‘Ik voel me nog steeds de nummer 38 van de wereld’Interview Van onze verslaggever Robèrt Misset
AMSTERDAM - De tweede rentree van tennisser Martin Verkerk slaagde, ondanks een nederlaag in Tarragona tegen El Aynaoui. ‘Ik beschouw mezelf nog steeds als de nummer 38 van de wereld die ik in 2004 was.’
Zelden verliet Martin Verkerk de tennisbaan zo blijmoedig na een nederlaag als dinsdagavond in het Spaanse Tarragona. Bij zijn tweede rentree dit jaar verloor hij weliswaar van de Marokkaanse routinier Younes El Aynaoui, maar het lichaam had niet geprotesteerd. ‘Na twee schouderoperaties en de ziekte van Pfeiffer ben ik eindelijk weer gezond. Die gedachte maakte veel emoties bij me los.’
Het was bij de Challenger in Tarragona een vreemde gewaarwording voor Verkerk. Na een afwezigheid van ruim twee jaar kende de 27-jarige finalist van Roland Garros in 2003 nog slechts twee oud-collega’s: de Spanjaard Montanes en zijn tegenstander El Aynaoui. ‘We hebben alles meegemaakt. El Aynaoui stond in de toptien, ik in de toptwintig. En uitgerekend wij speelden tegen elkaar.’
Je staat 2018de op de wereldranglijst. Gaf de partij tegen El Aynaoui je het idee dat een plaats in de topvijftig ooit weer mogelijk is?Verkerk: ‘Dit was al een partij op het niveau van de topvijftig. Ook El Aynaoui was verrast over mijn spel. De ATP heeft de periode verlengd waarin ik van mijn beschermde ranking gebruik mag maken. In 2007 wil ik weer de grote toernooien spelen. Maar ik beschouw mezelf nog steeds als de nummer 38 van de wereld die ik in 2004 was. Ik voel mijn slagen weer en bij het serveren heb ik geen last meer van mijn schouder. Nu moet ik weer helemaal fit worden, ik zit pas op tachtig procent.’
Waarom heb je je rentree zo vaak uitgesteld?‘Ik wilde pas tennissen als ik er echt klaar voor was. Na mijn mislukte optreden in Napels in maart, toen ik met een gescheurde buikspier moest opgeven, kreeg ik een flinke terugslag vanwege de ziekte van Pfeiffer. Ik had al twee jaar aan de kant moeten staan, nu brak opnieuw een moeilijke periode aan. Ik heb weer twee keer op het punt gestaan om te stoppen.
‘Maar niemand hoeft te twijfelen aan mijn motivatie. Na een stage van drie weken in Tampa met mijn fysiotherapeut Jan Veldhuis besefte ik dat ik niet eeuwig kon blijven trainen. Het werd tijd om wedstrijden te gaan spelen en nu kijk ik wel wat er op me afkomt.
Je gaat niet naar het Davis Cupteam kijken?‘Nee, ik hoop komend weekeinde te kunnen meedoen aan de kwalificaties van het ATP-toernooi in Palermo. Ik heb ook niks te zoeken bij de Davis Cup. Ik zit niet bij de selectie, mijn eigen carrière gaat nu even voor.’
Je zou ook eerst een hoop onvrede moeten wegnemen bij je teamgenoten voor je kunt terugkeren in de Nederlandse ploeg.‘Ik heb dat ook ergens gelezen en ik word doodziek van die verhalen. De enige met wie ik nooit meer contact heb opgenomen, is Raemon Sluiter. Ik heb al eens eerder uitgelegd dat ik het niet kon opbrengen. Ik was een tijdje de weg kwijt en koos voor mijn familie. Ik praat het niet goed. Maar moet ik verantwoording afleggen aan spelers die ik niet eens ken?
‘De geruchten over een slechte sfeer zijn volkomen uit de lucht gegrepen. Ik heb captain Tjerk Bogtstra er ook nooit over gehoord. Ik speel graag voor mijn land en Bogtstra wilde me er graag bij hebben. Als je het toernooi in Boekarest kunt spelen en in vorm bent, selecteer ik je, zei Tjerk. Hij heeft tot het laatste moment op me gewacht. Helaas kwam mijn rentree te laat voor de Davis Cup.’
Wil je bewijzen dat je geen eendagsvlieg bent?‘Wie naar mijn prestaties kijkt, weet dat ik geen eendagsvlieg ben. Ik ga een paar mensen een tik op hun neus geven als ik op mijn oude niveau ben. Ik had niet het gevoel dat ik al afgeschreven was. Maar het blijkt wel dat je snel vergeten bent. Ik wil nog een keer laten zien wat ik kan. Waarom zou ik geen derde toernooi kunnen winnen?’
(c)
www.devolkskrant.nl