abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator zaterdag 12 juli 2025 @ 03:43:05 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218189889
Etappe 8: Saint-Méen-le-Grand - Laval Espace Mayenne, 171,4 km

We keerden terug naar heilige grond, maar er volgde geen heilige dag. Je zou zelfs kunnen stellen dat er eerder een duivelse dag volgde. Na de vermakelijke etappe richting Vire trokken we naar Mûr-de-Bretagne en vanuit het vertrek waren er wederom genoeg renners die zin hadden om in de aanval te gaan. Vooral Visma was heel actief, waarbij Wout van Aert een kilometer of tien vrij zinloos voor het peloton uit zou rijden. Zijn poging mislukte en een paar pogingen later zagen we ineens een groepje van vijf wegrijden. UAE probeerde al een paar keer de boel op slot te gooien en nadat de vijf vertrokken waren lukte dat. Een paar vergeefse pogingen van andere renners later was het beklonken, we zouden het gaan doen met een kopgroep van vijf en dus zouden de favorieten het gaan uitmaken op Mûr-de-Bretagne. UAE liet de voorsprong niet echt oplopen en even later kwam Alpecin helpen om de voorsprong binnen de perken te houden. Dat leek een goed signaal van Van der Poel, maar uiteindelijk kwam het er waarschijnlijk toch vooral op neer dat hij de gele trui wilde eren. De ploeg op kop zetten omdat de leidende ploeg dat nu eenmaal hoort te doen, niet omdat hij het idee had dat hij de rit daadwerkelijk kon winnen. Herstellen in een grote ronde is niet zo zijn ding gebleken, de benen waren nog ontzettend zwaar na de vorige rit. Andere renners hebben daar nooit last van, gek is dat. De kopgroep bestond uit een lokale renner, Ewen Costiou, een voormalig Tourwinnaar, Geraint Thomas, een verdwaalde sprinter, Ivan Garcia Cortina, een liefhebber van tramadol, Alex Baudin en een man die in de finale last zou krijgen van kramp, Marco Haller. Zij reden vooral voor spek en bonen op kop, al beleefde Costiou nog wel een mooi moment. De kopgroep haalde de eerste passage van Mûr-de-Bretagne net en Costiou reed weg van zijn kompanen, waardoor hij in z'n eentje op kop van de koers over de muur vol wielergekke Bretoenen mocht rijden. Een kippenvelmoment voor hem, maar de koers won hij er natuurlijk niet mee. Voor we het finalecircuit rond Mûr-de-Bretagne bereikten gebeurde er helemaal niets, daardoor hadden we wel alle tijd om het eerbetoon aan Bernard Hinault in beeld te brengen. Hij was ook aanwezig, Bernard had een goede dag. Al zat hij ook wel een tijdje opgescheept met Sammy Neyrinck, dat was dan weer een domper op de feestvreugde. Op de eerste passage van Mûr-de-Bretagne had het peloton onder leiding van UAE en Alpecin de kopgroep dus al bijna bij de lurven gevat, we zagen op de klim dan weer vooral Visma tempo maken. Simon Yates reed een tijd heel hard op kop en daardoor bleef er maar een klein groepje over. In dat groepje zagen we Van der Poel al bijna lossen. Je kon dan nog hopen dat hij zijn krachten aan het sparen was voor de tweede passage over de klim, maar nee, hij was gewoon kapot. Hij kwam wel nog mee over de eerste klim, met hem een mannetje of 40. Vanuit die groep viel Wout van Aert aan, zijn tweede aanval van de dag. Het enige dat hij met die aanval bereikte was dat hij zijn bril verloor, het is voorlopig nog niet de Tour van Wout. Hij werd snel weer tot de orde geroepen, waarna het er alle schijn van had dat we gingen toewerken naar een finale met een compacte groep. Een groep die in de afdaling nog wat compacter werd, dankzij een valpartij. Een klapband zorgde er vermoedelijk voor dat Almeida onderuit ging, hij nam een hoop renners mee in zijn val. Onder meer een duo van Bahrein, voor Jack Haig was het meteen einde koers terwijl Buitrago zijn klassementsambities kan opbergen. Ook Barré lag er niet lekker bij, terwijl Eddie Dunbar zichzelf onderuit kegelde. Ben Healy won een dag eerder nog, maar ondanks een hendig sjieke slip eindigde hij nu ook op de grond. Het blijft een gekke sport, natuurlijk.

Van 40 man gingen we zo naar 30 man en in het laatste stuk voor de tweede keer Mûr-de-Bretagne waren het weer Visma en UAE die een trein op de rails probeerden te zetten. Visma wilde er alles aan doen om de klim zo lastig mogelijk te maken, maar eenmaal op de muur nam UAE dan toch weer het commando over. De niet te stoppen Tim Wellens gooide er weer een onvoorstelbare beurt uit, terwijl we Van der Poel al zagen afhaken. Het opschuiven richting de klim lukte al niet, eenmaal op de klim was het meteen klaar. Wel een extra dagje geel gedragen, maar er volgde dan toch een vrij roemloze aftocht op de klim waar hij vier jaar eerder geschiedenis schreef. Het maakt nogal verschil of een klim op de tweede dag of op de zevende dag in het parcours ligt, het maakt ook verschil of je in de dagen ervoor al met je krachten hebt lopen te smijten. Sommige renners die buitenaards lijken vertonen af en toe menselijke trekjes, dat is dan ergens ook wel weer een geruststelling. Sommige renners die buitenaards lijken vertonen nooit menselijke trekjes, dat zagen we daarna wel weer. Na het werk van Wellens was het Evenepoel die wat initiatief toonde, ineens zaten er nog maar drie renners vooraan. Alleen Vingegaard en Pogacar konden mee, de rest moest uitsturen. Evenepoel bleef een tijd op kop rijden, puur en alleen met het doel om Vauquelin op achterstand te rijden. Althans, volgens Vauquelin dan. Kévin begint wellicht een beetje in zichzelf te geloven, hij moet zich vooral afvragen of het een heel goed idee was om het gat naar de drie voorste renners helemaal alleen te willen dichten. Daardoor kwam hij er in het restant van de etappe niet meer aan te pas. Hij bracht wel een rits andere renners terug, waaronder Jhonatan Narvaez. Dat was dan weer een godsgeschenk voor Pogacar, na het letterlijke wegvallen van Almeida kwam er dan toch op het moment suprème een knecht uit de hemel gevallen. Narvaez nam het commando van dat groepje over en reed een piepklein groepje van amper 10 man naar de finish toe. Ditmaal geen aanval van ver, want er stond tegenwind op de klim. Het werd dus wachten op de sprint, wachten op de onvermijdelijke demarrage van Pogacar. Die demarrage volgde pas heel laat, maar het was wel weer raak. Vingegaard leek heel goed mee te kunnen, leek misschien zelfs even aanstalten te maken om er nog voorbij te gaan, maar toen was de finish er al. Uiteraard won Pogacar, toch weer met een fietslengte voorsprong. Zijn tweede ritzege in deze Tour, hij neemt ook weer het geel over. Loopt wat uit op al zijn concurrenten, voor zover je ze zo mag noemen. Weer wat bonificaties erbij, en achter Vingegaard viel er dan ook nog een gat. De verrassend sterke Onley werd derde, voor Gall, Jorgenson, Evenepoel en Vauquelin. Daarachter liepen de tijdsverschillen op, het is op Mûr-de-Bretagne eigenlijk nog nooit gebeurd dat de groep vooraan zo klein was en de verschillen zo groot. En dat met tegenwind zelfs, we maken bijzondere tijden mee. Voorspelbare tijden ook, natuurlijk was het weer de wereldkampioen die won. Behoorlijk saaie rit, behoorlijke saaie uitkomst. Niet iedere heuvelrit is automatisch een toprit, zeker niet zo'n rit met een vlakke aanloop en dan twee klimmetjes aan het eind. De Tour is verder nog steeds niet definitief beslist, maar we kunnen allemaal wel zien welke kant het op aan het gaan is. Gelukkig is het nu weekend, want in het weekend volgen er vaak spectaculaire ritten. Doordeweeks moeten mensen werken, dan worden vaak de wat saaiere ritten gehouden. In het weekend, wanneer iedereen kan kijken, zoeken we het spektakel op. Kijk maar eens wat voor moois de organisatie dit weekend voor ons in petto heeft: twee vlakke ritten. De eerste van dit grandioze vlakke tweeluik in het weekend is een rit van Bretagne naar de Mayenne, dit wordt een rit om nooit te onthouden.




Daags na de aankomst op de heuvel boven Mûr-de-Bretagne bevinden we ons nog steeds in Bretagne, het kloppende hart van het Franse wielrennen. Dat zagen we gisteren wel weer, bijvoorbeeld tijdens de passage in Saint-Brieuc. Een klein stadje, maar wel het stadje waar liefst twee renners uit het Tourpeloton vandaan komen. Alexis Renard en Mathis Le Berre beleefden een topdag, het werd duidelijk dat beide renners ook over een uitgebreide fanclub beschikken. Heel wat huidige Franse renners komen uit Bretagne, maar er komen ook vooral een hoop grootheden uit het verleden uit deze eigenzinnige streek, met hun malle taaltje. Het bewijs voor deze stelling wordt meteen geleverd bij de start, we bevinden ons voor de tweede keer in de Tourgeschiedenis in Saint-Méen-le-Grand en dat is niet zonder reden. Het is dit jaar 100 jaar geleden dat een van de grootste Franse renners ooit hier geboren werd, niemand minder dan Louison Bobet. We zijn hier om een jubileum te vieren, ieder jaar in de Tour passeren we wel weer in een bepaalde stad of op een bepaalde klim omdat een Franse legende daar zoveel jaar eerder geboren werd, overleed of een iconische zege boekte. Alle grote Fransen worden met enige regelmaat in het zonnetje gezet, daar zorgt Christian Prudhomme wel voor. Hij zit het hele jaar door op Wikipedia alle geboortedata van alle Franse legendes op te zoeken en zodra er eentje tien jaar is overleden of 50 jaar daarvoor de Tour won of 100 jaar eerder geboren werd laat hij aan Gouvenou weten dat het parcours moet passeren op een plaats die aan de legende te linken valt. In 2008 ging er al eens een Tourrit van start in Saint-Méen-le-Grand, toen reed het peloton naar Lorient en daar zou Sylvain Calzati de rit solo winnen vanuit de vlucht. Nu, in 2025, keren we terug naar Saint-Méen, omdat een drievoudig Tourwinnaar hier 100 jaar geleden geboren werd. Louison Bobet, tussen 1953 en 1955 won hij drie jaar op rij de Tour. Hij won ook Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen en de Ronde van Lombardije, daarnaast werd hij in 1954 wereldkampioen. Een absolute grootheid, om meerdere redenen. Zo gaat de legende dat we het aan hem te danken hebben dat er voor het eerst wielershirts met een ritssluiting werden geproduceerd. Na een koers had hij moeite met ademen en hij vroeg of er niet iets anders kon bedacht, een ritssluiting zou helpen om weer op adem te komen. En voila, men ging aan de slag. In 1983, een dag na zijn 58e verjaardag overleed hij aan kanker in Biarritz. Hij eindigde in het Baskenland, maar na zijn dood werd hij begraven in zijn geboorteplaats Saint-Méen-le-Grand. Een kleine plaats met ongeveer 4600 inwoners, waar je met moeite iets zinnigs over kunt vertellen. Gelukkig is daar het internet, in dit geval meer specifiek de toeristische site destination-broceliande.com. Take it away! Saint-Méen-le-Grand ligt op het kruispunt van de grote regionale routes Rennes / Brest en Saint-Malo / Vannes en geniet van een bevoorrechte ligging in het hart van de regio Brocéliande. Het is het land van het fietstoerisme en heeft grote wielerkampioenen voortgebracht. Toeristen worden ook verrukt door de rijkdom van het erfgoed. Ontdek hier alles over Saint-Méen-le-Grand! Laten we eerlijk zijn: Saint-Méen-le-Grand is DE stad om te fietsen! Saint-Méen-le-Grand ligt in het hart van het Bretonse netwerk van fiets- en groene routes, op het kruispunt van twee van de belangrijkste groene routes van Bretagne (V3 en V6). Deze fietsroutes bieden een veilige manier om Bretagne te ontdekken en niet te vergeten de legendarische bezienswaardigheden van Brocéliande! Vanuit Saint-Méen-le-Grand zijn er fietslussen en fietscircuits beschikbaar, dus er is genoeg om fietsliefhebbers tevreden te houden! Veel uitroeptekens, het moet hier dus wel fantastisch zijn. Saint-Méen-le-Grand is ook de geboorteplaats van grote wielerkampioenen als Frédéric Guesdon, Francis Pipelin en Louison Bobet (3-voudig Tour de France-winnaar en wereldkampioen). Bobet staat hier in de schijnwerpers, met de ruimte Tous à vélo avec Louison Bobet als eerbetoon aan hem! Dit museum is het hele jaar door geopend en is een meeslepende, interactieve ervaring voor wielerfans. Het museum is inderdaad de lokale trekpleister, ook volgens het roadbook. Frédéric Guesdon komt hier ook nog eens vandaan dus, tot op heden de laatste Franse winnaar van Parijs-Roubaix. Wel lullig dat Jean Bobet niet wordt genoemd, de jongere broer van Louison was ook nog een paar jaar prof en reed een paar keer de Tour, zonder in de prijzen te rijden. Een Prudencio Indurain, zeg maar. Saint-Méen-le-Grand is ook rijk aan erfgoed. De prachtige abdijkerk, in zijn geheel geklasseerd als Historisch Monument, zal je niet onverschillig laten. Dit gebouw werd opgericht op het kruispunt van twee Romeinse wegen ter ere van Mewen (Méen). Het maakt deel uit van een van de oudste abdijen van Ille-et-Vilaine en herbergt de mooie Chapelle du Paradis, waarin enkele prachtige 14e- en 15e-eeuwse fresco’s zijn ontdekt. Onder het kopje niet te missen vind ik het volgende: Twee fresco’s die op de watertorens van de stad zijn geschilderd, brengen hulde aan lokale figuren uit Saint-Méen-le-Grand: Louison Bobet, winnaar van de Tour de France in 1953, 1954 en 1955, en wereldkampioen in 1954 en Théodore Botrel, de beroemde Bretonse bard die enkele jaren van zijn jeugd doorbracht bij zijn grootmoeder Fanchon in Saint-Méen-le-Grand.




In Saint-Méen-le-Grand gaan de renners officieus van start op een gigantische parkeerplaats, bij de lokale sporthal voor de deur. Tijdens de neutralisatie rijden ze door het centrum, waarbij ze onder meer passeren langs het opvallende stadhuis. Normaal al een gebouw dat in het oog springt, voor de gelegenheid hebben ze het gebouw ook nog wat extra versierd. Men pakt altijd uit als de Tour op bezoek komt, dat kun je wel stellen. Een paar meter verderop rijden we langs Tous à vélo avec Louison Bobet, het museum ter ere van deze grootheid. Een eindje buiten Saint-Méen-le-Grand gaat de rit vervolgens officieel van start, we hebben weer eens een eresaluut aan een icoon gebracht en nu kan een rit beginnen waar klimmer Bobet zelf een bloedhekel aan zou hebben gehad. Het kan wel eens snel beklonken zijn in de eerste kilometers van deze rit, ik ben bang dat er vandaag weinig mannen zullen zijn die zin hebben om in de aanval te gaan. Het is nu rit 8 en de laatste kans voor de sprinters dateert al weer van de derde rit, de rappe mannen gaan alles op alles zetten om van deze rit een massasprint te maken en dat zal de motivatie wegnemen bij alle andere ploegen. We gaan uit van een mannetje van Total in de vlucht en dat was het dan, topvermaak op de zaterdag. Echt een blamerende rit voor het weekend, maarja, we moeten door tot maandag en om het Centraal Massief te bereiken moeten we nu eenmaal een gebied doorkruisen waar wat minder heuvels te vinden zijn. Al hadden ze er alsnog meer van kunnen maken dan dit, maar ze zullen zich natuurlijk op de borst kloppen dat de finish vandaag net niet helemaal vlak is. Geen echte sprint, hoewel het natuurlijk wel gewoon een echte sprint gaat worden. Enfin, in de eerste vijf kilometer van de etappe rijden we volledig rechtdoor over een brede weg tot in Boisgervilly. Het loopt hier heel lichtjes vals plat omhoog, maar het is een vlakke start in een vlakke rit. Na vijf kilometer bereiken we Boisgervilly, waar meerdere rotondes en bochten op de renners wachten, het scheelt dat het peloton hier stapvoets doorheen kan rijden. Een snelle blik leert mij dat de wind hier ook nog eens schuin tegen zal staan, dit wordt een heerlijke wandeletappe. Misschien zelfs zonder kopgroep, ik sluit dat niet eens uit. Na de bochtige passage in Boisgervilly vol obstakels rijden we dan weer een paar kilometer over een brede weg rechtdoor tot we uitkomen in Montauban-de-Bretagne. Hier volgt dan opnieuw weer een bochtige passage in het centrum, terwijl we inmiddels alweer negen kilometer hebben afgewerkt. In Montauban-de-Bretagne rijden we over het spoor, komen we meerdere rotondes en vluchtheuvels tegen terwijl we de helikopter op zoek laten gaan naar het lokale kasteel.



Na een paar laatste bochten en rotondes verlaten we Montauban om dan vervolgens 30 kilometer lang dezelfde weg te volgen tot in Melesse. In deze 30 kilometer komen we amper iets van enig belang tegen, maar, uit onderzoek blijkt dat dit goed voor ons is. Deze week in de Volkskrant: Tijdens momenten van rust, bijvoorbeeld wanneer je naar een saaie Tour-etappe kijkt, wordt in je brein het default mode netwerk actief. Dat netwerk houdt je mentaal gezond, dus gooi die televisie maar aan. Ons default mode network gaat deze rit buitengewoon actief zijn, maar dat is dus goed voor ons brein. Bedankt, Prudhomme en Gouvenou! We rijden dwars over het Bretonse platteland en daar valt weinig te beleven, het hoogtepunt wordt voorlopig gevormd door een meertje langs de kant van de weg met aan het meertje een kasteel, het Château de Perronnay. Even verderop rijden we dan weer na 22 kilometer Romillé binnen en dat is de geboortegrond van Gérard Rué. Dat was een knecht van Fignon en Indurain, hij reed acht keer de Tour en werd in 1991 zelfs 10e. Schijnt na zijn carrière allerlei sportzaken gerund te hebben in Bretagne, naast het ontwikkelen van zijn eigen kledinglijn. In Romillé komen we een rotonde en enkele bochten tegen in het centrum, daarna rijden we weer doodleuk verder over dezelfde brede weg door het Bretonse platteland. Het is hier ook echt plat, we verzamelen bitter weinig hoogtemeters. Een aantal geestdodende en kaarsrechte kilometers verder langs de akkers komen we uit in Gévezé, waar in het centrum ook weer een paar bochten en rotondes liggen om de renners een klein beetje wakker te schudden. Een aantal vluchtheuvels en drempels ook, maar de nervositeit in het peloton zal zo ongeveer rond het nulpunt hangen. Van Gévezé rijden we twee kilometer vals plat omhoog verder naar La Mézière, zowaar een keer een weg die merkbaar omhoog zal lopen, al stelt het alsnog geen reet voor. In La Mézière slingeren we dwars door het centrum heen, we pakken enkele bochten mee zodat we de mooie kerk hier van dichtbij kunnen bekijken. Via een paar laatste bochten verlaten we La Mézière, om weer een aantal kilometer volledig rechtdoor te rijden over een brede en vlakke weg tot in Melesse, en daar hebben we alweer 40 kilometer afgewerkt. Dat is meters maken. In Melesse komen we een behoorlijk aantal rotondes tegen, terwijl we een enorme omweg nemen om uiteindelijk het centrum te bereiken. Midden in het centrum staat een bijzonder fraaie kerk, verder is dit een plaats waar niets over te zeggen valt. We rijden daarom maar weer snel Melesse uit, om over een nieuwe weg koers te zetten richting Chevaigné. We nemen nu een wat smallere en vooral slechtere weg, voor zover het in deze fase van de rit überhaupt iets uitmaakt. Weer een tocht langs de eindeloze akkers, daar zit dan weer geen verandering in. Bij het betreden van Chevaigné rijden we over het Canal d'Ille et Rance, een kanaal dat ook tijdens de vorige rit de revue passeerde. Via talloze bochten rijden we door het centrum van Chevaigné heen, een behoorlijk nieuwe stad. Vooral veel lelijke nieuwbouw hier, weinig karakteristieke Bretonse bouwwerken. Buiten dit plaatsje komen we nog wat rotondes en vluchtheuvels tegen, voorlopig blijven dat de enige obstakels. We rijden nu wel weer over een bredere en betere weg verder, het volgende dorp op de route is Saint-Sulpice-la-Forêt en dit is volgens de Toursite one of the world's smallest Smart Cities. Je ziet het er niet aan af, zullen we maar zeggen. Wel valt te zien dat ze in dit dorpje een kicken abdij hebben, of, nouja, hadden. Er zijn alleen nog wat ruïnes over, maar dat is soms net zo mooi. In het centrumpje van het dorpje slaan we abrupt linksaf, daarna rijden we over een weg die van wat wegversmalling is voorzien verder naar La Porte Pilet, de hoofdplaats van de gemeente Chasné-sur-Illet. In dit dorpje volgt er uiteindelijk een bocht naar rechts, waarna we vijf kilometer heel licht vals plat bergop door een bos mogen rijden op weg naar Liffré. Dit stadje bereiken we aan het eind van deze mooie bosweg na 58 kilometer koers, het is een plaatsje waar we een paar jaar geleden ook al eens doorheen zijn gereden. In de Tour van 2021 reden we door Liffré onderweg naar Fougères, waar Mark Cavendish zou winnen in de sprint. Deze Tour van 2025 is een ronde waarin we veel dezelfde plaatsen zien verschijnen als in 2021. Als we dan eens in het noorden zijn vinken we vaak dezelfde locaties af, soms ook dezelfde route. Vanuit Liffré rijden we een kilometer of 30 over dezelfde weg als in 2021, sommige renners zouden geconfronteerd kunnen worden met een flashback.




Liffré is de plaats waar Axel Mariault vandaan komt, hij was de afgelopen jaren prof bij Cofidis. Zoals de meeste renners van Cofidis kan hij er niets van, daarom is hij dit jaar weer op continentaal niveau actief. In het centrum van dit dorpje slaan we linksaf en daarna volgt vrij snel de volgende bocht naar rechts. We rijden langs de kerk af en verlaten het dorp dan vrij snel weer, terwijl we momenteel iets meer naar het zuiden rijden. De wind zou daardoor tijdelijk wat gunstiger kunnen staan met het oog op waaiers, al lijkt het er verder op dat de wind niet hard genoeg zal blazen en dat we het daardoor dus simpelweg moeten doen met een doodsaaie wandeletappe. Buiten Liffré gaat het zes kilometer rechtdoor richting La Bouëxière, het blijft vrij breed en behoorlijk vlak. Bij het bereiken van La Bouëxière - wat een vreselijke naam - wordt het weer heerlijk technisch. Een rotonde als entree, daarna een eindeloze hoeveelheid vluchtheuvels en ook flink wat bochten in het centrum. Geen feest, maar buiten dit dorp wordt het gelukkig weer een stuk makkelijker. We rijden een kilometer of 20 voornamelijk rechtdoor richting Vitré, waar de tussensprint ligt. Halverwege rijden we door Champeaux, hier wordt het wel weer even technisch. Een chicane om de kerk heen, daarna nog een pittig bochtje naar links over een wat smaller bruggetje. Vervolgens keert de rust weer terug en gaan we tien kilometer verder langs talloze weilanden en akkers richting Vitré. Het gaat in deze kilometers wat op en af, maar er zitten geen echte klimmetjes tussen. Het is vooral hopen op de wind, want de omgeving beschikt over een hoop waaierpotentie. Paar flauwe bochten waardoor de wind wel eens van richting gaat veranderen, maarja, de kans is dus groot dat de wind ons in de steek gaat laten. Enfin, in de buurt van Vitré slaan we linksaf, waarna we over een brede weg naar het centrum van deze stad gaan fietsen. Dit gaat wel weer wat geven, want onderweg naar dat centrum komen we talloze rotondes en ontelbare vluchtheuvels tegen. Bovendien gaat het kort naar beneden, met een paar bochten en dus heel wat vluchtheuvels onderweg. Dat is wel even vervelend, gezien de tussensprint staat er hier nog echt iets op het spel ook. Beneden zien we het hoogtepunt van Vitré liggen, het kasteel. Langs dit fabuleuze kasteel gaat er na 85,5 kilometer gesprint worden. Dezelfde locatie als in 2021, ook toen reden we onderweg van Redon naar Fougères via Liffré naar Vitré toe en volgde er een tussensprint in de stad van dat kasteel. Vitré heeft niet alleen een kasteel, ze hebben ook een koers. De Route Adélie de Vitré, een koers waarin de renners een stuk of 100 rondjes afwerken rond Vitré, met in die rondjes steeds een paar korte hellingen. Ondanks die hellingen eindigt de koers haast jaarlijks in een sprint, dit jaar was het Stian Fredheim die met de overwinning aan de haal ging. Hij klopte Paul Penhoët en Emilien Jeannière, twee jongens die een paar dagen geleden nog op de grond lagen. Jeannière is inmiddels uit koers, Fredheim en Penhoët doen nog wel mee en vooral Fredheim zal dan toch met goede gevoelens langs het kasteel rijden. In de afgelopen jaren is de koers verder gewonnen door Jenthe Biermans, Fredrik Dversnes, Axel Zingle en Arvid de Kleijn. Meestal is het een sprint, maar soms weet er ook iemand weg te blijven, zoals Dversnes. Hij vloerde Vauquelin, dat zou Kévin nu niet meer overkomen. In 2006 kwam de Tour hier eens langs, toen won Robbie McEwen. Amandine Fouquenet is van hier, een renster van Arkea. Vitré is gedeeltelijk door een oude vestingmuur omgeven, terwijl we over het kasteel kunnen zeggen dat het tot de meesterwerken van de Bretonse vestingbouwkunst behoort. Het dateert van omstreeks 1100 en werd in de 14e en 15e eeuw gerestaureerd. In het kasteel bevindt zich een historisch museum, met ook een kunstcollectie. Vlak buiten de stad ligt ook het Château des Rochers-Sévigné. Heel vet allemaal, de tussensprint en het kasteel vormen zo ongeveer halverwege de rit het eerste moment van enige opwinding.




Na de tussensprint gaat het peloton kort achter elkaar vier rotondes tegenkomen in het centrum van Vitré. Bovendien wat vluchtheuvels, het is een heerlijk chaotische passage. We rijden bijna bij de lokale - prachtige - kerk naar binnen, maar slaan net op tijd rechtsaf bij de vierde rotonde. Hier verlaten we de route van de rit van 2021, Fougères ligt ten noorden van Vitré en Laval niet, dus dan houdt het op. Al ligt Laval ten oosten van Vitré en zouden we rechtdoor naar de finish kunnen rijden, maar de organisatie heeft een lus via het zuiden ingebouwd. Een paar keer veranderen van richting, hopend op de wind. Die er niet is, zo gaat dat altijd als ze rekening proberen te houden met de wind. De weergoden laten zich meestal niet op die manier misbruiken. In ieder geval, na de bocht na rechts bij de kerk komen we nog veel meer rotondes tegen. Een stuk of zeven, voor we eindelijk het technische Vitré kunnen verlaten. Nog meer vluchtheuvels en andere ongein erbij, er kan een zucht van verlichting door het peloton als we buiten de stad een brede weg in de natuur bereiken. Deze weg loopt dan weer een kilometer of zes bijna volledig rechtdoor op een vlakke manier in de richting van Argentré-du-Plessis. Een paar flauwe bochten onderweg, maar bochtig wordt het pas weer als we Argentré-du-Plessis bereiken. Vlak voor dit dorp slaan we een keer linksaf, daarna rijden we het dorp binnen en daar ligt in het centrumpje nog meer bochtenwerk op de renners te wachten. Vlak voor we het dorp betreden rijden we overigens langs het lokale kasteel, een puik exemplaar. Bij het verlaten van Argentré-du-Plessis slaan we rechtsaf een nieuwe weg in, een bijna kaarsrechte weg die we negen kilometer volgen tot in het volgende dorp, Gennes-sur-Seiche. Het loopt daadwerkelijk kilometers rechtdoor, over een brede en volstrekt vlakke weg. De omgeving bestaat uit een eindeloze hoeveelheid hooibalen, het is hier echt volstrekt uitgestorven. De wind staat in deze strook schuin in de rug, je snapt wel ongeveer wat het plan was met dit deel van de route. Met wind erbij had dit een waaierspektakel kunnen worden, maar zoals ik nog maar eens zal herhalen zal er niet genoeg wind staan. We rijden rap door het nietige Gennes heen, in het centrum gaat het volstrekt rechtdoor, waarna we vervolgens ook weer heel rap uitkomen in het volgende dorp, Cuillé. Het meest bijzondere is dat we ter hoogte van Cuillé Bretagne achter ons laten, we rijden de Pays de la Loire binnen. Welkom in het departement de Mayenne, waar het moyenne van deze rit wellicht eindelijk een keer een beetje opgeschroefd zal worden. Uit Cuillé is de dit jaar overleden voormalig wielrenner André Foucher afkomstig, hij was een uitstekende knecht en reed achtereenvolgens in dienst van Henry Anglade, Jan Janssen en Raymond Poulidor. Tussen 1960 en 1967 reed hij acht jaar op rij de Tour, in 1964 kreeg hij het zelfs voor elkaar om als zesde te eindigen in het eindklassement. Dit jaar overleed hij op de respectabele leeftijd van 92. In Cuillé komen de renners een paar drempels tegen, naast een schuine bocht naar links in het centrum. Na die bocht bereiken we een weg die we dan weer exact 10 kilometer gaan volgen tot in Ballots. Onderweg naar Ballots passeren we ook in een paar andere dorpjes, Laubrières bijvoorbeeld, waar dan weer wat drempeltjes en vluchtheuvels en wegversmallingen liggen, maar als we dat even vergeten is het verder de simpelste tocht die een mens zich kan voorstellen. Recht, vlak, brede weg, niets aan de hand. De omgeving blijft in de Pays de la Loire een tikje saai, we rijden weer door een graanschuur om moedeloos van te worden. Na 115 kilometer komen we uit in Ballots, het dorp van Jacky Durand. Deze Eurosportexpert kon vroeger wel een aardig eindje hardrijden, hij stond vooral bekend om zijn lange en vaak zinloze ontsnappingen. Nouja, zinloos, hij won wel mooi de Ronde van Vlaanderen, drie ritten in de Tour en hij werd twee keer Frans kampioen. Een publiekslieveling, we zijn allemaal gek op renners die tegen beter weten in keer op keer in de aanval gaan. Jacky Durand, een echte costaud, werd geboren in finishplaats Laval. Maar hij groeide hier op, in Ballots. Daar hadden zijn ouders een boerderij, uiteraard is iemand met het karakter van Durand een boerenzoon. Zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen schijnt zo'n beetje de verrassing van de eeuw te zijn geweest, maar daar ben ik dan weer een beetje te jong voor. Enfin, tegenwoordig is hij helemaal niet meer in Ballots te vinden, het grootste gedeelte van het jaar zit hij in Parijs, als hij voor Eurosport moet werken. De rest van het jaar zit hij op Mauritius, de nieuwe grote wielernatie. Kunnen we begrip voor opbrengen, in Ballots valt geen fuck te beleven. Er liggen wel wat drempels in het centrum van het dorpje, de renners komen ook een wegversmallingen tegen en wat bochten rond de kerk, maar daarna trekken ze buiten Ballots één rechte streep van dik acht kilometer richting Craon. Recht, breed, vlak, hetzelfde verhaal. De enige noviteit is dat we na velden vol maïs nu ook een paar velden vol zonnebloemen tegenkomen, ja! De Tour is nu écht begonnen.




Na 124 kilometer bereiken de renners Craon, een plaats die ooit heel mooi was. Ooit hadden ze hier namelijk een stadsmuur met liefst 27 torens! In de loop der eeuwen hebben ze dat allemaal afgebroken, erg jammer. Gelukkig is er wel nog een kicken kasteel te vinden, om de pijn te verzachten. Een floprit op een zaterdag, maar we hebben in ieder geval wel nog kasteeltjes om naar te koekeloeren. In het ooit belangrijke Craon rijden de renners met een boog om het centrum heen, dat doen ze via een weg met nogal wat rotondes. Na al die rotondes verlaten we Craon om tien kilometer 100% rechtdoor te rijden. We volgen een weg die onmogelijk rechter had kunnen zijn, het is haast fascinerend. Deze weg loopt overigens direct buiten Craon een kilometertje aan 3% omhoog, maar verder is het uiteraard gewoon weer volledig vlak. De omgeving is weer volstrekt leeg, de boeren regeren in de Mayenne. Aan het eind van onze tocht van tien kilometer over deze brede weg bereiken we het dorpje Laigné, waar ten langen leste een bocht naar links zal volgen. Na deze bocht gaan we de rest van de rit afwerken met tegenwind, ofschoon het niet heel hard zal waaien. Na de bocht in Laigné rijden we over een nieuwe weg weer eens 10 kilometer rechtdoor, nu zetten we koers naar Quelaines-Saint-Gault. Helemaal recht is het overigens ook weer niet, na een tijdje rijden we door de kleine dorpjes Marigné en Peuton en in deze dorpen komen we een paar flauwe bochten tegen. Het grotere probleem is eerder dat het hier wat smaller wordt, dat er paaltjes op de weg staan en dat er wat drempeltjes liggen. Voorbij deze dorpen gaat het daadwerkelijk weer een aantal kilometer volstrekt rechtdoor langs de akkers af, over een minimaal glooiende weg. Na 145 kilometer bereiken we Quelaines-Saint-Gault en hier volgt dan voor het eerst in langere tijd weer eens een enigszins ingewikkelde passage, in het centrumpje slaan we linksaf en bijna meteen daarna rechtsaf, om na die bocht via een smalle weg het dorp te verlaten. Buiten Quelaines slaan we tussen de weilanden in een keer linksaf een andere smalle weg in, maar na de volgende bocht naar rechts bereiken we weer een brede weg en deze weg zal rechtdoor naar de enige gecategoriseerde klim van de dag voeren. Voelt overigens alsof ze hier een foutje hebben gemaakt en dat we die omweg door de weilanden helemaal niet gaan nemen, maar dat is een klein detail dat deze rit verder niet wezenlijk zal veranderen. Van Quelaines-Saint-Gault gaat het helemaal rechtdoor naar Nuillé-sur-Vicoin, zes kilometer lang komen we geen enkele bocht tegen. De weg loopt buiten Quelaines een kilometer of twee vals plat omhoog, maar het is nog steeds gewoon vlak. Zodra we Nuillé-sur-Vicoin bereiken komt daar enige verandering in. In dit piepkleine dorpje, je bent langer bezig met het uitspreken van de naam dan de renners tijd nodig hebben om er doorheen te rijden, beginnen we aan de gelijknamige klim, de Côte de Nuillé-sur-Vicoin. Een klimmetje van 900 meter aan 3,8%, zo! Dit klimmetje van de vierde categorie gaat natuurlijk geen enkele renner in de problemen brengen, maar op deze manier kan de marketingafdeling van de Tour wel de indruk proberen te wekken dat dit geen volledig vlakke rit is. Over alles wordt nagedacht, behalve mijn bloeddruk. Na een ietwat glooiende aanloop richting het dorp komen we in dit plaatsje zelf enkele vluchtheuvels tegen, we dalen kort af in het centrumpje van dit grijze oord en pakken tussen de huizen in wat bochtjes mee. Na een schuine bocht naar links aan de rand van het centrum rijden we over de Vicoin heen en aan de andere kant van dit stroompje loopt de weg dus een kleine kilometer aan bijna 4% omhoog. Een brede weg, met een paar mooie brede bochten. In een van die bochten in het begin van de klim gaat het een paar meter aan 6% omhoog, lijkt me allemaal niet lastig genoeg om de renners echt uit te putten. Na 155 kilometer, op dik 16 kilometer van de finish, komen we boven op dit klimmetje. We bereiken een plateautje, waar de boeren weer de boventoon voeren.




We rijden ook door een paardenregio, naar het schijnt. Paardenmensen zijn geen mensen, deze etappe is geen rit. In Nuillé-sur-Vicion staat wel weer een kasteel, maar daar heb je het ook meteen mee gehad. Na de klim, als je dit ding überhaupt zo mag noemen, rijden we rechtdoor verder in de richting van L'Huisserie. Het is drie kilometer volledig recht en zo goed als vlak, op een kort hellend stukje vlak voor L'Huisserie na. Via een brede rotonde rijden we na 158 kilometer dit dorpje binnen, waar een jonge Pierre-Emerick Aubameyang nog heeft gewoond. Zijn vader voetbalde in die tijd bij Laval, vandaar. De man met het gigantische voorhoofd voetbalt tegenwoordig in Saoedi-Arabië, we nemen hem dus absoluut niet meer serieus. Eenmaal in het dorp komen we nog een drietal rotondes tegen, daarnaast rijden we ter hoogte van de lokale kerk een paar meter over wat keurige steentjes. Na een bocht naar rechts verlaten we via een straat vol paaltjes het dorp weer, waarna we buiten L'Huisserie kort gaan afdalen over een brede weg zonder veel bochten, maar wel met wat vluchtheuvels. Beneden komen we uit langs de Mayenne, we volgen de rivier richting finishplaats Laval. Een aantal kilometer rijden we door een mooie omgeving heen, langs de Mayenne ziet het er zowaar pittoresk uit. Op ongeveer 10 kilometer van de finish betreden we Laval en in de stad komen we alvast de eerste rotonde tegen, waarna we even verderop rechtsaf slaan om over de Mayenne heen te rijden. Het wordt nu wel even iets technischer, we slaan aan de andere kant van de Mayenne meteen linksaf en rijden dan door een straat heen waar wat paaltjes staan. Weer een paar meter later volgt er een nieuwe bocht naar rechts, de boel kan hier mooi op een lint worden getrokken in aanloop naar de onvermijdelijke sprint. Aan het eind van de straat slaan we schuin linksaf een andere weg in, eentje die we een kilometer mogen volgen. Het gaat nu weer even rechtdoor, maar er komt in deze finale nog genoeg bochtenwerk aan. Genoeg vluchtheuvelwerk ook, daar heeft deze straat absoluut last van. We rijden momenteel niet bepaald door de mooiste wijk van Laval, maar als we aan het eind van deze straat scherp linksaf slaan rijden we in licht dalende lijn terug naar de Mayenne en in de buurt van deze rivier ziet alles er beter uit. Op zes kilometer van de finish slaan we voorbij een regenboogzebrapad stevig rechtsaf en na die bocht rijden we dik twee kilometer rechtdoor langs de Mayenne. De weg langs de rivier is behoorlijk breed, maar we komen wel wat andere obstakels tegen. Zo rijden we al snel onder een mooie spoorbrug door, waar de weg even wat smaller wordt. Met vijf kilometer te gaan komen we dan weer een rotonde tegen en bij die rotonde gaat het behoorlijk rechtdoor, maar bij de volgende rotonde die een halve kilometer later volgt gaat het dan weer schuin naar links. Na die rotonde loopt de weg een kilometertje vals plat omhoog, aan een procentje of twee, met een kort stukje waar het aan een procentje of vier omhoog zal gaan. Aan het eind van deze weg komen we uit bij een nieuwe rotonde en hier slaan we linksaf, om nog even een extra lusje in het parcours in te bouwen. Na de bocht rijden we een kleine kilometer rechtdoor over een brede weg, een weg die nog een beetje vals plat omhoog blijft lopen. Op drie kilometer van de finish bereiken we een rotonde, daar nemen we een bocht van 180 graden en dan rijden we terug over dezelfde weg, gelukkig is de weg gesplitst. Tweebaans heen en tweebaans terug, als je al bent afgehaakt kun je mooi bewonderend toekijken hoe de rest als een gek aan het rijden is in de aanloop naar de finish. De weg heen liep vals plat omhoog, nu dalen we juist weer vals plat af, opnieuw terug naar de Mayenne. De snelheid zal hier ontzettend hoog liggen, de rotonde die we op twee kilometer van het eind tegenkomen kan daardoor best een beetje eng worden. We slingeren rechts om de rotonde heen, rijden de Mayenne over via de Pont de Pritz en daarna komen we aan de andere kant van de brug een nieuwe rotonde tegen. Bij deze rotonde moeten we ook langs rechts passeren, terwijl we verder wel rechtdoor moeten gaan. Na de rotonde bereiken we de finishstraat en dit wordt wel een bijzondere finishstraat. Het is een vlakke rit en we gaan sprinten, maar het wordt geen volledig reguliere sprint. Direct na de rotonde begint een gigantisch brede weg namelijk omhoog te lopen, over een soort van snelweg rijden we richting de finish en deze snelweg loopt 1300 meter aan 3% omhoog. Dat lijkt niet zo interessant, is het ook nog steeds niet, maar in de eerste 500 meter loopt de weg aan 4,5% omhoog, met een stukje boven de 5%. Dat zou een mooi moment kunnen zijn voor een aantal ploegen om door te trekken, daar breng je wellicht de minder klimmende sprinters mee in de problemen, maar het probleem is dan wel weer dat we aan dit lastigere stukje beginnen met veel snelheid. We zijn net afgedaald naar de Mayenne en ondanks die twee rotondes zal er nog veel snelheid in het peloton zitten. Het peloton zit hier waarschijnlijk ook al aardig op een lint, dat is wellicht een groter issue dan dit kleine stukje in stijgende lijn. Na deze aanvangsfase van 500 meter met daarin een enorm brede lopende bocht naar rechts komen we uit op een soort van lege vlakte buiten de stad, een vlakte die alleen gevuld is door wat lelijke industrie. Na de stevige aanzet vlakt het hier af, in de resterende 800 meter van de rit gaat het zo'n beetje aan 2% omhoog tot de finish, waarbij de organisatie uiteraard heeft bedacht dat het een goed idee is om de weg in de laatste meters naar links af te laten buigen. Geen echte bocht, een beetje vergelijkbaar met de finish in Duinkerke alsnog. Nu alleen geen soort van chicane, maar alsnog geen volledig rechte finish. Is bijzonder, maar ze zullen gezien de breedte van de weg wel denken dat het goed gaat aflopen. Sowieso een wat tragere sprint aangezien de weg vals plat omhoog zal blijven lopen tot in de laatste meter, dat moet ook helpen. Een pittige aankomst, maar niets waar de echte sprinters van schrikken. Na 174 kilometer eindigen we vlak voor een rotonde, langs de Espace Mayenne, bij Buffalo Grill voor de deur.





Net als in 2021 eindigt er een rit in Laval, deze Tour voelt bijna als een soort reünie. Tijdens de vijfde rit van die Tour werkten de renners een tijdrit af van 27 kilometer tussen Changé en Laval. In de finale rijden we eventjes over het grondgebied van Changé heen, terwijl we ongeveer in dezelfde hoek van Laval gaan eindigen. Ook toen was Espace Mayenne de finishlocatie, al zochten we toen een paar wegen binnendoor op in plaats van deze rondweg. De tijdrit in Laval was een bijzondere, Mathieu van der Poel had net een paar dagen daarvoor gewonnen op Mûr-de-Bretagne en hij reed in het geel rond, maar wel met een beperkte voorsprong op renners als Pogacar en Van Aert. Van der Poel is nooit een specialist in het tijdrijden geweest, maar toen al helemaal niet. Daar besteedde hij echt nooit aandacht aan, hij had eigenlijk niet eens een fatsoenlijke helm. Om het geel te verdedigen werd er op het allerlaatste moment allerlei materiaal ingevlogen, er werd een helm geleend van een of andere oud-coureur en 's avonds voor de tijdrit ging hij nog even met wat ploeggenoten overleggen wat eventueel een goede positie op de fiets zou zijn. Wonderbaarlijk genoeg werkte het, hij reed de tijdrit van zijn leven en beperkte de schade op een dusdanige manier dat hij het geel wist te behouden. Hij werd vijfde, op een halve minuut van de onvermijdelijke Pogacar. Hij eindigde in dezelfde tijd als Van Aert, onvoorstelbaar. Het geel gaf hem vleugels. Pogacar had ook vleugels die dag, hij versloeg een specialist als Küng en hij liet ook Vingegaard en Roglic ruim achter zich. Al was Vingegaard toen de verrassing, hij was helemaal niet voorzien als kopman, maar door het latere uitvallen van Roglic zou hij dat toch worden. Dit was een eerste signaal dat hij wel eens een rol zou kunnen spelen in het klassement. Een lastig tijdritje was het stiekem toch nog wel, met een paar korte klimmetjes onderweg en een finish in stijgende lijn, maar het was alsnog fascinerend dat Pogacar daar kon winnen en het was net zo fascinerend dat Van der Poel het geel kon behouden. Hij hield dat daarna nog twee dagen vol, maar toen we eenmaal de Alpen bereikten was het klaar. Hij stapte toen vervolgens af om te gaan mountainbiken, werd een minder groot succes, net zoals de Tour sindsdien amper een succes is geweest. Tot deze Tour, wat hij deze week heeft laten zien mogen we positief beoordelen, al baalt hij zelf dat hij niet heeft kunnen winnen in het geel en hij vraagt zich af hoe het kan dat alle andere renners iedere dag zo goed herstellen. Vragen wij ons ook af, Mathieu. Onze vriend Michel Wuyts heeft overigens een prachtig stuk geschreven over de zege van Mathieu op Mûr-de-Bretagne, het staat achter een betaalmuur maar een goede archivaris weet daar wel raad mee. In ieder geval, net als in 2021 proberen ze in Laval de Espace Mayenne onder de aandacht te brengen. Dat werd in 2021 gelanceerd als een groot nieuw evenementencentrum voor ál uw evenementen. Culturele evenementen zoals concerten en shows, 'professionele' evenementen zoals beurzen, congressen, seminars, productlanceringen of gewoon een luxueus dinertje voor de VIPS. Sportevenementen, niet te vergeten! Nationale en internationale wedstrijden, Amerikaans korfbal bijvoorbeeld, of gewoon de koers, want in de buurt ligt blijkbaar ook een velodroompje. Een futuristisch gebouw, dat blijkbaar zoveel geld heeft gekost dat het nog een keer in beeld moet worden gebracht. Even een stukkie van hun officiële site hoor, zo krakkemikkig mogelijk vertaald: Het is ontstaan ​​uit de gezamenlijke wens van de Departementale Raad van Mayenne en Laval Agglomeration om moderne en functionele uitrusting te verwerven die bijdraagt ​​tot de animatie en invloed van hun grondgebied. Gevestigd op 8,5 hectare, in het hart van de agglomeratie Laval met gemakkelijke toegang via de snelweg A81 op 5 minuten en het TGV-station op 10 minuten afstand, verwelkomt de site u in zijn binnenruimtes van 5.000 m² voor de organisatie van uw evenementen voor 50 en 4.700 mensen. Het heeft grote buitenruimtes van meer dan 10.000 m² die de installatie van uw tijdelijke structuren en uw evenementenruimten mogelijk maken. In de buurt van de camping profiteert u van een breed scala aan moderne en gastvrije hotelinrichtingen, waardoor u verzekerd bent van een accommodatiecapaciteit van 1600 bedden op de bestemming. Een ruime keuze aan restaurants is ook bereikbaar op loopafstand van de camping en het stadscentrum. Nou, dolletjes, keer twee. Als de renners naar links kijken zien ze in de laatste meters wellicht een opvallend wit bouwwerk liggen, maar ik denk niet dat ze er heel erg van onder de indruk zullen zijn. Moderne architectuur is geen architectuur.



Laval is verder een stad met bijna 50.000 inwoners in de Mayenne, Pays de la Loire. Het is pas de derde keer dat de Tour hier passeert, debuteren deed Laval in 1999. Toen won Tom Steels de massasprint in deze stad, waarna we een dag later weer in Laval zouden vertrekken. Die rit zou eindigen in Blois, waar Mario Cipollini won, met een gemiddelde snelheid van 50.355km/u is dat nog steeds de snelste rit in lijn in de historie van de Tour. Een stukje geschiedenis begon dus in Laval, een stad waar in het verleden wel meer gebeurd schijnt te zijn. Laval was eerst de zetel van een baronie en vanaf 1429 van een graafschap. Het oude kasteel dateert uit de dertiende en veertiende eeuw, met een donjon uit de twaalfde eeuw. Het nieuwe kasteel werd gebouwd in Renaissancestijl. De graven behoorden tot de huizen van Montmorency, Montfort en Coligny. Tijdens de Franse Revolutie was Laval een van de bolwerken van de opstand in de Vendée en in de stad en omgeving vonden hevige gevechten plaats in 1793. Het kasteel deed later dienst als gevangenis en tegenwoordig is het de thuisbasis van een museum, Museum of Naive Art and Singular Arts. Gelegen aan de Rue du Douanier Rousseau, want het museum is er vooral gekomen dankzij de werken van Henri Rousseau, kunstschilder die bekend werd door zijn postimpressonistische schilderijen in een naïeve of primitieve stijl. Deze schilder, met de bijnaam Le Douanier, was uit Laval afkomstig. De lokale economie moet het vooral van zuivel hebben, daarom wordt de stad ook wel de Cité du Lait genoemd. Er is een museum dat dezelfde naam draagt, daar kun je dus alles vinden over de geschiedenis van koeien, melk, kaas en noem het allemaal maar op. Er is ook nog een kathedraaltje, de Cathédrale de la Trinité de Laval. Ziet er wel prima uit, net als een kapelletje aan de andere kant van de Mayenne, de Chapelle Saint-Julien. Daar weer tegenover komen we een oud badhuis tegen, stammend uit de tijd dat nog bijna niemand in de stad over een eigen badkamer beschikte. Allemaal de moeite waard, Laval kan dus wel leuk zijn voor een middagje. De Tour is nog niet vaak op dat idee gekomen, terwijl er toch wat bekende wielrenners uit de stad komen. Wat te denken van Jacky Durand, de man van ontelbare ontsnappingen werd hier geboren Laval, maar we weten inmiddels dat hij een stukje verderop opgroeide. Franck Renier en Ludovic Turpin heb je ook nog, maar dat waren dan weer niet echt memorabele renners. François Pervis komt ook uit deze buurt, die werd een paar keer wereldkampioen op de baan. Speciaal voor hem hebben ze dat velodrome bij de Espace Mayenne aangelegd, zou je kunnen denken. Laval beschikt ook over een voetbalclub, Stade Lavallois. Ver afgezakt tegenwoordig, maar in het verleden hebben hier toch wat bekende voetballers gespeeld. Francis Coquelin bijvoorbeeld, maar met name Pierre-Emerick Aubameyang. Beide heren zijn geboren in Laval, vooral Aubameyang is toch een grote voetballer geworden. Wel een beetje een moeilijke jongen, weinig verbazingwekkend dat hij in de zandbak is geëindigd.



In Laval kunnen ze ook jaarlijks genieten van de Boucles de la Mayenne. Meestal begint deze wedstrijd met een korte proloog in de straten van Laval, altijd een gevaarlijke onderneming. Dit jaar was er ook weer zo'n proloog in Laval, waarbij we van de Espaye Mayenne naar de Espace Mayenne reden. Jeminee, ze proberen dat witte gedrocht echt op de kaart te zetten. Thibuad Gruel, de man met de bril, won die proloog voor Cosnefroy. De derde rit van die editie eindigde ook weer in Laval en werd gewonnen door Marius Mayrhofer, die in z'n eentje het voltallige peloton wist af te houden. Nu in de Tour, die prestatie gaat hij niet herhalen. In 2024 won Benoit Cosnefroy dan wel weer de proloog in Laval, een jaar daarvoor slaagde Ivo Oliveira daar dan weer in. Altijd koers in Laval, maar meestal wel een B-koers. Een B-koers die ook wel eens werd gewonnen door Mathieu van der Poel. In de jaren dat hij nog een pure veldrijder was reed hij alleen in de zomer een paar koersjes op de weg en een van de vaste koersen op zijn programma was de Boucles de la Mayenne, waar hij in de straten van Laval in 2017 zowaar een massasprint won. We gaan niet uit van een herhaling, maar wie weet inspireert het hem toch. Van de B-koers gaan we naar de A-koers, deze floprit gaat van start om 13:10. Het is gelukkig een relatief korte rit, hoeven we in ieder geval niet onze hele dag te verspillen met deze onzin. De neutralisatie duurt vandaag een kwartier, we gaan nogal de tijd nemen om Bobet te eren. De rit wordt direct vanuit het vertrek uitgezonden door Eurosport, maar je mist vrij weinig als je pas begint met kijken zodra de NOS en Sporza hun wagonnetje aanhaken. Eurosport 1 en de streams van HBO Max vanaf 13:00, de NOS doet om 14:15 mee en Sporza 14:25. Mijn pro-tip is om zelf te beginnen met kijken omstreeks 16:45, de finish wordt verwacht tussen 17:04 en 17:24 en als je een kwartier tot een half uur van deze rit ziet heb je waarschijnlijk verder niets gemist. Of het moet zijn dat er iemand met een zonnesteek van z'n fiets dondert, het gaat namelijk een verschroeiend hete dag worden. Ineens trekt er een hittegolf over Frankrijk heen, ineens is het absurd heet. Van een paar dagen met 19 graden gingen we de afgelopen dagen al richting de 30 graden, nu gaan we over de 30 graden heen. In startplaats Saint-Méen-le-Grand noteren we 31 graden, totaal geen kans op regen en een beetje wind uit het noordoosten. Die wind had tijdens deze rit een rol kunnen spelen, maar daarvoor waait het helaas niet hard genoeg. Er waren onderweg wat stroken te vinden waar een waaier had kunnen ontstaan, maar met deze windsnelheden gaat dat niet gebeuren. In aanloop naar de finale zal er sprake zijn van tegenwind, maar in de slotkilometer is er dan juist weer sprake van wind in de rug. Kun je ondanks het feit dat het vals plat omhoog zal gaan alsnog beter niet te lang wachten met het inzetten van je sprint. In Laval wordt het 32 graden, ook daar geen kans op regen en ook daar een beetje wind uit het noordoosten. Op de dagen dat we de wind echt nodig hebben om de koers te maken is de wind er niet, altijd tegen Thierry en altijd tegen ons.



Dit wordt een massasprint. Kan ik heel kort over zijn. Er zijn relatief weinig kansen voor de sprinters in deze Tour, deze kans gaan ze dus absoluut niet laten liggen. Morgen is er nog een kans, maar die kansen moeten ze ook allebei met beide hangen aangrijpen want daarna gaat het wel weer een tijd duren voor er gesprint mag worden. Ik denk dat iedereen in het peloton dit ook wel weet, er zal weinig animo zijn om in de vlucht van de dag plaats te nemen. Een aanzienlijk deel van de dag tegenwind zal bij die ambities ook niet helpen. Nee, we gaan sprinten. En dat wordt gewoon een bijna volledige massasprint, op wellicht een paar mannen die door een haast onvermijdelijke valpartij missen na. De aankomst is niet volledig vlak, maar de meeste sprinters lossen nu ook weer niet direct bij de eerste de beste drempel. Een Tim Merlier is specialist in sprintjes met een korte helling aan het eind, genre Nokereberg. Een Milan draait hier ook totaal zijn handen niet voor om, zie ook het feit dat hij de afgelopen dagen twee tussensprintjes won na een kort klimmetje. Ze moeten er misschien iets harder voor werken, maar ze komen hier absoluut niet in de problemen. Iedere sprinter kan dit aan, het grotere probleem zal wellicht zijn dat een aantal jongens met een grote achterstand beginnen aan deze strook. Stukje in dalende lijn naar deze helling toe, twee rotondes erbij, positionering is dan wel essentieel. Een beetje vooraan zitten, anders moet je op dat stuk van 500 meter aan 4,5% gaan opschuiven en verspil je daar al je krachten. In die zin is het wel een iets interessantere sprint dan een volledig vlakke sprint, maar de uitkomst gaat niet veel verschillen.
1. Merlier. Pas één kans gehad in deze Tour en die kans benutte hij meteen. Hij werd slecht gebracht, wat wil je ook met zo'n matige ploeg, maar dat maakt dit jaar allemaal niet uit. Als hij kan sprinten wint hij, daar komt het haast altijd op neer. Milan werd perfect gebracht door Lidl-Trek, maar Merlier kwam er alsnog omheen. Zoals gezegd kan hij dit type sprint zeker aan, zo won hij vorig jaar in de Giro ook nog een keer een rit na een soortgelijke aankomst. Een klimmer is hij natuurlijk niet, maar met zijn momenteel ongeëvenaarde explosiviteit komt hij echt wel over een kilometer aan 3% heen.
2. Milan. Over Milan kunnen we eigenlijk hetzelfde zeggen, ook hij kan dit perfect aan. Hij ziet er natuurlijk uit als een logge jongen, een type dat bij ieder viaduct al moet lossen, maar de praktijk is anders. Dit past perfect binnen zijn mogelijkheden en dan heeft hij ook nog eens de ideale ploeg om hem goed af te zetten. Hij gaat een belangrijke slag slaan in de strijd om de groene trui, ik ben alleen bang voor hem dat een ritzege voorlopig niet tot de mogelijkheden zal behoren. Zijn tussensprintjes maken indruk, maar dan doet Merlier niet mee. Dat lijkt momenteel toch net een andere categorie te zijn.
3. Groves. Groves is nooit de snelste sprinter van het peloton, maar als de rit iets lastiger is geweest weet hij vaak makkelijker te overleven en is hij nog iets frisser in de sprint, waardoor hij tijdens deze rit toch mooi op een straatlengte achterstand derde kan worden. Met een lead-out van Van der Poel, die ongetwijfeld niet voor zichzelf zal rijden.
4. Lund. Ik ben niet zo druk bezig met de strategie van Picnic, maar ik meen ergens opgevangen te hebben dat de vlakke sprints voor Bittner zouden zijn en de heuvelachtige sprints voor Lund. Nou, dan zou deze rit dus voor Tobias moeten zijn. En dan kan Tobias ook meteen een eind komen, gok ik. Een goede ereplaatssprinter, winnen is dan weer een heel ander verhaal.
5. Bini. Laat ik hem toch maar een keer noemen. Qua snelheid maakt hij deze Tour nog niet veel indruk op me, al is het ook wel weer zo dat de concurrentie met Milan en Merlier pittig is. Deze aankomst zou hem moeten helpen om iets dichter in de buurt te komen, een enigszins vergelijkbare rit won hij vorig jaar. Een hellinkje helpt, al lijkt de zege er dit jaar niet in te zitten. Het groen ook niet, het ene jaar is het andere niet. Maar we gaan wel nog wat punten sprokkelen om eigenhandig de ploeg in de World Tour te houden, ook wat waard.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_218189912
quote:
Hectische massasprints zoals in de Tour, hoe beleven de mama’s van renners die? “Een zware val zien en dan van niets weten, dat is vreselijk”

Sprintoverwinningen gaan deze Tour de France gepaard met zware valpartijen. Wat doet zoiets met een moederhart? “Van de orthopedische naar de neurologische afdeling moeten, ik wens het geen enkele mama toe.”

Ze stond voor het grote scherm aan de aankomst in Duinkerke, tot Cindy Stessens maandag bij de ontknoping van de Tourrit wegliep van het scherm. Een massaspurt kondigde zich aan, en daarin zou haar zoon – de Limburgse spurtbom Jordi Meeus – zich mengen. Cindy liep ver genoeg weg om het grote scherm niet langer te kunnen zien, maar ook om de commentator niet meer te kunnen horen. “Tot ik uit het publiek een luide en pijnlijke ‘Ooooooh!’ hoorde. Ik ben toen onmiddellijk naar Jordi’s vriendin gelopen die bij het scherm stond en toen was het duidelijk. Het is onze Jordi ..."

Toen Cindy haar zoon – met bebloed gezicht en als voorlaatste – even later over de meet zag rijden in Duinkerke, was er de eerste geruststelling. Hij zit terug op de fiets. Ook toen ze weer thuis was van de Tour, zag ze dat het oké was met haar zoon. “Ik heb net de tv opgezet en zag hoe hij langs de dokterswagen reed voor een nieuw verband”, zegt Cindy dinsdagmiddag. “Dat stelt toch gerust, dat je hem ziet op de fiets, ook al heeft hij pijn.”

Ontelbare keren ververste mama Meeus, die verpleegkundige is, zelf al verbanden voor haar zoon. “We waren blij dat we maandag ter plaatse waren, want als je een zware val ziet en je zit thuis voor tv, duurt het soms heel erg lang voordat je nieuws hebt van hem of de ploeg. Zo viel Jordi eens heel erg zwaar in de Ronde van Polen en zagen we nadien geen beelden meer. Die onwetendheid is vreselijk. Is hij bij bewustzijn? Staat hij terug recht? Gelukkig belde toen een attente ploegmaat ons om ons gerust te stellen.”

Afhankelijk van camera
Als ie maar geen spurtbom wordt, zou je stilaan als ouder beginnen te denken. De val van Jordi Meeus was dan ook niet de eerste, noch de laatste in de sprintetappe van maandag. Tijdens een tussensprint voor de groene trui werd Jasper Philipsen in volle vaart onderuitgehaald door een zwieper van een Franse concurrent. Philipsen ging spectaculair tegen de grond en smakte op zijn schouder. De ‘Vlam van Ham’ verliet de Tour op een draagberrie met een gebroken sleutelbeen en gebroken rib. Mama Philipsen – die ook ter plekke was in Frankrijk – snelde zich met haar man en de vriendin van Philipsen naar het ziekenhuis, in plaats van het podium.

Na de zware val van Philipsen, volgde dus een dito val van Meeus. Twee kilometer verder kwamen in de laatste bocht opnieuw spurters zwaar ten val. Een van hen werd tegen de dranghekken gekatapulteerd. Wie wel recht bleef, was West-Vlaming Tim Merlier, die de rit won. “Het was beangstigend”, zegt Heidi D’hulst. Ook de mama van Merlier zakte op de sluitingsdag van haar café in Wortegem-Petegem af naar de Tour, om de ontknoping te volgen op het grote scherm aan de aankomst. De schrik bij het volgen van een massaspurt op groot scherm of tv, dat hangt bij Heidi af van het camerastandpunt. “Als ze uit vooraanzicht filmen, dan is het alsof ze op elkaar gaan vliegen. Als ze helikopterbeelden laten zien, ziet het er plots minder erg uit. Dan denk ik niet: ‘Oh nee, Tim gaat vallen’, maar dan zie ik: Tim gaat winnen.”

Geholpen door het camerastandpunt of niet, het is iets waar elke moeder van een wielrenner – en in de eerste plaats van een sprinter – mee worstelt: hun zoon willen steunen in zijn sportieve ambities en tegelijkertijd vooral hopen dat ie heelhuids de meet overkomt. Ook al is het als (voor)laatste. “Ik ben blij dat Wout zich deze Tour niet moet mengen in de spurt”, zegt Ivonne Boeckx, die blij is dat haar Van Aert deze Ronde een andere taak kreeg binnen de ploeg dan die van massasprinter. “Mijn moederhart kreeg al veel te verduren.”

“Het klinkt ontzettend cliché, maar bij elke sprint zit je met angst en vind je maar één ding belangrijk: dat ie niet valt”, zegt Angie Chiaverini, mama van de Genkse jonge sprinter Milan Fretin, die dit jaar helemaal doorbrak en een plek tussen de snelste renners ter wereld opeiste. “Soms hoop je zelfs dat het niet tot een massasprint komt. En als het wel zover is, schipper je tussen supporteren voor je zoon en hopen dat hij recht blijft.” Haar moederhart slaat telkens over, maar tot voorzichtigheid maant Angie haar zoon niet aan. “Ook al ben ik bang, ik zal aan de start nooit zeggen: ‘Wees voorzichtig’ of ‘Let toch maar op’. Ik wil Milan niet beteugelen: een renner mag geen schrik hebben tijdens een massasprint, anders kan je niet winnen. Ik wens hem daarom altijd gewoon succes. En dan hoop ik stilletjes dat alles veilig verloopt.”

Afdeling neurologie
Christa Schepers is mama van die andere Genkse spurtbom in het wereldpeloton: Gerben Thijssen. Haar zoon als profrenner heeft ze nog nooit zien spurten, of toch niet live - ook niet op tv. Een herhaling, wetende dat hij niet ten val kwam, het is het enige wat Christa aankan. “Het is wandelen op een dunne koord tussen je zoon steunen in zijn passie en vrezen voor een valpartij.” En die vrees gaat verder dan die voor een breuk. “Als je van de orthopedische naar de neurologische afdeling moet, wordt het plots een heel ander verhaal. Dat wens ik geen enkele moeder toe.”

Dat lot onderging Christa met haar zoon zo’n zes jaar geleden, toen die een horrorcrash maakte op de piste van de Gentse Zesdaagse. De toen 21-jarige Thijssen bleef roerloos op de planken liggen. Het zou tot tien dagen duren voordat hij zich opnieuw iets kon herinneren. “Ik wil het daar liever niet meer over hebben”, zegt mama Christa. “Die val blijft me achtervolgen. Ik zit tot op vandaag in een verwerkingsproces, maar ik probeer het te plaatsen en vooruit te kijken door het positieve te benadrukken.” Thijssen herstelt vandaag van een sleutelbeenbreuk na een val en maakt zich klaar voor de Ronde van Polen.
pi_218189921
quote:
Commentator José De Cauwer verloor vlak voor de Tour dochter Debbie: “Hoe het met mij gaat? Dat weet ik eigenlijk niet”

José De Cauwer (75) geeft al de hele week commentaar bij de Tour de France. Een beetje met de rem op zegt hij zelf, maar niemand die het hoort. Tegelijk rouwt hij intens om dochter Debbie, die pas overleed aan borstkanker. Hij is blij dat de koers er is om even te vluchten van het immense verdriet. “Als ik de deur van de VRT dichttrek, is het bám, back to reality.”

Straks moet José De Cauwer commentaar geven bij de tijdrit van Remco Evenepoel in de Tour, nu zit hij voor ons in lunchbar Glorie in Puurs en veegt hij met een servet zijn tranen weg: “Ik heb veel meegemaakt in het leven. Soms denk ik: ‘Alles meegemaakt.’ Mijn vrouw Jeanne is overleden toen ze 32 was. Mijn zussen Paula en Laureine zijn ook al gestorven. Maar dit voelt nog anders. Dit is mijn kind. Debbie en haar mama zijn er nu allebei niet meer, alsof een hoofdstuk uit mijn leven uitgegomd is. Wat niet klopt, want er zijn prachtige kleinkinderen. En toch voelt het zo. Iedereen vraagt mij: ‘José, hoe is het met u? Eerlijk gezegd: ik weet niet hoe het met mij is.”

Al in 2016 kreeg dochter Debbie de diagnose borstkanker. “Ik zeg dat vaak: de pijn, het afscheid, de verwerking... dat komt in duizend kleine stukjes. Dat begint met ‘Debbie heeft een knobbel gevoeld’, zoals destijds bij haar mama. Dan al denk je: ‘Als dat maar goedkomt.’ Acht jaar lang is de ziekte stabiel geweest, maar rond Pasen is ze nu hervallen, met uitzaaiingen in het bot en de lever. Toen wisten we dat er niks meer aan te doen was.”

Familiefeest
“Er was rond die periode een groot familiefeest bij ons thuis, waar ik later ben toegekomen na de uitzending van Luik-Bastenaken-Luik. Aan de rest van de familie had ze blijkbaar gezegd dat ze er tegen mij niet te veel over moesten beginnen. Kan je je dat voorstellen? Ze wilde mij daar – in een zogezegd drukke periode – niet mee belasten.”

José vecht tevergeefs tegen de tranen. “Weet je wat ik het ergste vond? Ik moet er nu opnieuw om wenen, maar toen ik haar ging bezoeken in Roeselare, lag ze daar met zo veel pijn. En toen zei ze: ‘Sorry dat ik u dat allemaal aandoe. (blaast) Sorry… ‘ Omdat ik zogezegd de pleziermaker, de lacher ben. Ze voelde zich daar schuldig over. Jongens toch.”

“De voorbije weken was de fysieke pijn gelukkig veel minder. Debbie is drie weken geleden nog op zussenweekend gegaan. Samen met Giana en Nanouk, die eigenlijk halfzussen zijn, maar dat woord past niet. Dat zijn echte, volledige zussen. Dochter Romy was er ook bij en het is een heel mooi weekend geworden. Debbie was sterk genoeg om rond te stappen. Ze zijn samen in Lichtervelde naar de film geweest, in de oudste bioscoop van België. Debbie had een film uitgekozen die voor haar een bijzondere betekenis had. Heel emotioneel allemaal, maar ook heel mooi. Ze deden glamping, maar er stond zoveel wind dat ze vreesden om weg te waaien in hun chique tent.” (lacht)

“Twee weken voor de Tour ben ik met Renaat Schotte en Hannes Tahon naar Noord-Frankrijk gegaan om de eerste etappes daar te verkennen. Toen ik terugkwam, ben ik meteen bij Debbie langsgegaan. Ik voelde dat het bijna voorbij was. We hebben nog een moment samen gehad. (stilte) Er is niet veel gezegd, maar we hebben wel heel veel gevoeld.”

Veel voorbereid
“Debbie had haar situatie aanvaard. Ongelofelijk hoe ze daar rust in had gevonden. Ze was opgelucht dat haar kinderen allemaal goed hun weg aan het vinden zijn in het leven. Maar ik vraag me af: ‘Wat komt er allemaal voor de aanvaarding?’ Ik ben 75 jaar en ik denk nog altijd aan morgen en overmorgen. Maar wat als je al die miserie doormaakt en ze ineens met dat papier voor uw neus staan waarop staat dat er voor u geen morgen meer is? Wat denkt een mens dan allemaal? Ik vraag mij dat af, maar ik heb het nooit durven vragen.”

Vorige week zaterdag werd Debbie De Cauwer begraven. “Een mooie dienst, voor zover een begrafenis mooi kan zijn. Naar het beeld van wie Debbie was. Ze had zelf veel voorbereid. Je denkt na over de grote levensvragen: ‘Ben ik er voldoende geweest?’ Uiteindelijk is dat allemaal flauwekul achteraf. Ik zat op de roetsjbaan van het leven. Wat is de ideale papa? Degene die alle dagen thuis is? Ik ben zeker niet de beste papa geweest, maar zeker ook niet de slechtste.”

“Ik ben een denker, een ongelofelijke denker. Op de begrafenis vraag ik mij af: ‘Begraven we vandaag Debbie De Cauwer of de vrouw van Marino Bekaert? Wat is mijn plaats hier?’ Stom hé, dat je daar zo over nadenkt. Ze is natuurlijk evenveel zijn vrouw en hun mama als ze mijn dochter is. En toch voel je dat zo aan.”

“Ik denk na over hoe mensen hun medeleven betuigen en hoe de manier waarop altijd een afspiegeling is van wie ze zijn als persoon. Niet dat ik daar studies van maak, maar aan iets simpels als het groeten van de urne zie je zoveel. Op de begrafenis waren veel mensen uit Debbie haar wereld. De wereld van de punk. Als je honderd zo’n punkers bij elkaar ziet lopen op straat, denk je ho, wat is dat?’ Maar dat blijken dan de meest emotionele, warme mensen te zijn.”

“Ik heb me eerst verzet tegen de keuze van Debbie om anders te zijn. Terwijl ik nu zie hoe moedig het is om anders te dúrven zijn. Veel mensen doen het omgekeerde: zagen over alles, maar toch meedoen en volgen. Het is een kwaal van deze tijd: iedereen wil er hetzelfde uitzien. Meisjes willen allemaal Camille Dhondt zijn. Mooie vrouwen laten zich verminken om te beantwoorden aan één of ander ideaal.”

“Toen Debbie haar studies stopte omdat ze blijkbaar één of andere Marino Punk (haar man, red.) was tegengekomen, hebben we gepraat. En toen kwamen de legendarische woorden: ‘Jij doet al heel uw leven uw goesting, nu doe ik mijn goesting.’ En daarmee had ik in één keer niks meer te zeggen. We hebben een fles cognac gepakt en zijn huilend in elkaars armen gevallen. ‘Als het zo zit meisje, dan vlieg jij uit.’“

Twee dagen na de begrafenis, op maandag 7 juli, zat José De Cauwer opnieuw in de Sporza-studio in Brussel om commentaar te geven bij de Touretappe naar Duinkerke. “Ik betrapte er mezelf op: nu zit ik hier enthousiast te doen. Ben ik zelfs aan het lachen. Dan overvalt mij het gevoel: ’Nu moet ik even remmen.’ Ik weet niet of ik echt rem of niet. Ik hoop van niet, want ik móét vol in de koers zitten. Anders zit ik maar gewoon wat verhaaltjes te vertellen en dat is geen commentaar geven.”

We praten ondertussen niet meer op het terras, maar wel binnenin. De gemeentewerkers hebben buiten de slijpschijf bovengehaald en iemand stapte zopas op José af om hem zijn businesskaartje toe te stoppen. “Ik heb een kippenkwekerij. Ik heb op tv gehoord dat je op zoek bent naar Araucana’s. Ik heb die lopen, mocht je geïnteresseerd zijn.”

José, amateur-kippenboer, vindt het intermezzo niet erg. “Maar ik ben – voor een keer - blij dat ik niet ín de Tour zit. Dat heb ik ook tegen (Sporza-hoofdredacteur, red.) Thomas Swannet gezegd: ‘Het zou niet lukken om nu in dat circus te zitten.’ Dan ben je omringd door mensen die niet weten wat er gebeurd is. Of mensen die zich geen houding weten te geven, wat ik ook snap want het is geen makkelijke situatie. Het commentaar vanuit de studio in Brussel is en petit comité en dat voelt goed. Gunther Herregodts, Jurgen Switsers, Renaat en Hannes: allemaal mensen die mij enorm steunen.”

Schuldgevoel
Straks, na dit gesprek, stapt José VRT-lokaal 2S46 binnen en weet hij dat daar de komende vijf uur alleen de koers bestaat. “Dat helpt, ja. Maar zoals ik zei, soms met een schuldgevoel. Als ik te enthousiast vertel, kan de gedachte door mijn hoofd schieten ‘ben je het al vergeten misschien?’ Natuurlijk niet, maar door de koers tegelijk eventjes wel. Crazy, crazy, crazy hoe het leven toch altijd opnieuw verder gaat.”

Vraagt hij zich soms af waarom wielrennen zoveel plaats inneemt in zijn leven? Waarom hij het allemaal zo belangrijk kan vinden? “Ik vind wielrennen een ongelofelijk boeiend iets. Een metafoor van het leven, dat vind ik echt. Vallen en weer opstaan. Waarom is Tim Merlier een soort Jommeke als je een microfoon onder zijn neus steekt en verandert hij 180 kilometer verder in The Hulk die voor niemand opzij gaat? Dat boeit mij enorm.”

“Is er te veel koers in mijn leven? Ik denk het niet. Ik vind dat ik een brede range aan interesses heb. Het omgekeerde is problematischer: mensen die in het leven geen passie vinden. Daarbij begint volgens mij veel miserie.”

“Een passie is een bizar iets. Als de koers voorbij is, als ik de deur van de VRT achter mij dichttrek, is het back to reality. Bam, dan zit je in één keer weer op die andere planeet. Ik rijd in mijn auto naar huis op automatische piloot. Na de begrafenis ben ik aan 125 km per uur twee keer geflitst, wat mij normaal nooit overkomt. Ik weet alle palen staan. (lacht) Maar die gedachten malen.”

Uitwaaien
“Ik heb sowieso de gewoonte om na een dag commentaar uit te waaien in mijn hof. Het eerste wat ik doe als ik ’s avonds thuiskom, is gaan wandelen. Of mijn vrouw Sylvana nu thuis is of niet, honger of geen honger, ik moet eerst naar buiten. Dat is mijn ritueel om de dag neer te leggen. Nu meer dan ooit. Maar slapen is moeilijk op dit moment. Om niet te zeggen dat ik schrik heb om in mijn bed te kruipen. Als je wakker ligt, kan je alleen maar nadenken.”

Boos op de wereld is hij niet, daar heeft hij naar eigen zeggen geen aanleg voor: “Op wie moet ik boos zijn? Op het christelijk geloof? Ik ben niet gelovig in de zin dat ik denk dat iemand hierboven de miserie verdeelt: ‘Jij al wat te veel en jij nog wat meer.’ Ik ben te nuchter om zo naar het leven te kijken. Vorig weekend had ik Hennie Kuiper (ex-wielrenner, red.) op bezoek en hij is als Nederlander wél gelovig. Hij vraagt zich af: waarom moet jou dat allemaal overkomen? Ik denk dan: ‘Hennie, we zijn toch te slim om nog te denken dat het zo werkt?’”

“Weet je wat mij wel stoort? (met overslaande stem) Waarom is er toch zoveel bullshit in de wereld? Wij zitten met de miserie van Debbie, maar elders in de wereld moet je niet eens ziek zijn om dood te gaan. Daar schieten ze u gewoon omver. Dat kan mij wel boos maken. Je zou denken dat de mensheid erop vooruitgaat, maar het wordt alleen maar erger.”

Voor José is het tijd om te vertrekken naar de VRT, we zitten eigenlijk al een half uurtje in de extra tijd. Er is nog één belangrijke boodschap, omdat hij niet boos wil eindigen: “Ongelofelijk van hoeveel mensen ik berichten heb gekregen. Mensen die ik al lang ken, mensen die ik vaag ken en zelfs mensen die ik niet ken. Mensen ook voor wie dit nu de aanleiding was om de strijdbijl – of een vermeende strijdbijl – te begraven. Heel raar: al die berichten doen een beetje pijn en een beetje deugd tegelijk. Maar wat ik vooral wil zeggen: voor alle zurigheid in het leven is er gelukkig nog heel veel warmte ook.”
  zaterdag 12 juli 2025 @ 06:44:37 #4
30919 mitt
Michael Corleone
pi_218189998
Jose _O_
Op dinsdag 9 september 2003 13:57 schreef Dr.Daggla het volgende:
[13:57:43] <@Daggla> ik weet ei'k ook niet wie corleone is.. Uit ER ofzo?
pi_218189999
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 04:10 schreef wimderon het volgende:

[..]

Ach arme José
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  zaterdag 12 juli 2025 @ 08:45:20 #6
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_218190212
Lekker man, twee poepritten in het weekend
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_218190268
Dus een klapband van Almeida was vermoedelijk de oorzaak van die rare valpartij.
Maar dat die anderen er dan zo gemakkelijk overheen buitelen, is volgens mij iets van de laatste tijd. Ik kan mij niet herinneren dat in een zo'n kleine (kop)groep er zoveel tegen de vlakte gaan.
pi_218190273
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 08:45 schreef Szura het volgende:
Lekker man, twee poepritten in het weekend
Gelukkig is het hier wel lekker weer. Hmmm, vanmiddag even een harinkje scoren op de markt. Dat onderbreekt de etappe wel lekker.
  zaterdag 12 juli 2025 @ 09:15:46 #9
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_218190310
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 08:45 schreef Szura het volgende:
Lekker man, twee poepritten in het weekend
Gouvenou gegen die Mauer.

Het is dat ik vandaag niet kan kijken. Dat scheelt.
pi_218190397
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 08:45 schreef Szura het volgende:
Lekker man, twee poepritten in het weekend
Fantastische planning van de Tour organisatie
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_218190422
Waarom doen ze dit, juist als mensen tijd hebben om etappes te volgen krijg je 2 vlakke kneuzenetappes voorgeschoteld waar geen hont naar wil kijken. Ik dacht dat er ook iets van commercieel belang achter de Tour zat?
pindazakje
pi_218190540
Ik heb even Chris Horner gevolgd over de etappe van gisteren. Dat Pogacar zo gemakkelijk wint, komt ook door de knuckleheads van andere teams. Dan bedoel ik in dit geval op zo'n kleine drie kilometer voor de finish, waar eerst een AGR-man even maximaal op kop rijdt, daarna een FDJ-man, maar ook Wout van Aert, zonder de kopman bij je in de buurt te hebben.
Als je van Pogacar wilt winnen, dan moet je het tempo laten zakken (zie etappe 2), maar niet de kopgroep op een lint trekken, zoals Remco gisteren deed. Dan is het gratis kopwerk voor Pogacar.
pi_218190554
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 09:43 schreef Hyaenidae het volgende:
Waarom doen ze dit, juist als mensen tijd hebben om etappes te volgen krijg je 2 vlakke kneuzenetappes voorgeschoteld waar geen hont naar wil kijken. Ik dacht dat er ook iets van commercieel belang achter de Tour zat?
Je moet van Bretagne toch ergens komen, en dan ga je over vlak terrein. En 14 juli is in Frankrijk toch iets belangrijker dan een weekend.
pi_218190555
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 10:05 schreef Idisrom het volgende:
Ik heb even Chris Horner gevolgd over de etappe van gisteren. Dat Pogacar zo gemakkelijk wint, komt ook door de knuckleheads van andere teams. Dan bedoel ik in dit geval op zo'n kleine drie kilometer voor de finish, waar eerst een AGR-man even maximaal op kop rijdt, daarna een FDJ-man, maar ook Wout van Aert, zonder de kopman bij je in de buurt te hebben.
Als je van Pogacar wilt winnen, dan moet je het tempo laten zakken (zie etappe 2), maar niet de kopgroep op een lint trekken, zoals Remco gisteren deed. Dan is het gratis kopwerk voor Pogacar.
Zou het uitmaken? Dag 2 wint die nog steeds makkelijk van iedereen behalve de andere mutant.
pi_218190650
Ik ben vandaag passief aandachtig. Hopelijk mis ik geen plankje.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
  zaterdag 12 juli 2025 @ 10:25:06 #16
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_218190663
Zou WOUT zich vandaag gaan bemoeien met de sprint?
  zaterdag 12 juli 2025 @ 10:26:12 #17
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_218190667
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 04:38 schreef wimderon het volgende:

[..]

Mooi interview met Jose
pi_218190746
quote:
Stukje in dalende lijn naar deze helling toe, twee rotondes erbij, positionering is dan wel essentieel. Een beetje vooraan zitten, anders moet je op dat stuk van 500 meter aan 4,5% gaan opschuiven en verspil je daar al je krachten.
Arme Dylan
pi_218190839
Helemaal prima dat ik het weekend moet werken met zulke etappes :)
pi_218190979
Hopelijk wordt dit geen wandeletappe :{
pi_218191089
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 11:18 schreef Dutch_view het volgende:
Hopelijk wordt dit geen wandeletappe :{ Dit wordt een wandeletappe
Fixed
Wind extinguishes a candle and energizes fire
  zaterdag 12 juli 2025 @ 11:40:53 #22
470661 maxi-mus
are you not entertained?
pi_218191105
Kan ik eindelijk eens een hele etappe kijken is het weer kijken naar groeiend gras. Welke idioot verzint dit nou? (of zou het met balletje slaan te maken hebben, waar de finales vandaag en morgen zijn? Kan het me niet voorstellen)
  Moderator zaterdag 12 juli 2025 @ 11:44:25 #23
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_218191134
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 11:40 schreef maxi-mus het volgende:
Kan ik eindelijk eens een hele etappe kijken is het weer kijken naar groeiend gras. Welke idioot verzint dit nou? (of zou het met balletje slaan te maken hebben, waar de finales vandaag en morgen zijn? Kan het me niet voorstellen)
Wel zin die finale morgen!
pi_218191149
Tjerrie Goevenoe is een ransmakaak
pi_218191173
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 11:18 schreef Dutch_view het volgende:
Hopelijk wordt dit geen wandeletappe :{
Je bent wel gek als je vandaag in een ontsnapping gaat zitten.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Album top 100 2024
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')