sinds we Gorno-Altajsk twee weken geleden verlieten. We geven de reparateur ruim de tijd. Een kleine twee uur later zijn we weer bij hem. En jawel, hij heeft mijn camera weer in aan de praat gekregen. Er was een palletje verbogen. Over de kosten kan ik helemaal tevreden zijn, 250 roebel.
Wel is het inmiddels midden op de dag geworden. Aleksej wil zijn treinreis naar huis reserveren. Gorno-Altajsk heeft welliswaar geen station, maar wel een loket van de Russische spoorwegen. Het duurt een tijdje voorat het hem gelukt is. In de tussentijd trek ik de aandacht van een plaatselijke agent. Ik moet mijn papieren laten zien. Hier heeft hij niets op aan te merken, een probleem vormt het niet. In het busstation heeft Aleksej inmiddels gekeken naar vervoer naar het Teleckoje meer. Er gaat nog een bus vandaag. Hij stelt voor niet te fietsen maar die te nemen. Veel probleem heb ik er niet mee. Met wat overreden mogen de fietsen mee in de bus. De bus is stampvol. Het Teleckoje meer is een populaire toeristenbestemming. Via een bochtige en slechte weg rijdt de bus erheen. Helemaal door elkaar geschud stappen we uren later uit. Fietsen is toch een stuk aangenamer. Maar eenmaal bij het meer aangekomen vergeten we alle moeilijkheden.



Het Teleckoje meer is inderdaad de moeite waard. Langzaam rijden we langs de oever. Soms hebben we vrij uitzicht, soms belemmeren toeristenvoorzieningen ons uitzicht. We informeren naar boottochten op het meer. Er zijn particuliere aanbieders die onststellend veel geld vragen en er is een grotere toeristenboot. We besluiten morgenvroeg de grote boot te nemen. Niet ver van de steiger moet een camping zijn. We gaan ernaar op zoek. Als we langs de camping rijden zien we plotseling twee mensen wild zwaaien. Het zijn Mark en Lena, het Hongaars-Tataarse koppel. We zetten onze tenten naast hun tent op. Dat moeten we snel doen, een regenbui nadert. Direct na de regenbui is het fantastisch mooi, een regenboog met een heel mooi zicht over het Teleckoje meer.









De avond is weer heel gezellig. Mark en Lena zijn heel prettig gezelschap.
Sessydonderdag 21 oktober 2004 @ 23:03
150 rubel voor de wat rijkere russen? Ik zal je eens iets vertellen in Moskou en omgeving tot aan Sergiev Possad vind je onder de 650 rubel (20 euro) per nacht helemaal niets, en voor die prijs is het een hotel waar de matrassen nog uit 3 centimeter samengeperst door lichamen die erop gelegen hebben watten zijn gemaakt, en die nog nooit in hun gehele leven zijn gewassen, evenals de dekens.
Sessydonderdag 21 oktober 2004 @ 23:07
het meer ziet er leuk uit.
Andoirevrijdag 22 oktober 2004 @ 00:00
quote:
Op donderdag 21 oktober 2004 23:03 schreef Sessy het volgende:

150 rubel voor de wat rijkere russen? Ik zal je eens iets vertellen in Moskou en omgeving tot aan Sergiev Possad vind je onder de 650 rubel (20 euro) per nacht helemaal niets, en voor die prijs is het een hotel waar de matrassen nog uit 3 centimeter samengeperst door lichamen die erop gelegen hebben watten zijn gemaakt, en die nog nooit in hun gehele leven zijn gewassen, evenals de dekens.
Klopt helemaal
Sessyvrijdag 22 oktober 2004 @ 00:34
quote:
Op vrijdag 22 oktober 2004 00:00 schreef Andoire het volgende:

[..]

Klopt helemaal
Zeg androire kom je op msn? Ik wilde je mobiel nummer vragen nou dat ik een mobieltje heb waar je je niet voor hoeft te schamen als je erop wordt gebeld...
Sessyvrijdag 22 oktober 2004 @ 00:35
Overigens vind ik Alexei op sommige foto's echt een lekker ding...
Heeft echt zo iets nerd-achtigs dat heel schattig is.
Andoirevrijdag 22 oktober 2004 @ 00:49
quote:
Op vrijdag 22 oktober 2004 00:34 schreef Sessy het volgende:

[..]

Zeg androire kom je op msn? Ik wilde je mobiel nummer vragen nou dat ik een mobieltje heb waar je je niet voor hoeft te schamen als je erop wordt gebeld...
Msn doet het al een hele tijd niet
ultra_ivovrijdag 22 oktober 2004 @ 04:57
quote:
Op vrijdag 22 oktober 2004 00:35 schreef Sessy het volgende:
Overigens vind ik Alexei op sommige foto's echt een lekker ding...
Heeft echt zo iets nerd-achtigs dat heel schattig is.
Helaas voor jou, hij is getrouwd en heeft een kindje...
Maar ik zal hem de complimenten doorgeven
Nerd-achtig? Hij is programmeur, heb je dus goed gezien.

De meeste Russische vrienden van me horen niet echt tot de rijken, zijn ook niet straatarm overigens.
Maar het was ook voor mij even schrikken toen ik weer terugkwam in het grootsteedse Rusland na een paar weken Altaj. Boven in de Altaj kun je voor ruim onder de 100 roebel een hotel vinden. Maar toch was dit voor Dima niet te doen. Deze reis kostte hem minstens twee maandsalarissen.

Ivo
granuailevrijdag 22 oktober 2004 @ 21:31
wat een geweldig avontuur! ik ben jaloers!
Robertjewoensdag 27 oktober 2004 @ 17:28
Jij ziet nog eens wat
PdeHoogvrijdag 29 oktober 2004 @ 22:04
leuk verslag Ivo....werd een beetje nieuwsgierig na alle foto's die ik van je gezien had en de FOT-meet
jeorenzondag 14 november 2004 @ 15:59
Er is een boek te koop op marktplaats met als titel: Op de fiets door Rusland

http://www.marktplaats.nl(...)Zoek%26av%3D%26pv%3D

Misschien wel interessant
ultra_ivozondag 14 november 2004 @ 16:45
Het boek van Vickers is een goed boek. Er is nog een ander boek van een Amerikaan, Jenkins, over dezelfde trip in de andere richting, maar dat is duidelijk minder.
ultra_ivozondag 21 november 2004 @ 22:16
Hoogste tijd om weer een stuk van mijn reis te beschrijven. Photobucket was een beetje overwerkt met mijn foto's de laaste tijd, ik moest dus even pauzeren.
ultra_ivozondag 21 november 2004 @ 22:28
Zoals gebruikelijk is Aleksej al vroeg wakker. Hij wekt mij een tijdje later met de mededeling dat een excursieboot binnen het uur vertrekt. Snel kleed ik mij aan en pak wat spullen. Een boottochtje over het Teleckoje meer stond hoog op het programma. De MS Forward ligt al klaar als we aankomen. Er is nog net plaats voor ons. Met een gezapig gangetje varen we over het Teleckoje meer. Het is inderdaad een hele mooie manier om het meer te bekijken.





Na een dik uur varen meren we aan halverwege het meer. Hier zijn wat toeristenvoorzieningen, wat restaurantjes en souvenierverkoop. En de Kobe-watervallen. Echt indrukwekkend zijn de watervallen niet, wel een mooie reden voor een boottochtje.





De terugreis is zo mogelijk nog gezapiger dan de heenreis. Ik dut wat en kijk af en toe over het meer. In de vroege namiddag komen we terug op de camping. Mark en Lena zijn net wakker. We eten samen. Dan breken Aleksej en ik onze tenten op. Mark En Lena blijven nog een dagje.



We willen toch nog wat kilometers afleggen .Overmorgen moet Aleksej zijn trein halen in Biisk. Het worden nog veel kilometers die dag. De weg is goed geasfalteerd en voert stroomafwaarts langs de rivier de Bija.



Tegen de avond vinden we weer een mooie kampeerplek, pal langs de Bija.
ultra_ivomaandag 22 november 2004 @ 11:46
Voor de laatste keer worden we wakker in de Republik Altaj. Vandaag verlaten we de republiek om naar de Altaj Kraj te fietsen. En dat is te merken ook. Net zoals bij het binnenrijden van de Republiek Altaj is ook nu het wegdek zeer beroerd. Kennelijk wil men dat mensen alleen via de hoofdweg binnenkomen. Urenlang zwoegen we voort over beroerde wegen. Zelfs de aanmoedigingen van kameraad Lenin helpen niet om het werk te verlichten.





Veel mensen wonen hier niet De weinige dorpen die er zijn zijn erg arm. Er is bijna niets te koop, als we al een winkel kunnen vinden. Ook Aleksej heeft het vandaag moelijk.



Vlak voordat het avond wordt zien we uiteindelijk weer asfalt. We zijn inmiddels al lang in de Altajski Kraj. De weg loopt over een hoogvlakte. Om nog wat voorraden te kopen moeten we afdalen naar een dorpje aan een rivier. Op weg terug naar de grote weg vinden we een prima kampeerplek.
ultra_ivomaandag 22 november 2004 @ 11:54
Het leed is nu echt geleden. Alleen nog maar asfalt tot Biisk. Over een hoogvlakte rijden we rustig voort. EIgenlijk is dit ook niet leuk meer, totaal geen uitdaging nu
Ergens in de middag komen we aan in Biisk. Ruim op tijd voor de trein. Aleksej heeft al een kaartje, ik niet. Dus eerst maar naar het station. Er is nog plek zat in de trein. De mooiste plaatsen zijn al bezet gelukkig ben ik niet zo lang dat ik niet in en bed in lengterichting pas. Tijdens het kaartjeskopen wordt ik gadegeslagen door een politieagent. Buiten spreekt hij mij aan, hij wil mijn papieren zien. Ondanks zijn verwoede pogingen kan hij niets ontdekken wat fout is in mijn papieren. Lastig is hij toch. Als we wegfietsen merk ik op dat de agent niet model gekleed was, Aleksej vindt dit wel een leuk argument als hij straks weer moeilijk gaat doen.
We besluiten ergens te gaan eten. Niet te ver van het station vinden we een mooi terrasje. We bestellen wat. De service is hier veel minder dan in de bergen. En van de prijs schrikken we gewoon, welkom in de grote stad.



Vroeg in de avond vertrekt de trein naar Novosibirsk. We zien veel wandelaars instappen. In de trein is er veel belangstelling voor ons. Een buitenlander in de Altaj, en dat ook nog op de fiets! Toch vind ik een van de gesprekspartners wat minder. Een oud OMON-lid dat flink aan het snoeven is over zijn daden in het Balticum. Ik laat maar achterwege om hem op de fouten in zijn verhaal te wijzen.
ultra_ivomaandag 22 november 2004 @ 12:27
Na dik drie weken zijn we weer terug in Novosibirsk. Ik heb nog dik een week van mijn reis over, maar Aleksej zit wat minder ruim in zijn tijd. Hij gaat vanavond al met de trein door naar huis. Ik koop mijn treinkaartje voor mijn volgende bestemming, Omsk.
In Novosibirsk liggen nog wat spullen van me bij Katja. Zij is blij ons weer te zien. Een paar dagen geleden was Dima bij haar. Hij heeft de Altaj ook goed overleefd. 's Middags trekken we met wat esperantisten de stad in. Het wennen aan de grote stad gaat door. Ik neem afscheid van Alseksej als hij op de trein naar Nizhnij Novgorod stapt. Niet veel later gaat mijn trein, naar Omsk.
In Omsk staat Veniamin al te wachten. Nu kan ik hem wat langer ontmoeten dan vorige keer, op het perron terwijl de trein kort wachtte. Nu blijf ik het hele weekend.
ultra_ivomaandag 29 november 2004 @ 10:28
Gelukkig heb ik een heel weekend om in Omsk te zijn. Met Veniamin heb ik veel bij te praten. In '98 fietsten we samen van Gomel (Wit-Rusland) naar Tsjeboksari (Rusland). Veniamin fietst al tientallen jaren door Rusland en aangrenzende gebieden. In de woonkamer staat een hele kast met zijn reisverslagen. Wel in het Russisch, ik moet het dus doen met zijn vertalingen. Indrukwekkend zijn zijn reizen door de Aziatische Republieken en zijn reis naar de Olympische Spelen in Moskou. Hij had er zelfs een speciale permissie voor gekregen van een staatscommisie. Anders had hij Moskou niet eens ingemogen.
In de middag bezoeken we de stad. Ik heb nog wat kleine dingen te regelen, geld wisselen en een vliegticket naar St. Petersburg kopen. Het vliegticket kost me 4000 roebel, ongeveer 2x zoveel als een 3e klas treinreis naar St. Petersburg. Omsk valt me voor een nieuwe stad erg mee. Er zijn veel parken en de sfeer is er prettig. Het is goed te merken dat het weekend is.







Zoals in elke Russische stad zijn er veel standbeelden in Omsk









Pas laat fietsen we terug. Het is niet echt het weer wat je van Siberië voorstelt, 28 graden om 10 uur 's avonds is wel erg prettig.
Op zondagochtend pak ik eerst m'n spullen goed in. Het wordt moeilijk om zonder bijbetalen in de lucht te komen, ik becijfer het totale gewicht van al m'n baggage op 52kg
We hebben nog aardig wat tijd voordat het vliegtuig vertrekt. Dus weer trekken we de stad in. Daarna is het toch even vlot fietsen om ruim op tijd op het vliegveld te zijn. Als ik incheck merk ik direct dat ik er dit keer niet zo makkelijk vanaf kom. Alle bagage wordt zorgvuldig gewogen, zelfs m'n rugzakje waar ik alle zware spullen in heb gestopt. Op een kladblaadje wordt wat gecijferd, ik moet zo'n 1000 roebel (30 euro) bijbetalen wegens overgewicht.
ultra_ivomaandag 29 november 2004 @ 11:10
Het vliegveld van Omsk is nog erg klassiek, gewoon met de bus naar het vliegtuig en dan de trap op. Al tijdens het wachten merk ik dat ik in een totaal andere omgeving terecht ben gekomen. Nu zie ik hordes buitenlandse toeristen. Er zit een hele groep Koreanen in het toestel die een soort van Rusland in 14 dagen trip doen. Echt veel van het echte Rusland krijgen ze zo niet mee.
Na een tijde raak ik in gesprek met mijn buurvrouw in het vliegtuig. Zij blijkt als designer in Japan te werken , maar komt uit St. Petersburg. Ik heb nog wat Foto CD's van diverse fietsreizen in m'n rugzakje, zij heeft in het hare een laptop. We kunnen dus aardig wat foto's kijken onderweg. De tijd vliegt zo snel.
Eenmaal in St. Petersburg aangekomen duurt het een tijdje voordat m'n fiets verschijnt. Via een zijdeurtje wordt ie binnengereden. Ik monteer wat losse onderdelen die ik voor de reis gedemonteerd heb en laad m'n bagage weer op. Eigenlijk was het mijn bedoeling nog een late bus of trein naar Tichvin te halen. Maar die zijn al allemaal weg. Dan maar naar het centrum om een overnachtingsplek te zoeken.
Ik fiets eerst naar de jeugdherberg vlakbij het Finland station. Na wat zoeken vind ik een deur met een briefje dat de jeugdherberg verbouwd wordt. Niet echt handig. Er is een alternatief adres opgegeven, en ik weet dat er nog een jeugdherberg in st. Petersburg is. Maar onderweg naar het alternatieve adres kom ik langs het esperantocentrum aan de Fontanka kade. Ik fiets even de binnenplaats op om te kijken of er iemand is. En jawel, er is licht. Ik kan direct hier blijven, het overnachtingsprobleem is snel opgelost.
Andrej is hier wat klusjes op aan het knappen. Ik laat hem met rust en ga naar een internetcafé om de hoek. Als ik terugkom pak ik mijn bagage om. Ik heb geen zin om voor twee dagen naar Tichvin al m'n spullen mee te slepen. Dat wat ik nodig heb past in een kleine en een middenslag rugzak.
In de vroege ochtend ga ik naar het busstation. De bus naar Tichvin heeft nog plaats
ultra_ivomaandag 6 december 2004 @ 10:17
De esperantobijeenkomst in Tichvin is al een paar dagen bezig. Gelukkig deze keer niet al te ver buiten de stad, een half uurtje lopen vanaf de laatste Marsrutki halte. Het lukt me om van de chauffeur van de Marsrutki genoeg informatie te krijgen hoe ik bij de Metallurg turistbaza moet komen. Onderweg ernaartoe kom ik Slavik en Natasja tegen.
Dit keer is het een bijeenkomst van de wat oudere esperantisten. Veel van hen ken ik al uit de voorafgaande jaren. Maar het programaa is toch op de oudere mens aangepast. Veel lezingen, veel concerten en weinig nachtwerk.





Maar toch is het interesant, vooral de omgeving. De volgende dag leid Misja osn rond in de buurt van de turist baza. Vlakbij woedde tijdens de oorlog een van de veldslagen om St. Petersburg. Op een kleine corridor na was St. Petersburg omsingeld door de Duitse en Finse legers. Net ten zuiden van Tichvin probeerden de Finnen de corridor te doorbreken. Het afslaan van deze aanval was heel belangrijk voor de verdediging van St. Petersburg. Een groot monument herinnert hier nog aan.





Niet ver van het monument zijn oude vervallen sluizen. In de wijde omtrek van St. Petersburg lag ooit een heel complex van kanalen en sluizen voor de binnenscheepvaart. Het Ladogameer was te stormachtig om veilig te zijn voor de kleine handelsschepen. Nu nog ligt er evenwijdig aan de hoofdweg naar Moermansk een lang kanaal. Peter de Grote heeft duidelijk het kanalenbouwen in Nederland geleerd, het is kaarsrecht. Van de sluizen bij Tichvin is niet meer veel over.





Een jaar of 30 geleden waren de sluizen nog niet vervallen en volop in gebruik. Aan de overkant, op het territorium van een andere oblast, organiseerde Misja toen een legendarische jongerenbijeenkomst. Uiteraard niet toegestaan door het lokale partijcommitee. Maar goed verstopt in de bossen. Uiteindelijk werd het kamp toch ontdekt, maar met hun jeeps kon de politie niet over de sluis komen. En via de weg naar de overkant ging ook niet, dat was het territorium van een andere oblast
Het avondprogramma is vandaag ook weer niet erg spannend, ik laat het snel voor gezien. Morgenvroeg vertrekt de trein naar St. Petersburg.
ultra_ivomaandag 6 december 2004 @ 12:01
Nu is toch de laatste dag in Rusland aangebroken. In alle vroegte neem ik de trein van Tichvin naar St. Petersburg. In St. Petersburg wacht Sergej op me. Met hem wandel ik de halve dag door een regenachtig St. Petersburg. Nog even wat laatste inkopen doen (lensje voor Ouwsok bijvoorbeeld) en daarna door naar het Esperantocentrum. Ik laad mijn fiets op en neem afscheid van iedereen die er op dat moment is. Oksana is ook nog even langs gekomen, net als Andrej.
Leuk is het niet, voor de laatste keer dit jaar door St. Petersburg fietsen, voor de laatste keer in een Russische buurtsupermarkt boodschappen doen.
De steiger van Silja lines is makkelijk te vinden. Ik wandel met mijn fiets langs allerhande rijen. De douanier wuift verveeld met zijn hand en laat mij met al m'n bagage doorlopen zonder ook maar iets door de scanner te gooien. Even later fiets ik het ruim in. Twee andere fietsers komen er later bij. Boven in het schip blijkt dat ik iets te soepel door alle controles ben gegaan. Ik heb geen boardingcard. Een Amerikaanse familie heeft er ook geen. Een telefoontje naar de wal en even later komen er vier boardingcards het schip op. Bureaucratie kan soms makkelijk omzeild worden.
Ik installeer me in m'n hut. Een van de twee andere fietsers is hier ook. In het avondlicht varen we de haven van St. Petersburg uit. Altijd weer interesant, zo'n ander zicht op stad en kust.



De avond breng ik vooral met de twee fietsers door. Veel kletsen over onze tochten. De volgende dag naderen we Tallinn. Hier is ontzettend veel verkeer op het water. Allerhande soorten veerboten, ponten en veredelde speedboten varen op en neer tussen Helsinki en Tallinn.





Vanaf hier is de boot echt vol. De sfeer neemt gelijk toe. Die avond kan ik kiezen uit diverse leuke plekken. Wat later op de avond vermaak ik me in de scheepsdisco. Met de laatste groep die hier rondhangt gaan we nog een paar uurtjes na sluitingstijd door met gezellig kletsen.
De volgende ochtend worden we op het achterdek vermaakt door de scheepszanger, gisteren al een populaire jongen op de dansvloer.

ultra_ivomaandag 6 december 2004 @ 12:09
Eindelijk meert de boot aan in Rostock. Ik rij snel het dek af, naar het station. Met een aantal mensen in Berlijn heb ik vanavond een afspraak. Silke blijkt te moeten overwerken, dus reis ik door naar het esperantohuis in Berlijn. Ik wordt hartelijk ontvangen door Stefa. Bij haar kan ik gelijk m'n eerste 15 diarolletjes bekijken. Zij heeft ze meegenomen uit Rusland en al enkele kunnen gebruiken voor haar tijdschrift.
's Avonds is de wekelijke bijeenkomst van Berlijnse esperantisten. Stefa heeft een verse stapel Russische films met ondertitels in het esperanto meegenomen, we komen zo mooi de avond door. De volgende dag reis ik door naar Bremen. M'n oom die mij veel over fietstechniek heeft geleerd woont hier. Hij heeft net zijn privé fietsenmuseum heringericht. Veel mooi oud spul hier.





Wat ruimte in de thuisreis hebben heeft het voordeel dat je rustig kunt reizen. Ik blijf het kalm aan doen, bezoek nog een van m'n goede vrienden in Bremen.
Tijdens het laatste stuk met de trein, van Keulen naar Aken, zit de fietscoupé weer vol met fietsers. Ietwat verbazing als ze horen waar ik net vandaan kom
Vanuit Aken is het nog een klein stukje fietsen voordat ik definitief thuis ben, 8 weken na vertrek. Ik heb direct weer zin om zo'n lange reis te beginnen.
Sessymaandag 6 december 2004 @ 15:38
Haha dat standbeeld van de vent die uit de put komt kruipen is cool.

Trouwens weet je hoe het soort boot zoals die tweede, op onderwatervleugeltjes in het russisch heet? Een kater 8)
Portomaandag 6 december 2004 @ 15:56
Wat een prachtige reis zeg niet normaal! ben jalours!

Enuh Natasje!!
ultra_ivomaandag 6 december 2004 @ 16:37
quote:
Op maandag 6 december 2004 15:38 schreef Sessy het volgende:
Trouwens weet je hoe het soort boot zoals die tweede, op onderwatervleugeltjes in het russisch heet? Een kater 8)
Ik ken 'm vooral als Meteor of Kometa.
Een keer heb ik me in zo'n ding gewaagd, tussen Kaunas en Nida (Litouwen), je moet wel een sterke maag hebben in zo'n waterraket.