quote:Waarom het Afrikaanse wielrennen, ondanks alle initiatieven, toch niet scoort op het WK in Rwanda: “Om eerlijk te zijn: het systeem moet veranderen”
Bij het WK in Rwanda haalt het wielrennen één van zijn favoriete oneliners van onder het stof: ‘Een mijlpaal voor het Afrikaanse wielrennen.’ We zeiden het eerder ook al bij de bollentrui van Daniël Teklehaimanot of het groen van Biniam Girmay. Maar zet alle Afrikaanse mijlpalen op een rij en wat je ziet is toch vooral een doodlopende straat: “Om eerlijk te zijn: het systeem moet veranderen.”
“Do you have a pomp to pomp up my tyres?” Afrikaans wielrennen begint voor ons in 2004, op VTM. Roger De Vlaeminck brengt vijf renners uit Zimbabwe de basis van het veldrijden bij. Het taalgebruik van toen doet vandaag de tenen krullen, het Engels van De Vlaeminck nog het minst van allemaal. Het verhaal van “de zwarte parels van Roger” krijgt van in het begin véél kritiek. “Het doet me denken aan Expo ‘58 toen Congolezen in Tervuren als curiosum werden tentoongesteld”, zegt Bogdan Vanden Berghe, op dat moment nog directeur van 11.11.11.
Ongeveer wanneer Allez Allez Zimbabwe in 2007 in Vlaanderen van de buis verdwijnt – “geen verhaallijnen meer”, vindt VTM - ontstaat in Zuid-Afrika een project dat wél veel zal bijdragen aan de emancipatie van het Afrikaanse wielrennen. Doug Ryder begint met het MTN Energade Road Team, dan nog op continentaal niveau. Ryder is een Zuid-Afrikaanse oud-renner die erbij was op de Spelen van Atlanta ’96. Hij zag daar landgenoot Josia Thugwane de marathon winnen en bedacht zich dat Afrikanen ook in uithoudingssport wielrennen moeten kunnen uitblinken.
MTN-Qhubeka groeit in de jaren die volgen uit tot liefdadigheidsproject en succesvolle wielerploeg in één. Wanneer Gerald Ciolek in 2013 Milaan-Sanremo wint, tweet het team: “Weet je waarom Ciolek vandaag reed? Om kinderen als deze een fiets te geven.” We zien dan een foto van een Afrikaans kindje dat een ‘Buffalo Bike’ overhandigd krijgt. Charity Qhubeka – Zulu voor opwaarts bewegen – wil één miljoen Afrikanen op de fiets. Wie een fiets heeft, geraakt makkelijker op school. Doug Ryder verwoordt het ook wel een keer grimmiger: ‘Meisjes die op de hoofdweg aan twintig kilometer per uur voortbewegen lopen minder risico om verkracht te worden.”
Het verhaal van Qhubeka opent veel deuren: in 2014 mag de ploeg al naar de Vuelta, in 2015 naar de Tour. Maar het engagement ten aanzien van Afrika is oprecht. Serge Pauwels rijdt van 2015 tot en met 2018 voor de ploeg en krijgt vandaag nog kippenvel als hij terugdenkt aan de bike-handover: “Ik gaf een fiets aan een meisje van twaalf, die me vertelde: ‘Nu kan ik naar school fietsen én kan ik mijn broertje achterop mee nemen.’ Dat was hartverwarmend. Voor die kinderen was school soms tien, vijftien kilometer ver. Zonder fiets houd je dat niet vol.”
Doug Ryder spreekt ook ambitieuze sportieve plannen uit: een Afrikaanse wereldkampioen. In de Tour van 2015 stelt hij zichzelf tot doel om “binnen de vijf jaar een renner uit (sub-Sahara) Afrika op het podium te hebben.”
Aan talentvolle Afrikanen is er op dat moment geen gebrek. Daniel Teklehaimanot wint de bollentrui in de Dauphiné. Merhawi Kudus eindigt vijfde in de Route du Sud. Serge Pauwels praat met ontzag over de fysieke mogelijkheden van zijn Afrikaanse ploegmaats van toen: “Ik herinner mij Mekseb Debesay. In de Abu Dhabi Tour hadden we de aankomst bergop op Jebel Hafeet. Ploegleider Jean-Pierre Heynderickx begreep er niks van. Hij was van achter in het peloton naar voor beginnen rijden, haalde groepje na groepje in, maar nergens zag hij Mekseb. Hij dacht ‘hij zal toch niet gevallen zijn?’ Wat bleek? Mekseb reed in de kopgroep, naast Vicenzo Nibali en Alberto Contador. Hij is uiteindelijk derde geëindigd. Wat een talent heb je dan? Zo’n klim is natuurlijk nooit een lucky shot.”
Bij MTN-Qhubeka blinken vooral renners uit Eritrea uit, omdat het land als voormalige Italiaanse kolonie affiniteit met wielrennen heeft. De ploeg rekruteert ook in Rwanda, waar de Amerikaanse oud-prof Jock Boyer met Team Rwanda een onwaarschijnlijk verhaal schrijft. De documentaire Rising From the Ashes kan u zien op You Tube.
Quasi terzelfdertijd loopt ook in Kenia het ‘Kenyan Riders’-project. Het vertrekpunt is hetzelfde als bij MTN-Qhubeka: waarom zouden Kenianen, die de lange afstand domineren in het atletiek, ook niet uitblinken op de fiets?
Een marathon in 2u15
Eén van de eerste trainers van het project, de Fransman Jérôme Casagrande getuigt: “In onze groep van tien hadden we atleten die een marathon liepen in 2u15. In Kenia haal je daarmee de nationale selectie niet, maar het wil wel zeggen dat je ongelofelijke fysieke mogelijkheden hebt. We hebben met onze Keniaanse renners labo-testen gedaan op de hometrainer en die resultaten waren enorm. In Kenia deden we een veldtest op een klim van 25 kilometer met vermogensmeter. Die waarden waren op het niveau van de Europese profs.”
Het lijkt op dat moment alsof het Afrikaanse wielrennen op de rand van de doorbraak staat, maar net het omgekeerde gebeurt. In 2015 geloofden we in een Afrikaan op het Tourpodium binnen de vijf jaar, maar van dat optimisme blijft vandaag weinig overeind. In 2014 waren er 23 Afrikaanse renners met een profcontract. Vandaag zijn dat er minder dan tien. Op dit WK in Kigali doet voorlopig geen enkele Afrikaanse renner mee voor de prijzen.
Waar is het fout gelopen? Om te beginnen bestaat het project MTN-Qhubeka vandaag niet meer. De ploeg is min of meer ten onder gegaan aan zijn eigen succes. In 2017 zette het team de stap naar de World Tour en nam het gevestigde Europese renners als Mark Cavendish en Mark Renshaw onder contract. “Daar is voor een stuk de identiteit van het team verloren gegaan”, aldus Serge Pauwels. “Je kan niet een half Afrikaans team opleiden en beter maken en tegelijk een volledig World Tour programma rijden met Down Under en Baskenland en drie grote rondes. Op dat moment is de Afrikaanse droom een beetje begraven.”
In Kenia is het idee van bikes for spikes – wielrennen in plaats van atletiek – ook nooit helemaal van de grond gekomen. “Lopen en fietsen zit biomechanisch anders in elkaar”, aldus trainer Casagrande. “Ook in peloton rijden is moeilijk. Als we in Europa kwamen koersen, reden onze renners vaak achter in plaats van in het peloton. Ik heb vaak gezegd: ‘vandaag wil ik krijgers zien’, maar die eigenschap zie je bij weinig Kenianen. Ze werken hard, maar het zit niet in de cultuur om echt hun plaats af te dwingen. Ze hebben doorgaans niet het agressieve dat je in de koers soms nodig hebt.”
Wielrennen is op alle mogelijke manieren een sport met een hoge instapdrempel. “Het moeilijkste aan wielrennen in Afrika is nog om goed materiaal ter plaatse krijgen”, aldus Casagrande. “En eens het er is, zijn er geen goeie mechaniekers om het te onderhouden.”
Politieke dimensie
Er is ook een politieke dimensie aan het verhaal. Eritrea is het land dat het hoogste aantal succesvolle renners heeft voortgebracht, maar Eritrese renners kampen vaak met visumproblemen. Serge Pauwels herinnert zich dat Mekseb Debesay, de held die in Abu Dhabi sneller klom dan Contador en Nibali, “bij een tussenlanding in Soedan een keer drie weken vastgezeten heeft in een hotelkamer omdat zijn visum niet in orde was.”
Afrikaanse wielerfederaties zijn ook heel politieke omgevingen. Team Rwanda heet ondertussen Team Africa Rising, nadat het in 2022 brak met de Rwandese federatie omwille van corruptie. Na zijn werkzaamheden bij ‘Kenyan Riders’ ging Jérôme Casagrande aan de slag als bondscoach van Gabon. Wanneer we vragen naar de invloed van de politiek op de federatie, zegt hij; “Daar haalt u een gevoelig punt aan. Ik denk dat het voor mij om die reden is opgehouden.”
Uiteraard zijn er Afrikaanse succesverhalen. Strikt genomen heeft een Afrikaan sinds 2013 vier keer de Tour gewonnen: Chris Froome is geboren in Nairobi, als kind van Britse ouders. Hij had ook een tijd de Keniaanse nationaliteit. Voor het verhaal heeft hij niet de juiste genen, maar Froome moest zich ook wel opwerken buiten alle Europese structuren. Hij begon te fietsen onder de vleugels van Keniaans kampioen David Kinjah, in het Kikuyu-township.
Hij had in Kenia geen federatie ter beschikking die hem onder de vleugels kon nemen, zo bewijzen twee anekdotes. Om als Keniaanse renner op het WK in Salzburg 2006 te geraken moest hij het mailaccount van de Keniaanse bondsvoorzitter Julius Mwangi hacken, om op die manier zichzelf te kunnen voordragen.
In de Vuelta vertelde Froome ooit hoe hij de nationale kampioen van Kenia was geworden. Toen hij bij de federatie informeerde wanneer het kampioenschap plaats vond, hoorde hij dat zo’n wedstrijd niet bestond. Wat hij dan moest doen om kampioen van Kenia te worden? “Als je zelf een truitje ontwerpt in onze kleuren en het zelf in elkaar naait, mag jij de nationale kampioen noemen”, zo meldde de federatie.
Froome werkte zich op via het UCI World Cycling Centre (WCC), een geesteskind van Hein Verbruggen, waarbij renners uit wieler-ontwikkelingslanden de kans krijgen om op internaat in Aigle te leven als prof en Europese koersen te rijden. Froome verbleef er in 2007 vijf maanden en leerde het vak van coach Michel Thèze.
Ook de meest succesvolle Afrikaanse renner van zijn generatie passeerde via het WCC. Biniam Girmay verhuisde op zijn zeventiende naar Zwitserland, nadat hij gescout was op het Afrikaanse kampioenschap mountainbike. Terwijl hij als junior in Aigle verbleef won hij de eerste etappe van Aubel–Thimister–Stavelot, voor Remco Evenepoel. Zes jaar later won hij drie ritten en de groene trui in de Tour.
Amper Afrikaanse koersen
Op dit moment werkt WCC samen met vijfendertig Afrikaanse federaties. Als we directeur Jacques Landry vragen waarom we daar op dit WK weinig resultaten van zien, wijst hij op één pijnpunt in het bijzonder: “Er zijn op dit moment te weinig wedstrijden op de kalender. We hebben nog de Tour of Rwanda of de Tour du Bénin, maar Chris Froome of Biniam Girmay konden veel meer Afrikaanse wedstrijden rijden vooraleer ze de stap naar Europa zetten. Nu moeten renners van kleine, Afrikaanse koersen meteen naar de grote Europese peloton. Dat is zwaar. Met meer wedstrijden krijgen we meer Afrikaanse renners, meer goeie mechaniekers en bijvoorbeeld ook meer Afrikaanse juryleden.”
Eind vorig jaar volgde nog een zware klap voor het Afrikaanse wielrennen. Na de hoofdmacht drie jaar eerder, hield in 2024 ook het kleinere feederteam van Qhubeka op te bestaan. Teammanager Kevin Campbell schreef toen een vlammend betoog op Substack: “We hebben al snel beseft dat wielrennen niet wakker ligt (van Afrikaanse renners). Ja, sommige renners zorgen voor goeie marketing en foto-gelegenheden, maar de sport en de business wielrennen ligt er niet wakker van.”
”Campbell besloot: “De realiteit is dat het Afrikaanse wielrennen niet aan het opkomen is, het verdwijnt.”
Golazo en ASO organiseren het samen.quote:
Bij de mannen zou je zeggen dat de Fransen en Italianen toch wel vroeg wat moeten gaan proberen.quote:Op donderdag 25 september 2025 20:20 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Bijzondere koers gezien wel. Heel passief, maar als je zo'n Bunel in de laatste ronde ineens ziet uitpakken snap je die passiviteit ook nog eens.
Die klimmetjes hakken er wel in, meermaals een koploopster die in 800 meter bergop doodleuk 40 seconden verliest. Ik weet niet of deze beelden gaan helpen om de komende dagen een meer open koers te zien.
Wat zegt het dan precies?quote:Op donderdag 25 september 2025 21:22 schreef Van_Poppel het volgende:
Avg. speed winner: 35.014 km/h zegt ook wel genoeg. Zondag wordt het epische WK van 1995 in Duitama overtroffen.
Dat aeropakken bij de U23 dames op hoogte een beetje overdone zijn.quote:Op donderdag 25 september 2025 21:36 schreef Koffieplanter het volgende:
[..]
Wat zegt het dan precies?
Dat het best wel zwaar is. Anders zouden ze wel sneller fietsen.quote:Op donderdag 25 september 2025 21:36 schreef Koffieplanter het volgende:
[..]
Wat zegt het dan precies?
De elites gingen in het relatief vlakke Bergen niet veel harder. En in Wollongong ook niet. En in Glasgow ook niet.quote:Op donderdag 25 september 2025 21:38 schreef Van_Poppel het volgende:
[..]
Dat het best wel zwaar is. Anders zouden ze wel sneller fietsen.
37.2 km/h en 38.2 km/h is significant sneller. Bovendien gingen die races over meer dan 150km. Bergen is bovendien 10 jaar geleden; nu rijdt iedereen veel sneller (dankzij betere fietsen en voedingsschema's).quote:Op donderdag 25 september 2025 21:38 schreef Koffieplanter het volgende:
[..]
De elites gingen in het relatief vlakke Bergen niet veel harder. En in Wollongong ook niet. En in Glasgow ook niet.
We hebben vandaag, tot tweemaal toe nota bene, een renster gezien die tot driemaal toe gelost is, ver vanuit de achtergrond zo terug kan keren en vervolgens nog een minuut cadeau krijgt ook. Twee rensters wier niveau dusdanig laag ligt dat ze diezelfde minuut in 20 seconden weer kwijt waren. Ligt de gemiddelde snelheid dan aan het parcours of aan het koersgedrag?quote:Op donderdag 25 september 2025 21:48 schreef Van_Poppel het volgende:
[..]
37.2 km/h en 38.2 km/h is significant sneller. Bovendien gingen die races over meer dan 150km. Bergen is bovendien 10 jaar geleden; nu rijdt iedereen veel sneller (dankzij betere fietsen en voedingsschema's).
Ik was even aan het kijken, en Imola is duidelijk de langzaamste, met een gemiddelde van 34.3 gemiddeld. Ook langere klimmen, dat scheelt ook in het gemiddelde.quote:Op donderdag 25 september 2025 21:48 schreef Van_Poppel het volgende:
[..]
37.2 km/h en 38.2 km/h is significant sneller. Bovendien gingen die races over meer dan 150km. Bergen is bovendien 10 jaar geleden; nu rijdt iedereen veel sneller (dankzij betere fietsen en voedingsschema's).
Dat ligt aan het koersgedrag, maar ook in Bergen en Wollongong was het het niet altijd vol koers; 35km/h is gewoon best traag met de hedendaagse fietsen. In Duitama reden ze 30 jaar geleden in een koers van 90km 33.6 km/h.quote:Op donderdag 25 september 2025 21:50 schreef Koffieplanter het volgende:
[..]
We hebben vandaag, tot tweemaal toe nota bene, een renster gezien die tot driemaal toe gelost is, ver vanuit de achtergrond zo terug kan keren en vervolgens nog een minuut cadeau krijgt ook. Ligt de gemiddelde snelheid dan aan het parcours of aan het koersgedrag?
Mannen kunnen niet sturen?quote:Op vrijdag 26 september 2025 08:05 schreef Van_Poppel het volgende:
We beginnen met een zware valpartij.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |