Gisteren hadden we een familiefeest. Het was gezellig zoals altijd, met veel gelach en verhalen uit het verleden. Maar één verhaal van mijn oom raakte me bijzonder.
Hij vertelde dat hij graag op YouTube kijkt naar nostalgische filmpjes, een oude interviews uit de jaren ’70, beelden van vroeger, dat soort dingen.
Tijdens zo'n zoektocht stootte hij op iets heel onverwachts: een interview waarin hij als kind op de achtergrond te zien was, spelend zonder het te beseffen.
Uit respect voor zijn privacy kan ik niet zeggen om welk interview het precies ging, maar het bijzondere is hoe hij het terugvond: puur toevallig.
Op het moment dat hij zichzelf en zijn vriendjes herkende, kreeg hij tranen in zijn ogen. Het was een stukje jeugd dat hij nooit eerder had teruggezien. Een vergeten moment dat ineens weer tot leven kwam.
Ik ben een man met een onverklaarbare fascinatie voor capuchons. Ze zijn mijn tweede huid—altijd om me heen, altijd vertrouwd. Ik draag ze niet alleen, ik lééf erin. Het voelt magisch als iemand er zachtjes aan trekt, een speels moment vol onverwachte connectie. En als mijn capuchon ergens blijft haken? Pure vreugde! Een klein avontuur in het alledaagse, alsof de wereld me even vasthoudt. Capuchons en ik? Een onafscheidelijk duo