Etapa 8: Monzón Templario - Zaragoza, 163,5 kmTwee bergritten achter elkaar met twee keer een aankomst bergop, twee keer zijn we bepaald niet verwend. De rit in Aragón met aankomst bij het skistation van Cerler was een klein beetje leuker dan de aankomst in Andorra bij het skistation van Pal, maar veel scheelde het niet. Deze rit werd wel volledig uitgezonden in het begin van de rit zagen we op de eerste klim van de dag meteen Juan Ayuso in de aanval gaan. Ayuso had in Andorra veel tijd verloren, naar eigen zeggen bewust. Hij was van plan voor ritten te gaan. Ik wist niet of ik die woorden moest geloven, maar een dag later maakte hij ze meteen waar. Ondanks het feit dat hij bang was dat Visma hem niet zou laten rijden ging hij resoluut in de aanval en hij reed bijna de hele klim van dik 20 kilometer in z'n eentje op kop. Steeds bedroeg zijn voorsprong slechts een seconde of 20, hooguit een halve minuut, maar hij bleef in zijn eentje op kop boren. Dat is normaal gesproken een ontzettend domme tactiek, maar voor renners van UAE gelden andere wetten. In het peloton werd ondertussen behoorlijk hard gereden, de groep dunde flink uit. In de steeds kleiner wordende groep zat groene trui Mads Pedersen, hij had er een doel van gemaakt om de klim te overleven, daarna in de aanval te gaan en punten te pakken bij de tussensprint. Dat plan voerde hij tot in de perfectie uit, ontzettend knap. Ik vraag me alleen af of het heel slim is, moet je de dag voor een volledig vlakke rit de hele dag in de aanval rijden om een paar punten te pakken bij een tussensprint? Hij kan daar vandaag meteen spijt van krijgen, maar wat hij gisteren liet zien was in ieder geval enorm straf. Typisch Pedersen ook, verstand op nul en knallen maar. Een ontzettende dommekracht, alleen met dusdanig veel kwaliteiten dat het vaak nog goed afloopt ook. Enfin, richting de top van de klim schoof Pedersen naar voren in het peloton en hij ging vervolgens in de aanval. Richting de top sloot hij aan bij Ayuso en in de afdaling na de klim zouden er nog tien renners aansluiten. Er probeerde ook nog een tweede groep over te steken, maar zij kwamen niet weg. In de groep van 12 vooraan zat naast Ayuso ook Vine, toch mooi om twee ploeggenoten vooraan te zien die geen ploeggenoten zijn. Vine reed op de klim al continu achter Ayuso aan, proberend hem terug te halen, uiteindelijk pakte het voor UAE ondanks zijn verwoede pogingen toch goed uit. Wel een saaie kopgroep, Vine en Ayuso leken in die kopgroep de afgetekende favorieten en dus was er weer eens weinig spanning met het oog op de ritzege. In het peloton nam Bahrein ondertussen het commando over, zij besloten de boel te controleren voor Traeen. Er zaten niet direct gevaarlijke renners in de kopgroep, maar je kon de voorsprong ook moeilijk laten oplopen naar een minuut of tien. Dus hield men het continu op een minuut of drie. Na de afdaling van de eerste klim van de dag viel de rit in een plooi. De kopgroep reed gezellig verder, het peloton reed daar continu drie minuten achter. Op de volgende beklimmingen pakte Vine een boel bergpunten mee, de strijd om de bergtrui lijkt nu eigenlijk ook al wel zo'n beetje beslist te zijn. Op weinig fronten een leuke Vuelta, op geen enkel front eigenlijk. Er gebeurde niets meer, tot we de voet van de slotklim naar Cerler bereikten. Vlak voor de voet van de slotklim volgde er een tussensprint in Benasque en daar pakte Pedersen de volle buit. Jezelf in het begin over die klim gehesen om daarna de hele dag in een kopgroep te rijden voor 20 punten, het is heel knap en heel indrukwekkend en eigenlijk gewoon best wel dom. Vandaag staan er meer punten op het spel, maar goed. Voorbij de tussensprint begonnen we aan de klim naar Cerler, die na bijna 20 jaar terugkeerde in de Vuelta. Op de eerste stroken van deze klim ging Ayuso meteen in de aanval, terwijl Vine meteen liet lopen. In eerste instantie ging Marco Frigo nog met Ayuso mee, maar Frigo haakte bij de tweede versnelling van Ayuso af. Na de hele eerste klim solo een halve minuut voor het peloton gereden te hebben was de Spanjaard blijkbaar nog niet moe. Hij had nog genoeg energie over om een minuut weg te rijden van Frigo, hij reed onbedreigd naar de ritzege en dat was heel erg sterk en heel erg saai tegelijk. Wel een mooie wederopstanding, in Andorra nog zoveel tijd verloren en nu glansrijk winnen. Blijkbaar dan toch echt zijn krachten gespaard om voor een ritzege te kunnen gaan, de BV Ayuso draait op volle toeren. Een mooie sollicitatiebrief richting alle andere ploegen, je haalt wel echt een figuur binnen. Een vrij gehaat figuur, in dat kader vond ik het wel mooi dat hij nu de haters even de mond kon snoeren. Al waren de vingers in de oren dan weer tamelijk lullig, in plaats van juichend over de finish te komen na je eerste ritzege in de Vuelta kom je met zo'n gebaar waardoor je een klein en onzeker jongetje lijkt. Smetje op de zege, zoals het ook wel een smetje is dat we UAE al drie dagen op rij hebben zien winnen.
In het peloton reed Visma ondertussen op een vrij gezapige manier omhoog, het signaal voor Marc Soler om dan het commando maar over te nemen. Hij legde er duchtig de pees op, met Almeida in het wiel. De Portugees viel aan en hij kreeg Ciccone en Vingegaard met zich mee. Bernal probeerde ook te volgen, maar haakte later toch af. Dat maakte uiteindelijk niet uit, want de klim naar Cerler was niet de ideale klim om het verschil te maken. Een klim met in het begin en halverwege enkele steilere stroken, daar volgde dan ook de aanval van Almeida, maar in de laatste kilometers richting de finish vlakte de klim helemaal af. Almeida kreeg Vingegaard niet gelost, de Deen had verder geen zin om over te nemen en dus viel het stil. Almeida was daar achteraf een beetje boos over, maar het was ook niet heel zinvol voor Vingegaard om op dat moment door te rijden. Gezien het afvlakkende karakter van de klim waren de verschillen toch niet groot geworden, het is duidelijk te merken dat ze bij Visma alles zetten op de Angliru, voor die tijd hoeven we van die ploeg en van Vingegaard weinig initiatief te verwachten. Bij UAE zie je ondertussen Vine en Ayuso voor ritten en de bergtrui gaan, lollige tegenstelling toch wel. Maar goed, het viel stil en daardoor reden we uiteindelijk met een groep van 14 favorieten naar de finish, waar we weer met een sprint bergop werden geconfronteerd. Pidcock won dat sprintje, een paar seconden achter Soler. Marco was nog even weggereden in de slotfase, gewoon, omdat hem dat leuk leek. In de groep der favorieten zat ook gewoon rode trui Traeen. Hij kwam even in de problemen na de aanval van Almeida, maar toen het vooraan stilviel kon hij terugkeren en zodoende heeft hij nog steeds een riante voorsprong in het klassement. Hij reed echt ontzettend sterk, misschien wordt hij dan toch de Kuss en O'Connor van deze editie. Zijn ploeggenoot Tiberi reed overigens niet sterk, de beoogde kopman verloor een minuut of 14. Als wij de hele dag hebben gekeken verloren we meer dan 14 minuten, we verloren meerdere uren door naar deze onzin te kijken. Het is echt een vreselijke Vuelta tot nu toe, ik heb nog geen enkele leuke rit gezien. Dat had ik na de bekendmaking van het parcours ook niet verwacht, het leek me vooraf al het slechtste parcours ooit en dat wordt nu dag na dag bevestigd. Vandaag volgt een nieuw bewijs, na twee matige aankomsten bergop volgt er nu een volledig vlakke rit. We gaan naar Zaragoza, waar het altijd waait, behalve dan dat het er niet altijd waait. We gaan sprinten, dat is onvermijdelijk. Iedere dag hebben we tot nu toe een sprint gezien, als we de ploegentijdrit even niet meerekenen. Iedere dag gaat er een grote groep samen naar de finish, of we nu op het vlakke eindigen of in de bergen. De bergen die men dit jaar heeft uitgekozen zijn uitermate ongeschikt om op te koersen, de steile stroken zijn te kort en de makkelijkere stroken zijn dan weer te lang. Er is een ander type klim nodig om in 2025 de renners het verschil te laten maken. Op een zaterdag heb je dan weer een ander type rit nodig dan een vlakke. Terwijl iedereen kan kijken gaan we niets zien, deze Vuelta begint steeds meer op een sociaal experiment te lijken. Hoe erg kunnen we het maken voor we geen enkele kijker meer hebben? Nou, heel erg dus.
![kjHn88s.jpeg]()
![71173]()
De achtste rit gaat volgens de organisatie van start in Monzón Templario, wat toch vooral een door de marketing geïnspireerde naam is. We gaan van start in het plaatsje Monzón, een gemeente in de provincie Huesca in de regio Aragón waar ongeveer 18.000 mensen wonen. Monzón is de hoofdstad van de comarca Cinca Medio, we bevinden ons in een plaats waar de Vuelta voor het laatst 48 jaar geleden van start is gegaan. In de Vuelta van 1977 waren we hier zelfs twee dagen, tijdens de 14e rit van die Vuelta reed men van La Seu d'Urgell naar Monzón en in Monzón ging de vlucht met de zege aan de haal. Aan de finish wist Carlos Melero de oudere broer van Marino Lejarreta te kloppen, Ismael eindigde op een paar tellen van Melero. De enige profzege van Melero, maar wel mooi in de Vuelta. Een dag later reed men van Monzón naar Formigal, het bekende skioord in Aragón waar we de afgelopen jaren ook regelmatig zijn geweest, vaak leidend tot bijzondere koersen. In de jaren nadien zijn we eigenlijk niet meer in Monzón geweest, al reden we in de Vuelta van 2018 nog wel dwars door deze stad heen op weg van Ejea de los Caballeros naar Lleida. Dat was de rit waarin Jelle Wallays het peloton nét voor wist te blijven en hij daarna als een mafkees tekeer ging. "Zo lachen met mij! Losers! Waar zitten de mannen van Quick-Step nu?", fulmineerde Wallays. Classic Wally, een ontzettend vreemd figuur. Tijdens die rit lag er in Monzón een tussensprint, waardoor dit geen volledig onbekende plek is voor de renners. In het verleden was Monzón een vaste pleisterplaats in de verdwenen Vuelta a Aragón, in de editie van 1997 wist Mario Cipollini hier zelfs een sprint te winnen. Hij klopte Erik Zabel, dat was wel even een koninklijke sprint in de straten van dit plaatsje. Aitor Garmendia klopte Abraham Olano dan weer in een tijdrit in Monzón, kun je prima mee pronken. In het verdere verleden kwam men nog veel vaker aan in Monzón, een plek die vooral bekend is vanwege het lokale kasteel. En dan komen we ook terug op de naam van de etappe, Monzón Templario. Om het de lokale toeristische site kort samen te laten vatten: Het kasteel van Monzón is uniek in Spanje, omdat het getuige is geweest van tien eeuwen aan onafgebroken militaire geschiedenis. Het kasteel van Monzón was oorspronkelijk een Moorse vesting en werd de zetel van het belangrijkste Tempelierscommando in de gebieden van de Kroon van Aragón. Het was tevens de plek waar de Aragonese koning Jacobus I 'de Veroveraar' als jongen onderwijs kreeg. Het bevat een Moorse toren, een kapel en kamers in Romaanse stijl, ondergrondse galerijen en artillerieverdedigingswerken, evenals een informatiecentrum gewijd aan de Tempeliers. Monzón Templario, want het kasteel was dus een belangrijke locatie voor de Tempeliers. En met het etiket Templario probeert men toeristen naar het kasteel en de stad te lokken, want we worden allemaal automatisch razend enthousiast als het over die malle Tempeliers gaat. De Orde van de Tempeliers of Tempelorde was een christelijke kruisridderorde die ten tijde van de kruistochten als klein onderdeel van de kruisvaarderslegers een Heilige Oorlog tegen de moslims voerde in het Heilige Land. Ze waren gestructureerd als een monnikenorde naar het model van de cisterciënzers en zowel monastiek als militair actief, even voor de volledigheid. Naast het kasteel hebben ze hier ook nog een ander herkenningspunt: de romaanse co-kathedraal van Santa María , die met Barbastro de zetel van het bisdom Barbastro-Monzón deelt. Uit Monzón is een van de grootste sporthelden afkomstig die Aragón ooit heeft voortgebracht, al neem ik balletje meppen absoluut niet serieus. Conchita Martinez was in de jaren 90 een absolute wereldtopper, ze stond altijd in de top 10 van de wereldranglijst en in 1994 won ze zelfs Wimbledon. Afkomstig uit deze plek waar de Tempeliers hebben gezeteld, jaarlijks organiseert men hier daarom het Torneo Internacional de Tenis Femenino Conchita Martínez. Over deze Ciudad Templaria kunnen we verder weinig melden, het is dat ze hier met hun nationale monument een hoop toeristen weten te lokken, maar die zullen niet lang blijven hangen.
![castillo-monzon-RJZD87zRh8ISH98x1fYqCLI-1200x840@diario_abc.jpg]()
![2012-04-29-11-06-451-e1336421672846.jpg]()
Het peloton blijft ook niet lang hangen in Monzón, we verlaten snel dit laatste bolwerk van de Tempeliers en gaan daarna door een gebied rijden waar ze meer kasteeltjes hebben behelst. We gaan de hele dag door Aragón rijden en dat doen we vooral over rechte en brede wegen, wegen die ook nog eens behoorlijk vlak zijn. Het wordt een vreselijke etappe, de achtste op rij, een etappe die alleen gered kan worden door de wind. We checken snel het weerberichten we zien iets heel voorspelbaars: het gaat wederom niet hard waaien. Het beetje wind dat er in Monzón te vinden is staat ook nog eens tegen, alleen de weergoden konden deze rit redden en ze hebben hun middelvinger opgestoken naar Fernando Escartin en vooral naar ons. Het zit ons absoluut niet mee, we gaan weer naar niets kijken. Na de neutralisatie, die de renners de tijd geeft om het lokale kasteel een beetje te bewonderen, gaan we buiten Monzón op een brede en kaarsrechte weg van start, deze weg voert in de eerste 11 kilometer van de etappe via Castejón del Puente naar Barbastro. In deze eerste 11 kilometer van de rit komen we helemaal niets tegen, zoals we de hele dag helemaal niets tegen gaan komen. Buiten Castejón del Puente, mooi gesitueerd op een spaarzame heuvel in deze verder volledig lege omgeving, komen we een bocht of twee tegen, verder knallen we continu rechtdoor over een weg die ook nog eens zo goed als vlak is. Heel minimaal glooiend, een naam mag dat niet hebben. Dwars door het lege en dorre Aragón heen rijden we rechtdoor verder naar Barbastro, waar we dus na 11 kilometer uit gaan komen. Eén renner in het peloton zal nu blij zijn, Sergio Samitier mag door zijn geboorteplaats gaan rijden. De fanclub van Samitier was gisteren al aanwezig op Cerler, ze zullen nu nog een keer acte de presence geven, dicht bij huis. 'Sami' is een renner van Cofidis, eentje met een uitstekende zaakwaarnemer. Na twee leuke jaren bij Murias wist Acquadro Samitier naar binnen te loodsen bij Movistar, ondanks een totaal gebrek aan resultaten kreeg hij het vervolgens voor elkaar om hem in het kielzog van Aranburu naar binnen te kletsen bij Cofidis. Voor Aranburu was er genoeg interesse, maar Acquadro zou Acquadro niet zijn als hij niet een addertje onder het gras wist te verstoppen. De ploeg die Aranburu wilde moest ook Samitier nemen, alleen Vasseur trapte in die val. Net als Aranburu kreeg Samitier een contract voor drie jaar, waar het er alle schijn van heeft dat Aranburu bij een degradatie gaat vertrekken bij Cofidis zitten ze hier doodleuk nog tot en met 2027 vast aan Sami. Een nutteloze coureur, de 50e plek is zijn specialiteit, maar wel leuk dat hij door zijn eigen stad mag fietsen. Er volgt ook echt een passage in de stad, we wijken even af van de doorgaande weg en via wat bochten en rotondes rijden we dwars door het centrum heen van deze plaats waar dit jaar nog een rit van start ging in de Vuelta voor vrouwen. Van Barbastro reden we naar Huesca, dat gaan we nu ook doen. In Barbastro kwam in de Ronde van Aragón regelmatig een rit aan, altijd eindigde zo'n rit in een massasprint. Petacchi, Zabel én Cipollini op je erelijst, je zou voor minder. In de Vuelta kwam men hier in een ver verleden ook wel eens aan, zo wist de Brit Michael Wright hier in 1969 veelwinnaar Txomin Perurena te kloppen, geen geringe prestatie. Alfons Sweeck, de opa van Laurens, wist hier in 1960 dan weer een rit te winnen in de Vuelta, jawadde! In de Vuelta van 2008 ging hier dan weer een rit van start die zou eindigen in Andorra, in de Vuelta van 2020 reden we dan voor het laatst weer door de stad heen tijdens een rit. Barbastro, een oud stadje met een karakteristiek marktplein, is het strijdtoneel geweest van verschillende veldslagen, ze hebben hier door de eeuwen heen bijna continu lopen te knokken. Hoeven we nu niet te verwachten, een gevecht.
![barbastro_-_somontano_de_b._-_foto_jose_ma_puig.jpg]()
![pueyo-01.jpg?ssl=1]()
In de Vuelta van 2020 reden de renners tijdens de vijfde rit van Huesca naar Sabiñánigo, onderweg reden ze in de eerste kilometer van Huesca naar Barbastro. Dat stuk gaan we nu weer zien, maar dan in tegengestelde richting. Ik schreef daar in 2020 het volgende over, dat kan ik nu wel overnemen aangezien het in tegengestelde richting net zo weinig voorstelt: Na de bochtige passage in Barbastro komen we buiten de stad gelegen aan de Vero weer op een brede weg terecht, deze weg volgen we een kleine 50 kilometer tot in Huesca. We rijden richting Huesca over brede, rechte en overwegend vlakke wegen. Helemaal vlak is het natuurlijk niet, we komen onderweg wat korte klimmetjes tegen. Gewoon, typisch Spaans. Typisch Aragonees ook wel. Net zoals de omgeving, het is hier tragisch leeg. Als het waait... vergeet het maar, alleen een klein beetje tegenwind in deze eeuwigdurende strook. Af en toe komen we een dorpje tegen, heel af en toe een bocht, nog minder vaak een rotonde. Een doodsaaie tocht, vooral als het niet waait. En dat doet het dus niet. Dan moet het dus van die korte klimmetjes komen, maar eigenlijk is het wel duidelijk dat we het begin van deze rit helemaal niet hoeven te zien, al zou je ook kunnen stellen dat we überhaupt de hele rit niet hoeven te zien. Net buiten Barbastro komen we overigens een klooster tegen, het benedictijnenklooster van Nuestra Señora del Pueyo. Mooi gelegen boven op een heuvel, hierboven te zien. Het klooster leent zijn naam aan een traditionele witte wijn, we gaan ook wel een paar flessen witte wijn nodig hebben om deze rit weg te spoelen. Vooral in de kilometers na Barbastro lijkt het volgens het kaartje van de organisatie een paar keer stevig omhoog te gaan in de richting van Lascellas, maar in de praktijk hebben we het hier over een keer een kilometer of drie 'klimmen' aan 2%, een kilometertje aan 4% en dan nog eens een strook van drie kilometer aan net iets meer dan 2%. Dat soort werk, het is dus in feite gewoon vlak. Zonder dat ik verder veel opmerkingen aan dit gedrocht van een rit wil toevoegen bereiken we na 60 kilometer koers Huesca, de stad waar dus in de Vuelta van 2020 nog een rit van start ging. Ook de stad waar een paar maanden geleden nog een rit eindigde in de Vuelta Femenina, van Barbastro reden we via een omweg naar Huesca en in een vrij vlakke rit was het vooral afwachten of er waaiers zouden ontstaan. Daar was enige sprake van, maar het viel mee. Het zou uitdraaien op een massasprint en in die sprint wist Femke Gerritse verrassend genoeg Marianne Vos te kloppen. Gerritse nam ook de rode leiderstrui over, hartstikke leuk. In Huesca volgt er in het centrum een passage met wat bochten, we rijden hier door de stad heen waar Fernando Barceló geboren werd. Fernando is momenteel in de Vuelta aanwezig namens Caja Rural, hij zal dus net als Samitier een leuke dag beleven. Barceló was ooit een leuke renner bij Euskadi-Murias, deemsterde een beetje weg bij Cofidis en bij Caja Rural is hij de laatste jaren soms goed, maar hij geeft ook vaak niet thuis. Dit jaar wel een paar mooie ereplaatsen bij elkaar gereden, zonder in de buurt te komen van een zege. Gisteren kwam hij in beeld doordat hij zijn zadel verloor, voorlopig het hoogtepunt van zijn Vuelta. Een halve Bask, als belofte ging hij studeren in het Baskenland en daar voor de Fundación Euskadi rijden, hij is daarna in het Baskenland blijven plakken. Aragón blijft evenwel thuis, hij kan zwaaien naar de familie. In de hoofdstad van de gelijknamige provincie vinden we een kathedraal, de Catedral de la Transfiguración del Señor, gebouwd vanaf omstreeks 1273 en uitgebreid tot in de 15e eeuw. Huesca heeft ook een voetbalclub, SD Huesca. De afgelopen jaren een paar seizoenen op het hoogste niveau geacteerd, maar sinds 2021 weer terug in de Segunda División, of La Liga Hypermotion zoals het voorzichtig gesponsord heet. Huesca heeft al eens gefigureerd in de Vuelta, maar niet buitengewoon vaak. Naast 2020 vertrok hier in 2009 en in 2007 een rit, voor een aankomst moeten we heel ver graven. De Ronde van Aragón kwam hier in 1992 aan. Toen won de immer charmante Danny Nelissen, jeetje.
![HU-Catedral%20G01.jpg]()
![Castillo-de-Montearagon-Ayto.-Quicena-paisaje.jpg]()
We rijden door een omgeving vol kastelen, zo komen we vlak voor we Huesca bereiken onder meer de kasteelruïnes van Castillo de Montearagón tegen. Van dit soort spaarzame hoogtepunten moet deze rit het hebben, het wordt na de passage in het centrum van Huesca niet veel beter. Het is een tamelijk bizarre rit, in de zin dat we nadat we Huesca verlaten weer eens 50 kilometer over dezelfde weg verder gaan rijden. In deze 50 kilometer komen we niets van belang tegen, zeker niet nu de wind het laat afweten. Voorbij Huesca veranderen we wel van rijrichting, maar de wind zal hier dusdanig zwak blazen dat het allemaal niet uitmaakt. We stevenen af op een onvermijdelijke sprint, zonder enig waaiergenot. In en rond Huesca komen we enkele rotonde en bochten tegen, daarna rijden we een enorm lange tijd over een brede en zo goed als vlakke weg vooral rechtdoor. Wij kunnen een dutje doen op de bank, de renners op de fiets. Door een karige omgeving ploegen we voort, in de buurt van Huesca komen we vooral veel akkers en veel industrie tegen. Af en toe een paar verdwaalde bomen langs de kant van de weg en zicht op wat heuveltjes in de verte, maar deze route is echt niet te doen. De helikopter kan een paar kasteeltjes op heuveltjes in de omgeving uitzoeken om nog wat moois in beeld te brengen, daar zal genoeg tijd voor zijn want in de koers gaat niets gebeuren. We rijden continu langs de snelweg, maar de weg waar we overheen rijden is ook een soort snelweg. Die brede weg kent heel soms wat flauwe bochten, maar het is toch echt vooral ouderwets rechtdoor in een Spaanse vlakte. Waarbij het dan ook wel Spaans vlak is, zo komen we na 82 kilometer langs Almudévar en vlak voor dit plaatsje loopt het een paar kilometer vals plat omhoog. 't Is allemaal wat. Almudévar, waar we na 82 kilometer halverwege de etappe passeren, is een klein plaatsje met 2000 inwoners. De koers komt hier niet vaak voorbij, in 2008 reden we er eens doorheen maar verder hebben we weinig reden om dit oord op te zoeken. We vinden op een heuvel boven het dorp wel weer een kasteel, uiteraard, maar dan heb je het ook meteen gehad. Voorbij de kasteelruïne van Almudévar rijden we rechtdoor verder over een kanaal, een kanaal dat leidt naar een stuwmeer dat als doel heeft alle ankers hier van water te voorzien. We rijden buiten het dorp verder langs de snelweg over een rechte en zo goed als vlakke weg langs eindeloze lege velden af. Alleen maar lege akkers hier, deze vlakte wordt volledig gedomineerd door de boeren. Voorbij Almudévar rijden we tien kilometer op deze manier rechtdoor naar San Jorge, voorbij dit dorpje duurt het wederom tien kilometer voor we een bocht tegenkomen. Leeg, breed, recht, vlak. Steeds rechtdoor richting Zaragoza, al komt daar ooit verandering in. In de buurt van Zuera rijden we een keer over de snelweg heen, via enkele bochten komen we aan de andere kant van die weg terecht, daarna komen we enkele kilometers verderop in Estación Portazgo warempel een rotonde tegen. Hier gaat het rechtdoor, waarna we even verderop linksaf slaan om via een nieuwe weg rechtdoor naar San Mateo de Gállego te knallen. Voorbij een hoop ontzettend lelijke industriegebouwen rijden we over een viaduct heen, aan de andere kant van dit viaduct gaat het weer eens een kilometer of zes rechtdoor tot in het centrum van San Mateo de Gállego. Langs nog meer lege velden, hier zijn echt alleen maar akkers te vinden, komen we na 112,5 kilometer uit in het centrum van San Mateo. In dit plaatsje bevinden we ons op ongeveer 50 kilometer van het eind, de rit is alweer bijna voorbij gelukkig. Zaragoza is hier enorm dichtbij, maar om ons graf nog wat verder aan te stampen gaan we in de stad een lokaal rondje afwerken, waardoor het programma iets uitloopt.
![14299976525_e1f5a8186d_h.jpg]()
![40607824Master.jpg]()
In het centrum van San Mateo de Gallégo komen we enkele brede bochten tegen en een paar drempels, buiten het dorp rijden we dan weer doodleuk een kilometer of acht rechtdoor richting de tussensprint van de dag. Nouja, bijna volledig rechtdoor. We komen onderweg een keer een rotonde tegen en de waanzinnig brede weg kent soms een flauwe bocht, maar nee, het gaat dus gewoon weer rechtdoor verder op de meest makkelijke manier ooit. De weg loopt hier heel onmerkbaar een beetje vals plat omlaag, dus komen we in ieder geval wel snel uit bij de tussensprint. Na een heel saai stuk langs wat bomen en vooral veel akkers af komen we na 121 kilometer uit in Peñaflor de Gállego, hier volgt vlak voor we het centrum betreden de tussensprint van de dag. Het is hierna nog 40 kilometer fietsen tot de finish, op zich mogen de mannen met groene ambities hier wel hun best doen om de punten te pakken. Vooral een essentiële sprint voor Pedersen, in de eindsprint zal hij de boot wel weer missen. Na de sprint rijden we door het slaperige dorpje Peñaflor heen en hier komen we enkele flauwe bochten en een drempel tegen. Peñaflor de Gállego wordt door de Spaanse Wikipedia omschreven als een landelijke buitenwijk van Zaragoza, zo lijkt het bijna ergens op. Gelegen aan de rivier de Gállego , beschikt het over een interessant voorbeeld van Aragonese Mudejararchitectuur, zoals blijkt uit de toren van de kerk. Bovenaan het stadscentrum ligt het gebied Vedado de Peñaflor, dat samen met de oeverbossen van de rivier de Gállego een gebied van grote natuurlijke en ecologische waarde vormt. Zo dan, ik zie toch vooral een nietszeggend dorpje. Buiten dit nietszeggende dorpje gaan we weer eens een aantal kilometer volledig rechtdoor over een brede en vlakke weg rijden, shocker. Langs de Gállego rijden we tien kilometer op de gekende manier verder, terwijl we ons al op het grondgebied van de gemeente Zaragoza bevinden. Langs de rivier is de omgeving net iets mooier, maar ik zie toch vooral nog steeds veel leegte en veel agrarische toestanden. We rijden onderweg langs een kicken kloostertje, verder is er heel erg weinig kicken aan deze dag. We passeren een paar dorpjes, maar daar zijn eigenlijk geen obstakels te vinden. Aan het eind van deze lange en rechte weg komen we uit in Montañana, een buitenwijk van Zaragoza. Hier slingeren we met een paar flauwe bochten doorheen, om vervolgens een rotonde tegen te komen. Hier gaan we bijna beginnen aan het rondje Zaragoza dat de organisatie voor de renners heeft uitgestippeld. We werken toe naar een eerste passage aan de finish, waarna er nog een tweede zal volgen. Voorbij de rotonde rijden we via een viaduct over de snelweg heen, aan de andere kant van de snelweg betreden we de stad Zaragoza en dat valt te zien aan het hoge aantal flats dat ineens in beeld verschijnt. Even verderop komen we een nieuwe rotonde tegen en voorbij deze rotonde vinden we wat vluchtheuvels, waarna we even later rechtsaf gaan slaan. Over een enorm brede weg rijden we nu dwars door nog wat meer buitenwijken van Zaragoza heen, waarbij we ondertussen ook via een mooie brug over de Gállego rijden. Voorbij deze brug gaat het een tijdje rechtdoor over een boulevard die een meter of 100 breed is, technisch is het voorlopig niet. Na een tijd komen we een enorm brede rotonde tegen, hier rijden we helemaal omheen en daarna slaan we bij de volgende brede rotonde linksaf, om terecht te komen op het parcours van de Vuelta van 2023. Twee jaar geleden volgde er ook een aankomst in Zaragoza, zonder extra lus. In de finale van deze etappe gaan de laatste drie kilometer gelijk zijn aan die van de aankomst in 2023, nu rijden we alvast voor de eerste keer naar de finish toe en volgen we de laatste vijf kilometer van het parcours van 2023. De laatste drie kilometer van de rit gaan we nu twee keer zien, de renners mogen alvast even warmdraaien. Na de bocht naar links rijden de renners een tijd rechtdoor, over een brede weg gaat het op een makkelijke manier verder in Zaragoza. Op vier kilometer van de eerste passage aan de finish komen we op een brug terecht, de weg loopt een paar meter omhoog terwijl we rechtdoor over de Ebro gaan fietsen. Aan de andere kant van de brug weten we toch weer zeker dat het de Vuelta is, er volgt een leuk momentje. We dalen de brug af en slaan rechtsaf een smalle weg in, een weg die 180 graden naar rechts zal draaien. Van een driebaansweg naar een eenbaansweg, na het makkelijke parcours tot nu toe zowaar een heikel punt. Aan het eind van die bocht van 180 graden naar rechts slaan de renners linksaf, de weg blijft even een paar meter wat smaller, met aan beide kanten een hoog trottoir, maar een paar meter later wordt het weer een brede tweebaansweg. Die weg volgt de Ebro en wij volgen de Ebro ook tot 1200 meter van de eerste passage aan de finish. Grofweg 2,5 kilometer fietsen over dezelfde weg, een weg die toch nog wat verrassingen kent. Met iets minder dan drie kilometer te gaan komen de renners een rotonde tegen. Van die rotonde zelf hebben ze op zich niet veel last, maar na de rotonde wordt de weg weer een eenbaansweg. Als ze hier niet even een paar vluchtheuveltjes weghalen gaat het een tijd vrij smal zijn. Een paar meter later wordt de weg sowieso weer breed, terwijl de renners langs de Puente de Piedra fietsen, een paar leeuwen kijken ons hier bedreigend aan. Via een paar flauwe bochtjes fietsen we vervolgens langs de Basilica de Nuestra Señora del Pilar, Zaragoza toont alvast een aantal van haar geheimen. Voorbij de basiliek gaat het rechtdoor tot op 1200 meter van het eind, op dit punt komen we een rotonde tegen waar we een brede bocht naar links nemen. Na deze bocht rijden we het centrum van de stad binnen en bereiken we de laatste kilometer. In deze laatste kilometer mogen de renners over een buitengewoon brede weg fietsen. Dat is het voordeel, het nadeel is dan weer dat we een drietal bochten naar links tegenkomen. Eerst een flauwe naar links, daar hebben we weinig last van. Dan volgt er op 500 meter van het eind een iets minder flauwe, nog steeds geen echt lastige bocht, maar wel alvast een punt waar je goed gepositioneerd wil zitten. Daarna gaat het praktisch rechtdoor tot aan de meet over die enorm brede weg, al buigt de weg aan het eind wel nog wat langzaam af naar links. Al bij al voor Vueltabegrippen een relatief simpele aankomst. Konden we in 2023 nog zien, toen we op precies dezelfde plek aankwamen. In Zaragoza waait het altijd, behalve in 2023, en behalve nu. Geen waaiers in 2023 en dus werd het een sprint. In die sprint leek de trein van Alpecin perfect op de rails te staan, maar in die laatste bocht naar links stoomde Rui Oliveira ineens op, met Sebas Molano in zijn wiel. Na de sterke lead-out van Oliveira ging Molano aan, terwijl Groves volledig overrompeld werd. Hij probeerde Molano nog bij te halen, maar hij kwam te laat. Maar weer eens een zege voor UAE, dat was het verdict de vorige keer in Zaragoza.
![Vuelta23_E12_Molano.jpg]()
In 2023 was het meteen klaar toen we Zaragoza bereikten, nu passeren we na 140 kilometer voor het eerst aan de finish en werken we daarna een lokaal rondje van 23,5 kilometer af in de straten van deze stad. Bijna direct na het passeren van de finishlijn volgt er bij de Puerta del Carmen een stevige bocht naar rechts, snel daarna volgt er een lopende bocht naar rechts en zodra we door een gezellige winkelstraat zijn gereden volgt er dan weer een krappe bocht naar rechts. Na die drie bochten naar rechts rijden we bijna terug naar de finish, maar vlak voor we de weg bereiken waar we net overheen zijn gereden volgt er een brede bocht naar links en daarna rijden we een tijdje behoorlijk rechtdoor, al komen we in de buurt van het Palacio de la Aljafería wel een brede rotonde tegen. Het Palacio de la Aljafería is een 11e-eeuws paleis op de UNESCO-lijst, waar nu het parlement van Aragón is gevestigd. Alle hoogtepunten van Zaragoza komen door dit extra rondje wel meteen voorbij, fantastisch. We rijden verder rechtdoor over een brede weg naar het moderne treinstation van Delicias, een architectonisch onverantwoord bouwwerk. De weg hier is vijf banen breed, intens. De renners volgen de drie banen naar links en slaan bij het station af om een paar meter later rechtsaf te slaan. Na deze bocht bereiken ze dan snel weer een weg die een eeuwigheid naar links zal lopen, waarna we terechtkomen op de Vía Hispanidad. Deze weg loopt dan weer een kilometer of twee rechtdoor, met alleen een brede rotonde tussendoor. De weg loopt ook een paar meter omhoog, in de straten van Zaragoza komen we in de finale van de rit een aantal stroken Spaans plat tegen. Niet lastig genoeg om een sprint te ontlopen, natuurlijk. Na twee kilometer over dezelfde waanzinnig brede weg gereden te hebben volgt er een enorm brede bocht naar rechts, hierna volgen we dan weer 2,5 kilometer een andere weg die net zo breed is. Deze weg kent alleen een paar flauwe bochten, terwijl het verder steeds een beetje vals plat omhoog zal lopen. Aan het eind van deze weg volgt er een simpele bocht naar rechts, na een kilometer rechtdoor te rijden over weer eens een brede en ditmaal volledig vlakke weg moeten de renners bij een joekel van een rotonde naar links om vervolgens kort te gaan klimmen naar het Parque de Atracciones de Zaragoza. De weg naar het pretpark toe kent iets meer bochtjes, we dalen eerst een kort stukje af naar een nieuwe rotonde om dan nog eens linksaf te slaan, hierna slingeren we een halve kilometer op een vrij vlakke manier verder. We bereiken een kruispunt en hier gaan we naar rechts, de weg loopt ineens merkbaar omhoog. In totaal klimmen we ongeveer 800 meter aan 4% naar het pretpark toe, maar vooral de aanzet is pittig. Een tweetal steile bochten in het begin, daarna vlakt het af terwijl we in de omgeving van het pretpark een mooi bos betreden. Op de top van het klimmetje in de buurt van het Parque de Atracciones de Zaragoza bevinden we ons op 11 kilometer van de aankomst. Het is lastig voor te stellen dat dit klimmetje het verschil gaat maken, in het restant van de rit is het gewoon weer helemaal vlak. De finale is bepaald geen rollercoaster, haha, snap je. In de buurt van het pretpark vinden we overigens ook het Centro Deportivo Municipal David Cañada, een lokaal sportcomplex dat is vernoemd naar een voormalige profwielrenner uit Zaragoza die ons helaas is ontvallen.
![ParquedeAtraccionesdeZaragoza.jpg]()
Voorbij het korte klimmetje met de iets steilere aanzet is het dus nog een dikke 10 kilometer fietsen tot de finish, zodra we het pretpark zijn gepasseerd gaat het een halve kilometer rechtdoor in licht dalende lijn. Daarna komen we enkele brede bochten tegen, terwijl de weg weer vlak wordt. We slaan vervolgens wat scherper linksaf en kort daarna volgt er een stevige bocht naar rechts, waarna we terechtkomen op een brede weg die we drie kilometer gaan volgen. In deze drie kilometer loopt de weg steeds een beetje vals plat omlaag, vooral rechtdoor. Goed, de route is niet helemaal recht, maar het loont niet de moeite om iedere flauwe bocht die we tegenkomen op te lepelen. We rijden door een tamelijk groene omgeving aan de rand van de stad, maar we gaan snel weer op weg naar het centrum. Aan het eind van deze weg rijden we over een brug, daarna draaien we af richting rechts om uiteindelijk naar links af te slaan. Na deze bocht gaat het rechtdoor tot op 4,5 kilometer van de finish, rechtdoor over een brede driebaansweg terwijl het volledig vlak is. Goed, her en der een flauwe bocht, maar het spannendste element van deze weg is dat we een keer door een tunnelbak rijden. Op 4,5 kilometer van de finish volgt er dan weer een bocht naar rechts, een mooie en brede bocht. Na deze bocht komen we in een nieuwe straat meerdere flauwe bochten tegen, waarna men op 3,5 kilometer van de aankomst een heuse chicane heeft weten te creëren. Er liggen hier twee tweebaanswegen gescheiden door een middenberm, op 3,5 kilometer van de streep steken we over van de rechterkant van de weg naar de linkerkant, we gaan een stukje spookrijden. Bij het oversteken gaat het eerst naar links en direct naar rechts, aldoende rijden we dus door een chicane heen. Voorbij deze chicane rijden we op weer een paar flauwe bochten na redelijk rechtdoor de laatste drie kilometer binnen, waarna we op 2800 meter van het eind met een versmalling worden geconfronteerd. Het gaat schuin naar links, de weg wordt ineens een eenbaansweg. We komen uit bij een rotonde waar we eerder zijn geweest, we gaan bij deze rotonde naar links en daarna werken we in de laatste 2700 meter hetzelfde stuk af als tijdens de eerste passage aan de finish. Even in de herhaling: Na de rotonde blijft de weg even een eenbaansweg. Als ze hier niet even een paar vluchtheuveltjes weghalen gaat het een tijd vrij smal zijn. Een paar meter later wordt de weg weer breed, terwijl de renners langs de Puente de Piedra fietsen, de brug met de leeuwen. Via een paar flauwe bochtjes fietsen we vervolgens langs de Basilica de Nuestra Señora del Pilar, het hoogtepunt van Zaragoza komt dubbel voorbij. Voorbij de basiliek gaat het rechtdoor tot op 1200 meter van het eind, op dit punt komen we een rotonde tegen waar we een brede bocht naar links nemen. Na deze bocht rijden we het centrum van de stad binnen en bereiken we de laatste kilometer. In deze laatste kilometer mogen de renners over een buitengewoon brede weg fietsen. Dat is het voordeel, het nadeel is dan weer dat we een drietal bochten naar links tegenkomen. Eerst een flauwe naar links, daar hebben we weinig last van. Dan volgt er op 500 meter van het eind een iets minder flauwe, nog steeds geen echt lastige bocht, maar wel alvast een punt waar je goed gepositioneerd wil zitten. Daarna gaat het praktisch rechtdoor tot aan de meet over die enorm brede weg, al buigt de weg aan het eind wel nog wat langzaam af naar links. In 2023 zagen we dat positionering hier alles is, als je op het juiste moment komt opstomen kun je de renners aan de binnenkant van de bocht mooi blokkeren.
![JabhLcR.png]()
Aangezien we twee jaar geleden nog in Zaragoza waren ga ik gewoon heel schaamteloos even mijn teksten van toen kopiëren: De rit eindigt in Zaragoza, de op vier na grootste stad van Spanje. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en van de autonome regio Aragón. De stad ligt op 199 meter boven zeeniveau, aan de rivier Ebro, in een vallei met een landschap van bergen, bossen en woestijnen. Op zich ook wel meteen een adequate samenvatting van de rit, op de bergen na. De stad heeft een inwonertal van 675.301, in de hele agglomeratie wonen 833.455 mensen, dat komt neer op meer dan de helft van de bevolking van de gehele regio Aragón. Zaragoza is een belangrijke industriestad en handelscentrum, onder meer door haar gunstige ligging, centraal tussen Madrid, Barcelona, Bilbao, Valencia en het Franse Toulouse. Door die gunstige ligging is de Vuelta in het verleden talloze keren in Zaragoza geweest, liefst 48 keer kwam er hier een rit aan. Voor de aankomst in 2023, waar Molano dus de sprint won, dateerde de vorige aankomst van 2008, toen wist Sebastien Hinault hier in de sprint te winnen van Lloyd Mondory en Greg Van Avermaet. Matige sprinters die komen bovendrijven in de Vuelta, het is van alle tijden. Dat Freire en Boonen vierde en vijfde werden verzwijgen we even. Ritten met een aankomst in Zaragoza zijn regelmatig vrij spectaculair geweest, want in Zaragoza waait het (bijna) altijd. Dat is mijn stokpaardje dat in 2023 helaas een stille dood stierf, vandaag volgt er een extra uitvaart. Maar, gelukkig hebben we het bewijs uit het verleden nog. We denken terug aan de Vuelta van 2001, de 9e rit, tussen Logroño en Zaragoza. Een rit van 180 kilometer werd in drie uur en 15 minuten afgehaspeld. Tegen een gemiddelde van 55 per uur knalden de renners door Spanje heen. De Spanjaarden hadden het grootste verzet dat ze konden vinden op hun fiets gestoken en vanaf de eerste meter ging het vol op de kant. Het viel de hele dag niet meer stil en het hele peloton sloeg uiteen in meerdere waaiers. Het kan de moeite zijn om vandaag Eurosport aan te slingeren, want Karsten Kroon was die dag aanwezig en hij heeft al met enige regelmaat over deze etappe lopen te oreren. David Millar die in z'n eentje nog de oversteek wist te maken van de tweede naar de eerste waaier, tot op de dag van vandaag is Karsten verbaasd. De zeer onsympathieke winnaar luisterde naar de naam Igor Gonzalez de Galdeano, parvenu. Dankzij die rit is Zaragoza voor altijd een waaierparadijs, al laat de wind het nu afweten. Kijkend naar het verleden hebben we wel vaker aankomsten gezien in Zaragoza zonder dat het in waaiers uiteen sloeg, zo'n garantie is het dus blijkbaar ook weer niet, maar als we dan bijvoorbeeld weer de uitslag van de 12e rit van de Vuelta van 2000 bekijken zien we wat ik bedoel. Van Zaragoza naar Zaragoza, 132 kilometer, Alessandro Petacchi won de sprint van een groep van 16 man. Het hele veld uiteen geslagen, in 2000 en 2001 was het twee jaar achter elkaar raak. Gezien ze hier een keer of 48 zijn aangekomen in de Vuelta zou ik nog een uur of vijf verder kunnen blijven kletsen, maar dan loopt het programma wat uit. Zomaar wat winnaars in Zaragoza: Jan Janssen, Gerben Karstens, Roger De Vlaeminck, Eddy Planckaert, Mathieu Hermans, Jean-Paul van Poppel en Erik Zabel. Abraham Olano ook, net als Izidro Nozal, maar dat waren dan weer tijdritten. Nozal won hier in 2003, in de Vuelta die hij had moeten winnen, maar die hij niet won omdat hij helemaal niet wilde winnen. Kijkend naar de erelijst van de stad valt me ook vooral op dat de Ronde van Aragón vroeger een grote ronde was. Heel veel renners die in de Vuelta in Zaragoza wonnen wisten een paar weken ervoor vaak in de Ronde van Aragón al te winnen in dezelfde stad. Dat was toen de vaste voorbereidingskoers op de Vuelta blijkbaar, een Vuelta die toentertijd nog in mei werd verreden. Kijkend naar de renners die uit Zaragoza komen valt me vooral op dat je als renner helemaal niet uit Zaragoza moet willen komen. Sommige van de namen die door Steef worden genoemd zijn door ouderdom overleden, maar vooral de namen David Cañada en Arturo Gravalos vallen op. Cañada was jarenlang prof bij ONCE, Mapei en Saunier Duval, prachtige verzameling ploegen. In 2006 boekte hij namens het iconische Saunier Duval zijn grootste zege door de Ronde van Catalonië te winnen, waarna Wikipedia heel dramatisch noemt dat hij kreeg af te rekenen met huidkanker. Dat bleek niet zijn grootste probleem te zijn, in 2016 kwam hij om het leven na een fietsongeluk tijdens een wedstrijd voor wielertoeristen in Huesca. Als eerbetoon hebben ze in de buurt van het pretpark waar we in de finale passeren dus een sportcomplex naar hem vernoemd, dat doen ze in Spanje altijd wel goed. Arturo Gravalos kwam dan weer in 2023 om het leven. Een jongen die eigenlijk maar zijdelings aan Zaragoza valt te linken, hij werd hier geboren maar hij groeide op in La Rioja. Alsnog een jongen met een zeer triest verhaal, hij werd in 2021 prof bij EOLO-Kometa, maar in datzelfde jaar werd bij hem een hersentumor geconstateerd. Daar werd hij aan geopereerd, waarna er even uitzicht was op herstel, maar uiteindelijk bezweek hij dan toch aan de gevolgen van de ziekte.
![is-zaragoza-basiliek-pilar.jpg]()
Om het geheel wat minder stemmig af te sluiten dan nog maar wat random informatie, rechtstreeks van Wikipedia. De stad werd in de 1e eeuw v.Chr. een Romeinse kolonie onder keizer Augustus en droeg in die tijd de naam Caesarea Augusta. In het jaar 712 werd de stad veroverd door de Moren en in de periode tussen 1013 en 1118 werd het toenmalige Cesaracosta onderdeel van de taifa Zaragoza en de naam werd verbasterd tot het Arabische Saraqusta. De taifa's ontstonden in de 11e eeuw in de periode van de val van het kalifaat Córdoba (1031) en waren onafhankelijke staten. Saraqusta had veel verschillende emirs, maar in 1110 werd de taifa verslagen door de Almoraviden uit Marokko. Acht jaar later kwam de stad na tijden weer in christelijk bezit, door de verovering van Alfons I van Aragón. Het werd de hoofdstad van het toenmalige Koninkrijk Aragón en opnieuw werd de naam van de stad veranderd, ditmaal in Çaragoça, waarvan het huidige Zaragoza afstamt. Çaragoça, klinkt eerder Turks. Nouja, daarna komt er nog een hoop geschiedenis voorbij, boeiend, door naar de bezienswaardigheden. Zaragoza heeft door de eeuwen heen vele heersers gehad en vele volken hebben de stad bewoond. Hierdoor vindt men monumenten en resten van vele verschillende culturen en in vele stijlen. Ondanks dat de stad een mooi historisch centrum heeft, met vele bezienswaardigheden, staat de stad in Spanje ook wel bekend als “de onbekende”. De stad behoort niet tot de meest bezochte steden van het land. De aandacht gaat namelijk vooral uit naar hoofdstad Madrid, mediterraans en modern Barcelona en het Andalusische Sevilla. De Wereldtentoonstelling van 2008 heeft de stad echter weer min of meer op de kaart gezet. Noemenswaardige monumenten van Zaragoza zijn: El Pilar (De Pilar-kathedraal): een grote en indrukwekkende kathedraal, o.a. versierd met schilderijen van Francisco Goya. Het plein dat er voor ligt, het Plaza del Pilar, is een van de grootste pleinen van Europa met een lengte van 1500 meter. In de finale fietsen we langs El Pilar, een onmisbaar element van de stad. Naast deze basiliek is er ook nog de kathedraal van La Seo, deze kathedraal heeft vele volkeren en geloven voorbij zien komen. Men vindt er barokstijlen, Romaanse stijlen en overblijfselen uit tijden dat het een Romeinse tempel en Moorse moskee was. Gaan we door naar het Palacio de la Aljafería. Dit paleis werd gebouwd in de 9e eeuw door de toenmalige Arabische koning Al-Muqtadir. Het paleis werd daarna bewoond door koning Ferdinand II en koning Peter IV. Daarna werd het de zetel van de Spaanse Inquisitie en vervolgens, tot op de dag vandaag, is het de zetel van de regering van Aragón. Naast een basiliek en een kathedraal is er ook nog gewoon een kerk, die van San Pablo, onderdeel van de werelderfgoedinschrijving van verschillende Mudejararchitectuur objecten. Voor de kunstliefhebbers is er het Goya Museum–Ibercaja Collection, een museum gewijd aan Goya. Francisco Goya is toch wel een van de bekendste kunstenaars van Spanje, hij werd geboren in een klein dorpje in de provincie Zaragoza en hij ging in de stad zelf naar school, vandaar dat ze hem als een geadopteerde zoon zien, alhoewel hij blijkbaar veel meer tijd doorbracht in Madrid. Buiten de genoemende monumenten kent de stad een aantal andere bezienswaardigheden en musea, uit en over de Romeinse tijd, de Middeleeuwen, de Moorse tijd en de periode van de Renaissance. Er is bijvoorbeeld het Museo del Teatro de Caesaraugusta, een museum waar je overblijfselen uit de Romeinse tijd kunt vinden, een deel van de fundering van het oude theater is er te vinden. Wikipedia begint vervolgens over de lokale economie, daar gaat het wel goed mee, we bevinden ons hier in een soort Silicon Valley! Zaragoza is buiten een belangrijk handelscentrum ook een van de grote productiecentra van Spanje. Belangrijke industriële motoren van de stad zijn de fabrieken van Opel en
Siemens en van elektronicafabrikant Balay. Andere grote Spaanse bedrijven die zijn gevestigd in Zaragoza zijn Pikolin, Lacasa, CAF, SAICA en Torraspapel. Zo. Zaragoza is een van de belangrijkste verkeersknooppunten van Spanje en met Real Zaragoza beschikken ze over een roemruchte voetbalclub, eentje die wel al jaren aan het tobben is. Ook weer een club die dankzij financieel wanbeleid bijna kopje onder is gegaan. Tegenwoordig hebben ze een Amerikaanse eigenaar die alle schulden heeft afgelost. Dat was nodig ook, anders hadden ze nu niet meer bestaan. Laten we stellen dat dit genoeg Zaragoza is.
![5659971037_9d33fb4213_b.jpg]()
Het waait altijd in Zaragoza! Behalve dan dat het helemaal niet altijd waait in Zaragoza. Sterker nog, het is zelfs praktisch windstil in Zaragoza. De wind blaast wel redelijk vanuit de goede richting zodra we Huesca zijn gepasseerd, maar met deze windsnelheden gaan we niet eens in de buurt komen van enige nervositeit in het peloton. Flopshow, wederom. Het is wel warm, in Zaragoza noteren we 29 graden. Geen kans op regen, net als in startplaats Monzón. Daar wordt het 28 graden, terwijl er in het eerste deel van de rit tot in Huesca sprake zal zijn van enige tegenwind. Met wind had deze rit wat kunnen worden, maar het gaat niet waaien en dus wordt het een enorm saaie rit. Een rit die begint om 13:40, na een neutralisatie van 12 minuten laten we de Tempeliers achter ons en dan bestaat de kans zomaar dat niemand in de aanval gaat. Of dat het geval is gaan we pas vanaf 15:00 zien, tegen die tijd gaat Eurosport pas live. Sporza is er pas om 15:50 bij, wat nog steeds veel te vroeg is. Nee, tijdens deze rit hoef je alleen de laatste minuten te zien. Tussen 17:20 en 17:40 verwachten we de aankomst in Zaragoza, als je om een uurtje of vijf inschakelt zit je helemaal goed.
![palacio-de-la-aljaferia-zaragoza-82916-xl.jpg]()
Het gaat niet waaien en dus gaan we sowieso te maken krijgen met een massasprint. Zo simpel is het soms.
1. Philipsen. Zelfs met slechte benen moet hij hier de sprint kunnen winnen, zeker met de trein waar hij over beschikt. De vorige keer in Zaragoza ging Alpecin alleen wel de mist in, de sprint werd perfect aangetrokken, maar daarna lieten ze zich toch nog verrassen door een paar renners die vroeg aangingen. Planckaert was daarbij aanwezig, hij zal daardoor weten hoe hij het nu beter kan doen. Aan Philipsen de schone taak om op tijd te vertrekken en zich niet te laten insluiten.
2. Vernon. Een van de weinige snelle mannen aan het vertrek, dus noemen we hem toch maar ondanks zijn beklagenswaardige ploeg. Paar keer vooraan geëindigd al, we voegen er een nieuwe ereplaats aan toe.
3. Pedersen. Benieuwd of ze het bij Lidl-Trek vandaag wel een keer voor elkaar kunnen krijgen om hem vooraan aan een sprint te laten beginnen. Het is een sprint die hem in principe niet zo ligt, maar als hij het groen wil veroveren wordt het toch tijd dat hij een keer vooraan gaat eindigen in een rit als deze. Anders moet het van alle tussensprinten gaan komen. Leuk en aardig, maar als winnaar van het groen wil je ook een keer een rit winnen, of in ieder geval vooraan eindigen in de vlakke ritten. Dat moet beter, veel beter.
4. Aular. Oorluis, de Rojas van deze tijd. Erg mooi dat hij bij Movistar zit dus, bijna poëtisch.
5. Turner. Winnaar van de vorige sprint, maar dat was natuurlijk wel een beetje een gekke sprint in een rit met redelijk wat hoogtemeters. In een volledig vlakke sprint zal hij minder snel boven komen drijven, maar wegens een gebrek aan alternatieven is zijn naam nu alsnog gevallen. Ik verwacht geen plotselinge wederopstanding van Van Uden, bijvoorbeeld, al heb je natuurlijk niets aan mijn verwachtingen.
[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 30-08-2025 02:55:43 ]