abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  zondag 20 juli 2025 @ 16:19:09 #1
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_218270261
Etappe 15: Muret - Carcassonne, 169,3 km

WE hebben gewonnen. De dode mus van Deil heeft ONS gisteren blij gemaakt. WIJ hadden het goed voor elkaar, onze zuiderburen hadden dan weer een GROOT probleem. Vroeg op de dag zagen we al dat Steff Cras afstapte, hij was ziek geworden. Sowieso was hij de hele Tour al ziek, want hij ging niet voor zijn kenmerkende Crassement. Hij probeerde een paar keer in de aanval te gaan, geen wonder dat zijn hele systeem overstuur was. Niet lang nadat Cras was afgestapt zagen we ineens Skjelmose op de grond liggen, de professionele verkeerseilandenschoffelaar had het weer eens voor elkaar gekregen om een verkeerseiland omver te schoffelen. Hij liep een lelijke wond op, maar we zetten echte wielrenners gewoon met een verbandje op de fiets en sturen ze weer de weg op. Skjelmose liet zich nog een paar keer behandelen, maar gaf uiteindelijk op. Slim, het was alleen nog slimmer geweest om die conclusie meteen te trekken. Zijn ploeg reed tegen die tijd ondertussen op kop van het peloton, er lag vroeg op de dag weer eens een tussensprint en bij die tussensprint moest Milan punten gaan sprokkelen. Daarvoor moest eerst een kopgroepje worden ingerekend. Dat lukte, en Milan pakte de volle mep voor Van der Poel en Girmay. Voorbij de tussensprint begonnen we aan de Tourmalet. Tot de Tourmalet zagen we ondanks talloze aanvalspogingen geen vlucht ontstaan, ook op de Tourmalet duurde dat even. Het koersgedrag van UAE was de hele dag vreemd, in het begin van de Tourmalet reden ze even op kop met Wellens. Waarom? Om Evenepoel de nek om te draaien natuurlijk! Evenepoel kende al twee slechte dagen en ondanks de hoopgevende woorden van Tom Dumoulin draaide alles niet ineens om. Nee, deze dag was juist nog slechter. We waren amper een kilometer aan het klimmen of hij werd gelost. Wat drukke armgebaren tegen een cameraman later besloot hij af te stappen, het zat er gewoon niet in. Hij had wellicht wel uit kunnen rijden in de bus en dan kunnen hopen op een kansje op een ritzege in de derde week, maar soms is het ook goed om even af te stappen en te herbronnen. Hij zat heel ver onder zijn normal niveau, dan is er iets aan de hand. Met België in diepe rouw gedompeld ging de koers toch verder, op de Tourmalet zagen we eindelijk een kopgroepje ontstaan. In meerdere schuifjes reden er groepjes weg, terwijl Lenny Martinez onderweg besloot om er maar in zijn eentje voor te gaan rijden. Die bolletjestrui moet er komen voor opa, dan kun je maar beter de punten pakken op de Tourmalet. Lenny reed enorm sterk, met een minuut voorsprong kwam hij aan op de top van de Tourmalet, maar hij reed daarna wel een paar ontzettend slechte afdalingen. Daardoor konden later in de rit meerdere renners terugkeren. Sepp Kuss maakte bijvoorbeeld de oversteek, om niet veel later ook weer kansloos te lossen. Een Vueltawinnaar, blijft merkwaardig.

In het peloton keken we de hele dag naar het gebit van Nils Politt, de Duitser van een kilo of 100 sleepte zichzelf in recordtijd over alle bergen heen. De voorsprong van de koplopers werd dankzij de controle van Politt nooit groot, erkende klimmers kregen het niet voor elkaar om meer dan drie minuten weg te rijden bij Nils. Geestig. Toen Nils uiteindelijk klaar was met werken kreeg iedereen nog een hartje van hem, dat is dan toch ook wel weer een vervelende act. Iedereen is maar bezig met die camera, laat dat maar gewoon aan de voetballers over. Na de Tourmalet reden we over de Aspin en na de Aspin kwam de Peyresourde, in aanloop naar de Peyresourde werd de kopgroep een stuk groter. Enkele renners maakten in de afdaling de oversteek, en in die groep zat Arensman. Het leek er even op dat Arensman weer op kop moest rijden voor de falende kopman Carlos Rodriguez, maar Arensman besloot eindelijk een keer voor zichzelf op te komen. Toen het gat met de groep gele trui was geslonken tot twee minuten demarreerde hij. In eerste instantie kreeg hij nog een paar renners mee, Lenny deed nog een poging om voor de punten te gaan en de nummer acht van het klassement, Tobias Johannessen, schoof ook mee. De Noor nam daarna niet over, tot onvrede van Arensman, waarna Arensman voor de tweede keer besloot te demarreren. Dat was de goede keer, hij reed weg. Met nog een deel van de Peyresourde en de slotklim naar Superbagnères voor de boeg leek het een kansloze missie, twee minuten was echt een te kleine voorsprong. Maar Arensman had een wonderdag, hij liep op de Peyresourde een minuut uit en in de afdaling liep zijn voorsprong op naar bijna vier minuten. Ondertussen reed zijn ploegleider iemand aan, dat zijn dan toch ook dingen die je niet iedere dag ziet. Net zoals Alaphilippe die een kartonnen bord afpakt van een vrouw die daarna volledig ontredderd is, ongebruikelijk. Wel lekker in zo'n afdaling, zeker op een natte en koude dag als gisteren, stuk karton voor je borst. Slimme jongen, die Alaphilippe, hij had het alleen misschien net wat minder hardhandig moeten pakken.

In aanloop naar de slotklim liep de voorsprong van Arensman terug naar drie minuten, maar daar bleef het toen lang op steken. De tactiek van UAE was wonderlijk, ze leken voor de rit te willen gaan, maar tegelijkertijd leek vooral Pogacar zelf er niet zo druk mee bezig te zijn. Het kan ook zo zijn geweest dat ze wel voor de rit wilden gaan maar dat de knechten simpelweg niet goed genoeg waren, Arensman reed harder omhoog dan Sivakov, ongeveer net zo snel als Soler en ten opzichte van Narvaez en A. Yates verloor hij maar een paar seconden. De voorsprong liep terug naar 2:30, maar de finish kwam tegelijkertijd steeds dichterbij. Voor het eerst in 36 jaar weer eens Superbagnères, de renners maakten er op zich geen al te grote show van. Arensman stoomde netjes verder, terwijl het daarachter heel lang duurde voor er iemand aanval. Het was uiteindelijk Vingegaard die dan toch maar een poging waagde, maar Pogacar zat meteen op het wiel. De verrassende Lipowitz bleef verrassen, ook hij ging mee. Daarna kwam Pogacar met een kleine counter, maar dat viel tegen. Hij was naar eigen zeggen een beetje verkouden, ik heb geen idee of dat zo is maar hij reed in ieder geval niet op zijn gebruikelijke manier. Hij reed behoorlijk verdedigend, al heeft hij daar verder natuurlijk alle reden toe. De voorsprong is groot genoeg, hij hoeft niet zo nodig meer. Als Vingegaard nog iets wil is het aan hem, niet aan Pogacar. Vingegaard kwam voor de vorm nog een tweede versnelling en met die versnelling wist hij wel Lipowitz te lossen, maar Pogacar gaf uiteraard geen krimp. Reed gezellig in het wiel verder naar de finish, wat dan weer heel gunstig was voor Arensman. Zijn voorsprong zakte onder de twee minuten, maar bij het ingaan de slotkilometer had hij nog steeds meer dan een minuut voorsprong en dus was het binnen. Op de mistige flanken van Superbagnères kwam hij als eerste over de streep. Een prachtige zege, enorm sterk gereden. De tijdsverschillen zeiden genoeg, eigenlijk reden alleen Pogacar en Vingegaard sneller de klim op. Thymen had een wonderdag, een jongen met veel muizenissen in zijn hoofd gunnen we zo'n wonderdag absoluut een keer. Het is geen fijne jongen om voor de camera te hebben, er komt vaak niet veel uit, wat er wel uitkomt straalt doorgaans weinig joie de vivre uit, maar daar kan hij verder ook weinig aan doen. Het is een denker, hij is geen feestnummer, hij is tamelijk introvert, en hij legt de lat natuurlijk hoog voor zichzelf. Maakt zijn prestaties in deze Tour wel extra knap, na een waardeloze Giro, onder meer dankzij een val, had ik weinig van zijn Tour verwacht. Voor de vorm een keer de Tour rijden, want dat had hij nog niet gedaan. Maar een rit winnen? Nee, dat leek me niet mogelijk. Hij kwam al dichtbij op Mont-Dore, maar dat leek me zijn ultieme kans. Sommige renners krijgen geen tweede kans, nou, Arensman wel en hij greep die kans met beide handen. Uiteindelijk dik 30 kilometer alleen gereden, enorm overtuigend gewonnen en dat helemaal zelf afgedwongen door initiatief te nemen. Perfect. Nu alleen alles in dat bolletje een keer op een rijtje zien te krijgen waardoor hij niet in de eerste dagen van iedere ronde meteen een half uur verliest. Pogacar werd uiteindelijk op een dikke minuut tweede, door aan het eind nog even weg te sprinten bij Vingegaard. Wellicht een mindere dag, maar dan alsnog met speels gemak beter dan zijn Deense uitdager. Gall werd vierde, voor Lipowitz. Altijd lachen met Gall, het is heel onvoorspelbaar wanneer de O-benen en O-armen op punt staan en wanneer niet. Verder was Roglic na een goede tijdrit ineens weer heel matig, om nog maar te zwijgen van Matteo Jorgenson. UAE kwam beter voor de dag dan Visma, opnieuw, al was de prestatie van Campenaerts wel indrukwekkend. Maar Kuss en S. Yates allebei vanuit de kopgroep kansloos gelost, er gaat daar toch iets niet helemaal goed. Nog steeds raar dat UAE niet gewoon helemaal liet lopen, maar volgens Wellens mochten de renners zelf bedenken wat ze zouden doen. Nouja, dan krijg je dus Nils Politt die de hele dag op kop gaat rijden omdat hij dat leuk vindt en daarna moet de rest eigenlijk ook wel. Ik neem aan dat ze nu echt een rustdag gaan nemen, voor de tweede rustdag gaan we naar het onvermijdelijke Carcassonne toe en dat zou een dag voor de vluchters moeten zijn.




De Tour de France blijft soms toch een merkwaardige koers. Een paar dagen geleden waren we nog in Toulouse, waar we een ritje rond de stad afwerkten. Daarna trokken we richting de Pyreneeën, waar we drie dagen verbleven, en nu zijn we eigenlijk gewoon weer terug in Toulouse. De laatste rit van de tweede week gaat van start in Muret, een stad onder de rook van Toulouse. Voor de derde keer in de Tourgeschiedenis zijn we in deze stad met 27.000 inwoners in het departement Haute-Garonne, regio Occitanië. De stad is een recente ontdekking van de ASO, we kwamen hier voor het eerst langs in 2015, passeerden in 2021 en nu noteren we de derde doortocht. Muret is steeds een startplaats, in de Tour van 2017 reden we van Muret naar Rodez, waar Greg van Avermaet Peter Sagan zou verslaan op een lastige aankomst. De onfortuinlijke Wilco Kelderman zat die dag in de vlucht en hij bleek de sterkste te zijn van de kopgroep, maar in de laatste meters van de rit werd hij alsnog overvleugeld door het peloton. Zes jaar later keerden we terug naar Muret, toen om vanuit de stad naar de Pyreneeën te rijden. Weer zo'n rit met een ellendig lange vlakke aanloop, die shit leren ze echt nooit af. Na die ellendig lange aanloop volgde er een drieluik aan zware beklimmingen, via de onvermijdelijke Peyresourde en de Col de Val Louron-Azet reden we naar de Col du Portet, waar uiteraard Tadej Pogacar maar weer eens zou winnen. Van die aankomst staat me vooral het toneelspel van Carapaz bij, die deed alsof hij heel slecht was om vervolgens alsnog geniepig aan te vallen. De aanval slaagde niet, Pogacar had alles onder controle en rolde Carapaz en Vingegaard op in het sprintje. Voorspelbaar, allemaal. Vier jaar later keren we nog eens terug naar de geboorteplaats van Vincent Auriol, de eerste president van de Vierde Franse Republiek. Bovendien is het de geboorteplaats van Clément Ader, een pionier in de luchtvaarttechniek. Hij was zo'n beetje de eerste die een vliegtuig maakte. Toch lukte het hem niet om daadwerkelijk te vliegen met zijn creatie, dat is dan weer jammer. Een van de vliegtuigen die hij maakte noemde hij de Avion. Dit is later in Frankrijk een synoniem geworden voor vliegtuig. Ader was een handig mannetje, hij hield zich ook bezig met het in elkaar knutselen van telefoons, auto's en motoren. Ter ere van de beste man vinden we in Muret het Parc Clément Ader, een park met een aantal beelden. Een van die beelden is L'Envolée d'Icare, de vlucht van Icarus. Ader was ook een soort van Icarus, uiteindelijk. Dit beeld is gemaakt door dezelfde dude die dat mokergrote beeld van Jezus in Rio de Janeiro heeft gemaakt, wel geinig. Er is ook een museum, het Musée Clément Ader et les Grands Hommes. Een museumpje over Ader en al zijn creaties, waar ook aandacht is voor de andere grote mannen uit Muret, zoals dus bijvoorbeeld Vincent Auriol. We kunnen ook een paar Nederlanders in verband brengen met Muret, de broeders Van Schendel. Antoon en Albert van Schendel werden geboren in Lage-Zwaluwe in Nederland, maar verhuisden op jonge leeftijd naar Frankrijk, waar hun ouders in de buurt van Muret een boerderij hadden gekocht. De Van Schendeltjes zouden later allebei prof worden, het toeval wil dat ze samen met Theo Middelkamp en Albert Gijzen zelfs deel uitmaakten van de eerste Nederlandse ploeg die deelnam aan de Tour, in 1936. Antoon wist in 1938 zelfs een rit te winnen in de Tour, hij was daarmee de tweede Nederlander die dat voor elkaar kreeg. Opvallend genoeg kwamen beide broers in hetzelfde jaar te overlijden, 1990. Allebei stierven ze ook in Muret, onze startplaats van vandaag. Het is ook altijd leuk om op zoek te gaan naar de régional de l'étape, maar nu we weer in de buurt van Toulouse zijn weten we toch al op wie we moeten letten. Een Pacher, bijvoorbeeld. Schrijf maar op voor de vlucht van de dag, ook al viel dat een paar dagen geleden nogal tegen. Een aanstormend talent uit Muret is dan weer Vincent Bodet, een renner van de opleidingsploeg van Picnic-PostNL. Muret beschikt verder ook nog over een kicken kerk uit de 12e eeuw, maar veel meer hoogtepunten kom je hier niet tegen.



In Muret gaan we van start in de buurt van het Parc Clément Ader. Tussen het park en de Rue Clément Ader verzamelen de renners zich bij een rotonde, bij het lokale theater voor de deur. Na een korte neutralisatie van 10 minuten gaan we ver buiten Muret pas echt van start, waarna we gaan beginnen aan een ouderwetse overgangsrit. Een overgangsrit die een aantal lastige beklimmingen bevat, maar het gaat wel even duren voor we die beklimmingen bereiken. Het is een dag die zeker voor de vluchters gaat zijn, maar alle mannen met ambities gaan het hier weer moeilijk krijgen om weg te rijden. Vlakke aanloop na vlakke aanloop, iedere keer ver buiten de bergen starten heeft zo z'n nadelen. De renners gaan ook nu weer van start op een brede en vlakke weg, waar ze een kilometertje over mogen rijden tot ze meteen uitkomen in het dorpje Eaunes, waar we wat bochten en rotondes tegenkomen. In Eaunes staat ook een oude abdij, maar we zullen ons toch maar vooral focussen op het gevecht om in de vlucht terecht te komen. Na de doortocht in Eaunes rijden we een paar kilometer rechtdoor over een brede en rechte weg in het midden van het niets, op weg naar Lagardelle-sur-Lèze. Onderweg komen we een keer een rotonde tegen, maar het wordt pas weer hinderlijk als we Lagardelle bereiken. Daar stikt het de moord van de vluchtheuvels, ook is het hier buitengewoon bochtig. Buiten het dorp rijden we dan weer een aantal kilometer rechtdoor over een brede weg langs de akkers af, het terrein is hier volledig open. Het schijnt na een paar windstille dagen weer wat meer te gaan waaien en de wind zou hier in de rug kunnen staan of zelfs schuin in de rug, misschien krijgen we wel een heel verrassende start. Het zal in ieder geval snel gaan, het lijkt me sowieso een aanrader om deze rit vanaf het begin te bekijken. Na een paar kilometer over deze weg gereden te hebben slaan we rechtsaf bij een rotonde en daarna rijden we rechtdoor Miremont binnen, een dorpje dat we na 10 kilometer gaan bereiken. In Miremont komen we meerdere rotondes tegen en nog wat andere bochtjes, de passages in al die dorpjes zijn telkens tamelijk technisch. Tussen de dorpen in komen we dan weer niets van enig belang tegen, in de vijf kilometer tussen Miremont en Auterive rijden we opnieuw weer over een brede, rechte en vlakke weg langs de akkers en weilanden af. Eenmaal in Auterive volgt er weer wat meer straatmeubilair, ook rijden we hier over het spoor heen. In het centrumpje van Auterive komen we nadat we over de rivier de Ariège zijn gereden nog wat meer toestanden tegen, de weg wordt hier even wat smaller en er liggen zelfs wat steentjes, terwijl we ook om wat paaltjes heen moeten slalommen. In Auterive hebben ze wel vaker de koers zien passeren, in 2022 won Niccolo Bonifazio hier een sprintje in de Route d'Occitanie. Hij vloerde Matteo Moschetti en Max Kanter in de straten van dit plaatsje waar een fraaie kerk te vinden is. Na onze lichtelijk hectische passage in het centrum moet er buiten Auterive zowaar een paar meter geklommen worden, of, nouja, het is in ieder geval eventjes niet meer volledig vlak. We verlaten Auterive via een mooie brede en slingerende weg, die ons naar een glooiend landschap brengt. Het gaat buiten het plaatsje een kilometer of twee aan bijna drie procent omhoog, we rijden door het zuidelijkste puntje van de heuvelzone ten zuiden van Toulouse die we een aantal dagen geleden zagen. De heuvels zijn hier behoorlijk afgerond, we komen weinig schrikbarende percentages tegen. De renners rijden vooral over een mooie slingerweg die is omgeven door platanen, na het stukje in stijgende lijn gaat het even kort naar beneden met een paar mooie bochten erbij en dan loopt het nog eens een kilometertje omhoog aan 3%. Dat zijn natuurlijk geen lastige stroken, maar aan het eind van de tweede week is zo'n strook misschien net wel genoeg om een groepje de kans te geven zich af te scheiden. Na de twee korte knikjes omhoog gaat het vervolgens anderhalve kilometer omlaag, we dalen af terwijl we in de volledige omgeving overal alleen maar heuvels zien vol met akkerbouw. Over een aantal van die heuvels lopen wegen, we hadden wel iets meer klimgeweld kunnen meepakken dan we nu doen. Na een stuk of vier bochten zijn we beneden en daarna rijden we een paar kilometer rechtdoor verder over een vrij vlakke weg. We passeren na 25 kilometer Mauvaisin, een piepklein dorpje waar een château te vinden is. We kunnen hier ook een klimmetje vinden, maar de organisatie heeft ervoor gekozen om op de hoofdweg te blijven en zo snel mogelijk van A naar B te rijden, af en toe een kleine omweg nemen om wat heuveltjes mee te pakken zat er blijkbaar niet in.



Voorbij Mauvaisin begint de weg weer wat te glooien, in de komende vijf kilometer richting Nailloux gaat het twee keer op en af. Weer een keer een kilometertje aan 3%, vlak voor we Nailloux bereiken dan zelfs een kilometertje aan 4%. We volgen nog steeds een mooie weg, een weg die omgeven wordt door de nodige platanen. Na 30 kilometer koers bereiken we dan Nailloux, waar de weg wat bochtiger wordt. In het centrum nemen we een paar haakse bochten, terwijl we langs een aantal fraaie gebouwen rijden. Een bastide, er zijn hier nog wat middeleeuwse invloeden te vinden. Fabien Pelous komt uit dit plaatsje, blijkbaar de Franse recordinternational in het rugby. Ze zijn hier bekend geworden omdat ze kleding konden kleuren, wij hopen vooral dat de koers wordt gekleurd en dat zal nog niet meevallen. Klein klimmetje richting Nailloux dus, maar bij het verlaten van dit stadje gaat het twee kilometer omlaag over een brede en praktisch rechte weg. Aan het eind van dit rechte stuk in dalende lijn volgt er een nieuw klimmetje, de weg is nu wel ineens bochtig. Het gaat nog eens een kilometer aan 4% omhoog, maar hierna wordt het echt voor langere tijd zo goed als vlak. Na net iets meer dan 30 kilometer koers kan dit het moment zijn dat de vlucht vertrekt, al weet je dat deze Tour maar nooit. Een paar vluchtheuvels onderweg, maar verder volgen we de breedste wegen die er in dit stukje Frankrijk te vinden zijn. Na het klimmetje volgt er een kort stukje in dalende lijn waarin we twee bijzonder brede bochten tegenkomen, daarna rijden we een kilometer of drie redelijk rechtdoor tot in het dorpje Gardouch over een brede en rechte weg. Eerst komen we in een bos nog wel een paar kronkels tegen, daarna rijden we weer even langs de akkers af. Eenmaal in Gardouch liggen er dan weer wat vluchtheuvels op de renners te wachten, waarna er in het centrum een bocht naar rechts zal volgen. Na die bocht rijden we dan weer rechtdoor via weer zo'n mooie weg omgeven door platanen naar Villefranche-de-Lauragais. Hier komen we bij de entree meteen een rotonde tegen, er volgen er daarna nog een paar terwijl we via een stuk of vijf stevige bochten door het centrumpje van dit middeleeuwse oord rijden waar rugby heel populair is. Het is nu vlak, de enige moeilijkheid wordt veroorzaakt door alle bochten hier. Bij het verlaten van Villefranche-de-Lauragais komen we op een weg terecht die we de komende 12 kilometer gaan volgen, in die komende 12 kilometer komen we weinig zaken van belang tegen. We rijden vooral rechtdoor over de brede weg, deels langs de akkers, deels door de bossen. We kunnen weer een tijd genieten van mooie rijen vol platanen langs de kant van de weg, terwijl we door een paar kleine dorpjes passeren waar warempel geen enkel obstakel te vinden is. Het terrein wordt langzamerhand wel weer wat glooiender, maar een echte klim komen we voorlopig nog niet tegen. Als we het einde van deze lange weg door het Franse niets hebben bereikt gaat het anderhalve kilometer aan een procent of twee omhoog, dat is het wel zo'n beetje. Aan het eind van de weg slaan de renners rechtsaf en daarna gaan ze zich langzaam opmaken voor de tussensprint. Die komt weer eens relatief vroeg op de dag, dat is dan toch wel een slimmigheidje van de organisatie. Heeft al een paar keer wat leuke momenten opgeleverd, scheelt ook wel dat er dit jaar door de sprinters echt gekoerst moet worden om überhaupt kans te maken op het groen. Na de bocht naar rechts loopt een brede weg nog even een kilometer wat meer vals plat omhoog, daarna loopt ie dan weer anderhalve kilometer vals plat omlaag. We rijden weer vooral langs de akkers, waar we ook een paar velden vol zonnebloemen zullen aantreffen. Er zijn ook wat vluchtheuvels te vinden, dat maakt de brede weg dan weer tijdelijk wat minder breed. Na het stuk in licht dalende lijn komen we wat meer tussen de bomen terecht en hier begint de weg ineens daadwerkelijk stevig omhoog te lopen. De organisatie heeft opnieuw de tussensprint op de top van een kort klimmetje gelegd, al draait Milan daar tot nu toe zijn handen niet voor om. Ditmaal gaat het in de voorlaatste kilometer voor de tussensprint aan 5% omhoog, waarna het in de kilometer tot de tussensprint nog wat verder vals plat omhoog zal lopen aan een procent of twee. Een sprintje op de macht, maar de enige renners die nog kans maken op groen kunnen perfect zo'n machtssprint aan. Wel benieuwd of bepaalde ploegen weer tot dit punt willen controleren of dat we Milan net als gisteren een tijd in z'n eentje voor het peloton zien spartelen. Al controleerde Lidl-Trek daarna alsnog, zo was het dan ook wel weer. Misschien moeten we weer eens 60 kilometer wachten eer de vlucht vertrekt, want de tussensprint van de dag ligt in Saint-Félix-Lauragais en dit plaatsje bereiken we om precies te zijn na 59,8 kilometer. Vlak voor we door het centrumpje rijden mag er gesprint worden, na die sprint zal het niet snel stil gaan vallen want de heuvelzone van deze rit komt er nu rap aan. Het belangwekkendste gebouw in de gemeente is het Château de Saint-Félix-Lauragais dat uit de 12e eeuw dateert en in 1167 de eerste synode van de Katharen huisvestte, onder voorzitterschap van bisschop Nicetas van de bogomielen. Zo dan, de eerste synode van de Katharen. Een kerkelijke vergadering, blijkbaar.




Het peloton heeft geen tijd meer om te vergaderen, de rit dreigt nu echt leuk te gaan worden immers. Voorbij de tussensprint volgen we de doorgaande weg en deze weg gaat ons naar Revel brengen, waar de eerste gecategoriseerde klim van de dag ligt. We rijden via een paar bochten door Saint-Félix heen, het mooiste deel van het dorp overslaand. Je hebt hier een mooi pleintje met een mooie markthal en leuke vakwerkhuisjes, maar we zien alleen de kerk in beeld verschijnen en rijden verder met een brede boog om het historische centrum heen. De brede weg is een beetje bochtig en begint vrij snel omlaag te lopen, er volgt een afdalinkje van twee kilometer. Zeker geen lastige afdaling, de weg is breed en het gaat niet zo steil omlaag, maar we komen toch wel een paar bochten tegen die de renners kunnen dwingen om heel lichtjes hun remmen te toucheren. Beneden wordt de weg recht en vlak, op een vlakke manier rijden we vervolgens een kilometer of zeven praktisch volledig rechtdoor langs de akkers richting Revel. Jammer dat het net niet hard genoeg lijkt te gaan waaien, anders was dit een mooie strook geweest om wat chaos te creëren. In de komende kilometers komen we niets tegen, goed, een paar vluchtheuveltjes, maar verder gaat het gewoon helemaal rechtdoor op een vlakke manier. Als we na 68 kilometer Revel bereiken rijden we nog even rechtdoor verder over het hele industrieterrein van deze plaats. Daar komen we nog meer rotondes en vluchtheuvels tegen, wat voor enige nervositeit zou kunnen zorgen aangezien we heel snel aan de eerste echte klim van de dag gaan beginnen. Revel is overigens een bekende Tourstad, toen we de vorige keer naar Carcassonne gingen, in 2022, reden we ook al door deze stad heen. We beginnen toen aan dezelfde klim als nu, al namen we daarna verder wel een totaal andere weg richting de finishplaats. Pas aan het eind van deze rit, in de laatste paar kilometer, komen we weer op dezelfde route terecht. In Revel is een paar keer een rit aangekomen, in 2016 bijvoorbeeld. Toen won Michael Matthews hier en het was een van zijn weinige overwinningen waarbij je de tv niet uit hoefde te zetten. Dat was een lachen ritje, want in het begin van de etappe reed er een kopgroep weg met daarin peak Sagan, Boasson Hagen, Matthews, Greg Van Avermaet en godbetert Samuel Dumoulin. Nog twee knechten erbij voor Bling zelfs, dus zong die groep het uit tot het eind. Zo kan een rit die eigenlijk voor de sprinters is alsnog leuk worden. Ook in 2010 eindigde er een etappe in Revel, bij die gelegenheid was het fenomeen Alexandre Vinokourov het peloton net te snel af, hij won een paar secondjes voor het aanstormende peloton waar Mark Cavendish de snelste bleek. We reden toen in de finale over het klimmetje dat zometeen ook gaat volgen, vaste prik dus. Andere winnaars in Revel: Paolo Savoldelli, ONZE Erik Dekker en Serhiy Ushakov. Die kent u niet. Of nouja, ik ken hem niet. Versloeg toch maar mooi ene L. Armstrong hier. We noteren het jaar 1995, Armstrong was in die tijd bepaald geen klassementsrenner en kreeg daarom 20 minuten cadeau van het peloton, waarna hij nog steeds niet in de top 20 stond. Enfin, ik dwaal wat af. In Revel komen we een aantal rotondes tegen, als we er een stuk of vier hebben gehad slaan we aan de rand van het historische centrum van de stad ineens scherp rechtsaf. Alle pracht en praal van wat volgens de organisatie de grootste versterkte stad van Frankrijk is zien we niet. We slaan de iconische markthal over, maar in plaats daarvan gaan we wel een andere toeristische trekpleister bezoeken. Na de bocht naar rechts in Revel loopt de weg meteen omhoog, na een kleine kilometer vals plat rechtdoor gereden te hebben aan een procent of drie gaat het nog 1,7 kilometer aan 7% omhoog naar de top van de Côte de Saint-Ferréol. Jonas Vingegaard zal slechte herinneringen hebben aan deze wegen, hij ging hier in de Tour van 2022 in de gele trui op z'n bek. Had uiteindelijk weinig gevolgen, maar renners onthouden dit soort dingen altijd wel. Voorbij een rotonde begint de rechte weg wat bochtiger te worden, de brede weg loopt daarna steeds steiler omhoog en daarmee krijgen de renners eindelijk de gelegenheid om echt het verschil te maken. Al is het ook weer niet de allerlastigste klim ooit, boven de 7% komen we eigenlijk nergens uit. Tijdens de klim verruilen we het departement Haute-Garonne voor de Tarn, in de Tarn bereiken we na 73 kilometer de top van de Côte de Saint-Ferréol, een beklimming van de derde categorie. Een vaste klim als we naar of door Revel rijden, een klim die ons naar het Lac/Bassin de Saint-Ferréol brengt. Ze zijn er zelf nog niet helemaal over uit of het een lac of een bassin is, het is in ieder geval een stuwmeer dat het nodige toerisme aantrekt. Heel veel campings rond het meer, maar de renners krijgen daar allemaal niet veel van mee. Dat hele meer komt niet eens in beeld, ze zien vooral bomen.





Lac de Saint-Ferréol is een kunstmatig meer ontstaan na de aanleg van een aarden dam in de Montagne Noire bij Saint-Ferréol, aldus Wikipedia. Goede toevoeging wel, we bevinden ons nu inderdaad in de Montagne Noire en deze bergketen gaan we de rest van de etappe eens goed verkennen. Deze rit is veel zwaarder dan de vorige rit die eindigde in Carcassonne, toch benieuwd of ze deze rit zwaarder hebben gemaakt omdat het een zondag is of omdat ze hun middelvinger weer eens omhoog wilden steken naar de sprinters. De vorige keer gingen we sprinten in Carcassonne, met dit parcours lijkt die kans me toch een stuk kleiner. De aanleg van het waterreservoir, ook wel Bassin de Saint-Ferréol genoemd, werd bedacht door Chevalier de Clerville en geaccepteerd door Pierre-Paul Riquet als een integraal onderdeel van het Canal du Midi. Riquet had het hele jaar door voldoende watertoevoer nodig om de schutsluizen in het kanaal goed te laten functioneren, ook tijdens een droog zomerseizoen. De bouw van de 780 meter lange en 32 meter hoge dam startte in 1667 en duurde vier jaar. Bij Vive le Velo hadden ze hier ook al een reportage over, toch een knap staaltje werk. Enfin, de vorige keer reden we voorbij het meer rechtdoor verder naar Les Cammazes, het ging daarna na het steile stuk tot aan het meer nog een aantal kilometer vals plat omhoog. Nu gaan we voorbij het meer snel linksaf slaan om vervolgens een stukje te dalen en daarna wat pittiger te klimmen. Voorbij de top van de klim rijden we even langs wat ordinaire vreetschuren, een kleine kilometer rijden we rechtdoor vals plat omhoog verder, vooraleer we linksaf een andere weg in gaan duiken. Deze weg zal 2,5 kilometer aan 5% omlaag lopen in de richting van Sorèze. De weg omlaag is breed en de afdaling is gelijkmatig, het gaat steeds aan 5% omlaag, maar toch is het nog wel een listig afdalinkje. Dat ligt er vooral aan dat er geen enkel recht stuk te vinden is, we slingeren van bocht naar bocht. Nog vaker van links naar rechts dan Snollekebolleke, het is zoveel draaien en keren dat je er tureluurs van zou worden. Die bochten zijn verder op zich niet al te scherp, maar ik zou hier alsnog wel het stempel technisch op willen plakken. Lekker dalen door een bos, waarna we beneden wel weer ouderwets tussen de akker uit gaan komen. Helemaal beneden volgt er een stevige bocht naar rechts en daarna rijden we twee kilometer over een zo goed als vlakke weg naar Sorèze. Met uitzicht op de Montagne Noire rijden we dit plaatsje tegemoet, waar we na 77 kilometer gaan passeren. In Sorèze komen we een rotonde tegen, daarna rijden we op een bochtige manier door het centrum van dit oude plaatsje heen. We vinden in Sorèze enkele opmerkelijke gebouwen, zo staat hier bijvoorbeeld een ontzettend oude abdij. Uit de 9e eeuw, jeetje. Was een tijdje zelfs een heuse abdijschool, een paar eeuwen geleden wilden alle bekende Fransen hier studeren. Zelfs Napoleon zou dat graag gewild hebben, aldus de legende, maar het kwam er niet van. We rijden in Sorèze ook langs een aardige kerk, niet ver voorbij die kerk slaan we rechtsaf een andere weg in waarna we Sorèze gaan verlaten en aan de volgende klim van de dag gaan beginnen. De komende 11 kilometer gaan we aan 4,5% klimmen naar de Côte de Sorèze, ook wel de Croix de Montalric genoemd. De organisatie neemt het tweede deel van de klim niet mee, zij tellen alleen het lastige eerste deel mee. In het begin gaat het 6,2 kilometer aan 5,5% omhoog en de resterende vijf kilometer vals plat laten ze voor wat het is. Over een brede weg rijden we omhoog naar de top van de Côte de Sorèze, door een bos gaat het in de eerste anderhalve kilometer aan 5% omhoog, waarna er zowaar even een halve kilometer aan 8% zal volgen. Midden in het bos rijden we ineens langs een steengroeve, blijkbaar is dit sowieso een regio waar ze nogal wat dingen uit de grond hebben gehaald. Sorèze schijnt onder meer bekend te staan om de ijzererts die hier uit de grotten werd gehaald. Enfin, voorbij de steengroeve wordt de klim lekker onregelmatig. We komen in het bos een paar haarspeldbochten tegen en in deze fase van de klim gaat het soms een halve kilometer aan 2% omhoog, dan weer een halve kilometer aan 7% en dan weer een halve kilometer aan 3%. Het gemiddelde van de klim spreekt niet tot de verbeelding, maar we komen toch echt wel wat mooie strookjes tegen. Na een kilometer aan 6,5% gaat het anderhalve kilometer aan 4% omhoog en daarna sluiten we het officiële deel van de klim af met een kilometer aan 6%. Mooie weg wel, breed en goed asfalt, dwars door een dicht bos. Best veel haarspeldbochtjes voor zo'n soort klim, dat nodigt dan wel weer uit om alvast in de aanval te gaan. Beetje anticiperen, kan nooit kwaad. Tijdens de klim passeren we ook langs het oppidum van Berniquaut, terwijl we op de officiële top van de klim dan weer een boom van 450 jaar oud aantreffen. Die boom werd in 2020 verkozen tot mooiste boom van Frankrijk, koekoek! Hêtre de Saint Jammes, voor de liefhebber. Na 86,6 kilometer, over de helft van de rit, bereiken we de top van deze klim van derde categorie, maar eigenlijk bereiken we de top helemaal nog niet. Zodra de bergpunten zijn verdeeld loopt de weg nog een dikke vier kilometer verder omhoog, al is dat grotendeels vals plat. Na de bergsprint gaat het een kilometer aan 2,5% omhoog, daarna is het een kilometer volledig vlak. We rijden nog steeds over dezelfde mooie weg door de bossen, al gaat het inmiddels wat meer rechtdoor. Na de vlakke kilometer volgt er evenwel nog een kilometer aan 4%, toch de moeite waard. Hierna loopt de weg nog een kilometertje heel minimaal vals plat omhoog, waarna we de echte top van de klim bereiken. We slaan linksaf een andere weg in en dan gaan we dalen richting Dourgne.





Na de bocht naar links zal de weg dik negen kilometer aan 5,5% omlaag gaan lopen naar Dourgne. Na de bocht is het even een paar meter zo goed als vlak, maar daarna beginnen we al snel op een serieuze manier af te dalen. Het eerste deel van deze afdaling rijden we door een bos heen, we komen in dit bos een aantal haarspeldbochten tegen. De weg is wel breed, maar het asfalt lijkt het en der een beetje korrelig te zijn. Er zitten wat rechtere stroken tussen, maar we komen tijdens deze afdaling redelijk veel bochten tegen en een aantal van die bochten zijn nog best scherp ook. Tussendoor verdwijnen de bomen een paar keer uit beeld, op die momenten krijgen de renners een mooi uitzicht aangeboden, maar lang kunne ze daar niet van genieten want dan komt er weer een nieuwe bocht aan. Wat verder naar beneden rijden ze langs nog een steengroeve, waarna ze weer in een fase vol haarspeldbochten terechtkomen. In een van die haarspeldbochten rijden ze langs een imponerende rotswand, op de top van die rotswand is dan weer een standbeeld van Stapinus van Dourgne te vinden, een bisschop van Carcassonne. Een man die binnen de katholieke kerk vereerd wordt als patroonheilige voor mensen met jicht en voetafwijkingen, jawel! In dit laatste deel van de afdaling gaat het in die haarspeldbochten wat steiler omlaag, maar al bij al zou deze afdaling prima te doen moeten zijn. Een paar scherpe bochten en misschien niet het allerbeste asfalt, maar de brede weg gaat helpen. Beneden komen we na 99 kilometer uit in Dourgne, waar we op een bochtige manier doorheen zullen rijden. Het valt hier vooral op dat ze enorm veel gekleurde bloembakken hebben, in een verder nogal archaïsch ogend dorpje hebben ze allemaal groene en paarse bloembakken neergezet, het misstaat nogal. Na wat bochten en een korte passage over een smallere weg slaan we in Dourgne rechtsaf om daarna in de volgende acht kilometer vooral rechtdoor te rijden over een brede en vlakke weg langs de Montagne Noire af. We laten deze bergketen even een paar kilometer rechts liggen, maar dat doen we met een goede reden. Van Dourgne rijden we naar Saint-Affrique-les-Montagnes, tijdens onze tocht van acht kilometer passeren we onder meer langs twee indrukwekkende abdijen. Er liggen hier enorm veel abdijen, heeft er een beetje mee te maken dat de katharen het hier een aantal eeuwen geleden voor het zeggen hadden. Onderweg passeren we ook nog in het dorpje Verdalle, waar wat vluchtheuvels, drempels, rotondes en wegversmallinkjes te vinden zijn. Verder gaat het toch vooral rechtdoor, op een tamelijk vlakke manier. Vlak voor we Saint-Affrique-les-Montagnes bereiken gaat het dan wel weer een kilometertje aan 4% omhoog, een voorzichtig aanloopje richting de knaller van een klim die we over een paar kilometer gaan zien. We rijden heerlijk over het platteland, het is net buiten de bosrijke Montagne Noire gewoon weer een ouderwets boerenfestival. Eenmaal in Saint-Affrique-les-Montagnes botsen we op een rotonde, hier slaan we rechtsaf, een mooie terugdraaiende bocht, waarna we ons in de richting van Escoussens verplaatsen. Richting dit plaatsje loopt de weg twee kilometer aan 2,5% omhoog, we moeten heel wat vals plat overbruggen in aanloop naar een regelrechte muur die er straks aan zit te komen. Over een iets smallere weg rijden we naar Escoussens toe, grotendeels door de bossen. Vlak voor we Escoussens bereiken loopt de weg wat meer op en af, we komen ook een paar stroken in dalende lijn tegen. De weg, redelijk bochtig, loopt vlak voor we Escoussens bereiken juist weer rechtdoor omlaag. Stelt in principe niets voor, al is het wel jammer dat er bij de entree in het dorp meerdere wegversmallingen te vinden zijn. Na 111 kilometer komen we uit in Escoussens, waar we rechtsaf slaan zodat we niet door het centrum hoeven te rijden. Op de heuvel boven het dorp vinden we een kasteel, van dat kasteel kijk je mooi uit op de Montagne Noire. Die bergketen gaan we voorbij Escoussens weer eens verkennen. Het gebergte dankt zijn naam (Zwart Gebergte) aan de donkere bossen aan de noordkant en aan een meteorologisch verschijnsel: door botsing van atlantische en mediterrane luchtstromen hangt er vaak een zeer dichte bewolking boven het gebergte; door de schaduw hiervan ziet het er altijd erg donker uit. De sprinters kunnen ook donkere wolken zien hangen, het wordt nu echt verdomd lastig.





Na de bocht naar rechts in Escoussens verlaten we het dorp weer, we komen opnieuw wat wegversmallingen tegen maar daarna rijden we de bossen van de Montagne Noire in en daar is de weg weer breed genoeg. Buiten Escoussens loopt de weg meteen omhoog, ook al begint de laatste klim van de dag volgens de organisatie officieel nog niet. Toch moeten we al twee kilometer klimmen, het gaat een kilometertje aan een procent of twee omhoog en daarna volgt er een kilometer aan 4%. We volgen dezelfde weg en deze weg begint ineens enorm steil omhoog te lopen, we bereiken het leukste deel van de rit. In totaal moeten we een kilometer of 15 klimmen, maar de organisatie wil ons laten geloven dat er maar drie kilometer geklommen hoeft te worden. Of zelfs maar 2,9 kilometer. Zodra de al oplopende weg ineens heel steil op begint te lopen beginnen we officieel aan de Pas du Sant, een Tourdebutant. Het gaat na twee kilometer veredeld vals plat nu 2,9 kilometer aan 10,2% omhoog, dit is het moment voor de renners om de rit in hun voordeel te beslechten. Hier gaan we het kaf van het koren scheiden, het gaat gewoon doodleuk drie kilometer heel stabiel aan 10% omhoog. Geen stroken aan 20%, maar ook geen makkelijke stroken tussendoor. Drie kilometer regelmatig steil klimmen, in weer een donker bos. Veel bochtjes, richting de plek waar volgens de organisatie de top ligt komen we zelfs veel haarspeldbochten tegen. Een ideale klim om je af te scheiden van je vluchtgenoten. Het is nog redelijk ver tot de finish, maar als je hier vertrekt zien ze je waarschijnlijk nooit meer terug. Een goede en brede weg omhoog, er valt verder weinig over te melden behalve dan dat het lastig is. Afhankelijk van je bron zit er een halve kilometer aan 14% tussen, andere bronnen houden het dan weer echt heel stabiel op continu 10%. Na twee weken koers zal het sowieso pijn gaan doen. Na 116,6 kilometer, op 53 kilometer van de finish, bereiken we de top van deze klim van tweede categorie. De top van de Pas du Sant strepen we af, maar dan zijn we helemaal nog niet boven. Nee, we klimmen daarna gewoon nog 13 kilometer verder. Niet aan 10%, maar we komen wel nog enkele lastige stroken tegen. Wel wat veredeld vals plat en wat stukjes in dalende lijn ook, het is vooral het ideale terrein voor de sterkste van de dag om zijn voorsprong steeds verder uit te breiden. Als je na de steile strook je inspanning door kunt trekken heb je een fantastische kans om het helemaal tot in Carcassonne uit te zingen. Na de klim rijden we eerst een kilometer of vier verder over een brede weg door de bossen. Vlak voor de officiële top van de Pas du Sant kwamen we een aantal haarspeldbochten tegen, de weg begint nu weer wat rechter te worden. Het bosachtige karakter blijft behouden, de weg blijft ook behoorlijk goed. Direct na de klim gaat het een kilometer aan 4,5% omhoog, maar daarna is het dan wel weer een kilometer vlak. Na die kilometer gaat het zelfs even kort naar beneden, het terrein wordt vanaf nu heel onvoorspelbaar. Op en af, continu. Stukje klimmen aan drie procent, weer een paar meter in dalende lijn en dan een strook aan 4%, waarna we een kruispunt bereiken waar we rechtsaf de doorgaande weg zouden kunnen volgen, maar we duiken daar juist rechtdoor een andere weg in.





We rijden rechtdoor een andere weg in en deze weg wordt na een bocht naar links ineens enorm smal. Via deze smalle bosweg gaan we naar de top van de Col de Fontbruno fietsen en de weg naar de top van die col toe laat zich amper omschrijven. Het gaat een paar keer op en af, maar toch vooral op. Het is wel een interessant weggetje, het is smal en enorm bochtig en we rijden dus nog steeds door een bos, als aanvaller ben je hier al heel snel niet meer te zien. Het is een weg die weinig door het verkeer wordt gebruikt, op sommige plekken is er een lekkere laag mos in het midden van de weg te vinden. De weg zal in aanloop naar de Tour uiteraard opgeknapt worden, maar ik vind het wel geestig om te zien dat zulke wegen dus überhaupt in het parcours opgenomen kunnen worden. We rijden over de Route Forestière du Plo del May en deze bosweg heeft vroeger wel eens actie gezien. In 1944, meer bepaald. Op de flanken van de Montagne Noire werd er toen flink gevochten, de renners komen onderweg naar de top van de Col de Fontbruno alvast twee steles tegen, een eerbetoon aan de Franse soldaten die op de flanken van deze klim gesneuveld zijn. In totaal klimmen we een kilometer of 15, we beginnen met twee vals platte kilometers buiten Escoussens, dan volgen er drie loodzware kilometers naar Pas du Sant, dan rijden we een kilometer of vier verder over een brede weg die twee lastigere kilometers kent en twee makkelijkere, waarna we de smalle bosweg bereiken en die smalle bosweg gaan we een kilometer of zes volgen. We komen in het bos een paar korte knikjes omlaag tegen en in die korte knikjes is het meteen bochtig, zoals het überhaupt de hele tijd bochtig blijft. Een knikje of drie in dalende lijn, vaak maar een paar meter, waarna er al snel weer geklommen moet worden. Via de meest alternatieve manier die je maar kunt bedenken rijden we naar Col de Fontbruno en dat dan toch vooral veel veredeld vals plat op. In de tien kilometer voorbij Pas du Sant gaat het gemiddeld niet eens aan 3% omhoog, maar we komen wel een paar stroken tussen waar er tot 5% geklommen moet worden. Heel chaotisch terrein, waar de vluchters elkaar mooi kunnen bestoken. Na nog zo'n strook aan 5% rijden we voor we bijna boven zijn op een vlakke manier langs het Bassin de Roudille, een piepklein meertje dat ongetwijfeld ook weer een functie zal hebben voor het Canal du Midi. Voorbij dit meertje loopt de weg weer omhoog aan een procent of vijf, we slaan even later rechtsaf een brede weg in en op die brede weg bereiken we enkele meters later de top van de Col de Fontbruno na 127 kilometer koers, op 42 kilometer van het eind. Een paar meter voor de top rijden we langs het Monument Ossuaire de Fontbruno, een betonnen obelisk van 20 meter hoog. Aan de obelisk zitten een soort van richtingaanwijzers vastgeplakt, om de plaatsen aan te geven waar het Corps Franc de la Montagne Noire heeft gevochten. Onderdeel van het Franse verzet, de leider was de journalist Roger Mompezat. Hij koos de Montagne Noire uit als een ideale plek om tegen de Duitsers te vechten, het leek hem een strategische locatie. Hij verzamelde een man of 1000 om zich heen en die 1000 man vochten hier tegen de Duitsers. Op meerdere plekken tijdens de klim komen we dus al steles tegen, op de top is dan weer een obelisk te vinden. Bij het monument zit een crypte waar 13 leden van het verzet zijn bijgezet, aan de voorkant van de obelisk vinden we dan weer een portret van Mompezat. Merkwaardig genoeg is dit blijkbaar de eerste keer dat we over de Col de Fontbruno rijden. Nochtans loopt er over de hele klim heen een brede weg, wij nemen nu toevallig een smalle bosweg maar je kunt ook gewoon over de hoofdweg rijden. Een van de meest bekende beklimmingen van de Montagne Noire, maar door de Tour altijd genegeerd. Ergens ook weer niet heel verrassend, de Pic de Nore, ook een berg van de Montagne Noire, werd ook pas een paar jaar geleden ontdekt. De zwarte bergen zijn altijd over het hoofd gezien, maar worden nu toch wel redelijk in het zonnetje gezet. Niet voor een strijd tussen de klassementsrenners, maar we krijgen hier hopelijk wel een heel mooi gevecht tussen de vluchters.





Na het bereiken van de top van de Col de Fontbruno volgt er niet direct een afdaling, we blijven eerst nog een kilometer of negen op een plateau hangen. Op dit plateau gaat het eerst een kilometer omlaag, we rijden een halve kilometer rechtdoor omlaag over een brede weg en daarna komen we in de volgende halve kilometer enkele serieuze bochten tegen. We rijden een gehucht binnen en hier loopt de weg dan juist weer wat omhoog, in de volgende drie kilometers zal er vooral vals plat geklommen moeten worden. We passeren ondertussen in Laprade, een piepklein dorpje. In en rond het dorpje is het even helemaal vlak, maar wat verder buiten het dorp loopt de weg dan toch ook weer een kleine kilometer merkbaar omhoog. We rijden nog steeds vooral door de bossen heen, als het niet te mistig is lijkt het me een mooi gebied om doorheen te fietsen. Buiten Laprade is het even wat meer recht, maar in het bos wordt de weg na een tijd weer wat bochtiger en zodra de bochten verschijnen gaat het drie kilometer vals plat omlaag. Bepaald niet steil, maar door alle bochten is het dan toch even opletten, ook al is de weg breed genoeg. Aan het eind van dit stukje in dalende lijn komen de renners uit bij het Lac de Laprade Basse, een stuwmeer dat pas in 1982 is aangelegd. De weg om het meer heen loopt een kilometertje vals plat omhoog, voorbij het meer is het dan weer een kilometer zo goed als vlak waarna we na 136 kilometer koers Les Martyrs bereiken. Hier slaan we rechtsaf en dan begint de afdaling pas echt. Na een heel stuk plateau, ideaal terrein voor de vluchters om elkaar nog wat meer te bestoken, gaat nu het echte dalen beginnen. Op een bord langs de kant van de weg staat dat het nog 31 kilometer fietsen is naar Carcassonne, we volgen nu tot aan de finish steeds deze weg naar Carcassonne toe. In eerste instantie dalen we acht kilometer af richting Cuxac-Cabardès, het eerste deel van dit stuk in dalende lijn is het lastigste. De weg is breed en goed, maar we komen in het begin van de afdaling wel meteen een paar pittige bochten tegen. Daarna wordt het dan wel weer een stuk rechter, we rijden vrij lang rechtdoor omlaag aan een procentje of drie. De snelheid zal daar hoog liggen, je hoeft gezien het beperkte aantal bochten niet vaak je remmen aan te raken. Na 144,5 kilometer komen we zonder veel problemen uit in Cuxac-Cabardès, waar het even vlak is. Voorbij het dorpje, dat we overigens grotendeels negeren omdat we op de hoofdweg blijven, loopt de brede baan een kilometer aan 3% omhoog. Het laatste knikje omhoog van de dag, hierna gaat het weer in dalende lijn verder naar de finish. Op de top van het laatste knikje vinden we ineens heel random een ghettoflat, dat misstaat hier wel echt volledig. Voorbij het knikje dalen we weer vals plat verder, volledig rechtdoor. Na heel wat kilometers in het bos laten we nu het bos achter ons, we laten überhaupt de Montagne Noire achter ons. Wel blijven we in het land van de katharen, op weg naar de finish die we de afgelopen jaren al zo vaak hebben gezien. Na het laatste knikje dalen we een kilometer heel voorzichtig en heel rechtdoor af, we komen daarna uit bij een kruispunt. De laatste keer dat we naar Carcassonne gingen, in 2022, kwamen we bij dat kruispunt van rechts. In een makkelijkere rit zouden we in de laatste kilometers wel hetzelfde parcours afwerken. Mooi, kan ik dat even integraal overnemen. Voorbij het kruispunt volgen we nog eens 13 kilometer lang dezelfde brede weg. Deze weg loopt continu iets naar beneden, maar van een echte afdaling kunnen we nu al helemaal niet meer spreken. We komen ongeveer 400 meter lager uit, ga maar na. Het gaat in Carcassonne wel weer warm worden, we moeten dus eventueel oppassen voor gesmolten asfalt. Verder valt het in principe mee, de renners komen weinig scherpe bochten tegen. Een aantal flauwe bochten, maar ik zie geen enkele bocht die echt gevaarlijk is. De afdaling kent ook vele stroken waar het wat langer rechtdoor gaat. Afwisselend door bossen en langs dorre velden, waar de wind in de rug zal staan. Een snelle afdaling, een vluchter is hier enorm in het voordeel. Aan het eind van deze afdaling van 13 kilometer komen we uit in Villegailhenc, op 10 kilometer van de finish. Daar namen we in 2022 dan weer een kleine omweg om met de wind te spelen, een gefaald experiment. Daarom heeft Gouvenou de kleine omweg geschrapt en rijden we nu zo snel mogelijk naar Carcassonne toe. Het waait hier altijd, de tramontane houdt hier nog wel eens huis, maar dit is ook niet direct de rit om de waaiers nog eens extra op te zoeken. Het had ook niet gewerkt, want het gaat vandaag überhaupt niet hard genoeg waaien. Het terrein is wel mooi open, dus gunstige wind had iets kunnen doen, maar wind is vaak niet gunstig. Van Villegailhenc rijden we nu in één rechte lijn naar Villemoustaussou, het is inmiddels vlak geworden. In de twee kilometer tussen beide plaatsen in komen we alleen een paar rotondes tegen, als we eenmaal in Villemoustaussou rijden we hier gewoon helemaal rechtdoor om dan vervolgens buiten het plaatsje nog een paar rotondes tegen te komen. Op zes kilometer van de finish botsen we op een rotonde en daarna volgen we weer dezelfde weg als in 2022. En 2021, en de keer daar weer voor. Iedere aankomst in Carcassonne is krek hetzelfde, de laatste zes kilometer van deze rit moet onderhand iedereen kunnen dromen.

Op zes kilometer van de streep krijgen we met spanning en sensatie te maken. Te weten, een rotonde. Hier gaan de renners schuin naar rechts, waarna het tot op vijf kilometer van de streep weer makkelijk is. Bochtje naar rechts en dan gaat het rechtdoor tot op iets minder dan vier kilometer van het eind. Bochtje naar links en dan een bochtje naar rechts richting een rotonde. Op de rotonde zelf moeten we dan weer rechtdoor, waarna we langs de Aude komen te rijden. Langs deze rivier moeten er wat flauwe bochtjes genomen worden, maar de weg is zo breed dat het min of meer tot op iets meer dan een kilometer van het eind rechtdoor gaat. We rijden onder de spoorbrug door en daarna moeten we bij een soort van rotonde rechtdoor een iets smallere straat in. Aan het eind van deze straat volgt er een bocht naar rechts die vooral vervelend is omdat er wat vluchtheuvels in het midden liggen, maar dat probleem zal men vast verhelpen. Na deze bocht gaat het 400 meter rechtdoor, waarna er op 600 meter van de streep een bocht naar links volgt. Het gaat nu 400 meter rechtdoor, waarna er nog een schuine bocht naar links volgt. Na dit laatste vervelende puntje gaat het in de laatste 200 meter rechtdoor tot aan de finish. Het loopt in deze laatste meters ook nog wat vals plat omhoog, als het een sprint wordt is de timing dus niet zo onbelangrijk.



In 2021 waren we getuige van geschiedenis in de straten van Carcassonne. De 13e rit kwam daar toen aan en het zou eindigen in een massasprint. Mark Cavendish had al drie ritten gewonnen die Tour en moest er nog eentje winnen om het record van Eddy Merckx te evenaren. Het winnen van 34 etappes in de Tour de France, geen geringe prestatie. In Carcassonne slaagde Cav in zijn opzet, hij ging met de zege lopen. Zijn vierde ritzege in die Tour en zijn 34e in totaal, het record van Merckx werd geëvenaard. Het record aanscherpen lukte dat jaar dan weer niet, maar vorig jaar slaagde hij er alsnog in. Hij mag nu nog een jaar of twee genieten van zijn eretitel, tot Pogacar die titel gaat overnemen. Een jaar daarna kwam er nog een rit in Carcassonne aan, een stad die de laatste jaren onvermijdelijk is. Dat was een rit die deels te vergelijken is met deze rit, maar de rit die we nu gaan doen is echt nog een stuk zwaarder. Al moest er in 2022 ook flink geklommen worden, waardoor enkele matig klimmende sprinters als Ewan en Jakobsen keihard werden gelost. Ook Groenewegen werd gelost, maar hij wist dan toch nog terug te keren. Dat was ook de rit dat Alexander Kristoff zigzaggend ademend als een koikarper in beeld kwam, fascinerende beelden. Local hero Benjamin Thomas reed in de aanval en hij wist zijn aanval door te trekken tot in de laatste kilometer. Op 500 meter van het eind werd hij pas ingerekend, waarna het alsnog een massasprint werd. In die massasprint wist Jasper Philipsen na talloze ereplaatsen eindelijk zijn eerste Tourrit te winnen, hij klopte Wout van Aert en Mads Pedersen. Daags nadien ging er nog een rit van start in Carcassonne, we trokken toen naar Foix en daar zou Hugo Houle namens zijn overleden broer de zege pakken. Sindsdien zijn we even twee jaar niet in Carcassonne geweest, maar de onvermijdelijke terugkeer is daar. Carcassonne is verschrikkelijk, vraag maar aan Mart Smeets. De beelden die ze op tv laten zien geven een heel idyllisch beeld van de stad, maar eigenlijk is het een verschrikking. Veel te toeristisch, kan ook alleen maar erger zijn geworden nu de Tour hier bijna jaarlijks te vinden is. Voor de zesde keer in twaalf jaar zijn we in Carcassonne, dat is toch een aardige score. In 2014 en 2016 startte er een rit in deze stad, die na Parijs en Mont-Saint-Michel de grootste toeristische trekpleister van Frankrijk is. De bekendste bezienswaardigheid van Carcassonne is uiteraard de citadel. De hele oude binnenstad is bijna volledig gerestaureerd en de vesting is zo'n beetje de grootste en best bewaarde uit de middeleeuwen. La Cité de Carcassonne is de moeite van het bezoeken waard, volgens in ieder geval de organisatie van de Tour en meerdere duizenden mensen die zich hier jaarlijks vergapen aan alle pracht. Carcassonne is trouwens veel meer dan de vesting alleen, het is tegenwoordig een stad met 47.000 inwoners. Het is dus niet zo lang geleden dat de Tour nog in deze stad was, we komen hier tegenwoordig veel te vaak langs. Voor de rit in 2021 kwam er ook nog een rit aan in 2018. Een rit met een totaal ander verloop, onderweg moesten we dwars door de Montagne Noire en lag de Pic de Nore op het parcours. Op die Pic de Nore was Majka nog de sterkste van de kopgroep, maar in de afdaling werd hij weer ingelopen door de rest. In de straten van Carcassonne wisten Magnus Cort, Bauke Mollema en Ion Izagirre weg te rijden van de rest van de vluchters. Cort was duidelijk de snelste, dus moesten Mollema en Izagirre iets anders verzinnen. Dat lukte niet echt, op een paar meelijwekkende halfslachtige demarrages na lieten ze zich rechtstreeks naar de slachtbank leiden. Cort klopte dat hele zooitje in de sprint, uiteraard. Net als in 2018 en 2021 ging er in 2022 na een finish ook weer een rit van start in deze stad, dat blijft ons nu bespaard. In 2022 zat er tussen de aankomst en het vertrek ook nog een rustdag, toen bleef men drie dagen in Carcassonne, nu gaan we ons tijdens de rustdag naar Montpellier verplaatsen. Enfin, in de Tour van 2016 ging hier ook een rit van start, die rit zou eindigen in Montpellier alwaar Peter Sagan de winnaar was. Weten jullie dat alvast voor de volgende voorbeschouwing. In 2014 zou er dan weer een rit vanuit Carcassonne richting Bagnères-de-Luchon gaan, waar Teflon Mick wist te winnen. De laatste keer dat er een rit eindigde in Carcassonne voor de editie van 2018 is ondertussen wel lang geleden, we moeten daarvoor terug naar 2006. De zege ging toen naar Yaroslav Popovych, hoe zou het ondertussen met Popo zijn? Andere winnaars in Carcassonne zijn onder meer Jean Stablinski, André Rosseel en Lucien Teisseire. Daarnaast won Raleigh hier ooit een ploegentijdrit van meer dan 70 kilometer. We gaan weer een nieuwe naam toevoegen aan het lijstje dan dan hoop ik dat het voorlopig klaar is. Met je kasteel.



De laatste rit voor de tweede rustdag begint om 13:20, na een korte neutralisatie van 10 minuten beginnen we vervolgens om 13:30 echt. Eurosport is weer eens als enige helemaal live, je kunt daar vanaf 13:00 al inschakelen. Sporza sluit aan om 13:40, na het heilige nieuws, de NOS is er pas om 14:20 bij. Mis je vijftig minuten van het spervuur aan demarrages dat vandaag te verwachten valt, een keuze. De aankomst in Carcassonne wordt verwacht tussen 17:08 en 17:29. In startplaats Muret wordt het overdag 27 graden, er is vooral later op de dag enige kans op regen en er staat een klein beetje wind uit het noordwesten. Die wind staat op zich nog niet eens zo ongunstig, maar het gaat niet hard genoeg waaien om het peloton nerveus te maken. Wel vooral rugwind, het gaat een snelle etappe worden. In Carcassonne wordt het dan weer 30 graden, na een wat koelere dag is het nu dan toch weer smerig warm. Die omslag kan nog wel eens vervelend zijn voor de renners, dat er her en der een ziekte de kop opsteekt valt niet uit te sluiten. Er lopen blijkbaar al wat renners rond met een snotneus, zoals de gele trui, kan wel eens lopend vuurtje door het peloton gaan. In Carcassonne zou het dan wel weer droog moeten blijven, pas in de nacht kans op regen. Nog steeds wind uit het noordwesten, niet veel sterker dan in Muret. In de rug in de finale, op de laatste paar kilometers in de stad na. Een snelle rit, hopelijk blijft het wel de hele dag droog want er zitten wat afdalinkjes bij die je misschien niet nat wil afwerken.



Dit wordt een dag voor de vluchters. Het is te lastig voor de sprinters, dat staat vast. De rit in 2022 was een stuk makkelijker en dat was al te zwaar voor veel sprinters, kantje boord voor enkele andere sprinters. Dit is een pak zwaarder, dus de snelle mannen vallen af. Het is dan weer niet lastig genoeg voor de klassementsrenners, of, nouja, de Pas du Sant is wel lastig genoeg om iets te proberen, maar niemand heeft natuurlijk zin om daarna nog 50 kilometer alleen door te rijden. Dan moet je al snel een of ander droomplan bedenken met een paar bruggenhoofden in de kopgroep, ik zie het niet zo snel gebeuren. Een snipperdag voor de klassementsrenners, alle ogen kunnen op de Ventoux worden gericht. Nou, dan zou het eventueel nog een rit kunnen zijn voor de renners met iets meer punch, maar deze rit lijkt mij afschuwelijk om te controleren. Dat stuk rond Fontbruno bijvoorbeeld, hoe wil je dat als ploeg überhaupt aanpakken? Nee, dan kun je beter maar voor de vlucht gaan. Een kopgroepje van weer een man of 50 sluit ik hier niet uit. Met heel veel namen die we al heel vaak hebben gezien, na twee weken Tour kunnen we het onderhand blind invullen.
1. Van der Poel. Dat gevoel heb ik eigenlijk gewoon wel, een beetje. Je zou denken dat het te zwaar voor hem is, van de Pas du Sant zal hij niet blij worden, maar er is daarna nog heel veel terrein om iets recht te zetten. Ik verwacht weer een showtje.
2. Simmons. Ja, gewoon, de voorspelbare namen.
3. Grégoire. Tijd dat hij zich eens gaat tonen in de vlucht, als hij het weer vanuit het peloton gaat proberen stelt hij me teleur. Het begint onderhand op een aanklampklassement te lijken, kan bij zo'n klassiek type niet de bedoeling zijn.
4. Van Aert. De Wout van een paar jaar geleden had deze rit zomaar kunnen winnen, nu zal het wel iets moeilijker worden. Aangezien Visma verder nog weinig heeft om voor te strijden mogen we die ploeg de komende dagen weer met z'n allen in de kopgroep verwachten. Kuss en Yates hebben hun beurt gehad, nu is het weer aan Wout. Of Campenaerts, zou met zijn benen van gisteren ook geen slechte kandidaat zijn.
5. Barré. Het zijn barre tijden voor Louis, maar de laatste dagen komt hij er weer een beetje doorheen. Als Intermarche nog iets wil deze Tour dan kunnen ze beter tijdens een rit als deze met hem in de aanval gaan. Je kunt het ook met Bini proberen, maar de rit lijkt me voor hem dan toch net wat te lastig. Als Louis zijn benen van voor de Tour gevonden krijgt is hij een heel gevaarlijke klant hier.
  zondag 20 juli 2025 @ 16:19:28 #2
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_218270264
Zucht
pi_218270265
Tellens gaat dus winnen
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_218270266
Bommen op UAE
Jack does it in real time...
pi_218270268
Als hij teruggepakt wordt heeft hij wel weer een alibi om in de wielen te gaan zitten.
  Moderator zondag 20 juli 2025 @ 16:19:46 #6
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218270269
Boeken toe.

Ik ga wat anders doen.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_218270271
Renaat had de overwinning al bijna weggegeven
  Redactie Sport zondag 20 juli 2025 @ 16:19:49 #8
451829 crew  H.Vviv
pi_218270272
Dit is niet leuk
pi_218270273
Erkend warm weer rijder Tim gaat er vandoor
pi_218270274
Optyfen Tim
pi_218270276
Plof Barguil
  zondag 20 juli 2025 @ 16:20:02 #12
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_218270278
Even de kansen van Simmons, Storer en Campenaerts getorpedeerd vanwege een of andere vendetta met Visma en er dan zo vandoor proberen te gaan. Wat een fucking lafaard.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_218270280
En plof Vocsnor
  zondag 20 juli 2025 @ 16:20:18 #14
30919 mitt
Michael Corleone
pi_218270281
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:19 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Boeken toe.

Ik ga wat anders doen.
:D
Op dinsdag 9 september 2003 13:57 schreef Dr.Daggla het volgende:
[13:57:43] <@Daggla> ik weet ei'k ook niet wie corleone is.. Uit ER ofzo?
  zondag 20 juli 2025 @ 16:20:29 #15
67640 SaintOfKillers
Hold me closer, Tony Danza
pi_218270283
LOL, denken dat Vlasov gaat overnemen.
The average burglar breaks in and leaves clues everywhere. But not me. I'm completely clueless.
pi_218270285
Wat een lelijke overwinning
pi_218270286
De pijl van Wellen
  Moderator zondag 20 juli 2025 @ 16:20:41 #18
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218270287
Dit is echt ver over de grens.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Eindredactie Sport / Forummod zondag 20 juli 2025 @ 16:20:42 #19
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_218270288
Boh wat een aanval _O_
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  zondag 20 juli 2025 @ 16:20:45 #20
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_218270289
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:20 schreef Koffieplanter het volgende:
Even de kansen van Simmons, Storer en Campenaerts getorpedeerd vanwege een of andere vendetta met Visma en er dan zo vandoor proberen te gaan. Wat een fucking lafaard.
Ik snap dit gedrag ook niet zo van UAE :')
  Redactie Sport zondag 20 juli 2025 @ 16:20:47 #21
451829 crew  H.Vviv
pi_218270290
Gewoon triest hoe Wellens en UAE vandaag hebben gereden.
  zondag 20 juli 2025 @ 16:20:52 #22
194695 franklop
Fran knock
pi_218270292
quote:
99s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:20 schreef SaintOfKillers het volgende:
LOL, denken dat Vlasov gaat overnemen.
Die is er pas net bij
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_218270294
Gadverdamme, als er eentje niet mocht winnen uit die kopgroep.
pi_218270295
Dit is gespeeld.

Niet leuk.
The owls are not what they seem
  zondag 20 juli 2025 @ 16:21:02 #25
465903 Hamlapjes
Niet voor op de BBQ
pi_218270296
:r :r :r :r :r :r :r :r :r :r :r :r :r
pi_218270298
De moto zit ook in het complot
pi_218270302
leuk voor UAE
  zondag 20 juli 2025 @ 16:21:14 #28
311938 Kopiko
We were so happy...
pi_218270303
Gezwellens :r
pi_218270304
Inb4 teringact aan de finish met Pogi
Jack does it in real time...
pi_218270305
Ongelofelijke tyfus ploeg.
  zondag 20 juli 2025 @ 16:21:20 #31
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_218270307
quote:
1s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:20 schreef Immerdebestebob het volgende:

[..]
Ik snap dit gedrag ook niet zo van UAE :')
Armstrongiaans.
Put these foolish ambitions to rest.
  Redactie Sport / Supervogel zondag 20 juli 2025 @ 16:21:31 #32
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218270312
  Redactie Sport zondag 20 juli 2025 @ 16:21:42 #34
274204 crew  Mexicanobakker
pi_218270316
Oei, iedereen mad.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator zondag 20 juli 2025 @ 16:21:55 #35
358144 crew  capuchon_jongen
Belg
pi_218270324
cmon :be

Geef er een lap op!!!
Ik ben een man met een onverklaarbare fascinatie voor capuchons. Ze zijn mijn tweede huid—altijd om me heen, altijd vertrouwd. Ik draag ze niet alleen, ik lééf erin. Het voelt magisch als iemand er zachtjes aan trekt, een speels moment vol onverwachte connectie. En als mijn capuchon ergens blijft haken? Pure vreugde! Een klein avontuur in het alledaagse, alsof de wereld me even vasthoudt. Capuchons en ik? Een onafscheidelijk duo
  Eindredactie Sport / Forummod zondag 20 juli 2025 @ 16:22:01 #36
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_218270328
Ik heb deels met een schuin oog zitten kijken tot nu toe, geef ik toe, wat was er precies kut aan Wellens vandaag? Iets met tegen Visma rijden/niet op kop rijden?
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_218270331
Heeft 2x in een sauna getraind.
  zondag 20 juli 2025 @ 16:22:29 #38
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_218270332
Maar goed ik neem aan dat Simmons en Vocsnor zo woedend zijn dat ze het dicht gaan rijden, no matter what.
pi_218270333
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:22 schreef heywoodu het volgende:
Ik heb deels met een schuin oog zitten kijken tot nu toe, wat was er precies kut aan Wellens vandaag? Iets met tegen Visma rijden/niet op kop rijden?
De hele dag zonder reden in de wielen gezeten.
pi_218270336
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:22 schreef heywoodu het volgende:
Ik heb deels met een schuin oog zitten kijken tot nu toe, wat was er precies kut aan Wellens vandaag? Iets met tegen Visma rijden/niet op kop rijden?
Hele tijd niet mee willen rijden, doen alsof hij op zijn limiet zat, terwijl Pogi in de achtergrond iedere keer reageerde als Jorgenson 1 meter voorruit reed.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Album top 100 2024
pi_218270337
Man die het peloton twee dagen door de Pyreneen sleurde lost 5 verse mannen
Jack does it in real time...
pi_218270339
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:22 schreef heywoodu het volgende:
Ik heb deels met een schuin oog zitten kijken tot nu toe, geef ik toe, wat was er precies kut aan Wellens vandaag? Iets met tegen Visma rijden/niet op kop rijden?
Klopt, naast de überhaupt lachwekkende prestaties van dit figuur.
  Redactie Sport zondag 20 juli 2025 @ 16:23:09 #43
274204 crew  Mexicanobakker
pi_218270341
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:22 schreef Dale__Cooper het volgende:

[..]
De hele dag zonder reden in de wielen gezeten.
Heeft ie een beetje een Luke Plapp gedaan dan?
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Eindredactie Sport / Forummod zondag 20 juli 2025 @ 16:23:10 #44
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_218270342
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:22 schreef Dale__Cooper het volgende:

[..]
De hele dag zonder reden in de wielen gezeten.
Dus meegesprongen de kopgroep in en dan niet op kop gereden? Tja, niet superfraai nee.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  zondag 20 juli 2025 @ 16:23:20 #45
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_218270343
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:22 schreef heywoodu het volgende:
Ik heb deels met een schuin oog zitten kijken tot nu toe, geef ik toe, wat was er precies kut aan Wellens vandaag? Iets met tegen Visma rijden/niet op kop rijden?
Niet mee werken in de aanval, dan de kansen van Simmons/Storer/Vocsnor torpederen vanwege Visma.
pi_218270354
Wat een beetje hittetraining wel niet kan doen, EPO is er niets bij schijnt het.
pi_218270355
De 2e ploeggenoot van Pogi na Yates die gaat winnen in een Pogi-Tour (en 3 als je Kristoff ook meerekent in 2020)
  zondag 20 juli 2025 @ 16:25:00 #48
194695 franklop
Fran knock
pi_218270358
Ik hoop zeer ernstig op een lekke band voor Wim Tellens.

Of erger; het koelt opeens ernstig af.
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Eindredactie Sport / Forummod zondag 20 juli 2025 @ 16:25:10 #49
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_218270360
quote:
1s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:23 schreef Immerdebestebob het volgende:

[..]
Niet mee werken in de aanval, dan de kansen van Simmons/Storer/Vocsnor torpederen vanwege Visma.
Ach, dat de kansen van Simmons getorpedeerd zijn lijkt me dan weer niet zo jammer.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  Moderator zondag 20 juli 2025 @ 16:25:21 #50
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218270361
quote:
0s.gif Op zondag 20 juli 2025 16:24 schreef Remco het volgende:
Wat een beetje hittetraining wel niet kan doen

[ afbeelding ]
Je kunt ons echt alles wijsmaken he?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')