quote:
leuk verhaaltje: (door AI trouwens)
Ik was een jaar of twaalf toen ik in de regen naar de bibliotheek liep. Mijn capuchon plakte tegen mijn wangen en druppels gleden langs mijn neus. Ik moest een spreekbeurt maken over hangbuikvarkens. Het probleem was alleen dat ik er eigenlijk niets van wist. Geen internet, geen telefoon die ik even uit mijn zak kon halen. Nee, in die tijd moest je naar de bibliotheek.
Binnen rook het naar papier en stof. Ik zette mijn natte capuchon af en liep tussen de hoge kasten. Alles was stil, alleen mijn schoenen piepten een beetje op de vloer. Ik moest zoeken in een grote kaartenbak: allemaal houten schuifladen met kaartjes waar nummers op stonden. Daar stond dan bij in welk rek je het boek kon vinden. Na een tijdje had ik geluk: een dik boek over boerderijdieren, met ergens achteraan een stukje over hangbuikvarkens.
Ik kopieerde alles netjes over in mijn schrift. Soms tekende ik er kleine varkentjes bij. Thuis moest ik het nog van buiten leren, want er waren geen printers of
laptops voor mooie werkjes.
Nu, veertig jaar later, zie ik mijn zoon aan tafel zitten. Hij heeft zijn capuchon op, net zoals ik vroeger. Alleen hoeft hij de regen niet meer in. Hij tikt gewoon: “ChatGPT, maak een spreekbeurt over hangbuikvarkens.” En binnen een paar tellen staat alles op het scherm.
Ik glimlach. Voor hem lijkt het vanzelfsprekend, maar ik zie nog altijd dat natte jongetje van vroeger, dat met druipende capuchon in de bibliotheek tussen de zware boeken zocht naar een paar regels tekst over een dier met een hangbuik.
Ik ben een man met een onverklaarbare fascinatie voor capuchons. Ze zijn mijn tweede huid—altijd om me heen, altijd vertrouwd. Ik draag ze niet alleen, ik lééf erin. Het voelt magisch als iemand er zachtjes aan trekt, een speels moment vol onverwachte connectie. En als mijn capuchon ergens blijft haken? Pure vreugde! Een klein avontuur in het alledaagse, alsof de wereld me even vasthoudt. Capuchons en ik? Een onafscheidelijk duo