Etapa 16: Poio - Mos.Castro de Herville, 167,9 kmNa een week vol protest staan we nu in de startblokken om de laatste week van de Vuelta af te trappen. De tweede week van de Vuelta begon in het Baskenland, waar we in Navarra met een heuse unipuerto te maken kregen. Na een furieus begin zou deze rit uitdraaien op een kans voor de vluchters, vanuit de kopgroep werd Pablo Castrillo op de slotklim overvleugeld door Jay Vine, die zijn tweede ritzege boekte. Het begin van een week waarin het vooral om UAE draaide, naast alle protesten. In Navarra waren de Basken al op de afspraak, een paar renden er al de weg op. Een voorbode, een dag later reden we van Bilbao naar Bilbao, maar de finish hebben we toen niet gehaald. Of, nouja, we reden rondjes en tijdens het eerste rondje liep het bij de passage aan de finish uit de hand. In het Baskenland staan ze volledig achter Palestina en dat lieten ze merken ook. Een enorme hoeveelheid mensen had een enorme hoeveelheid vlaggen bij en dat was op zichzelf niet zo spannend, maar toen ze de hekken op de weg begonnen te duwen werd het wat grimmig. De weg werd afgezet door de Baskische politie en dus kon het peloton er niet meer langs. Geen ritwinnaar, de tijden werden opgenomen op drie kilometer van het eind. Op de steile Pike Bidea werd er wel nog gekoerst, Pidcock wist daar iedereen inclusief Vingegaard te lossen. Vingegaard sloot na de klim wel weer aan, waarna ze normaal met z'n tweeën waren gaan sprinten in Bilbao. Dat had vast een overwinning voor Pidcock opgeleverd, maar de demonstranten zorgden ervoor dat dit niet doorging. Ze deden wel alsof het om Palestina ging, maar eigenlijk had ik ze ingehuurd in het kader van #FreeKernPharma. Zonder dollen, de druk op de ploeg Israel-Premier Tech nam steeds meer toe. Iedereen wist dat het in het Baskenland uit de hand zou lopen en dat bleek dan ook het geval te zijn. Het sentiment is daar vrij sterk, daar had men op voorhand rekening mee kunnen houden door IPT überhaupt de Vuelta niet te laten rijden. De ploeg wil alleen van geen wijken weten, al hebben ze inmiddels wel hun shirts aangepast. De naam van het land is weggehaald, een klein gebaar. Niet afdoende om verdere protesten te voorkomen. Terechte protesten, Jonas Vingegaard is tot nu toe degene die als enige lijkt te snappen hoe het werkt. Het is vreselijk wat er in Gaza aan de hand is, mensen willen aandacht vragen voor de schrikbarende toestanden daar en een makkelijke manier om dat te doen is door het meenemen van je vlag naar een evenement dat wereldwijd wordt uitgezonden. Zo is je stem ineens te horen. Die stem hoor je bij uitstek in het formidabele Baskenland, waar we graag aan de goede kant van de geschiedenis staan. Wel unieke taferelen, een rit zonder winnaar omdat er boze mensen aan de streep stonden, voor alles is een eerste keer. De leukste rubriek wordt dan toch nog wel gevormd door alle ziedende reacties, ons favoriete stukje escapisme werd even pijnlijk onderbroken door een wereldlijke realiteit. Voor de Vuelta kwam het goed uit dat we na een dag vol protesten in Bilbao het Baskenland verlieten en naar Cantabrië trokken, daar reden we rond in een uitgestorven gebied en dus was er sprake van een rustige dag. Een dag voor de vluchters, ook weer een dag voor UAE. De renners reden in de finale van de rit over een lastige klim en op die klim was de wispelturige Ayuso een van de betere renners. Tijdens rustdag maakte men bekend dat hij na het jaar zou vertrekken bij UAE, ook vrij uniek. Dit hing al een tijd in de lucht, de timing van het nieuwsbericht was alleen vrij pijnlijk. Het interview van Ayuso daarna ook, hij sprak over een dictatuur en wat al niet meer. Iedereen dacht dat hij niet meer van start zou gaan, maar een paar dagen later won hij doodleuk zijn tweede rit. Hij kreeg in de finale van de rit alleen Romo mee en ondanks het feit dat Romo veel trager was bleef hij gezellig meedraaien. In de sprint geen verrassend resultaat, Ayuso won makkelijk. Weer een ritzege voor UAE, voor zover we Ayuso nog moeten zien als onderdeel van die ploeg.
Daags nadien trokken we naar de Angliru en daar kregen we een best wel teleurstellende klim te zien. Almeida reed op kop, reed op kop, reed op kop, reed op kop en kwam als eerste over de finish. Vingegaard zat de hele klim in zijn wiel, zonder er ooit voorbij te komen. Wéér een zege voor UAE, ditmaal van de kopman. Die kopman kwam zodoende ook wat dichter bij Vingegaard, we hadden wellicht verwacht dat de Vuelta na de Angliru gereden zou zijn, maar dat bleek niet zo te zijn. De verwachting was dat Vingegaard zou domineren, maar hij leek juist wat van zijn onaantastbaarheid te verliezen. Ook hier weer een klein protestje onderweg, het was meer de week waarin we het over allerlei protesten hadden dan de week waarin we over de koers konden praten. Al leverde UAE wederom tijdens de tweede dag in Asturië, ditmaal was het Marc Soler die met de zege ging lopen. Soler had natuurlijk gewoon bij Almeida moeten blijven om voor hem te knechten, maar Marco vond het niet eerlijk dat Vine, Ayuso en Almeida allemaal al een of meerdere ritten hadden gewonnen. Daarom ging hij gewoon weer in de aanval, hij kwam in de kopgroep terecht en daar deed hij alsof hij slecht was, om vervolgens op de Farrapona doodleuk weg te rijden. Hij won solo op de berg waar hij vijf jaar eerder tweede werd, een fantastisch persoonlijk succes voor Soler. Almeida kocht er niets voor, mede dankzij een felle tegenwind op de slotklim kwam hij niet aan aanvallen toe. Niemand eigenlijk, alleen Hindley ging voor de vorm nog even in de aanval. Het draaide weer uit op een sprintje tussen Almeida en Vingegaard, ditmaal ging Vingegaard Almeida nog wel voorbij. Twee zware bergritten, maar eigenlijk leverde het niets op. Het meest gedenkwaardige moment van de rit was nog wel dat Ayosu een half uur op kop reed voor Almeida op de San Lorenzo, hij gedroeg zich zowaar eens als voorbeeldige ploeggenoot. Drie ritzeges van UAE op rij, de vierde rit die ze die week wonnen. Niet echt leuk. Ze gaan deze laatste week nog meer ritten winnen, terwijl ze het eindklassement ook nog kunnen winnen. Almeida staat 48 seconden achter Vingegaard, alles is nog mogelijk. Almeida lijkt beter te worden, Vingegaard juist slechter. Ojee, dit gaat mis. De laatste rit van de tweede week werd dan gelukkig weer niet gewonnen door UAE, hallelujah. Een rit met een heuvelachtig begin zou op een vlakke manier eindigen in Galicië, tijdens het heuvelachtige begin reed er buiten beeld een enorm grote kopgroep weg. In een kopgroep van meer dan 40 man zaten vijf renners van Lidl-Trek, waaronder groene trui Mads Pedersen. De Deen is al de hele Vuelta in de aanval, overal is hij punten aan het sprokkelen, maar het winnen van een rit lukte nog niet. Ook nu leek het weer moeilijk te worden, na een tijd reden Vine en Vervaeke weg vanuit de kopgroep en ze reden een voorsprong van bijna drie minuten bijeen. Ze moesten bij Lidl-Trek alles op alles zetten om dat duo terug te halen, ze kregen daarbij weinig steun van andere ploegen. Ze kregen ook weinig steun van het publiek, een aantal renners in die groep gingen onderuit toen er ineens iemand uit de bosjes sprong, struikelde en zo op de weg belandde. Het ging weer om Palestina, uiteraard. Haast iedere rit staat bol van de protesten, soms alleen met vlaggen, soms met iets meer dan vlaggen. Een spandoekje in je gezicht, hoort er deze Vuelta ook gewoon bij. De radio overnemen en bepaalde boodschappen naar de ploegleiderswagens brengen? Ook dat hoort er helemaal bij. Aan de finish in Monforte de Lemos was het ook weer ongezellig, maar ditmaal werden er goede maatregelen getroffen. Paar mensen afvoeren, een rij extra hekken plaatsen en voila, de aankomst kon toch gewoon doorgaan.
Na al het werk van Lidl-Trek liep de voorsprong van het kopduo toch terug, waarna we in de finale van de etappe nog te maken kregen met een paar korte klimmetjes. Op die klimmetjes reed er een kleine groep weg uit de groep van 40. Die groep bleef lang op een seconde of 20 van Vine en Vervaeke hangen, maar uiteindelijk kwamen ze er toch bij. In de laatste tien kilometer was het aan Pedersen om alles te controleren, hij was al zijn knechten verloren en in de groep zaten genoeg trage mannen die er belang bij hadden om te demarreren. Er demarreerde alleen haast niemand. Egan Bernal, die de afgelopen week veel tijd verloor, kwam een paar keer met een alibiversnelling. De rest deed eigenlijk niets, zo werd Pedersen in een zetel naar de finish gebracht. Orluis Aular was de enige andere rappe man in de groep, maar in de sprint verloor hij zijn sprintersbenen. Magnus Sheffield wou ook sprinten, maar hij ging dan weer onderuit. Uiteraard, een brokkenpiloot pur sang. Na twee weken vol onverstandig koersgedrag pakte Pedersen dan eindelijk zijn zege, hij kreeg het voor elkaar dat de rest hem alsof hij Kopecky was gratis naar de finish bracht, zo kon hij zijn groene trui voor het eerst echt kleur geven. Al dat aanvalswerk is bewonderenswaardig, maar een kampioen als Pedersen moet het ook een keer afmaken. Bij dezen. Het peloton nam ondertussen een snipperdag, al bij al kunnen we concluderen dat we niet de beste week hebben gezien. Ook niet de beste Vuelta, überhaupt. De derde week dreigt niet veel beter te worden, al is het voordeel dat we nog een strijd hebben om ons op te verheugen. Almeida kan het Vingegaard nog heel moeilijk gaan maken, dat moet dan maar de reden zijn om nog in te schakelen. Of je moet een voorstander zijn van demonstraties, er zijn er de komende week weer een hoop aangekondigd. We moeten maar hopen dat we overal de finish halen, maar dat is absoluut geen zekerheid. In de laatste week werken we om te beginnen een heuvelrit af in Galicië, in de achtertuin van Oscar Pereiro Sio. Daarna rijden we van Galicië naar Castilië en Leon, waar we met een zeer zware aankomst bergop te maken krijgen in een rit die je het best kunt omschrijven als unipuerto. We rijden door een gebied dat is vernietigd tijdens de laatste bosbranden, we moeten maar hopen dat de koers daar ook in vuur en vlam wordt gezet. Een leuke heuvelrit om mee te beginnen en dan een zware aankomst bergop, daarna loopt de week een beetje weg. Een tijdrit in Valladolid op donderdag, ook daar zijn, net als in Galicië, de nodige protesten aangekondigd. Dat wordt geen gave opdracht voor IPT, ik zou toch niet graag een tijdrit gaan afwerken in een stad waar je weet dat er protest gaat zijn. Na de tijdrit volgt er een vlakkere rit, daarna gaan we rondjes rijden in de Sierra de Guadarrama waar er voor het eerst in lange tijd weer eens een aankomst bergop bij Bola del Mundo gepland staat en daarna zijn we alweer in Madrid. Een week waarin nog een hoop moet gebeuren, maar gaat er ook een hoop gebeuren? En is die hoop een hoop koers, of een hoop protest? Dat gaan we toch maar weer gezellig met z'n allen bekijken, te beginnen met rit 16. We werken een heuvelrit af in Galicië, op papier een van de leukste ritten van de Vuelta. Papier is geduldig, zeggen ze dan. Gaat UAE aan de tien ritzeges komen? Vandaag krijgen ze een ideale gelegenheid om hun meesterknechten weer massaal in de aanval te sturen. Alle ballen op Almeida, behalve dan dat er geen enkele bal voor Almeida is. UAE is bijzonder, deze Vuelta stelt tot nu toe enorm teleur en genocide is stom. Met een Palestijnse vlag in de hand gaan we door, UAE is vervelend zingen we in koor.
![i3LGU0i.jpeg]()
![4a5a6]()
Na de rustdag die de renners hebben doorgebracht in Pontevedra gaan ze een paar kilometer buiten die stad van start in de gemeente Poio. Ik haat Galicische starts altijd, ze gaan hier doorgaans van start in rurale gemeentes die bestaan uit een miljoen dorpjes waar per dorpje maar vijf mensen wonen, probeer daar maar eens iets van te maken als voorbeschouwer. Het is nu weer raak, we zijn in Poio en dit is een gemeente bestaande uit talloze dorpjes waar alles bij elkaar opgeteld ongeveer 17.000 mensen wonen. Poio is een gemeente aan de noordoever van de Ria de Pontevedra. Het ligt midden in het Rías Baixas-gebied, tussen de stad Pontevedra en de regio O Salnés. De gemeente vormt een natuurlijk balkon met uitzicht op de monding en haar geschiedenis wordt gekenmerkt door haar bestaan op basis van de activiteiten op het land en de zee. Poio werd in 2000 uitgeroepen tot gemeente van toeristisch belang en is dankzij de strategische ligging aan de kust en de nabijheid van de belangrijkste snelweg van Galicië, de AP9, een ideale bestemming. Binnen de 34 vierkante kilometer van de gemeentegrenzen vindt u een overvloed aan recreatie-, cultuur- en eetgelegenheden, evenals talloze overnachtingsmogelijkheden. Bezoekers hebben de keuze uit meer dan twintig stranden, prehistorische rotstekeningen, een van de meest monumentale kloosters van Galicië, een prachtig bewaard gebleven en gerestaureerd traditioneel vissersdorp, wandelpaden en pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela en zelfs een museum gewijd aan 's werelds beroemdste ontdekkingsreiziger. Ik laat een toeristische site maar weer al het werk doen, ze kunnen me wat! Het museum dat we in de gemeente vinden is gewijd aan Columbus, waar ze hier graag een zoon van de regio van proberen te maken. Het museum biedt een aantal hypothesen die Columbus' Galicische afkomst ondersteunen, variërend van het vroegste werk van Celso García de la Riega uit het einde van de 19e eeuw tot de meest recente studies. De belangrijkste argumenten zijn de Galicische plaatsnamen die zijn toegekend aan de geografie van de ontdekte gebieden, de taal die Columbus gebruikte in zijn geschriften, waarin hij veel uitdrukkingen gebruikte die typisch waren voor Zuid-Galicië, en de aanwezigheid van de achternamen Colón (Columbus' naam in het Spaans) en Fonterosa (moedersnaam) in het gebied rond Pontevedra in die tijd. Patjepeeër Columbus was van ONS, vinden ze hier. Het museum bestaat uit drie gebouwen: twee oude, gerestaureerde huizen met banden met de familie Colón, die worden beschouwd als de geboorteplaats van de ontdekker, en een nieuw gebouw. De museumruimte, ook bekend als A Casa da Cruz, herbergt een permanente tentoonstelling met schermen, maquettes, boeken en video's die een schat aan informatie over Columbus bieden. Naast het museum vinden we in de gemeente ook een bos ter ere van Columbus, het Bosque de Colón vormt een unieke natuurlijke omgeving en is een klein stukje Amerika dat in 1992 werd aangeplant ter ere van de aankomst van Columbus in Amerika 500 jaar eerder. Het bestaat uit een plantage van 500 Californische sequoia's die groeien op de zuidelijke helling van Monte do Castro, dat eigendom is van het gemeenschappelijke bos van San Xoán. Op het grondgebied van de gemeente vinden we ook een kicken klooster, tijdens de eerste meters van de rit zullen we langs dat klooster fietsen. Het klooster van San Xoán de Poio is een van de mooiste benedictijnenschatten van Galicië. Het werd in 1971 uitgeroepen tot historisch-artistiek monument en herbergt met zijn indrukwekkende architectuur vele culturele schatten, waaronder twee kloostergangen, een van de belangrijkste kloosterbibliotheken van Spanje met meer dan 100.000 boeken, en een gigantische hórreo (graanschuur). Zelfs vandaag de dag woont er nog steeds een kleine gemeenschap van Mercedarische monniken. Het biedt onderdak en is een belangrijk doorgangspunt op de Spirituele Variantroute en op de Padre Sarmientoroute langs de Camino de Santiago, poe. In het estuarium vinden we ook nog een eiland dat de moeite is, Isla Tambo. Tot voor kort was het eiland vrijwel ontoegankelijk voor het publiek, omdat het gebruikt werd door de militaire school van Marín, aan de overkant van het water, maar nu schijn je er gewoon naartoe te kunnen gaan. Een ovale vorm met een bijna piramidevormig profiel, jawel! Je komt er naast mooie natuur enkele kenmerkende gebouwen tegen, zoals de lokale vuurtoren. Van start gaan de renners echter in het dorpje Combarro, een van de vissersdorpen in Galicië die het meest van zijn traditionele architectuur heeft behouden. De stad is volledig opgetrokken uit graniet en de stedelijke structuur en gebouwen zijn tot op de dag van vandaag vrijwel intact gebleven. Het meest iconische kenmerk van Combarro zijn de hórreos. Dit zijn graanschuren die op pilaren ("pés") staan om ze te beschermen tegen vocht en knaagdieren. In dit gebied zijn ze gebouwd van steen en hout en staan ze plaatselijk bekend als "palleiras". Er zijn er nog zo'n 60 over, waarvan de helft langs de kustlijn staat. Samen met de vissershuisjes geven ze het dorp een zeer karakteristieke identiteit. Naast het feit dat er hier een hoop granieten kruizen te vinden zijn, we bevinden ons in een vissersdorp en dus werd god op alle mogelijke manieren aangesproken. We slaan nu ook een kruisje, op een behouden vaart.
![adobestock-555497351-1500x1000.jpeg]()
![01_monasterio.jpg]()
![isla-de-tambo-7.jpg]()
![qY4uJXX.jpeg]()
Officieel gaan we dus van start in het dorpje Combarro, een prachtig vissersdorpje vol oude en kleurrijke vissershuisjes, met tussen die vissershuisjes in talloze graanschuren. De afgelopen dagen hebben we genoeg hórreos gezien, maar hier staan er wel heel veel. Vooral wat kleinere exemplaren, maar daarom niet minder mooi. We bevinden ons in een omgeving waar de koers regelmatig passeert, zo ging de vorige rit die zou eindigen in Castro de Hervile van start in Sanxenxo, maar een paar kilometer ten westen van de gemeente Poio. In de gemeente Poio is nog niet eerder een rit van start gegaan, maar er kwam wel al eens een etappe aan in deze omgeving. De hoogste berg van de gemeente is Monte Castrove, boven op die berg eindigde in de Vuelta van 2014 een etappe. Na een dubbele passage op Monte Castrove was het Fabio Aru die nipt Chris Froome wist te kloppen. We reden toen in de slotfase van de rit door het Combarro van de hórreos heen, om ook nog een tussensprint mee te pakken bij het klooster van San Xoan de Poio, vlak voor de laatste klim begon. Van het pittoreske vissersdorpje Combarro rijden we tijdens de neutralisatie langs enkele van de fraaie stranden toe naar het officiële begin van de rit, we passeren talloze gebouwen terwijl we mooi langs de Ria de Pontevedra rijden, terwijl we aan de linkerkant van de weg dan weer prachtig groene heuvels zien liggen. In die heuvels kom je dan weer allerlei grotten vol rotstekeningen tegen, het toerisme schijnt hier jaar na jaar toe te nemen en daar moet deze Vueltastart dan ook nog een steentje aan bij gaan dragen. Over een brede weg vol paaltjes rijden we naar San Xoán de Poio toe, daar waar het kicken klooster te vinden is. Hier begint de rit officieel, waarna we in de eerste drie officiële kilometers van de etappe naar Pontevedra gaan rijden. Poio moeten we vooral zien als een forensengemeente, een groot deel van de mensen hier werkt in Pontevedra en de renners mogen zich direct in de eerste meters van de rit op een klimmende manier naar deze stad verplaatsen. Anderhalve kilometer loopt een brede weg dwars door de bebouwde kom omhoog, na een stukje vals plat gaat het een kilometer aan bijna 5% omhoog en dus beginnen we op een explosieve manier. Na dit korte klimmetje dalen we twee kilometer voorzichtig af richting Pontevedra, in de verte zien we de stad al liggen. Een simpele afdaling, al komen we bijna beneden wel een rotonde tegen. Beneden bevinden we ons in het dorpje Poio, de naamgever van de rit volgt dus pas na een paar kilometer koers. In Poio slaan we bij twee rotondes twee keer rechtsaf en daarna steken we via de Ponta da Barca de rivier de Lérez over om vervolgens Pontevedra te betreden. We bevinden ons hier in de hoofdstad van de provincie Pontevedra, schokkend. Pontevedra heeft een historisch stadscentrum, met gebouwen in gotische en romaanse bouwstijl. Het centrum kent een aantal pleinen waaronder de Plaza de la Verdura, Plaza de la Ferreira en de Plaza de la Leña. De gotische bouwstijl is terug te vinden in de basiliek van Santa María en in de resten van het klooster van Santo Domingo. Van al deze gebouwen gaan we weinig zien, we rijden over een weg vol rotondes om het historische heen. Tijdens onze doortocht in de stad komen we meer dan 10 rotondes tegen, het is hier vlak geworden, maar dan is weer het probleem dat we continu moeten draaien en keren. Passage in een grote stad, de kans is aanwezig dat er ook wat vlaggen in de gezichten van de renners zullen zwaaien. In Pontevedra wonen ongeveer 80.000 mensen, er zullen er wel een paar te porren zijn voor een protestje. Pontevedra is een mooie stad, ook de hoofdstad van de Rias Baixas, de Vuelta in hier in het verleden vaker geweest. In 2021 reden we onderweg naar Castro de Hervile net als nu dwars door de stad heen, al zouden we toen buiten Pontevedra een andere route nemen. In 2016 reden we ook nog eens dwars door de stad, terwijl er in 2011 en 2012 een rit aankwam. Fredrik Kessiakoff, kent u die nog? Die gekke en kortstondige Zweed won hier in 2012 een tijdrit, terwijl een jonge Peter Sagan in 2011 een rit in lijn naar zijn hand zette in Pontevedra. De technische tocht in de stad wordt naast de nodige rotondes ook nog opgeleukt door ander verkeersmeubilair, terwijl we dus de hoogtepunten laten voor wat ze zijn. Ook geen passage over Plaza de la Peregrina, waar een kicken kerk te vinden is. Uit Pontevedra zijn ook een aantal kicken renners afkomstig, fenomenen als Alejandro Marque, Marcos Serrano, David Garcia Dapena en Serafin Martinez werden hier geboren. Naast de vrij bekende Marcos Serrano waren dat toppers van het immer hilarische Xacobeo-Galicia, aangevuld met een renner die altijd uitblonk in het Portugese circuit. We bevinden ons hier in het hart van het Galicische wielrennen, deze streek heeft ons echt een hoop lol opgeleverd. Ze houden hier tevens van veldrijden, in 2024 organiseerden ze in Pontevedra zelfs het EK veldrijden! Thibau Nys won bij de mannen, Fem van Empel bij de vrouwen. Maar goed, door met de koers.
![post]()
![iglesia-peregrina-pontevedra.jpg]()
Pontevedra is een toeristische stad met ontzettend veel bruggen, een van die bruggen lijkt echt verdacht veel op de Erasmusbrug. De renners gaan die brug verder totaal niet zien, ligt aan de andere kant van de stad. We verlaten Pontevedra richting het zuiden en buiten de stad rijden we een kilometer of zeven over dezelfde weg verder. Deze weg is breed, recht en overwegend vlak. Het glooit een beetje, maar het volgende klimwerk laat even op zich wachten. Zonder veel incidenten bereiken we Paredes, voorbij dit plaatsje wordt de weg iets bochtiger. Het blijft wel breed en het blijft voorlopig ook nog vlak, al dreigt daar verandering in te komen. Een stukje buiten Paredes rijden we na het passeren van wat lelijke industrie via een brug over de brede rivier Verdugo, aan de andere kant van het water slaan we in het plaatsje Arcade linksaf een weggetje in, naderhang volgt er een bocht naar rechts en na nog een bocht naar links verlaten we even later de bebouwde kom om te gaan beginnen aan een soort van klim van tien kilometer. De komende tien kilometer loopt de weg overwegend omhoog, al krijgen we bepaald niet met een denderende klim te maken. De renners komen voorlopig goed weg, in de Galicische heuvels kun je betere kuitenbijters vinden. Over een brede weg rijden we slingerend verder, we rijden door de gemeente Soutomaior en binnen die gemeente rijden we vooral door de bossen richting Lourido. De weg omhoog kent een grillig karakter, we komen soms een halve kilometer aan 4% tegen, dan weer een vlakke strook, een paar meter in dalende lijn, weer een strook aan 4% en zo rijden we alles bij elkaar niet op de moeilijkste manier omhoog. Beneden rijden we bijna langs Pontesampaio, waar een kicken middeleeuwse brug is te vinden, als we na een paar kilometer 'klimmen' het dorpje Lourido bereiken komen we dan juist weer een kasteeltje tegen. Het Castelo de Soutomaior ziet er niet verkeerd uit, sterker nog, het is best wel een puntgaaf kasteel. Het verhaal wil dat Columbus ooit in dit kasteel heeft gewoond, maar dat valt niet te bevestigen. Het was vooral het kasteel van Pedro Madruga, ook wel Pedro Álvarez de Soutomaior. Een Spaanse edelman, die een exemplarisch voorbeeld vormt van een feodale heerser in de 15e eeuw, jawel! Een van de belangrijkste figuren uit de lokale geschiedenis, voor meer informatie kun je het museum dat gevestigd is in het kasteel bezoeken. We rijden vooral door de bossen heen, maar als we in de omgeving van het kasteel passeren is het terrein wat meer open en dus zien we het golvende Galicische terrein in haar volle glorie liggen, op het feit na dat de percentages tegenvallen is het ideaal terrein om doorheen te rijden. Voorbij het kasteel komen we wat drempels tegen en weer een kort stukje in dalende lijn, waarna het enige serieuze deel van deze klim begint. Het gaat na een strook aan 3% een kilometer aan 5,5% omhoog, spannend. Daarna gaat het nog wat verder aan 4% omhoog, voor we in de resterende 2,5 kilometer vals plat omhoog verder gaan rijden naar de top. De weg blijft enorm breed en het asfalt zeer goed, de omgeving blijft bosachtig met tussen de bossen in soms wat fraaie blikken op de talrijke heuvels in deze omgeving. Voorbij de top van deze naamloze klim volgen de renners een aantal kilometer een plateau, ze rijden een kilometer of vier op een zo goed als vlakke manier verder zonder dat ze veel bochten tegenkomen. Aan het eind van deze weg slaan we linksaf een andere weg in en daarna gaan we wel een paar kilometer dalen, maar dat is nog steeds niet heel spannend. We rijden in eerste instantie een kilometer omlaag richting Pazos de Borbén, een plaats waar we na 31 kilometer koers passeren. De nieuwe weg, ook breed, kent eigenlijk geen serieuze bocht. De eerste echte bocht volgt in het dorpje Pazos, hier slaan we na een simpele bocht naar links even verderop bij een rotonde rechtsaf. Na deze bocht naar rechts loopt de weg even een kilometer of twee wat steiler omlaag, met ook een paar scherpere bochten erbij. Het asfalt is hier niet al te best, ofschoon de weg verder wel breed is. Het wordt even iets lastiger, een paar blinde bochtjes in een bos, maar al snel is het dalende gedeelte weer gedaan. Vanuit Pazos de Borbén rijden we 15 kilometer over dezelfde weg naar Ponteareas, na het dalende begin kent deze weg verder vooral een enorm glooiend karakter. In de komende kilometers rijden we door wat kleine dorpjes, Cuartos de Borbén bijvoorbeeld, maar we rijden vooral door de bossen verder over een weg die continu bochtig blijft. Dit wordt een intens deel van de rit, we rijden van bocht naar bocht en je weet nooit wat er na iedere bocht op je te wachten staat. Het kan een tijdje omlaag gaan, er kan ook zomaar een knikje omhoog volgen. Onderweg is het uitzicht soms mooi en tussen de bomen in passeren we ook wat wijnranken, maar de renners zullen vooral hun volle aandacht op de weg moeten houden. Het is volgens het profiel een kilometer of vijf vrij vlak na die paar kilometer in dalende lijn, maar een profiel kan soms bedriegen. Er is hier geen vlakke meter te vinden, het gaat echt continu op en af. Na die vijf kilometer gaat het weer wat meer omlaag verder, we komen in de bossen soms een paar zones tussen vol snelle bochtjes die kort op elkaar volgen. De weg blijft breed en wordt gaandeweg beter, dat scheelt dan weer. Richting het eind van dit dalende deel slingeren we onszelf over een smalle brug heen, daarna wordt het in de laatste vijf kilometer voor we Ponteareas bereiken iets rechter en iets vlakker. Nooit helemaal vlak, in het grillige Galicië ligt er altijd uit het niets opeens een strook in stijgende lijn op je te wachten. Enfin, laten we zeggen dat het de laatste drie kilometer voor we Ponteareas bereiken wel echt recht en vlak is, na een uitputtende tocht bereiken we vervolgens met 45,5 kilometer koers achter de rug de stad waar vorig jaar nog een rit van start ging.
![trandeira-calle.png?v=1755642727]()
![Castelo_de_Soutomaior%2C_San_Salvador_de_Soutomaior.jpg]()
![alvaro-pino-comprc3b3-una-vespino-pero-el-ciclismo-sigue.jpg]()
We bevinden ons thans in Ponteareas, dé wielerhoodstad van Galicië. Met name dankzij de familie Rodriguez, een koersgek gezin. Vijf broers en een zus kozen allemaal voor de koers. Drie broers werden bekend, erg bekend zelfs. Delio Rodriguez was de bekendste van het stel, hij is nog altijd de recordhouder qua aantal ritzeges in de Vuelta. In totaal won hij liefst 39 etappes, in de Vuelta van 1941 won hij doodleuk 12 ritten. En dat terwijl zijn carrière tot twee keer toe onderbroken werd. Eerst door de Spaanse Burgeroorlog, later door de Tweede Wereldoorlog. Dankzij een geslaagde vlucht won hij in 1945 zelfs het eindklassement, terwijl hij vooral een sprinter was. In de jaren daarna won hij nog enorm veel ritten in de Vuelta, daarbuiten ook. Bijna 140 profzeges in totaal, terwijl hij maar een jaar of tien heeft kunnen koersen. Zijn jongere broer Emilio brak later ook door, na een tweede plaats in de Vuelta van 1948 wist hij in 1950 vijf ritten en het eindklassement te winnen, naast het feit dat hij voor de derde keer de bergtrui won. Net iets minder indrukwekkend dan oudere broer Delio, maar ook niet slecht. En dan was er Manuel, net iets minder een winnaar. Werd wel tweede in de Vuelta van 1950, achter Emilio dus. Delio, Emilio en Manuel hebben allemaal hun eigen straat in Ponteareas, niet meer dan terecht. Pastor was er ook nog, maar die kwam nooit verder dan een 14e plaats in de Vuelta, voor hem geen straat. Voor Alvaro Pino is er ook nog geen straat, maar het lokale sportcomplex is dan wel weer naar hem vernoemd. Alvaro Pino komt ook al uit Ponteareas, hij schitterde meer dan 30 jaar na de familie Rodriguez. In 1986 won Alvaro Pino de Vuelta, waardoor Ponteareas statistisch gezien een ideale locatie is om geboren te worden als je de Vuelta ooit wil winnen. Na zijn carrière werd Pino ploegleider bij ploegen als Phonak en Kelme. Een van zijn eerste daden bij Phonak was het binnenhengelen van zijn streekgenoot, Oscar Pereiro. Die reed in 2001 voor een Portugees ploegje, maar Alvaro had al snel gezien dat hij tot meer in staat was. Dat is wel gebleken, achteraf. Sinds Pino hebben ze in Ponteareas geen grote wielrenners meer gehad, maar er is uiteraard wel een lokale wielerclub. Pereiro heeft ook gefietst voor deze club, op zich niet heel verrassend aangezien hij uit Mos komt, een paar kilometer verderop. Voor de zoveelste keer in de laatste jaren fietsen we door de achtertuin van Pereiro, de man die de rit met aankomst in Castro de Hervile in 2021 ontwierp. Deze rit lijkt daar ernstig op, we nemen aan dat hij voor een groot deel ook achter deze etappe zit. Vorig jaar schreef ik nog veel meer over Ponteareas, want toen ging hier een rit van start. Tijdens de 10e rit reden we van Ponteareas naar Baiona, een rit waarin we wederom door dezelfde uithoek van Galicië reden. Die rit was wel iets makkelijker, in Baiona keken we naar een vluchtersrit en die rit werd gewonnen door Wout van Aert. We fietsen later vandaag nog door Baiona, we zullen tegen die tijd de zege van Wout uitgebreider bespreken. De afgelopen jaren zijn we nog veel vaker in Ponteareas geweest in de Vuelta, zoals er hier ook jaarlijks een veldrit wordt georganiseerd. In dit grijze plaatsje waar het lokale hoogtepunt het jaarlijkse bloemenfestival is slaan we bij het betreden van de bebouwde kom meteen rechtsaf bij de eerste de beste rotonde. Bijna meteen verlaten we Ponteareas daarna weer, zonder de rotonde met daarin het monument ter ere van de vele wielrenners uit de stad te passeren. Ondanks het feit dat we tegenwoordig onderhand ieder jaar door deze regio fietsen zoeken we buiten de stad toch wat nieuwe wegen op, de komende 15 kilometer rijden we over minder bekende wegen naar Salceda de Caselas. Na de rotonde in Ponteareas slaan we even later buiten het dorp linksaf en daarna volgen we heel wat kilometers dezelfde weg, een bochtige en glooiende weg. We komen buiten de stad een keer een klimmetje van een kilometer aan 5% tegen, verder zijn het vooral veel korte hupjes op en af. De weg is breed en het asfalt ziet er best behoorlijk uit, dat is verder het probleem niet. De renners rijden vooral door de bossen, maar ze komen ook in wat dorpjes uit. In Alxén komen ze enkele bochten in licht dalende lijn tegen, plus wat drempels, zo is dit toch ook weer een enigszins technische tocht. Voorbij Alxén komen we dan weer op een nog grotere weg uit en die voert rechtdoor op een vrij vlakke manier naar Salceda de Caselas, waar we na 61 kilometer passeren. We verlaten hier even de doorgaande weg voor een korte tocht met enkele rotondes door het centrum van dit stadje, om vervolgens de stad via een viaduct te verlaten en daarna een makkelijker stukje route van een kilometer of tien af te werken. Buiten Salceda e Caselas loopt de weg een kleine twee kilometer vals plat omlaag, vooral rechtdoor. Daarna gaat het een kilometer of vier vals plat omlaag, ook vooral rechtdoor. Alleen in de laatste kilometer van dit afdalinkje komen we enkele bochtjes tegen, maar de weg blijft breed en goed en dus zou dit slingeren te doen moeten zijn. Nog steeds rijden we vooral door de bossen, al kom je in heel Galicië overal piepkleine nederzettingen tegen. Na het afdalinkje is het een kilometer of vijf daadwerkelijk helemaal vlak, we rijden over brede en rechte wegen naar Tui. Ik noteer een keer een scherpe bocht naar rechts en bij een rotonde kort daarna gaan we naar links, verder komen we eigenlijk weinig van belang tegen. Na 72 kilometer rijden we rechtdoor Tui binnen, een plaatsje waar we vaker passeren.
![tui.jpg]()
Vorig jaar reden we ook nog dwars door Tui heen, op weg naar Baiona. We gaan nu ook naar Baiona, al nemen we nu een andere route. Vorig jaar reden we via de Alto de Vilachán en de Mabia naar de Alto de Mougás toe, om vervolgens af te dalen richting Baiona. Nu gaan we via de Alto San Antoñino naar Baiona toe, om vanuit Baiona te beginnen aan de Mougás, al heeft ie van de andere kant ook een andere naam. Daarover later meer, eerst even Tui afvinken. In Tui vinden we een kicken kathedraal, dat ook wel wat weg heeft van een kasteel. We bevinden ons hier dicht in de buurt van Portugal, Tui ligt aan de rivier de Miño en aan de andere kant van het water ligt de stad Valença, een lollig vestingstadje dat deel uitmaakt van Portugal. In Tui zijn we regelmatig te vinden, vorig jaar reden we hier dus doorheen, net als tijdens de epische Vueltarit in 2021 die de huidige etappe moet gaan zien te evenaren. In de nieuwe profkoers in Galicië, O Gran Camiño, zijn we ook al eens in Tui geweest. Tui ligt aan de voet van Monte Aloia, een natuurpark waar ook een steile weg omhoog te vinden is naar het hart van het park. Van die weg maakte Ezequiel Mosquera in 2024 dankbaar gebruik, hij liet een aankomst bergop neerleggen in het natuurpark van Monte Aloia en op een klim van zeven kilometer aan 8% won Jonas Vingegaard met sprekend gemak, hij begon een paar jaar op rij zijn seizoen in Galicië om direct met wat goedkope zeges af te kunnen trappen. In oudere Galicische wedstrijden kwam Monte Aloia ook regelmatig voorbij, local hero Marcos Serrano won hier bijvoorbeeld wel eens. Je kunt Monte Aloia gebruiken als pas, de renners komen daarom enorm goed weg met de volgende klim die op het menu staat. Geen zeven kilometer aan 8%, nee, nadat we in en rond Tui een paar kilometer rechtdoor hebben gereden over een brede weg vol drempels slaan we in het centrum van dit plaatsje rechtsaf, om via een weg met nog meer drempels even later het dorpje weer te verlaten. Bij het verlaten van Tui loopt de weg al voorzichtig omhoog, hier begint de volgende klim van de dag officieel. We gaan negen kilometer aan 4% omhoog naar de Alto de San Antoñino, nogal een verschil met Monte Aloia. We rijden godbetert langs de voet van die lastigere klim, broddelwerken van Peirero! Al komen we in de finale van de etappe nog wel terug op deze wegen, we zijn hier eigenlijk al heel dicht in de buurt van de finish en de Alto de Prado die aan het eind passeert is in feite de achterkant van Monte Aloia. Via de voorkant hadden we alvast een keer naar de achterkant kunnen rijden, maar we worden afgescheept met San Antoñino. In Tui ging in O Gran Camiño in 2023 overigens een rit van start, die zou ergens anders een aankomst bergop kennen en ook toen won Vingegaard weer, ik geloof dat Jonas wel een goed gevoel heeft bij Galicië. Al zal hij net als ik niet warm worden van de volgende klim, we verlaten Tui en komen dan een enorm brede weg tegen, een weg die de komende negen kilometer op een enorm eenvoudige manier omhoog zal lopen. We rijden eerst een tijd langs wat bebouwing af, maar we verlaten gaandeweg de bewoonde wereld en dan komen we in een heel dicht en duister bos terecht. Nouja, dicht en duister, de weg is wel een meter of 100 breed en dus zullen de renners in het licht rijden. Richting de top fietsen we langs wat rotswanden af, qua omgeving is het wel een mooie klim. Alleen de percentages, ja, die laten het afweten. In de bewoonde wereld komen we wel nog een paar strookjes aan 6% tegen, wat later gaat het in het bos vrij regelmatig aan 4% omhoog over die enorm brede weg die enkel wat flauwe bochten kent. Na precies 83 kilometer komen we boven op deze klim van de derde categorie, best een flopklim. Voorlopig is een herhaling van 2021 nog niet dichtbij, het spektakel in deze heuvelrit zal pas volgen na de afdaling van de San Antoñino. Net voorbij de top van deze klim komen we overigens een kicken mirador tegen, in het lokale dialect een miradoiro genaamd. Met goed weer, een zeldzaamheid hier, kun je in de verte de zee zien liggen. Op de flanken van deze klim vinden we overigens ook wat rotsen tegen waar men in de prehistorie op heeft lopen te kliederen, petrogliefen, ja!
![alto-san-antonino-tui.png?v=1755638162]()
![42045913Master.jpg]()
![6LDAeQ4.jpeg]()
De kans is aanwezig dat de renners op de bon geslingerd gaan worden, op de flanken van de Alto de San Antoñino komen ze namelijk een zogenaamde superflitspaal tegen. Al weet ik dit alleen omdat bijna alle resultaten die je tegenkomt als je zoekt op Alto de San Antoñino lokale krantenberichten zijn waarin wordt vermeld dat de flitspalen door vandalen onder handen zijn genomen, dus daar komen de renners dan weer goed mee weg. Ze komen ook goed weg met de afdaling van San Antoñino, na de klim gaat het acht kilometer omlaag richting Gondomar en in deze acht kilometer komen we buitengewoon weinig uitdagingen tegen. De andere kant van de klim is ook bepaald niet lastig, het gaat gemiddeld aan 5% omlaag. De renners dalen in het eerste deel van deze afdaling af over een weg die drie banen breed is, in een donker bos komen ze enkele bochten tegen die door de breedte van de weg absoluut niet lastig zijn. De grootste uitdaging wordt gevorm door een rotonde, die halverwege de afdaling ineens in een piepklein gehucht te vinden is. Bij de rotonde gaan we mooi naar rechts, daarna dalen we verder af op een simpele manier richting Gondomar. We dalen weer verder door een bos, over een weg die enorm breed blijft. Enkele bochtjes, maar hier kun je zonder veel te sturen vrij eenvoudig doorheen. Pas beneden in Gondomar wordt het iets technischer, tussen de huizen in zijn de bochten een minimaal tikkeltje scherper, maar al snel botsen we helemaal beneden op een nieuwe rotonde en daarna is het klaar. Bij de rotonde gaat het schuin naar links en daarna gaan we op weg naar Baiona, we hebben nu acht volledig vlakke kilometers voor de boeg. Ineens rijden we op zeeniveau, na een paar drempels en nog wat rotondes in Gondomar gaan we op weg naar de kust. Van Gondomar rijden we rechtdoor de zee tegemoet, in een kilometer of vijf wordt een brede weg alleen opgeschrikt door een spontane rotonde en een zeldzame vluchtheuvel. Aan het eind van deze weg komen we uit in A Ramallosa, hier slaan we bij weer een rotonde linksaf en daarna rijden we via een brug over de rivier de Miñor. Langs de brug ligt een middeleeuwse brug, kicken hoor. Aan de andere kant van de brug komen we nog wat rotondes tegen, verder rijden we rechtdoor Baiona binnen over een brede en vlakke weg. Als we eenmaal in Baiona zijn komen we nog wat meer rotondes tegen, het is een tamelijk toeristisch plaatsje en dus heeft men de nodige voorzorgsmaatregelen genomen om het verkeer te remmen. We rijden een tijdje langs de kust en na 98 kilometer bereiken we het hart van deze stad, een stad waar we vorig jaar nog zijn geweest. In de Vuelta van vorig jaar reden we van Ponteareas naar Baiona, tijdens de tiende etappe reden we deels over dezelfde wegen als nu. Ponteareas hebben we vandaag ook al gezien, het is een herhaling van zetten in deze uithoek van Galicië. In 2024 en 2025 kopiëren we in twee delen de legendarische etappe van de Vuelta van 2021, in 2024 zagen we het eerste deel van die rit en nu keert juist de finale van die etappe terug. In 2024 reden we over een drieluik aan beklimmingen uit die memorabele rit van de Vuelta van 2021, waarna we na een klein hupje aan het eind zouden eindigen in Baiona, de stad waar we nu na 98 kilometer passeren. Het zou een rit voor de vluchters worden, na een furieuze start reed er uiteindelijk maar een kleine kopgroep weg van vijf renners. In de kopgroep zaten meerdere fenomenen, te weten Wout van Aert en Marc Soler. Wout was die Vuelta bezig aan een sterke ronde, hij had al twee ritten op zak en hij droeg het groen, maar de rit die zou eindigen in Baiona was niet makkelijk. In de finale van die etappe reden we over de Alto de Mougás, daar waar in de Vuelta van 2021 de boel explodeerde. Soler leek de betere klimmer, dus moest Wout iets verzinnen. Of, nouja, verzinnen, het werd hem min of meer in de schoot geworpen. In aanloop naar de Alto de Mougás reed men een tijdje langs de kust en langs de kust was Soler ongeveer een uur bij de auto, om gezellig te keuvelen met de ploegleider. Lekker weertje, he? Wout had dat na enige tijd in de gaten en besloot dan maar aan te vallen. Soler had dat pas in de gaten toen het al te laat was, hij begon met zijn stomme hoofd met een halve minuut achterstand aan de klim en dat gat kreeg hij niet meer dicht. Dat lag mede aan Quentin Pacher, de Fransman was wel aan het opletten en hij sprong mee met Van Aert. Hij moest even een gat dichten, dat lukte hem met enige moeite. Knap gedaan, sterke zet, maar daarna deed hij net als Soler alles verkeerd. Pacher besloot het restant van de rit kop op ver kop met Van Aert naar de finish te rijden. Tot in de slotkilometer nam Pacher over, terwijl er nochtans een vlakke aankomst volgde in Baiona. Het resultaat? Hij werd op drie seconden gesprint. Een derde ritzege voor Wout van Aert, die na de ramp van de Kanarieberg langzaam weer de beste versie van zichzelf leek te worden. Tot hij een paar dagen later onderweg naar Lagos de Covadonga in de afdaling van Collada Llomena viel en zijn knie daarbij ernstig blesseerde. Het was ook te mooi om waar te zijn, allemaal.
![9ae04693-3cb2-4ab6-bea1-8e88023a9766.jpg]()
![baiona.jpg]()
We bevinden ons nu dus in Baiona, de stad waar Wout van Aert vorig jaar een rit cadeau kreeg van de concurrentie. Baiona is een haven- en badplaats, het is vooral een populair toevluchtsoord onder Spanjaarden die in de zomer het hete zuiden van het land willen ontvluchten. Al staat de boel in Galicië ook wel eens in de fik, het is hier zeker niet altijd koud. Baiona heeft een aantal kleine, maar aantrekkelijk stranden, gelegen tussen de rotsen, waar al die tijdelijke inwoners vaak te vinden zijn. Baiona beschikt over een stukje historie waar ze hier heel trots op zijn: Op 10 maart 1493 legt de karveel La Pinta, één van de drie schepen van Columbus, in Baiona aan, waarna het nieuws van de ontdekking van Amerika werd gebracht. Ze hadden hier de primeur, in Baiona! In de haven ligt een replica van dit schip. Elk jaar wordt de komst van La Pinta op 1 maart gevierd, de verering van Columbus gaat mij wat te ver. In Baiona hebben ze verder een vissershaven, heel wat mooie vissershuisjes, een kasteeltje en net buiten de stad een indrukwekkend standbeeld, Virxe da Rocha, Galicisch voor Virgen de la Roca, oftewel de Maagd van de Rots, een 15 meter hoog beeld van die heilige maagd. Je vindt hier ook de voet van de volgende klim, een klim die we zowel in 2021 als vorig jaar van een andere kant zagen passeren. Een klim die van de andere kant Alto de Mougás heet, als je vanuit Baiona omhoog gaat heet dezelfde berg ineens Alto da Groba. In die beruchte rit in 2021 lag er in Baiona een tussensprint, maar op de tussensprint moeten de renners vandaag nog even wachten. Ze gaan nu eerst en vooral klimmen, en dat doen we vanuit de stad waar in 2016 met Gianni Meersman ook al een Belg won. Dat was dan weer de beruchte Vuelta waarin iedere vijfderangs Belg een rit won, dan klinkt de naam Van Aert toch iets beter in de oren. Maar afijn, we rijden door het Baiona van de Belgen heen en dan slaan we na een tocht langs het strand, het kasteel en de haven bij een rotonde linksaf, om even later bij de volgende rotonde rechtsaf te slaan. Hier begint de weg duidelijk omhoog te lopen, de Alto da Groba is begonnen. De komende 11,3 kilometer gaat het aan 5,4% omhoog naar deze beklimming van de eerste categorie. Dat klinkt niet direct heel denderend, maar zoals je misschien al voelt aankomen is het een onregelmatige klim. We rijden langs Virxe da Rocha en hier loopt de weg meteen op een hobbelige manier omhoog. De organisatie houdt het op een eerste kilometer aan 5,5%, waarbij we vlakkere en steilere stroken tegenkomen. De AltimetriasGoden beginnen met een kilometer aan 6,7%, met meteen een strook tot 12%. In de tweede kilometer van de klim rijden we even door een brug en hier is het een paar meter wat vlakker, al gaat het voorbij de brug dan weer steil omhoog. Gemiddeld komen we in deze kilometer aan 4,4%, met dank aan een paar vlakkere stukken tussendoor. Na een steile strook met een stuk aan 15% komen we in de volgende kilometer gemiddeld ook slechts aan 5% uit, mede dankzij een heel vlak stuk rond een rotonde. Ook wat drempels in deze omgeving, we zitten nog in een bebouwde zone. Even later duiken we een bos in en hier loopt de brede weg een kilometer aan 8% omhoog, met stroken tot 12%. In de volgende kilometer wordt het nog lastiger, weer een kilometer aan 8,5%, maar hier komen we pentes tot 14% tegen. Die steilere stroken wisselen we continu af met wat vlakke hectometers, het is een enorm lastige klim om je ritme te vinden. Wel goed asfalt, speciaal voor de Vuelta van 2013 hebben ze hier een nieuwe laag neer laten leggen. Goed, we zijn nu 12 jaar verder, maar we hebben hier de afgelopen jaren twee keer in dalende lijn mogen rijden en twee keer konden we vaststellen dat het asfalt nog steeds prima is. In het bos gaat het nu twee kilometer makkelijker omhoog, gemiddeld komen we weer uit aan 5%. Dat gemiddelde is nu ook wel representatief, iets meer op en af in deze fase. Na deze twee kilometer wordt het zelfs bijna helemaal vlak, we gaan twee kilometer vals plat omhoog aan twee procent. De Groba stelt plots teleur, maar richting de top van de klim wordt het toch weer wat lastiger. In de laatste kilometers gaat het eerst aan 5,5% omhoog, daarna komen we nog een kilometer tegen aan 8% met een piek tot 11%. Via wat bochten rijden we door een terrein dat ineens helemaal open is geworden, we krijgen daardoor de kans wat van de omgeving te zien. Paar mooie uitkijkpunten hier, een ander uitkijkpunt is dan weer dat er hier in het dagelijks leven koeien rondlopen. In de laatste meters voor de top gaat het aan 6% omhoog, als we in de buurt van de top naar links kijken zien we beneden in de diepte Baiona liggen. Een prachtig beeld, de zee is dichtbij en tegelijkertijd ver weg. Na precies 110 kilometer komen we boven op de Alto da Groba, voluit ook wel de Alto do Monte da Groba genoemd. We hebben nu de eerste lastige klim van de dag achter de rug, deze klim van eerste categorie is de plek waar de rit zou kunnen ontbranden. Toen we in het verleden wel eens van een andere kant over deze berg reden gebeurde er het een en ander, daar schreef ik vorig jaar een uitgebreid verhaal over en dat ga ik nu gewoon kopiëren, ook al gaan we nu dus langs een andere kant omhoog en is het dus een totaal andere klim. Maakt niet uit, de aankomst van deze etappe is dan weer dezelfde als in 2021 en dus mag dit verhaal absoluut niet ontbreken.
![Vuelta-a-Espana-2025-Tappa-16-Salita-Groba.png]()
![AGROBA01.gif]()
![MreQUfnToLkQWFyT4HkdeA.jpg]()
![17473726Master.jpg]()
Och, jongens toch. De Alto de Mougás, daar zou ik een boek over kunnen schrijven. Laten we eerst met een minder spannend verhaal beginnen: In de Vuelta van 2013 waren we getuige van een aankomst bergop op de Groba, Nicholas Roche zou die rit naar zijn hand zetten. Toen beklommen we de klim van dezelfde kant als nu, voor het eerst sinds 2013 gaan we weer eens omhoog naar Alto da Groba vanuit Baiona. Sindsdien hebben we die kant alleen in dalende lijn gezien, nu keren we terug naar de plek en de zijde van de klim waar Nicholas Roche opmerkelijk genoeg de tweede rit van de Vuelta van 2013 wist te winnen. Op dag twee meteen een aankomst bergop, de echte favorieten hadden er nog weinig zin in en dus kon een outsider als Roche op de klim wegrijden. Hij hield stand tot op de finish, waarbij iemand als Dani Moreno net te laat kwam aanzetten. Het karretje van Google passeerde toevallig in september 2013 en dat levert twee opvallende beelden op: de finishstreep is nog te zien! Tevens springt het vers aangelegde asfalt in het oog. Op de top lopen ook een hoop schapen rond, naast de koeien in de laatste kilometers van de klim. Toen we hier in 2021 passeerden heb ik ze niet gezien, maar ik zag toen wel een hoop andere dingen. We gaan terug naar 4 september 2021. De 20e rit van de Vuelta a España wordt verreden in Galicië, de renners rijden van Sanxenxo naar Castro de Herville, een aankomst bergop in de gemeente Mos, de gemeente waaruit voormalig Tourwinnaar Oscar Pereiro afkomstig is. De plek waar we ook nu weer naartoe gaan! Pereiro is nauw betrokken bij de organisatie van de Vuelta, we hebben hem jarenlang na iedere rit op het podium zien verschijnen met een schitterende glasbakact. Recyclen! Gooi je glazen in de glasbak! De renners gaven het goede voorbeeld door de lege champagnefles die ze op het podium kregen meteen in de glasbak te stoppen, vaak na enig aandringen van Pereiro. Eens in de zoveel jaar is er sprake van een Año Xacobeo, in dat soort jaren komt de organisatie graag aan in Santiago de Compostela. De Vuelta zou dat jaar eindigen met een tijdrit in dat bedevaartsoord en local hero Pereiro kreeg de vraag of hij in de omgeving van zijn Mos een leuke rit kon uittekenen. Pereiro ging aan de slag en kwam op de proppen met een rit die in volle finale kort achter elkaar zes beklimmingen kende. De eerste drie van die rit werkten we vorig jaar ook af onderweg naar Baiona, nu pakken we juist de laatste paar hellingen mee. Het werd een doldrieste rit, waarin een kopgroep liefst 12 minuten voorsprong kreeg. Maar de rit was dusdanig zwaar dat de voorsprong als sneeuw voor de zon verdween op de eerste beklimmingen, de Vilachán en de Mábia. Het peloton werd al stevig uitgedund en daardoor bleef er op de Alto de Mougás niet veel volk meer over. Het signaal voor enkele renners om in de aanval te gaan. Het was de laatste bergrit van de Vuelta, een dag later volgde alleen nog de tijdrit en dan zat die hele Ronde van Spanje er weer op. De laatste kans voor de mindere tijdrijders om een zaakje te doen in het klassement, dus zagen we op de Alto de Mougás Adam Yates een keer in de aanval gaan. Die aanval slaagde niet. Egan Bernal probeerde het daarna eens, Miguel Angel Lopez sprong op zijn wiel. Ze werden teruggehaald, en daarna probeerde Adam Yates het nog eens. Wijlen Gino Mäder sprong op zijn wiel, rode trui Primoz Roglic reageerde vlotjes, Enric Mas schoof anoniem mee en Jack Haig was de laatste die de oversteek maakte. Miguel Angel Lopez reed naast Haig, maar hij reageerde niet. Waarschijnlijk dacht hij dat deze aanval net als de vorige aanvallen zou mislukken. Een kleine misrekening, misschien had hij over het hoofd gezien dat er twee renners van Bahrein voor hem reden. Jack Haig stond vierde in het klassement, anderhalve minuut achter Lopez. Superman had hem nooit mogen laten rijden, maar hij deed het toch. Mäder zag Haig verschijnen en hij ging meteen als een gek op kop rijden. Lopez zat samen met Bernal op een gat en toen hij reageerde was het al te laat. Het kalf was in een mum van tijd verdronken, en dat gebeurde dus allemaal halverwege de Alto de Mougás, de andere kant van de Groba dus. Op deze klim werd het zaadje geplant voor een van de grappigste wielerverhalen ooit, al speelde het verhaal zich vooral buiten beeld af. Mäder nam de klim en de afdaling voor zijn rekening, de voorsprong van het groepje liep snel op. Na de afdaling kwamen de renners uit in Baiona, de plaats waar we net zijn gepasseerd. Voorbij Baiona volgde er een vlak stuk van dik tien kilometer en in dit stuk kon Bahrein nog een bruggenhoofd inzetten ook, Padun wapperde terug vanuit de kopgroep en hij reed Lopez nog verder de vernieling in. Voor de Colombiaan het wist reed hij vier minuten achter de groep Roglic. Rojas zat die dag ook in de kopgroep en hij liet zich nog uitzakken om voor Lopez op kop te rijden, maar het was too little, too late. Miguel Angel Lopez zag zijn podiumplaats uit beeld verdwijnen. Niet alleen dankzij het werk van Bahrein, ook omdat hij naar eigen zeggen werd tegengewerkt voor zijn eigen ploeg. Lopez stond derde in het klassement, maar Enric Mas stond tweede. En Mas was wel mee, dus kreeg Lopez de opdracht om niet te rijden, want dan zou hij Bernal, de 5e in het klassement, ook weer terugbrengen. Sterker nog, de karakterloze Mas toonde zich van zijn meest egoïstische kant en was zelfs in zijn oortje aan het schreeuwen dat Lopez niet mocht rijden, coño. Virtueel zakte Lopez weg van de derde naar de zesde plaats en dat werd hem mentaal teveel. Hoewel hij zelf in de fout ging nam hij het de ploeg en met name Mas kwalijk dat hij niet zelf mocht achtervolgen en dus deed hij iets dat toch tamelijk ongezien is in de sport: hij stapte af zonder dat er sprake was van ziekte of een blessure. Hij stopte simpelweg met fietsen, omdat hij geen zin meer had om verder te gaan. Er werd stevig op hem ingepraat, onder meer door Patxi Vila en Imanol Erviti. Het gebeurde allemaal buiten beeld, dus we kregen er verder op wat vage updates na weinig van mee. Die vage updates hielden in dat hij na een scheldkannonade van Erviti toch weer op de fiets was gestapt, maar even later volgde dan toch echt het definitieve nieuws: Abandon Miguel Angel Lopez. Twee dagen eerder won hij nog glansrijk op de Gamoniteiro, nu stapte hij vrijwillig een dag voor het einde uit de ronde. Er was toch nog even een cameramotor die kant opgereden en dus konden we met onze eigen ogen vaststellen dat een druk bellende Superman Lopez in de ploegleidersauto stapte. Hij belde met zijn vrouw, om haar te laten weten wat voor een kutploeg Movistar is. Zijn ploeggenoten liet hij via het oortje het volgende weten, hij sprak de legendarische woorden:
Bueno, yo me quedo por aquí. Fue un placer, señores.![xjgMS1Q.png]()
![miguel-angel-lopez-en-el-momento-de-abandonar-y-subirse-al-coche-del-equipo-movistar.jpeg]()
Bekijk deze YouTube-videoEen ongeziene meltdown, dit gaat echt nooit meer overtroffen worden. Zijn laatste woorden maken het echt helemaal af. Al moesten we even wachten op die laatste woorden, die volgden pas toen de Netflixsoap van Movistar een klein jaar later online kwam te staan. El Dia Menos Pensado, de minst verwachte dag, de titel was nog nooit zo waar. De dag die je niet wist dat zou komen, zo u wilt. Dit had echt niemand zien aankomen. En dat allemaal vanwege één kleine inschattingsfout, als hij Haig, die nota bene naast hem reed, gewoon had gevolgd was er niets aan de hand geweest en was deze rit verder vrij geschiedenisloos verlopen. Goed, ik blijf hier, het was me een waar genoegen, heren. Ik pis nog steeds in m'n broek van het lachen als ik terugdenk aan deze situatie. 'Als jullie niet willen dat ik ga rijden, dan stop ik er wel gewoon mee.' Naderhand werd het eigenlijk alleen maar lolliger. Ondanks het feit dat Lopez het sowieso niet erg naar zijn zin had bij Movistar, er was voorafgaand aan deze rit sowieso al een hoop frictie, tekende hij toch voor twee jaar bij, waarschijnlijk vooral omdat niemand anders hem wilde hebben. Na deze situatie was zijn positie bij Movistar natuurlijk niet meer houdbaar. Hij werd door letterlijk iedereen afgeslacht, van Unzue tot Lastras. Zelfs de altijd goedlachse Chente was witheet. De hele sportieve leiding kon hem wel wurgen, zijn ploeggenoten haatten hem natuurlijk ook. Dit hoef je niet te flikken bij veteranen als Rojas en Erviti, tijdens de rit probeerden ze hem nog te motiveren maar nadat hij afstapte lieten ze hem vallen als een baksteen. De vooruitziende blik om het nummer van Tom Rosenthal als introsong te gebruiken is toch ook wel 10/10.
I go solo, oh, I go solo. I'm making my way home. I'm making my way. En naar huis ging Lopez. Letterlijk en figuurlijk, want zijn contract bij Movistar, de inkt was nog niet eens droog, werd verscheurd en hij keerde in 2022 terug bij zijn voormalige ploeg, Astana. Daar ging het van kwaad tot erger voor Superman. Hij stapte snel uit de Giro, naar later bleek omdat hij een verboden middel tot zich had genomen dat nogal slecht was gevallen. Enige tijd later stond de Guardia Civil hem op te wachten op het vliegveld omdat zijn naam was gevallen in een dopingonderzoek naar de verrichtingen van de beruchte Marcos Maynar. Dat was zelfs Astana te gortig, dus werd hij eind 2022 voor het tweede jaar op rij op straat gezet door zijn ploeg. Hij keerde terug naar Colombia, waar hij bij het illustere Medellin in het gezellige gezelschap van Oscar Sevilla ontzettend hard uit zou halen. Een bizar schroeiende Lopez won zelfs massasprints, waardoor hij zich zelfs tot zegekoning van 2023 mocht kronen. Tijdelijk, toen hij het WK dreigde te gaan rijden greep de UCI in en werd hij tot 2027 geschorst. Geheel ten onrechte, natuurlijk. Superman is onschuldig! De downfall begon hier, op de Alto de Mougás. Het begin van het einde van een bijzonder tijdperk, op deze klim waren we getuige van geschiedenis. Al moeten we wel eerlijk toevoegen dat Lopez nog een tijd in koers bleef. Een kilometer of 30 na de Alto de Mougás hield hij het pas definitief voor gezien, toen zijn achterstand op een hilarische manier was opgelopen. Bernal, bij hem in de groep, verloor uiteindelijk bijna zeven minuten op Roglic en co. En dat in een rit die door godbetert Clement Champoussin werd gewonnen, uiteindelijk, maar daarover later meer.