Vrijmetselarij en Relgie

Zoals bekend pretendeert de vrijmetselarij niet een religie te zijn, maar richt zij zich slechts op bepaalde principes of waarheden, die in zekere zin als religieus of spiritueel zouden kunnen worden opgevat. Men biedt misschien een methodiek, maar geeft niet voor een theologie te offreren. Maar zoals blijkt is dit, zoals zoveel in de vrij-metselarij, een halve waarheid, want een groot deel van het ritueel berust op bijbelse gronden, waarmee de indruk gevestigd wordt dat het voor christenen aanvaardbaar zou zijn, hetgeen niet het geval is. Een groot deel van het ritueel is gebaseerd op de tempelbouw van Salomo. Bij elke inwijding komt men die tegen. Zelfs het houwen van de steen, hetgeen in de groeve zou geschieden. De bittere beker, het struikeiblok, de pilaren Jachin en Boaz, compleet met de granaatappelen komen we bij de inwij ding tegen. En als kiap op de vuurpijl wordt in elke samen-komst Johannes 1 vers 1 tot 5 gelezen. Het bijzondere daarbij is, dat de naam van het woord en het licht Jezus vooral nooit ge-noemd mag worden.

In deze dagen is de invloed van politiek en religie, evenals de hang naar het occulte, groter dan ooit te voren.

Reden voor dit geschrift is het feit dat een onvoorstelbaar groot aantal leiders onder ons in het verborgene tot de vrijmetselarij behoort, uitlopend op de Bilderberg- conferentie, de Trilaterale Commissie, de Illuminati en de Council on Foreign Relations, (CFR). Het zou te ver voeren alle landen en stromingen te noemen die erbij betrokken zijn, maar je zou bijna zeg-gen: Wie zijn er niet bij betrokken? Het is een overheersend deel van het bijbels fenomeen van verval en wereldbeheersing. Maar wij zullen ons meer bepalen tot het geestelijk bedrog, dat velen verleidt. De schrijver dezes spreekt uit persoonlijke ervaring. Om welke reden ook hebben sommige VMs nooit werkelijk begrepen wat de inhoud en de achtergrond van hun organisatie zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de eerste drie (z.g. blauwe) graden. Voor een overzicht van de vrijmetselaars-oor-sprong zullen wij bij het begin beginnen. De eerste leiders hadden hun relatie met de Tempelieren, maar die is later wat vervaagd. Aanvankelijk waren het de metselaars en beeld-houwers die aan de middeleeuwse kerken werkten. Zon bouw duurde wel honderd jaar en de werkers eraan gingen dan van de ene kerk naar de volgende. Daar werd een cultus rond gebouwd en de vaklieden moesten zich als zodanig bekend maken. Dat werd een paswoord en een bepaalde handdruk. Tegen het bouwsel aan werd een werkplaats gebouwd, loge ge-naamd, en die naam wordt in de VM nog steeds gebruikt. De vrijmetselarij gebruikt deze werk-wijze als hun stijl en model. Die vaklieden hadden een voorschoot voor, die ook nu nog tot de regalia behoort, maar nu met een grote G erop. Ook het paswoord en de handdruk behoren daartoe. De oude vaklieden waren leerling, gezel en meester, dit zijn ook de eerste graden, die later uitgroeiden tot drieëndertig graden. Zij die tot de eerste drie graden, de zogenaamde blauwe graden behoren, weten weinig van het geheel van de organisatie. Zo zijn er dieëndertig graden, waar alleen de top toe behoort. Ook de onderlinge geheimenhouding reikt tot het overdrevene. Zo mag een eerste graads vrijmetselaar het paswoord van de tweede graad niet kennen, de tweede niet van de derde en zo verder. Dit betekent dat bij alle samenkomsten de hogere graden naar de leerlingen- of eerste graad moeten afdalen om hun geheimen voor hun mede-vrijmetselaars verborgen te houden.

HET RELIGIEUZE ELEMENT IN DE VRIJMETSELARIJ

Weet u dat de VM-loge leert dat er een weg naar de hemel is die niet genoemd wordt in de Bijbel? De VM leert precies wat God veroordeelt tot een vals evangelie, namelijk dat de mens gered kan worden en voor de hemel bestemd als gevolg van goede werken en persoonlijke zelf-verbetering. De Bijbel leert dat het God een gruwel is. Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij ver-vloekt! (Galaten 1:8-9). Ondanks de schijn-religie die gebezigd wordt, ontkent en weerstaat de vrijmetselarij de bijbelse leer van redding door genade alleen (Ef. 2:8-9) en vervangt deze door een leer die redding benadrukt door goede werken en zelf-verbetering. Alle leden houden wekelijks lezingen, gegrond op het succes dat zij in hun leven hiermee hebben.
In de eerste drie graden wordt de kandidaat door de loge beloofd dat God hem zal belonen als hij goede daden doet en zijn karakter verbe-tert. De Bijbel leert het tegengestelde. Vrijmetselaars kunnen Gods heil niet verwerven door hun zuiver leven en gedrag alleen. In tegendeel, de Schrift leert: Hij (God) redt ons, niet door werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar Zijn ontferming door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest (Titus 3:5). Het occulte element in de VM blijkt nog te meer in de afdeling die in 1832 door Generaal William Huntingon Russell The Skull and Bones So-ciety werd opgericht, verbonden aan de Yale Universiteit. Tegenwoordig staat de Skull and Bones Society bekend als The Russell Trust en is als zodanig erkend. De naam herinnert aan het feit dat de leerling bij de inwij ding een kwartier lang in het schemerduister naar een doodshoofd moet zitten staren. In 1826 kwam de vrijmetselarij in opspraak omdat zij werd beschuldigd op de moord van een tiental personen die de loge hadden verla-ten. Welk bizar en duister kwaad houdt zich schuil tussen de bogen van de Tombe van de Skull & Bones Society? Is dit genootschap een groep die voorziet in het kemlidmaatschap voor een wereldwijde Illuminati-samenzwering? Wat is de occulte rituele betekenis van het naakt in een doodkist liggen van de leden, terwijl in het zwart geklede ridders van de orde esoterische bezweringen opdreunen en in een cirkel rond de kist parade-ren in een verduisterde kamer? Wie is de echte god van de vrijmetselarij? Is het mogelijk, dat het satan zelf zou kunnen zijn? Dit zijn verbazingwekkende vragen en ze zijn daarom zo verbazingwekkend vanwege het feit dat sommige zeer beroemde en machtige man-nen betrokken zijn in de Skull & Bones Society. Het gaat om de Bilderberg-conferentie, de Trilaterale commissie, de illuminati en de Council on Foreign Relation. Wij zullen hier elders nader op in gaan. Voor we zelfs maar aan de bespreking van deze dingen kunnen beginnen, moeten we begrijpen, dat God Zelf ons in de Bijbel vertelt, dat er in de laatste dagen mensen zullen zijn bij wat ge-noemd wordt Skull-duggery (het graven naar verborgen dingen). De Bijbel waarschuwt heel duidelijk, dat deze dingen voor de gemid-delde persoon verborgen mogen zijn, maar ze zullen in de laatste dagen niet volledig verbor-gen blijven voor Gods uitverkorenen; noch zijn ze verborgen voor de ogen van God Zelf. In Spreuken 15:3 lezen we: De ogen des Heren zijn aan alle plaatsen, opmerkzaam acht gevend op kwaden en goeden. Niets is verborgen, dat niet aan het licht zal komen, en niets is geheim, dat niet bekend zal worden (Lucas 8:17). Dit is een van de reden dat we dit aan de openbaarheid prijs geven.

Als u een christen-vrijmetselaar bent, hoe kon u zichzelf laten inwij den in de vrijmetselarij en daarbij zweren op gegevens die de bijbelse waarheid verwerpen? Mogelijk acht u dit van geen belang. Wat denkt u dan van de instructie uit de tweede graad: Het voorschoot van een vrijmetselaar is bedoeld om hem te herinneren aan de zuiverheid van gedachten en morele waarden ...... dus u draagt het voorschoot, terwijl u daaraan werkt als een symbool van zuiverheid van hart en geweten, teneinde de goedkeuring te verkrijgen van de Opperbouwmeester des Heelals (2e graad, 65:41).

Hierdoor krijgt de kandidaat de indruk dat goede werken het doel hebben Gods gunst te verwerven. Maar hoe kan een VM Gods gunst verdienen door zuiverheid van het hart en het geweten, als de Bijbel geen hoop geeft hiervoor:

Arglistig is het hart, boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik de Here, doorgrondt het hart en toets de ziel (Jer. 17:9-10) Niemand is rechtvaardig, ook niet één; Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods en worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus (Rom. 3:10, 23). Deze Jezus heeft geen plaats in de vrijmetselarij.

In de derde graad (de graad van Meester) belooft de loge iedere kandidaat dat God hem bij zijn dood met hemelse gaven zal belonen, op grond van zijn gedrag, werken en gedach-ten en zijn levensstijl en handelingen. Bij zijn dood plaatst de loge een witte voorschoot op hem als hij in de kist ligt. Er wordt een vastgelegde toespraak gehouden over zijn goede werken.

Maar op welke grond kan de vrijmetselaarsloge zeggen wat God zal doen als zij sterven? Op welke autoriteit kunnen zij verzekeren aan allen die luisteren, dat zij in Gods tegenwoordigheid zullen komen en aanvaard worden, alleen op grond van hun goede werken? De Schrift leert ons dat dit onmogelijk is. De Bijbel benadrukt herhaalde malen: Niet om werken der gerechtigheid, die wij gedaan zouden hebben, doch door Zijn ontferming heeft Hij ons gered (Tit. 3:5).

Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten .... Der werken?... David spreekt de mens zalig wien God gerechtigheid toerekent zonder werken... (Rom. 3:27, 4:6). Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God, niet uit de werken, opdat niemand roeme (Ef. 2:8-9).

De Bijbel is er absoluut duidelijk over dat lering aangaande redding door werken tegengesteld is aan Gods wil. Eerder, redding is door genade, de vrije gift van God, voorzien voor de mens toen Christus stierf aan het kruis en betaalde voor de straf voor onze zonden. Als u een christen-vrijmetselaar bent en weet dat de Bijbel dit leert, hoe kunt u dan nog langer vrijmetselaar zijn? Leert de Bijbel niet dat alle mensen zondaars zijn, en dat de enige weg om rein voor God te staan ontstaat door volkomen vertrouwen in Zijn Zoon, Jezus Christus? Belooft de Bijbel niet dat hij die op Jezus vertrouwt en zich afwendt van de zonde, vertrouwen kan op rechtvaardiging? Hierdoor is vrijmetselarij verkeerd - redding kan niet verdiend worden. Daarom schrijven de apostelen dat alle gelovi-gen om niet worden gerechtvaardigd uit zijn genade, door verlossing in Christus Jezus (Rom. 3:24).

In de negentiende graad wordt de vrijmetselaar verteld dat vrijmetselaars die bewijs hebben gegeven van hun gebondenheid aan de statuten en regels van de orde recht hebben op de toe-gang tot het hemels Jeruzalem (59, 11:32). Verder wordt, in de achtentwintigste graad verteld: de ware vrijmetselaar is iemand die zichzelf geleidelijk verheft tot hij de hemelen bereikt... (59, 11:212).

In de vijfde graad leert de vrijmetselarij wij kunnen het Sanctum Sanctorum (hemel) niet bereiken door reinheid van hart alleen en de geheimen van de eerste graden... om eraan te herinneren dat wij dood zijn in zonde, (dat) wij hopen op te staan in deugd (59, I:85).

In de achtste graad wordt de vrijmetselaar verteld dat het noodzakelijk is in deze graad te tonen dat het slechts gradueel is, dat wij tot volmaaktheid kunnen komen (59, I:146).

In de veertiende graad wordt de kandidaat verteld: Moge uw hart voor altijd kloppen met een hoop op onsterfelijkheid, mogen uw lippen voor altijd vervuld zijn met de ware naam van de Opperbouwmeester des Heelals, en mogen uw ogen niet falen als zij ontwaken in de glorie van zijn tegenwoordigheid. Ik bezegel u met het zegel van deze Opper-bouwmeester, met het doel dat u steeds moge leven in Zijn aanwezigheid en door dit doel uw leven en handelen voor altijd moge beheersen (59, i:318).

In de inwijdingsinstructie van de zeventiende graad wordt de kandidaat verteld dat dit ritueel verondersteld wordt te reiken tot het einde der wereld als alle goede vrijmetselaars hun belo-ning ontvangen, zittend op een troon aan de rechterhand van de Almachtige (God), gereinigd als zij zijn door het wassen van hun ambtsgewaad in hun eigen bloed" (59, I:453). Dit alles is waarom de Grootmeester heeft verklaard dat elk van de tweeëndertig graden geleerd wordt door ceremonie en instructie, dat de nobelste doelstelling en taak van de mens is om te strijden voor zijn eigen redding, dat iedere vrijmetselaar kan overwinnen, ten-einde het geestelijke en het goddelijke in hem-zelf te bereiken (94:156). Een van de meest-bekende meester-vrijmetselaars, Albert Pike, leerde dat men stap-voor-stap naar het volkomene moet streven; en elke vrijmetselaarsgraad is bedoeld deze stappen te vormen (26:136). Zo wordt bij elke nieuwe inwijding tot een hogere graad (waartoe men uitgenodigd moet worden), die in de tempel plaats vindt, een bepaalde vastgelegde formulering uitgesproken op basis van de leer der vrijmetselarij: dat men een hoger niveau bereikt door hogere graden en goede werken. Evenzo leert het VM-symbool van de ladder dat elke vrijmetselaar zijn weg kan klimmen naar de hemelen door zijn goede daden.

Als u dit alles leest over hetgeen de vrijmetselaars leren, klinkt het dan niet aantrekkelijk het heil te bereiken door goede daden? En dat de mens door goed te leven zijn persoonlijke rechtvaardiging kan bereiken? Als u christen bent, herkent u dan niet dat het tegengesteld is aan de christelijke leer? Is dat geen ander evangelie ,zoals beschreven in Galaten 1:6-8)? Het bewijs is gegeven. Vrijmetselarij belooft dat men in de loge tot de hemel kan komen door goed te zijn. Wij hebben gezien dat God een vloek legt op zulk een valse en demonische leer (Gal. 1:6-8). Hierin staat de vrijmetselarij niet alleen. Gok de rooms-katholieke kerk leert dat. In het laatst verschenen boek van de paus lezen we nadrukkelijk de uitspraak: Alle mensen van goede wil zullen worden gered. Wie dat zegt heeft het evangelie niet begrepen: We worden alleen door geloof gerechtvaardigd.Geen christen behoort zich ooit bij zon niet-christelijke gemeenschap aan te sluiten, die financieel te ondersteunen en te geloven dat dit valse evangelie de ware leer is van Jezus Chris-tus en de Bijbel. Jezus vertelde ons dat een slechte boom geen goede vruchten kan voortbrengen (Mat. 7:18). John Ankerberg, een bekeerde Meester-vrijmet-selaar, vertelt het volgende verhaal van een collega VM. Steven Merrit was Meester van de grootste loge in New York. Hij verliet de vrijmet-selarij omdat: 1k vond de neiging van de hele zaak kwaad.. .dus protesteerde ik en ver-dween... In het bijzonder verliet hij de VM vanwege de wanhoop van een stervende vriend: Een incident hielp om mijn ogen te openen. Ik heb altijd verkondigd dat er geen andere naam is dan Christus waardoor wij gered kunnen worden. Maar telkenmale zag ik vrijmetselaars sterven zonder God en zonder hoop. Ik werd aan het bed van een lid van mijn loge geroepen die stervende was. Hij gaf me de handgreep toen ik bij hem ging zitten. Hij zei dat hij ster-vende was en erg bezorgd was voor zijn ziel. Ik probeerde hem te laten opzien naar Christus. Maar hij weerlegde me, zeggend dat ik hem op een dwaalweg geleid had. Ik had hem, als Meester, in de loge verteld, dat een moreel leven genoeg was. Hij zei: Je vertelde me dat het genoeg was dat ik oprecht was, en gehoorzaam aan de richtlijnen van de loge, maar ik leun op een gebroken staf; en nu ben ik stervende zonder God. Ik leg op dit op uw verantwoording, Meester. 1k leunde op u en nu ben ik stervende. Dat was genoeg voor mij. Sterven zonder Christus: dat is de vrucht en het ware getuigenis van de vrijmetselarij. En alleen de eeuwigheid is in staat zijn hierover te oordelen. Merrit waarschuwt dat wanneer er theologen en andere goede mensen in de loge zijn, zij mede verantwoordelijk zijn voor de teleurstelling en een valstrik. In andere woorden, men wordt getrokken door een misleiding van uiterlijke goedheid van vrijmetselarij en gegrepen in een systeem dat uiteindelijk zal leiden tot eeuwige verlorenheid. Wat zoekt men in de vrijmetselarij? Levens-vulling, antwoord op levensvragen, trekt het geheimzinnige? Is het uiteindelijk heerszucht of hoogmoed? Er zijn leidende, geleerde, belang-rijke mensen bij. Velen voelen zich vereerd daarbij te behoren, maar horen daarbij niets over Gods reddingsplan. Dit is de reden dat de Schrift waarschuwt: Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereidgees ten en niet met Christus (Col. 2:8).

Bezorgd waarschuwt de apostel Paulus dat het dezelfde satan is die bog tot Adam en Eva, toen hun gedachten van de waarheid werden afgeleid als ware het een ander evangelie (2 Cor. 11:3). Nogmaals, hoe kan een christelijke theoloog een positie hebben in de loge en tegelijkertijd leider-schap in de kerk? Geen voorganger zou men in de kerk kunnen handhaven die gezworen heeft het evangelie van genade te ontkennen, en gezworen heeft deze foute leer te handhaven, zoals men in de vrijmetselarij doet: de redding van s mensen ziel is in het geding.

IS VRIJMETSELARIJ EEN RELIGIE?

Weet u dat, als u een christen bent, u door het lidmaatschap van de vrijmetselarij deel hebt aan een andere religie? Juist als de vrijmetselarij liegt omtrent redding door werken, liegt ze ook door te zeggen dat het geen religie is. Men zegt: Het is een filosofie met een religieuze tendens. Verborgen wordt gehouden dat het hele ritueel op de zogenaamde tempelbouw van Salomo berust. Hoe kun je de waarheid ontkennen als er bij elke tempelcomparitie uit de Bijbel gelezen wordt, die op het altaar ligt. Weliswaar wordt er alleen uit Joh. 1 vers 1 tot 5 gelezen en mag de naam van het woord en het licht (Jezus) niet genoemd worden, maar het geheel draagt een (semi) religieuze sfeer. Gok de diverse inwijdin-gen hebben die tendens.

Prof. William Alston citeert de volgende karakte-ristieken van religie:

* Een geloof in bovennatuurlijke wezens (God of goden).
* Een onderscheiding tussen heilige en profane objecten.
* Rituele handelingen die gericht zijn op zulke heilige objecten.
* Een morele code die bovennatuurlijke onder-scheiding draagt.
* Religieuze gevoelens die gekend zijn rond heilige objecten of ritueel en verbonden met God of goden.
* Gebed.

Verlangt de vrijmetselarij dat al haar leden geloven in een bovennatuurlijk wezen? Ja! Vrijmetselarij vereist dat elk lid gelooft in God -of doet alsof. In feite hebben erkende atheïsten geen toegang tot de vrijmetselarij. Bij voorbeeld, in de eerste graad, bij de toelatingsinwijding wordt van elke kandidaat geëist te zweren dat hij gelooft in God. Zo klinkt dat:

De kandidaat stemt in met de volgende verklaringen: Verklaart u ernstig en op uw eer dat u gelooft in een bovennatuurlijk wezen waaraan alle mensen gehoorzaam zijn (de Opper-bouwmeester des Heelals). Zult u alle voor-schriften en regels die gelden voor de vrijmetse-larij, volgen? Antwoord: JA.

Ruimte staat niet toe alle details te bediscussieren. Maar de auteur spreekt zelf uit ervaring en bij het lezen en onderzoeken van tientallen VM-boeken blijkt dat de vrijmetselaar-autoriteiten erkennen dat de vrijmetselarij een religie of religieus is. Van de eerste tot de drieëndertigste graad wordt de leden geleerd te gehoorzamen aan de Opperbouwmeester van het Heelal. (Door het volvoeren van hun vrijmetselaars-verplichtingen.) In de tweede graad wordt een gebed uitgespro-ken over de kandidaat waarbij de Opper-bouwmeester gevraagd wordt de kandidaat te helpen al de dagen van zijn leven (64:36). In de derde (meester-)graad wordt in het ritueel gezegd: Als leerling hebben wij onze gedachten gevuld om zo goed mogelijk bruikbaar te zijn; in de volgende graden bevestigen wij onze verplichtingen tegenover God en onze naaste en onszelf; zodat we als Meester-vrijmetselaar dit ervaren en bevestigen tot een welbesteed leven en sterven in de hoop van glorieuze onsterfelijk-heid (58:127). Zowel in de eerste, de tweede, de derde en volgende graden wordt elke kandidaat geïnstru-eerd de Opperbouwmeester des Heelals te gehoorzamen. De eden die hij daarnaast moet afleggen, vooral bij het betreden van de tempel en staande voor de voorzittend meester: Ik zal mij liever de keel doorsneden (met bijbeho-rend gebaar) dan de geheimen van de vrijmetse-laars bekend maken, staan los van die gehoor-zaamheid aan God. Toont al het aanbiddingsritueel eerbied en devotie aan een godheid? Daar is geen twijfel aan. In feite is elke vrijmetselaar door zijn goede werken in aanbidding voor de vrijmetselaars-god, vooral ook in het tempelritueel.
In de eerste graad reeds wordt de kandidaat voorgehouden: U bent deze avond een grootse taak begonnen, hetwelk in uw toekomstig leven voortgang moge vinden: de oprichting in uw hart van een tempel voor de inwoning van de Opperbouwmeester des Heelals (65:13).
Als de vrijmetselarij een religie is, hetgeen de leiders erkennen, waarom zeggen de meeste vrijmetselaars dan dat het géén religie is? De reden is deze: de vrijmetselarij kon nooit zoveel nieuwe kandidaten hebben als ze bekend stond als een anti-religie. Het zou erop lijken dat het liegen omtrent het wezen van de vrijmetselarij nodig was om de oude leden te behouden en om nieuwe te krijgen. Maar toch, als u christen bent, realiseert u zich dat u een andere religie aan-hangt? We hebben reeds genoemd dat de vrijmetselarij een vals evangelie brengt van redding door goede werken. Het is een ander evangelie. Als u een christen bent zou deze verklaring alleen al u op geestelijke gronden doen afscheiden.

IS DE HEILIGE SCHRIFT HET GROTE LICHT IN DE VRIJMETSELARIJ?

Hoewel in de tempelsamenkomsten (onder-scheiden van de gewone samenkomsten) met een schijn van vroomheid over het Licht in de Bijbel gelezen wordt, mag zoals bekend, de naam van de licht, Jezus, niet genoemd wor-den. Dit toont dat het geen goddelijke religie is, niet de goddelijke redding biedt en de naam van God niet geëerd wordt. De tempelsamenkomst begint in schemerlicht en de verlichting wordt geleidelijk aan verhoogd. Zo ontvangt men het licht. De vrijmetselaar gelooft dat de Bijbel slechts een symbool is, een symbool voor de wil van God. Het is een symbool van geloof. De vrijmetselaars-Monitor verklaart het volgende: De drie grote lichten in vrijmetselarij zijn de Bijbel, de passer en de winkelhaak. We weten allen wat een symbool is. De Nederlandse vlag is een symbool van vrijheid. De vlag zelf is geen vrijheid, het is een stuk linen dat vrijheid symboliseert. Op dezelfde wijze leert de vrijmetselarij dat de Bijbel niet Gods woord is maar het is slechts een boek dat Gods woord symboliseert. Dat is waarom de Bijbel officieel wordt gezien als een deel van loge-materiaal. De vlag is linen, de Bijbel is materiaal. Zij zijn belangrijk omdat zij iets anders symboliseren. En dit symbool toont de vrijmetselaars een andere bron van informa-tie. De Bijbel en de Schriften van alle andere geloven wijzen op de vrijmetselaars-doctrine. Daarom heeft men in Utah U.S.A. (hoge concen-tratie van Mormonen) het Book van Mormon op het vrijmetselaarsaltaar, niet de Bijbel. En in India heeft men geen bezwaar tegen het plaatsen van de Vedas of Upanishads op het vrijmetselaarsaltaar. En in moslim-landen kan men de Koran daarvoor gebruiken. Geen van deze boeken wordt letterlijk gezien als de waar-heid, maar ze worden slechts geëerd als symbo-len der waarheid.
Albert Pike, een van de meest vooraanstaande vrijmetselaars, zegt: De Bijbel behoort tot de inventaris van de loge, omdat het een heilig boek is van de christelijke religie. De He-breeuwse Pentateuch in een Hebreeuwse loge, en de Koran in een mohammedaanse, behoren op het altaar. De plicht van de kandidaat is altijd rekening te houden met heilige boeken, want dat is voor hem een plechtige binding, ongeacht tot welke religie hij behoort. Dit leidt ons tot een ontstellende conclusie: De christenen en zij die tot een ander geloof behoren worden op grove wijze bedrogen. De vrijmetselarij gebruikt slechts het christelijk respect voor de Bijbel om de betrokkene trouw te doen zweren aan de vrijmetselarij. Hetzelfde geldt voor de Koran en de Upanishads. Maar aangezien christenen de Bijbel als waardevol en met respect zien, vragen de vrijmetselaars erop te zweren. En de vrijmetselarij praktiseert dit ook met betrekking tot andere geloven en hun respectievelijke heilige boeken. Maar eenvoudig gezegd heeft de vrijmetselarij geen respect voor de inhoud van welk heilig boek dan ook anders dan als een middel tot verbinding aan de vrij-metselarij - zoals Pike zei: Wij hebben geen belangstelling voor uw religieuze overtuiging. De vrijmetselarij heeft nooit bedoeld dat christe-nen zich aan hun Bijbel zouden houden, want daarmee zouden zij de vrijmetselaarsleer moe-ten verwerpen. Hierbij leren wij dat de vrijmet-selarij de kandidaat verplicht tot hun leer. De beschrijvingen van de grote leiders in de vrij-metselarij geven het volgende weer:

1. De Bijbel is slechts een onderdeel van de toerusting van de loge, een groot licht waarop de kandidaat zich verbindt aan de vrijmetselarij.
2. De Bijbel behoeft niet geloofd te worden, het is slechts een symbool van de wil van God.
3. Vrijmetselarij beschouwt de Bijbel evenals andere geloofsboeken niet als maatgevend en kent er geen autoriteit aan toe.
4. Aangezien de Bijbel niet het letterlijke woord van God is, behoeft het ook niet letterlijk gehoorzaamd te worden.
5. De vrijmetselaarsdoctrine is op zichzelf het letterlijke woord van God. Derhalve is dan de vrijmetselarij de enige goddelijke waarheid die gehoorzaamd moet worden.

Twijfel is gerechtvaardigd of de god van de vrijmetselaars, waarop de kandidaten zweren, dezelfde God is als die van de christenen. De eerste drie graden, leerling, gezel en meester, de z.g. blauwe graden. geven hem een vrijblijvende indruk. Een ieder die leest wat Albert Pike leerde omtrent God in de hogere graden, weet dat de god van de vrijmetselarij niet de God van de Bijbel is: Vrijmetselarij (dat is religie) waar rond de altaren de christenen, hebreers, de moslim, de brahmaan, de volgelingen van Confucius en Zoroaster, kunnen verzamelen als broeders en zich kunnen verenigen in gebed tot de enige God, die is boven al de Baälim (valse goden)... (26:226). Wie zijn de Baälim? Pike definïeert de uitdruk-king Baälim als de afgoden en valse goden die in andere religies naast de vrijmetselarij gevon-den worden. Deze valse goden worden be-schouwd als een vage reflectie van de ware vrijmetselaarsgod, de Opperbouwmeester van het Heelal. Pike leert: Elke religie en elke conceptie van God is afgodisch, voor zover ze onvolkomen is en als vervangmiddel voor de Bouwmeester van de vrijmetselaars. Een andere vrijmetselaarsautoriteit Albert Mackey in zijn Encyclopedia: God is op gelijk niveau aanwezig met de vrome hindoe in de tempel, de Jood in de synagoge, de moslim in de moskee, en de christen in de kerk. Dit moge waar zijn van de god van de vrijmetselarij, maar het is beslist niet waar van de God van de Bijbel. Jezus zei: God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aan bidden in geest en in waarheid (Joh. 4:24). Maar een ieder die bekend is met deze religies kent de waarheid: de god die geleerd wordt in hindoeïsme, judaïsme, islam en chris-tendom is niet dezelfde. Niettemin, voor de vrijmetselarij doet het er niet toe met welke naam de kandidaten god noemen. Zij leren dat al wat geldt is, dat een persoon gelooft in een god. De bewijsvoering is dat zij streven naar een soort goddelijkheid waarop gezworen kan worden. Samenvattend huldigen alle vrijmetselaars-autoriteiten de volgende drie regels: 1) dat de Bijbel slechts een symbool is, 2) dat van de vrijmetselaar niet verlangd wordt de bijbelse leer te aanvaarden, 3) dat sommige andere boeken de Bijbel kunnen vervangen. In de meeste loges wordt bij een tempelcomparitie uit de Bijbel alleen Johannes 1 vers 1 tot 5 gelezen, tot aan en de duisternis heeft het niet gegrepen. Vanaf vers 6 en vervol-gens zien wij dat met het Woord en het licht de Heer Jezus bedoeld wordt en die naam, evenmin als de naam van God, mag in de vrij-metselarij niet genoemd worden. In sommige Loges wordt alleen bij heel bijzondere gebeurtenissen uit de Bijbel geciteerd. Maar deze vrijmetselaarsvisie aangaande de Bijbel is in direct conflict met wat de Bijbel van zichzelf zegt:

Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust (2 Tim.3:15, 17).

Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrft een eigen machtiging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven hebben mensen van Godswege gesproken (2 Petr. 1:20,21).

Alle woords Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild (Spr. 30:5-6).

Dit is wat Jezus leert van de Bijbel:

De Schrift kan niet gebroken worden (Joh. 10:36).

Heilig hen in Uw waarheid, Uw woord is de waarheid... (Joh. 17:17).

Er staat geschreven: niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat (Matth. 4:4).

De woorden die Gij Mij gegeven hebt, heb ik hun gegeven... Joh. 17:8.

De hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan (Matth. 24:35).
De Schriften benadrukken dat voortdurend. Wat voor zin heeft het over de Bijbel te spreken als het grote licht van de vrijmetselarij, als nooit iemand het contact legt. Vrijmetselaars zweren dat de Bijbel een groot licht is, maar zij gebrui-ken dat nooit en gehoorzamen het niet. Hoe kan een christen vrijmetselaar zijn, iemand die beweert dat de Bijbel het letterlijk woord van God is? Hoe kunt u in een organisatie leven die
Gods Woord ontkent, evenals de leer omtrent de Bijbel?

Aanbevolen lectuur:

Geheime leer van de vrijmetselaarsloge, John Ankerberg & John Weldon.

De godsdienst der vrijmetselarij, J.F.Newton.

De tempel en de Loge, van tempelridders tot vrijmetselarij, Michael Baigent.

Vrijmetselaar of Christen, E. Smit

Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heefi een die hem oordeelt: het woord dat 1k heb gespro ken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage. Want 1k heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader die Mij heeft gezonden, heeft Mijzelf een gebod gegeven wat 1k zeggen en spreken moet Wat 1k dan spreek, spreek 1k zó als de Vader Mij gezegd heeft (Joh. 12:48-50).

Christenen weten dat de Bijbel niet eenvoudig weg-gelezen moet worden als een allegorie, of verwaarloosd moet worden. De Bijbel moet gehoorzaamd worden als het Woord van God.

Bron: Vrijmetselarij en Religie, door ex-vrijmetselaar wijlen J.I. van Baaren.

Ed