abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_218194002
Etappe 8: Saint-Méen-le-Grand - Laval Espace Mayenne, 171,4 km

We keerden terug naar heilige grond, maar er volgde geen heilige dag. Je zou zelfs kunnen stellen dat er eerder een duivelse dag volgde. Na de vermakelijke etappe richting Vire trokken we naar Mûr-de-Bretagne en vanuit het vertrek waren er wederom genoeg renners die zin hadden om in de aanval te gaan. Vooral Visma was heel actief, waarbij Wout van Aert een kilometer of tien vrij zinloos voor het peloton uit zou rijden. Zijn poging mislukte en een paar pogingen later zagen we ineens een groepje van vijf wegrijden. UAE probeerde al een paar keer de boel op slot te gooien en nadat de vijf vertrokken waren lukte dat. Een paar vergeefse pogingen van andere renners later was het beklonken, we zouden het gaan doen met een kopgroep van vijf en dus zouden de favorieten het gaan uitmaken op Mûr-de-Bretagne. UAE liet de voorsprong niet echt oplopen en even later kwam Alpecin helpen om de voorsprong binnen de perken te houden. Dat leek een goed signaal van Van der Poel, maar uiteindelijk kwam het er waarschijnlijk toch vooral op neer dat hij de gele trui wilde eren. De ploeg op kop zetten omdat de leidende ploeg dat nu eenmaal hoort te doen, niet omdat hij het idee had dat hij de rit daadwerkelijk kon winnen. Herstellen in een grote ronde is niet zo zijn ding gebleken, de benen waren nog ontzettend zwaar na de vorige rit. Andere renners hebben daar nooit last van, gek is dat. De kopgroep bestond uit een lokale renner, Ewen Costiou, een voormalig Tourwinnaar, Geraint Thomas, een verdwaalde sprinter, Ivan Garcia Cortina, een liefhebber van tramadol, Alex Baudin en een man die in de finale last zou krijgen van kramp, Marco Haller. Zij reden vooral voor spek en bonen op kop, al beleefde Costiou nog wel een mooi moment. De kopgroep haalde de eerste passage van Mûr-de-Bretagne net en Costiou reed weg van zijn kompanen, waardoor hij in z'n eentje op kop van de koers over de muur vol wielergekke Bretoenen mocht rijden. Een kippenvelmoment voor hem, maar de koers won hij er natuurlijk niet mee. Voor we het finalecircuit rond Mûr-de-Bretagne bereikten gebeurde er helemaal niets, daardoor hadden we wel alle tijd om het eerbetoon aan Bernard Hinault in beeld te brengen. Hij was ook aanwezig, Bernard had een goede dag. Al zat hij ook wel een tijdje opgescheept met Sammy Neyrinck, dat was dan weer een domper op de feestvreugde. Op de eerste passage van Mûr-de-Bretagne had het peloton onder leiding van UAE en Alpecin de kopgroep dus al bijna bij de lurven gevat, we zagen op de klim dan weer vooral Visma tempo maken. Simon Yates reed een tijd heel hard op kop en daardoor bleef er maar een klein groepje over. In dat groepje zagen we Van der Poel al bijna lossen. Je kon dan nog hopen dat hij zijn krachten aan het sparen was voor de tweede passage over de klim, maar nee, hij was gewoon kapot. Hij kwam wel nog mee over de eerste klim, met hem een mannetje of 40. Vanuit die groep viel Wout van Aert aan, zijn tweede aanval van de dag. Het enige dat hij met die aanval bereikte was dat hij zijn bril verloor, het is voorlopig nog niet de Tour van Wout. Hij werd snel weer tot de orde geroepen, waarna het er alle schijn van had dat we gingen toewerken naar een finale met een compacte groep. Een groep die in de afdaling nog wat compacter werd, dankzij een valpartij. Een klapband zorgde er vermoedelijk voor dat Almeida onderuit ging, hij nam een hoop renners mee in zijn val. Onder meer een duo van Bahrein, voor Jack Haig was het meteen einde koers terwijl Buitrago zijn klassementsambities kan opbergen. Ook Barré lag er niet lekker bij, terwijl Eddie Dunbar zichzelf onderuit kegelde. Ben Healy won een dag eerder nog, maar ondanks een hendig sjieke slip eindigde hij nu ook op de grond. Het blijft een gekke sport, natuurlijk.

Van 40 man gingen we zo naar 30 man en in het laatste stuk voor de tweede keer Mûr-de-Bretagne waren het weer Visma en UAE die een trein op de rails probeerden te zetten. Visma wilde er alles aan doen om de klim zo lastig mogelijk te maken, maar eenmaal op de muur nam UAE dan toch weer het commando over. De niet te stoppen Tim Wellens gooide er weer een onvoorstelbare beurt uit, terwijl we Van der Poel al zagen afhaken. Het opschuiven richting de klim lukte al niet, eenmaal op de klim was het meteen klaar. Wel een extra dagje geel gedragen, maar er volgde dan toch een vrij roemloze aftocht op de klim waar hij vier jaar eerder geschiedenis schreef. Het maakt nogal verschil of een klim op de tweede dag of op de zevende dag in het parcours ligt, het maakt ook verschil of je in de dagen ervoor al met je krachten hebt lopen te smijten. Sommige renners die buitenaards lijken vertonen af en toe menselijke trekjes, dat is dan ergens ook wel weer een geruststelling. Sommige renners die buitenaards lijken vertonen nooit menselijke trekjes, dat zagen we daarna wel weer. Na het werk van Wellens was het Evenepoel die wat initiatief toonde, ineens zaten er nog maar drie renners vooraan. Alleen Vingegaard en Pogacar konden mee, de rest moest uitsturen. Evenepoel bleef een tijd op kop rijden, puur en alleen met het doel om Vauquelin op achterstand te rijden. Althans, volgens Vauquelin dan. Kévin begint wellicht een beetje in zichzelf te geloven, hij moet zich vooral afvragen of het een heel goed idee was om het gat naar de drie voorste renners helemaal alleen te willen dichten. Daardoor kwam hij er in het restant van de etappe niet meer aan te pas. Hij bracht wel een rits andere renners terug, waaronder Jhonatan Narvaez. Dat was dan weer een godsgeschenk voor Pogacar, na het letterlijke wegvallen van Almeida kwam er dan toch op het moment suprème een knecht uit de hemel gevallen. Narvaez nam het commando van dat groepje over en reed een piepklein groepje van amper 10 man naar de finish toe. Ditmaal geen aanval van ver, want er stond tegenwind op de klim. Het werd dus wachten op de sprint, wachten op de onvermijdelijke demarrage van Pogacar. Die demarrage volgde pas heel laat, maar het was wel weer raak. Vingegaard leek heel goed mee te kunnen, leek misschien zelfs even aanstalten te maken om er nog voorbij te gaan, maar toen was de finish er al. Uiteraard won Pogacar, toch weer met een fietslengte voorsprong. Zijn tweede ritzege in deze Tour, hij neemt ook weer het geel over. Loopt wat uit op al zijn concurrenten, voor zover je ze zo mag noemen. Weer wat bonificaties erbij, en achter Vingegaard viel er dan ook nog een gat. De verrassend sterke Onley werd derde, voor Gall, Jorgenson, Evenepoel en Vauquelin. Daarachter liepen de tijdsverschillen op, het is op Mûr-de-Bretagne eigenlijk nog nooit gebeurd dat de groep vooraan zo klein was en de verschillen zo groot. En dat met tegenwind zelfs, we maken bijzondere tijden mee. Voorspelbare tijden ook, natuurlijk was het weer de wereldkampioen die won. Behoorlijk saaie rit, behoorlijke saaie uitkomst. Niet iedere heuvelrit is automatisch een toprit, zeker niet zo'n rit met een vlakke aanloop en dan twee klimmetjes aan het eind. De Tour is verder nog steeds niet definitief beslist, maar we kunnen allemaal wel zien welke kant het op aan het gaan is. Gelukkig is het nu weekend, want in het weekend volgen er vaak spectaculaire ritten. Doordeweeks moeten mensen werken, dan worden vaak de wat saaiere ritten gehouden. In het weekend, wanneer iedereen kan kijken, zoeken we het spektakel op. Kijk maar eens wat voor moois de organisatie dit weekend voor ons in petto heeft: twee vlakke ritten. De eerste van dit grandioze vlakke tweeluik in het weekend is een rit van Bretagne naar de Mayenne, dit wordt een rit om nooit te onthouden.




Daags na de aankomst op de heuvel boven Mûr-de-Bretagne bevinden we ons nog steeds in Bretagne, het kloppende hart van het Franse wielrennen. Dat zagen we gisteren wel weer, bijvoorbeeld tijdens de passage in Saint-Brieuc. Een klein stadje, maar wel het stadje waar liefst twee renners uit het Tourpeloton vandaan komen. Alexis Renard en Mathis Le Berre beleefden een topdag, het werd duidelijk dat beide renners ook over een uitgebreide fanclub beschikken. Heel wat huidige Franse renners komen uit Bretagne, maar er komen ook vooral een hoop grootheden uit het verleden uit deze eigenzinnige streek, met hun malle taaltje. Het bewijs voor deze stelling wordt meteen geleverd bij de start, we bevinden ons voor de tweede keer in de Tourgeschiedenis in Saint-Méen-le-Grand en dat is niet zonder reden. Het is dit jaar 100 jaar geleden dat een van de grootste Franse renners ooit hier geboren werd, niemand minder dan Louison Bobet. We zijn hier om een jubileum te vieren, ieder jaar in de Tour passeren we wel weer in een bepaalde stad of op een bepaalde klim omdat een Franse legende daar zoveel jaar eerder geboren werd, overleed of een iconische zege boekte. Alle grote Fransen worden met enige regelmaat in het zonnetje gezet, daar zorgt Christian Prudhomme wel voor. Hij zit het hele jaar door op Wikipedia alle geboortedata van alle Franse legendes op te zoeken en zodra er eentje tien jaar is overleden of 50 jaar daarvoor de Tour won of 100 jaar eerder geboren werd laat hij aan Gouvenou weten dat het parcours moet passeren op een plaats die aan de legende te linken valt. In 2008 ging er al eens een Tourrit van start in Saint-Méen-le-Grand, toen reed het peloton naar Lorient en daar zou Sylvain Calzati de rit solo winnen vanuit de vlucht. Nu, in 2025, keren we terug naar Saint-Méen, omdat een drievoudig Tourwinnaar hier 100 jaar geleden geboren werd. Louison Bobet, tussen 1953 en 1955 won hij drie jaar op rij de Tour. Hij won ook Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen en de Ronde van Lombardije, daarnaast werd hij in 1954 wereldkampioen. Een absolute grootheid, om meerdere redenen. Zo gaat de legende dat we het aan hem te danken hebben dat er voor het eerst wielershirts met een ritssluiting werden geproduceerd. Na een koers had hij moeite met ademen en hij vroeg of er niet iets anders kon bedacht, een ritssluiting zou helpen om weer op adem te komen. En voila, men ging aan de slag. In 1983, een dag na zijn 58e verjaardag overleed hij aan kanker in Biarritz. Hij eindigde in het Baskenland, maar na zijn dood werd hij begraven in zijn geboorteplaats Saint-Méen-le-Grand. Een kleine plaats met ongeveer 4600 inwoners, waar je met moeite iets zinnigs over kunt vertellen. Gelukkig is daar het internet, in dit geval meer specifiek de toeristische site destination-broceliande.com. Take it away! Saint-Méen-le-Grand ligt op het kruispunt van de grote regionale routes Rennes / Brest en Saint-Malo / Vannes en geniet van een bevoorrechte ligging in het hart van de regio Brocéliande. Het is het land van het fietstoerisme en heeft grote wielerkampioenen voortgebracht. Toeristen worden ook verrukt door de rijkdom van het erfgoed. Ontdek hier alles over Saint-Méen-le-Grand! Laten we eerlijk zijn: Saint-Méen-le-Grand is DE stad om te fietsen! Saint-Méen-le-Grand ligt in het hart van het Bretonse netwerk van fiets- en groene routes, op het kruispunt van twee van de belangrijkste groene routes van Bretagne (V3 en V6). Deze fietsroutes bieden een veilige manier om Bretagne te ontdekken en niet te vergeten de legendarische bezienswaardigheden van Brocéliande! Vanuit Saint-Méen-le-Grand zijn er fietslussen en fietscircuits beschikbaar, dus er is genoeg om fietsliefhebbers tevreden te houden! Veel uitroeptekens, het moet hier dus wel fantastisch zijn. Saint-Méen-le-Grand is ook de geboorteplaats van grote wielerkampioenen als Frédéric Guesdon, Francis Pipelin en Louison Bobet (3-voudig Tour de France-winnaar en wereldkampioen). Bobet staat hier in de schijnwerpers, met de ruimte Tous à vélo avec Louison Bobet als eerbetoon aan hem! Dit museum is het hele jaar door geopend en is een meeslepende, interactieve ervaring voor wielerfans. Het museum is inderdaad de lokale trekpleister, ook volgens het roadbook. Frédéric Guesdon komt hier ook nog eens vandaan dus, tot op heden de laatste Franse winnaar van Parijs-Roubaix. Wel lullig dat Jean Bobet niet wordt genoemd, de jongere broer van Louison was ook nog een paar jaar prof en reed een paar keer de Tour, zonder in de prijzen te rijden. Een Prudencio Indurain, zeg maar. Saint-Méen-le-Grand is ook rijk aan erfgoed. De prachtige abdijkerk, in zijn geheel geklasseerd als Historisch Monument, zal je niet onverschillig laten. Dit gebouw werd opgericht op het kruispunt van twee Romeinse wegen ter ere van Mewen (Méen). Het maakt deel uit van een van de oudste abdijen van Ille-et-Vilaine en herbergt de mooie Chapelle du Paradis, waarin enkele prachtige 14e- en 15e-eeuwse fresco’s zijn ontdekt. Onder het kopje niet te missen vind ik het volgende: Twee fresco’s die op de watertorens van de stad zijn geschilderd, brengen hulde aan lokale figuren uit Saint-Méen-le-Grand: Louison Bobet, winnaar van de Tour de France in 1953, 1954 en 1955, en wereldkampioen in 1954 en Théodore Botrel, de beroemde Bretonse bard die enkele jaren van zijn jeugd doorbracht bij zijn grootmoeder Fanchon in Saint-Méen-le-Grand.




In Saint-Méen-le-Grand gaan de renners officieus van start op een gigantische parkeerplaats, bij de lokale sporthal voor de deur. Tijdens de neutralisatie rijden ze door het centrum, waarbij ze onder meer passeren langs het opvallende stadhuis. Normaal al een gebouw dat in het oog springt, voor de gelegenheid hebben ze het gebouw ook nog wat extra versierd. Men pakt altijd uit als de Tour op bezoek komt, dat kun je wel stellen. Een paar meter verderop rijden we langs Tous à vélo avec Louison Bobet, het museum ter ere van deze grootheid. Een eindje buiten Saint-Méen-le-Grand gaat de rit vervolgens officieel van start, we hebben weer eens een eresaluut aan een icoon gebracht en nu kan een rit beginnen waar klimmer Bobet zelf een bloedhekel aan zou hebben gehad. Het kan wel eens snel beklonken zijn in de eerste kilometers van deze rit, ik ben bang dat er vandaag weinig mannen zullen zijn die zin hebben om in de aanval te gaan. Het is nu rit 8 en de laatste kans voor de sprinters dateert al weer van de derde rit, de rappe mannen gaan alles op alles zetten om van deze rit een massasprint te maken en dat zal de motivatie wegnemen bij alle andere ploegen. We gaan uit van een mannetje van Total in de vlucht en dat was het dan, topvermaak op de zaterdag. Echt een blamerende rit voor het weekend, maarja, we moeten door tot maandag en om het Centraal Massief te bereiken moeten we nu eenmaal een gebied doorkruisen waar wat minder heuvels te vinden zijn. Al hadden ze er alsnog meer van kunnen maken dan dit, maar ze zullen zich natuurlijk op de borst kloppen dat de finish vandaag net niet helemaal vlak is. Geen echte sprint, hoewel het natuurlijk wel gewoon een echte sprint gaat worden. Enfin, in de eerste vijf kilometer van de etappe rijden we volledig rechtdoor over een brede weg tot in Boisgervilly. Het loopt hier heel lichtjes vals plat omhoog, maar het is een vlakke start in een vlakke rit. Na vijf kilometer bereiken we Boisgervilly, waar meerdere rotondes en bochten op de renners wachten, het scheelt dat het peloton hier stapvoets doorheen kan rijden. Een snelle blik leert mij dat de wind hier ook nog eens schuin tegen zal staan, dit wordt een heerlijke wandeletappe. Misschien zelfs zonder kopgroep, ik sluit dat niet eens uit. Na de bochtige passage in Boisgervilly vol obstakels rijden we dan weer een paar kilometer over een brede weg rechtdoor tot we uitkomen in Montauban-de-Bretagne. Hier volgt dan opnieuw weer een bochtige passage in het centrum, terwijl we inmiddels alweer negen kilometer hebben afgewerkt. In Montauban-de-Bretagne rijden we over het spoor, komen we meerdere rotondes en vluchtheuvels tegen terwijl we de helikopter op zoek laten gaan naar het lokale kasteel.



Na een paar laatste bochten en rotondes verlaten we Montauban om dan vervolgens 30 kilometer lang dezelfde weg te volgen tot in Melesse. In deze 30 kilometer komen we amper iets van enig belang tegen, maar, uit onderzoek blijkt dat dit goed voor ons is. Deze week in de Volkskrant: Tijdens momenten van rust, bijvoorbeeld wanneer je naar een saaie Tour-etappe kijkt, wordt in je brein het default mode netwerk actief. Dat netwerk houdt je mentaal gezond, dus gooi die televisie maar aan. Ons default mode network gaat deze rit buitengewoon actief zijn, maar dat is dus goed voor ons brein. Bedankt, Prudhomme en Gouvenou! We rijden dwars over het Bretonse platteland en daar valt weinig te beleven, het hoogtepunt wordt voorlopig gevormd door een meertje langs de kant van de weg met aan het meertje een kasteel, het Château de Perronnay. Even verderop rijden we dan weer na 22 kilometer Romillé binnen en dat is de geboortegrond van Gérard Rué. Dat was een knecht van Fignon en Indurain, hij reed acht keer de Tour en werd in 1991 zelfs 10e. Schijnt na zijn carrière allerlei sportzaken gerund te hebben in Bretagne, naast het ontwikkelen van zijn eigen kledinglijn. In Romillé komen we een rotonde en enkele bochten tegen in het centrum, daarna rijden we weer doodleuk verder over dezelfde brede weg door het Bretonse platteland. Het is hier ook echt plat, we verzamelen bitter weinig hoogtemeters. Een aantal geestdodende en kaarsrechte kilometers verder langs de akkers komen we uit in Gévezé, waar in het centrum ook weer een paar bochten en rotondes liggen om de renners een klein beetje wakker te schudden. Een aantal vluchtheuvels en drempels ook, maar de nervositeit in het peloton zal zo ongeveer rond het nulpunt hangen. Van Gévezé rijden we twee kilometer vals plat omhoog verder naar La Mézière, zowaar een keer een weg die merkbaar omhoog zal lopen, al stelt het alsnog geen reet voor. In La Mézière slingeren we dwars door het centrum heen, we pakken enkele bochten mee zodat we de mooie kerk hier van dichtbij kunnen bekijken. Via een paar laatste bochten verlaten we La Mézière, om weer een aantal kilometer volledig rechtdoor te rijden over een brede en vlakke weg tot in Melesse, en daar hebben we alweer 40 kilometer afgewerkt. Dat is meters maken. In Melesse komen we een behoorlijk aantal rotondes tegen, terwijl we een enorme omweg nemen om uiteindelijk het centrum te bereiken. Midden in het centrum staat een bijzonder fraaie kerk, verder is dit een plaats waar niets over te zeggen valt. We rijden daarom maar weer snel Melesse uit, om over een nieuwe weg koers te zetten richting Chevaigné. We nemen nu een wat smallere en vooral slechtere weg, voor zover het in deze fase van de rit überhaupt iets uitmaakt. Weer een tocht langs de eindeloze akkers, daar zit dan weer geen verandering in. Bij het betreden van Chevaigné rijden we over het Canal d'Ille et Rance, een kanaal dat ook tijdens de vorige rit de revue passeerde. Via talloze bochten rijden we door het centrum van Chevaigné heen, een behoorlijk nieuwe stad. Vooral veel lelijke nieuwbouw hier, weinig karakteristieke Bretonse bouwwerken. Buiten dit plaatsje komen we nog wat rotondes en vluchtheuvels tegen, voorlopig blijven dat de enige obstakels. We rijden nu wel weer over een bredere en betere weg verder, het volgende dorp op de route is Saint-Sulpice-la-Forêt en dit is volgens de Toursite one of the world's smallest Smart Cities. Je ziet het er niet aan af, zullen we maar zeggen. Wel valt te zien dat ze in dit dorpje een kicken abdij hebben, of, nouja, hadden. Er zijn alleen nog wat ruïnes over, maar dat is soms net zo mooi. In het centrumpje van het dorpje slaan we abrupt linksaf, daarna rijden we over een weg die van wat wegversmalling is voorzien verder naar La Porte Pilet, de hoofdplaats van de gemeente Chasné-sur-Illet. In dit dorpje volgt er uiteindelijk een bocht naar rechts, waarna we vijf kilometer heel licht vals plat bergop door een bos mogen rijden op weg naar Liffré. Dit stadje bereiken we aan het eind van deze mooie bosweg na 58 kilometer koers, het is een plaatsje waar we een paar jaar geleden ook al eens doorheen zijn gereden. In de Tour van 2021 reden we door Liffré onderweg naar Fougères, waar Mark Cavendish zou winnen in de sprint. Deze Tour van 2025 is een ronde waarin we veel dezelfde plaatsen zien verschijnen als in 2021. Als we dan eens in het noorden zijn vinken we vaak dezelfde locaties af, soms ook dezelfde route. Vanuit Liffré rijden we een kilometer of 30 over dezelfde weg als in 2021, sommige renners zouden geconfronteerd kunnen worden met een flashback.




Liffré is de plaats waar Axel Mariault vandaan komt, hij was de afgelopen jaren prof bij Cofidis. Zoals de meeste renners van Cofidis kan hij er niets van, daarom is hij dit jaar weer op continentaal niveau actief. In het centrum van dit dorpje slaan we linksaf en daarna volgt vrij snel de volgende bocht naar rechts. We rijden langs de kerk af en verlaten het dorp dan vrij snel weer, terwijl we momenteel iets meer naar het zuiden rijden. De wind zou daardoor tijdelijk wat gunstiger kunnen staan met het oog op waaiers, al lijkt het er verder op dat de wind niet hard genoeg zal blazen en dat we het daardoor dus simpelweg moeten doen met een doodsaaie wandeletappe. Buiten Liffré gaat het zes kilometer rechtdoor richting La Bouëxière, het blijft vrij breed en behoorlijk vlak. Bij het bereiken van La Bouëxière - wat een vreselijke naam - wordt het weer heerlijk technisch. Een rotonde als entree, daarna een eindeloze hoeveelheid vluchtheuvels en ook flink wat bochten in het centrum. Geen feest, maar buiten dit dorp wordt het gelukkig weer een stuk makkelijker. We rijden een kilometer of 20 voornamelijk rechtdoor richting Vitré, waar de tussensprint ligt. Halverwege rijden we door Champeaux, hier wordt het wel weer even technisch. Een chicane om de kerk heen, daarna nog een pittig bochtje naar links over een wat smaller bruggetje. Vervolgens keert de rust weer terug en gaan we tien kilometer verder langs talloze weilanden en akkers richting Vitré. Het gaat in deze kilometers wat op en af, maar er zitten geen echte klimmetjes tussen. Het is vooral hopen op de wind, want de omgeving beschikt over een hoop waaierpotentie. Paar flauwe bochten waardoor de wind wel eens van richting gaat veranderen, maarja, de kans is dus groot dat de wind ons in de steek gaat laten. Enfin, in de buurt van Vitré slaan we linksaf, waarna we over een brede weg naar het centrum van deze stad gaan fietsen. Dit gaat wel weer wat geven, want onderweg naar dat centrum komen we talloze rotondes en ontelbare vluchtheuvels tegen. Bovendien gaat het kort naar beneden, met een paar bochten en dus heel wat vluchtheuvels onderweg. Dat is wel even vervelend, gezien de tussensprint staat er hier nog echt iets op het spel ook. Beneden zien we het hoogtepunt van Vitré liggen, het kasteel. Langs dit fabuleuze kasteel gaat er na 85,5 kilometer gesprint worden. Dezelfde locatie als in 2021, ook toen reden we onderweg van Redon naar Fougères via Liffré naar Vitré toe en volgde er een tussensprint in de stad van dat kasteel. Vitré heeft niet alleen een kasteel, ze hebben ook een koers. De Route Adélie de Vitré, een koers waarin de renners een stuk of 100 rondjes afwerken rond Vitré, met in die rondjes steeds een paar korte hellingen. Ondanks die hellingen eindigt de koers haast jaarlijks in een sprint, dit jaar was het Stian Fredheim die met de overwinning aan de haal ging. Hij klopte Paul Penhoët en Emilien Jeannière, twee jongens die een paar dagen geleden nog op de grond lagen. Jeannière is inmiddels uit koers, Fredheim en Penhoët doen nog wel mee en vooral Fredheim zal dan toch met goede gevoelens langs het kasteel rijden. In de afgelopen jaren is de koers verder gewonnen door Jenthe Biermans, Fredrik Dversnes, Axel Zingle en Arvid de Kleijn. Meestal is het een sprint, maar soms weet er ook iemand weg te blijven, zoals Dversnes. Hij vloerde Vauquelin, dat zou Kévin nu niet meer overkomen. In 2006 kwam de Tour hier eens langs, toen won Robbie McEwen. Amandine Fouquenet is van hier, een renster van Arkea. Vitré is gedeeltelijk door een oude vestingmuur omgeven, terwijl we over het kasteel kunnen zeggen dat het tot de meesterwerken van de Bretonse vestingbouwkunst behoort. Het dateert van omstreeks 1100 en werd in de 14e en 15e eeuw gerestaureerd. In het kasteel bevindt zich een historisch museum, met ook een kunstcollectie. Vlak buiten de stad ligt ook het Château des Rochers-Sévigné. Heel vet allemaal, de tussensprint en het kasteel vormen zo ongeveer halverwege de rit het eerste moment van enige opwinding.




Na de tussensprint gaat het peloton kort achter elkaar vier rotondes tegenkomen in het centrum van Vitré. Bovendien wat vluchtheuvels, het is een heerlijk chaotische passage. We rijden bijna bij de lokale - prachtige - kerk naar binnen, maar slaan net op tijd rechtsaf bij de vierde rotonde. Hier verlaten we de route van de rit van 2021, Fougères ligt ten noorden van Vitré en Laval niet, dus dan houdt het op. Al ligt Laval ten oosten van Vitré en zouden we rechtdoor naar de finish kunnen rijden, maar de organisatie heeft een lus via het zuiden ingebouwd. Een paar keer veranderen van richting, hopend op de wind. Die er niet is, zo gaat dat altijd als ze rekening proberen te houden met de wind. De weergoden laten zich meestal niet op die manier misbruiken. In ieder geval, na de bocht na rechts bij de kerk komen we nog veel meer rotondes tegen. Een stuk of zeven, voor we eindelijk het technische Vitré kunnen verlaten. Nog meer vluchtheuvels en andere ongein erbij, er kan een zucht van verlichting door het peloton als we buiten de stad een brede weg in de natuur bereiken. Deze weg loopt dan weer een kilometer of zes bijna volledig rechtdoor op een vlakke manier in de richting van Argentré-du-Plessis. Een paar flauwe bochten onderweg, maar bochtig wordt het pas weer als we Argentré-du-Plessis bereiken. Vlak voor dit dorp slaan we een keer linksaf, daarna rijden we het dorp binnen en daar ligt in het centrumpje nog meer bochtenwerk op de renners te wachten. Vlak voor we het dorp betreden rijden we overigens langs het lokale kasteel, een puik exemplaar. Bij het verlaten van Argentré-du-Plessis slaan we rechtsaf een nieuwe weg in, een bijna kaarsrechte weg die we negen kilometer volgen tot in het volgende dorp, Gennes-sur-Seiche. Het loopt daadwerkelijk kilometers rechtdoor, over een brede en volstrekt vlakke weg. De omgeving bestaat uit een eindeloze hoeveelheid hooibalen, het is hier echt volstrekt uitgestorven. De wind staat in deze strook schuin in de rug, je snapt wel ongeveer wat het plan was met dit deel van de route. Met wind erbij had dit een waaierspektakel kunnen worden, maar zoals ik nog maar eens zal herhalen zal er niet genoeg wind staan. We rijden rap door het nietige Gennes heen, in het centrum gaat het volstrekt rechtdoor, waarna we vervolgens ook weer heel rap uitkomen in het volgende dorp, Cuillé. Het meest bijzondere is dat we ter hoogte van Cuillé Bretagne achter ons laten, we rijden de Pays de la Loire binnen. Welkom in het departement de Mayenne, waar het moyenne van deze rit wellicht eindelijk een keer een beetje opgeschroefd zal worden. Uit Cuillé is de dit jaar overleden voormalig wielrenner André Foucher afkomstig, hij was een uitstekende knecht en reed achtereenvolgens in dienst van Henry Anglade, Jan Janssen en Raymond Poulidor. Tussen 1960 en 1967 reed hij acht jaar op rij de Tour, in 1964 kreeg hij het zelfs voor elkaar om als zesde te eindigen in het eindklassement. Dit jaar overleed hij op de respectabele leeftijd van 92. In Cuillé komen de renners een paar drempels tegen, naast een schuine bocht naar links in het centrum. Na die bocht bereiken we een weg die we dan weer exact 10 kilometer gaan volgen tot in Ballots. Onderweg naar Ballots passeren we ook in een paar andere dorpjes, Laubrières bijvoorbeeld, waar dan weer wat drempeltjes en vluchtheuvels en wegversmallingen liggen, maar als we dat even vergeten is het verder de simpelste tocht die een mens zich kan voorstellen. Recht, vlak, brede weg, niets aan de hand. De omgeving blijft in de Pays de la Loire een tikje saai, we rijden weer door een graanschuur om moedeloos van te worden. Na 115 kilometer komen we uit in Ballots, het dorp van Jacky Durand. Deze Eurosportexpert kon vroeger wel een aardig eindje hardrijden, hij stond vooral bekend om zijn lange en vaak zinloze ontsnappingen. Nouja, zinloos, hij won wel mooi de Ronde van Vlaanderen, drie ritten in de Tour en hij werd twee keer Frans kampioen. Een publiekslieveling, we zijn allemaal gek op renners die tegen beter weten in keer op keer in de aanval gaan. Jacky Durand, een echte costaud, werd geboren in finishplaats Laval. Maar hij groeide hier op, in Ballots. Daar hadden zijn ouders een boerderij, uiteraard is iemand met het karakter van Durand een boerenzoon. Zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen schijnt zo'n beetje de verrassing van de eeuw te zijn geweest, maar daar ben ik dan weer een beetje te jong voor. Enfin, tegenwoordig is hij helemaal niet meer in Ballots te vinden, het grootste gedeelte van het jaar zit hij in Parijs, als hij voor Eurosport moet werken. De rest van het jaar zit hij op Mauritius, de nieuwe grote wielernatie. Kunnen we begrip voor opbrengen, in Ballots valt geen fuck te beleven. Er liggen wel wat drempels in het centrum van het dorpje, de renners komen ook een wegversmallingen tegen en wat bochten rond de kerk, maar daarna trekken ze buiten Ballots één rechte streep van dik acht kilometer richting Craon. Recht, breed, vlak, hetzelfde verhaal. De enige noviteit is dat we na velden vol maïs nu ook een paar velden vol zonnebloemen tegenkomen, ja! De Tour is nu écht begonnen.




Na 124 kilometer bereiken de renners Craon, een plaats die ooit heel mooi was. Ooit hadden ze hier namelijk een stadsmuur met liefst 27 torens! In de loop der eeuwen hebben ze dat allemaal afgebroken, erg jammer. Gelukkig is er wel nog een kicken kasteel te vinden, om de pijn te verzachten. Een floprit op een zaterdag, maar we hebben in ieder geval wel nog kasteeltjes om naar te koekeloeren. In het ooit belangrijke Craon rijden de renners met een boog om het centrum heen, dat doen ze via een weg met nogal wat rotondes. Na al die rotondes verlaten we Craon om tien kilometer 100% rechtdoor te rijden. We volgen een weg die onmogelijk rechter had kunnen zijn, het is haast fascinerend. Deze weg loopt overigens direct buiten Craon een kilometertje aan 3% omhoog, maar verder is het uiteraard gewoon weer volledig vlak. De omgeving is weer volstrekt leeg, de boeren regeren in de Mayenne. Aan het eind van onze tocht van tien kilometer over deze brede weg bereiken we het dorpje Laigné, waar ten langen leste een bocht naar links zal volgen. Na deze bocht gaan we de rest van de rit afwerken met tegenwind, ofschoon het niet heel hard zal waaien. Na de bocht in Laigné rijden we over een nieuwe weg weer eens 10 kilometer rechtdoor, nu zetten we koers naar Quelaines-Saint-Gault. Helemaal recht is het overigens ook weer niet, na een tijdje rijden we door de kleine dorpjes Marigné en Peuton en in deze dorpen komen we een paar flauwe bochten tegen. Het grotere probleem is eerder dat het hier wat smaller wordt, dat er paaltjes op de weg staan en dat er wat drempeltjes liggen. Voorbij deze dorpen gaat het daadwerkelijk weer een aantal kilometer volstrekt rechtdoor langs de akkers af, over een minimaal glooiende weg. Na 145 kilometer bereiken we Quelaines-Saint-Gault en hier volgt dan voor het eerst in langere tijd weer eens een enigszins ingewikkelde passage, in het centrumpje slaan we linksaf en bijna meteen daarna rechtsaf, om na die bocht via een smalle weg het dorp te verlaten. Buiten Quelaines slaan we tussen de weilanden in een keer linksaf een andere smalle weg in, maar na de volgende bocht naar rechts bereiken we weer een brede weg en deze weg zal rechtdoor naar de enige gecategoriseerde klim van de dag voeren. Voelt overigens alsof ze hier een foutje hebben gemaakt en dat we die omweg door de weilanden helemaal niet gaan nemen, maar dat is een klein detail dat deze rit verder niet wezenlijk zal veranderen. Van Quelaines-Saint-Gault gaat het helemaal rechtdoor naar Nuillé-sur-Vicoin, zes kilometer lang komen we geen enkele bocht tegen. De weg loopt buiten Quelaines een kilometer of twee vals plat omhoog, maar het is nog steeds gewoon vlak. Zodra we Nuillé-sur-Vicoin bereiken komt daar enige verandering in. In dit piepkleine dorpje, je bent langer bezig met het uitspreken van de naam dan de renners tijd nodig hebben om er doorheen te rijden, beginnen we aan de gelijknamige klim, de Côte de Nuillé-sur-Vicoin. Een klimmetje van 900 meter aan 3,8%, zo! Dit klimmetje van de vierde categorie gaat natuurlijk geen enkele renner in de problemen brengen, maar op deze manier kan de marketingafdeling van de Tour wel de indruk proberen te wekken dat dit geen volledig vlakke rit is. Over alles wordt nagedacht, behalve mijn bloeddruk. Na een ietwat glooiende aanloop richting het dorp komen we in dit plaatsje zelf enkele vluchtheuvels tegen, we dalen kort af in het centrumpje van dit grijze oord en pakken tussen de huizen in wat bochtjes mee. Na een schuine bocht naar links aan de rand van het centrum rijden we over de Vicoin heen en aan de andere kant van dit stroompje loopt de weg dus een kleine kilometer aan bijna 4% omhoog. Een brede weg, met een paar mooie brede bochten. In een van die bochten in het begin van de klim gaat het een paar meter aan 6% omhoog, lijkt me allemaal niet lastig genoeg om de renners echt uit te putten. Na 155 kilometer, op dik 16 kilometer van de finish, komen we boven op dit klimmetje. We bereiken een plateautje, waar de boeren weer de boventoon voeren.




We rijden ook door een paardenregio, naar het schijnt. Paardenmensen zijn geen mensen, deze etappe is geen rit. In Nuillé-sur-Vicion staat wel weer een kasteel, maar daar heb je het ook meteen mee gehad. Na de klim, als je dit ding überhaupt zo mag noemen, rijden we rechtdoor verder in de richting van L'Huisserie. Het is drie kilometer volledig recht en zo goed als vlak, op een kort hellend stukje vlak voor L'Huisserie na. Via een brede rotonde rijden we na 158 kilometer dit dorpje binnen, waar een jonge Pierre-Emerick Aubameyang nog heeft gewoond. Zijn vader voetbalde in die tijd bij Laval, vandaar. De man met het gigantische voorhoofd voetbalt tegenwoordig in Saoedi-Arabië, we nemen hem dus absoluut niet meer serieus. Eenmaal in het dorp komen we nog een drietal rotondes tegen, daarnaast rijden we ter hoogte van de lokale kerk een paar meter over wat keurige steentjes. Na een bocht naar rechts verlaten we via een straat vol paaltjes het dorp weer, waarna we buiten L'Huisserie kort gaan afdalen over een brede weg zonder veel bochten, maar wel met wat vluchtheuvels. Beneden komen we uit langs de Mayenne, we volgen de rivier richting finishplaats Laval. Een aantal kilometer rijden we door een mooie omgeving heen, langs de Mayenne ziet het er zowaar pittoresk uit. Op ongeveer 10 kilometer van de finish betreden we Laval en in de stad komen we alvast de eerste rotonde tegen, waarna we even verderop rechtsaf slaan om over de Mayenne heen te rijden. Het wordt nu wel even iets technischer, we slaan aan de andere kant van de Mayenne meteen linksaf en rijden dan door een straat heen waar wat paaltjes staan. Weer een paar meter later volgt er een nieuwe bocht naar rechts, de boel kan hier mooi op een lint worden getrokken in aanloop naar de onvermijdelijke sprint. Aan het eind van de straat slaan we schuin linksaf een andere weg in, eentje die we een kilometer mogen volgen. Het gaat nu weer even rechtdoor, maar er komt in deze finale nog genoeg bochtenwerk aan. Genoeg vluchtheuvelwerk ook, daar heeft deze straat absoluut last van. We rijden momenteel niet bepaald door de mooiste wijk van Laval, maar als we aan het eind van deze straat scherp linksaf slaan rijden we in licht dalende lijn terug naar de Mayenne en in de buurt van deze rivier ziet alles er beter uit. Op zes kilometer van de finish slaan we voorbij een regenboogzebrapad stevig rechtsaf en na die bocht rijden we dik twee kilometer rechtdoor langs de Mayenne. De weg langs de rivier is behoorlijk breed, maar we komen wel wat andere obstakels tegen. Zo rijden we al snel onder een mooie spoorbrug door, waar de weg even wat smaller wordt. Met vijf kilometer te gaan komen we dan weer een rotonde tegen en bij die rotonde gaat het behoorlijk rechtdoor, maar bij de volgende rotonde die een halve kilometer later volgt gaat het dan weer schuin naar links. Na die rotonde loopt de weg een kilometertje vals plat omhoog, aan een procentje of twee, met een kort stukje waar het aan een procentje of vier omhoog zal gaan. Aan het eind van deze weg komen we uit bij een nieuwe rotonde en hier slaan we linksaf, om nog even een extra lusje in het parcours in te bouwen. Na de bocht rijden we een kleine kilometer rechtdoor over een brede weg, een weg die nog een beetje vals plat omhoog blijft lopen. Op drie kilometer van de finish bereiken we een rotonde, daar nemen we een bocht van 180 graden en dan rijden we terug over dezelfde weg, gelukkig is de weg gesplitst. Tweebaans heen en tweebaans terug, als je al bent afgehaakt kun je mooi bewonderend toekijken hoe de rest als een gek aan het rijden is in de aanloop naar de finish. De weg heen liep vals plat omhoog, nu dalen we juist weer vals plat af, opnieuw terug naar de Mayenne. De snelheid zal hier ontzettend hoog liggen, de rotonde die we op twee kilometer van het eind tegenkomen kan daardoor best een beetje eng worden. We slingeren rechts om de rotonde heen, rijden de Mayenne over via de Pont de Pritz en daarna komen we aan de andere kant van de brug een nieuwe rotonde tegen. Bij deze rotonde moeten we ook langs rechts passeren, terwijl we verder wel rechtdoor moeten gaan. Na de rotonde bereiken we de finishstraat en dit wordt wel een bijzondere finishstraat. Het is een vlakke rit en we gaan sprinten, maar het wordt geen volledig reguliere sprint. Direct na de rotonde begint een gigantisch brede weg namelijk omhoog te lopen, over een soort van snelweg rijden we richting de finish en deze snelweg loopt 1300 meter aan 3% omhoog. Dat lijkt niet zo interessant, is het ook nog steeds niet, maar in de eerste 500 meter loopt de weg aan 4,5% omhoog, met een stukje boven de 5%. Dat zou een mooi moment kunnen zijn voor een aantal ploegen om door te trekken, daar breng je wellicht de minder klimmende sprinters mee in de problemen, maar het probleem is dan wel weer dat we aan dit lastigere stukje beginnen met veel snelheid. We zijn net afgedaald naar de Mayenne en ondanks die twee rotondes zal er nog veel snelheid in het peloton zitten. Het peloton zit hier waarschijnlijk ook al aardig op een lint, dat is wellicht een groter issue dan dit kleine stukje in stijgende lijn. Na deze aanvangsfase van 500 meter met daarin een enorm brede lopende bocht naar rechts komen we uit op een soort van lege vlakte buiten de stad, een vlakte die alleen gevuld is door wat lelijke industrie. Na de stevige aanzet vlakt het hier af, in de resterende 800 meter van de rit gaat het zo'n beetje aan 2% omhoog tot de finish, waarbij de organisatie uiteraard heeft bedacht dat het een goed idee is om de weg in de laatste meters naar links af te laten buigen. Geen echte bocht, een beetje vergelijkbaar met de finish in Duinkerke alsnog. Nu alleen geen soort van chicane, maar alsnog geen volledig rechte finish. Is bijzonder, maar ze zullen gezien de breedte van de weg wel denken dat het goed gaat aflopen. Sowieso een wat tragere sprint aangezien de weg vals plat omhoog zal blijven lopen tot in de laatste meter, dat moet ook helpen. Een pittige aankomst, maar niets waar de echte sprinters van schrikken. Na 174 kilometer eindigen we vlak voor een rotonde, langs de Espace Mayenne, bij Buffalo Grill voor de deur.





Net als in 2021 eindigt er een rit in Laval, deze Tour voelt bijna als een soort reünie. Tijdens de vijfde rit van die Tour werkten de renners een tijdrit af van 27 kilometer tussen Changé en Laval. In de finale rijden we eventjes over het grondgebied van Changé heen, terwijl we ongeveer in dezelfde hoek van Laval gaan eindigen. Ook toen was Espace Mayenne de finishlocatie, al zochten we toen een paar wegen binnendoor op in plaats van deze rondweg. De tijdrit in Laval was een bijzondere, Mathieu van der Poel had net een paar dagen daarvoor gewonnen op Mûr-de-Bretagne en hij reed in het geel rond, maar wel met een beperkte voorsprong op renners als Pogacar en Van Aert. Van der Poel is nooit een specialist in het tijdrijden geweest, maar toen al helemaal niet. Daar besteedde hij echt nooit aandacht aan, hij had eigenlijk niet eens een fatsoenlijke helm. Om het geel te verdedigen werd er op het allerlaatste moment allerlei materiaal ingevlogen, er werd een helm geleend van een of andere oud-coureur en 's avonds voor de tijdrit ging hij nog even met wat ploeggenoten overleggen wat eventueel een goede positie op de fiets zou zijn. Wonderbaarlijk genoeg werkte het, hij reed de tijdrit van zijn leven en beperkte de schade op een dusdanige manier dat hij het geel wist te behouden. Hij werd vijfde, op een halve minuut van de onvermijdelijke Pogacar. Hij eindigde in dezelfde tijd als Van Aert, onvoorstelbaar. Het geel gaf hem vleugels. Pogacar had ook vleugels die dag, hij versloeg een specialist als Küng en hij liet ook Vingegaard en Roglic ruim achter zich. Al was Vingegaard toen de verrassing, hij was helemaal niet voorzien als kopman, maar door het latere uitvallen van Roglic zou hij dat toch worden. Dit was een eerste signaal dat hij wel eens een rol zou kunnen spelen in het klassement. Een lastig tijdritje was het stiekem toch nog wel, met een paar korte klimmetjes onderweg en een finish in stijgende lijn, maar het was alsnog fascinerend dat Pogacar daar kon winnen en het was net zo fascinerend dat Van der Poel het geel kon behouden. Hij hield dat daarna nog twee dagen vol, maar toen we eenmaal de Alpen bereikten was het klaar. Hij stapte toen vervolgens af om te gaan mountainbiken, werd een minder groot succes, net zoals de Tour sindsdien amper een succes is geweest. Tot deze Tour, wat hij deze week heeft laten zien mogen we positief beoordelen, al baalt hij zelf dat hij niet heeft kunnen winnen in het geel en hij vraagt zich af hoe het kan dat alle andere renners iedere dag zo goed herstellen. Vragen wij ons ook af, Mathieu. Onze vriend Michel Wuyts heeft overigens een prachtig stuk geschreven over de zege van Mathieu op Mûr-de-Bretagne, het staat achter een betaalmuur maar een goede archivaris weet daar wel raad mee. In ieder geval, net als in 2021 proberen ze in Laval de Espace Mayenne onder de aandacht te brengen. Dat werd in 2021 gelanceerd als een groot nieuw evenementencentrum voor ál uw evenementen. Culturele evenementen zoals concerten en shows, 'professionele' evenementen zoals beurzen, congressen, seminars, productlanceringen of gewoon een luxueus dinertje voor de VIPS. Sportevenementen, niet te vergeten! Nationale en internationale wedstrijden, Amerikaans korfbal bijvoorbeeld, of gewoon de koers, want in de buurt ligt blijkbaar ook een velodroompje. Een futuristisch gebouw, dat blijkbaar zoveel geld heeft gekost dat het nog een keer in beeld moet worden gebracht. Even een stukkie van hun officiële site hoor, zo krakkemikkig mogelijk vertaald: Het is ontstaan ​​uit de gezamenlijke wens van de Departementale Raad van Mayenne en Laval Agglomeration om moderne en functionele uitrusting te verwerven die bijdraagt ​​tot de animatie en invloed van hun grondgebied. Gevestigd op 8,5 hectare, in het hart van de agglomeratie Laval met gemakkelijke toegang via de snelweg A81 op 5 minuten en het TGV-station op 10 minuten afstand, verwelkomt de site u in zijn binnenruimtes van 5.000 m² voor de organisatie van uw evenementen voor 50 en 4.700 mensen. Het heeft grote buitenruimtes van meer dan 10.000 m² die de installatie van uw tijdelijke structuren en uw evenementenruimten mogelijk maken. In de buurt van de camping profiteert u van een breed scala aan moderne en gastvrije hotelinrichtingen, waardoor u verzekerd bent van een accommodatiecapaciteit van 1600 bedden op de bestemming. Een ruime keuze aan restaurants is ook bereikbaar op loopafstand van de camping en het stadscentrum. Nou, dolletjes, keer twee. Als de renners naar links kijken zien ze in de laatste meters wellicht een opvallend wit bouwwerk liggen, maar ik denk niet dat ze er heel erg van onder de indruk zullen zijn. Moderne architectuur is geen architectuur.



Laval is verder een stad met bijna 50.000 inwoners in de Mayenne, Pays de la Loire. Het is pas de derde keer dat de Tour hier passeert, debuteren deed Laval in 1999. Toen won Tom Steels de massasprint in deze stad, waarna we een dag later weer in Laval zouden vertrekken. Die rit zou eindigen in Blois, waar Mario Cipollini won, met een gemiddelde snelheid van 50.355km/u is dat nog steeds de snelste rit in lijn in de historie van de Tour. Een stukje geschiedenis begon dus in Laval, een stad waar in het verleden wel meer gebeurd schijnt te zijn. Laval was eerst de zetel van een baronie en vanaf 1429 van een graafschap. Het oude kasteel dateert uit de dertiende en veertiende eeuw, met een donjon uit de twaalfde eeuw. Het nieuwe kasteel werd gebouwd in Renaissancestijl. De graven behoorden tot de huizen van Montmorency, Montfort en Coligny. Tijdens de Franse Revolutie was Laval een van de bolwerken van de opstand in de Vendée en in de stad en omgeving vonden hevige gevechten plaats in 1793. Het kasteel deed later dienst als gevangenis en tegenwoordig is het de thuisbasis van een museum, Museum of Naive Art and Singular Arts. Gelegen aan de Rue du Douanier Rousseau, want het museum is er vooral gekomen dankzij de werken van Henri Rousseau, kunstschilder die bekend werd door zijn postimpressonistische schilderijen in een naïeve of primitieve stijl. Deze schilder, met de bijnaam Le Douanier, was uit Laval afkomstig. De lokale economie moet het vooral van zuivel hebben, daarom wordt de stad ook wel de Cité du Lait genoemd. Er is een museum dat dezelfde naam draagt, daar kun je dus alles vinden over de geschiedenis van koeien, melk, kaas en noem het allemaal maar op. Er is ook nog een kathedraaltje, de Cathédrale de la Trinité de Laval. Ziet er wel prima uit, net als een kapelletje aan de andere kant van de Mayenne, de Chapelle Saint-Julien. Daar weer tegenover komen we een oud badhuis tegen, stammend uit de tijd dat nog bijna niemand in de stad over een eigen badkamer beschikte. Allemaal de moeite waard, Laval kan dus wel leuk zijn voor een middagje. De Tour is nog niet vaak op dat idee gekomen, terwijl er toch wat bekende wielrenners uit de stad komen. Wat te denken van Jacky Durand, de man van ontelbare ontsnappingen werd hier geboren Laval, maar we weten inmiddels dat hij een stukje verderop opgroeide. Franck Renier en Ludovic Turpin heb je ook nog, maar dat waren dan weer niet echt memorabele renners. François Pervis komt ook uit deze buurt, die werd een paar keer wereldkampioen op de baan. Speciaal voor hem hebben ze dat velodrome bij de Espace Mayenne aangelegd, zou je kunnen denken. Laval beschikt ook over een voetbalclub, Stade Lavallois. Ver afgezakt tegenwoordig, maar in het verleden hebben hier toch wat bekende voetballers gespeeld. Francis Coquelin bijvoorbeeld, maar met name Pierre-Emerick Aubameyang. Beide heren zijn geboren in Laval, vooral Aubameyang is toch een grote voetballer geworden. Wel een beetje een moeilijke jongen, weinig verbazingwekkend dat hij in de zandbak is geëindigd.



In Laval kunnen ze ook jaarlijks genieten van de Boucles de la Mayenne. Meestal begint deze wedstrijd met een korte proloog in de straten van Laval, altijd een gevaarlijke onderneming. Dit jaar was er ook weer zo'n proloog in Laval, waarbij we van de Espaye Mayenne naar de Espace Mayenne reden. Jeminee, ze proberen dat witte gedrocht echt op de kaart te zetten. Thibuad Gruel, de man met de bril, won die proloog voor Cosnefroy. De derde rit van die editie eindigde ook weer in Laval en werd gewonnen door Marius Mayrhofer, die in z'n eentje het voltallige peloton wist af te houden. Nu in de Tour, die prestatie gaat hij niet herhalen. In 2024 won Benoit Cosnefroy dan wel weer de proloog in Laval, een jaar daarvoor slaagde Ivo Oliveira daar dan weer in. Altijd koers in Laval, maar meestal wel een B-koers. Een B-koers die ook wel eens werd gewonnen door Mathieu van der Poel. In de jaren dat hij nog een pure veldrijder was reed hij alleen in de zomer een paar koersjes op de weg en een van de vaste koersen op zijn programma was de Boucles de la Mayenne, waar hij in de straten van Laval in 2017 zowaar een massasprint won. We gaan niet uit van een herhaling, maar wie weet inspireert het hem toch. Van de B-koers gaan we naar de A-koers, deze floprit gaat van start om 13:10. Het is gelukkig een relatief korte rit, hoeven we in ieder geval niet onze hele dag te verspillen met deze onzin. De neutralisatie duurt vandaag een kwartier, we gaan nogal de tijd nemen om Bobet te eren. De rit wordt direct vanuit het vertrek uitgezonden door Eurosport, maar je mist vrij weinig als je pas begint met kijken zodra de NOS en Sporza hun wagonnetje aanhaken. Eurosport 1 en de streams van HBO Max vanaf 13:00, de NOS doet om 14:15 mee en Sporza 14:25. Mijn pro-tip is om zelf te beginnen met kijken omstreeks 16:45, de finish wordt verwacht tussen 17:04 en 17:24 en als je een kwartier tot een half uur van deze rit ziet heb je waarschijnlijk verder niets gemist. Of het moet zijn dat er iemand met een zonnesteek van z'n fiets dondert, het gaat namelijk een verschroeiend hete dag worden. Ineens trekt er een hittegolf over Frankrijk heen, ineens is het absurd heet. Van een paar dagen met 19 graden gingen we de afgelopen dagen al richting de 30 graden, nu gaan we over de 30 graden heen. In startplaats Saint-Méen-le-Grand noteren we 31 graden, totaal geen kans op regen en een beetje wind uit het noordoosten. Die wind had tijdens deze rit een rol kunnen spelen, maar daarvoor waait het helaas niet hard genoeg. Er waren onderweg wat stroken te vinden waar een waaier had kunnen ontstaan, maar met deze windsnelheden gaat dat niet gebeuren. In aanloop naar de finale zal er sprake zijn van tegenwind, maar in de slotkilometer is er dan juist weer sprake van wind in de rug. Kun je ondanks het feit dat het vals plat omhoog zal gaan alsnog beter niet te lang wachten met het inzetten van je sprint. In Laval wordt het 32 graden, ook daar geen kans op regen en ook daar een beetje wind uit het noordoosten. Op de dagen dat we de wind echt nodig hebben om de koers te maken is de wind er niet, altijd tegen Thierry en altijd tegen ons.



Dit wordt een massasprint. Kan ik heel kort over zijn. Er zijn relatief weinig kansen voor de sprinters in deze Tour, deze kans gaan ze dus absoluut niet laten liggen. Morgen is er nog een kans, maar die kansen moeten ze ook allebei met beide hangen aangrijpen want daarna gaat het wel weer een tijd duren voor er gesprint mag worden. Ik denk dat iedereen in het peloton dit ook wel weet, er zal weinig animo zijn om in de vlucht van de dag plaats te nemen. Een aanzienlijk deel van de dag tegenwind zal bij die ambities ook niet helpen. Nee, we gaan sprinten. En dat wordt gewoon een bijna volledige massasprint, op wellicht een paar mannen die door een haast onvermijdelijke valpartij missen na. De aankomst is niet volledig vlak, maar de meeste sprinters lossen nu ook weer niet direct bij de eerste de beste drempel. Een Tim Merlier is specialist in sprintjes met een korte helling aan het eind, genre Nokereberg. Een Milan draait hier ook totaal zijn handen niet voor om, zie ook het feit dat hij de afgelopen dagen twee tussensprintjes won na een kort klimmetje. Ze moeten er misschien iets harder voor werken, maar ze komen hier absoluut niet in de problemen. Iedere sprinter kan dit aan, het grotere probleem zal wellicht zijn dat een aantal jongens met een grote achterstand beginnen aan deze strook. Stukje in dalende lijn naar deze helling toe, twee rotondes erbij, positionering is dan wel essentieel. Een beetje vooraan zitten, anders moet je op dat stuk van 500 meter aan 4,5% gaan opschuiven en verspil je daar al je krachten. In die zin is het wel een iets interessantere sprint dan een volledig vlakke sprint, maar de uitkomst gaat niet veel verschillen.
1. Merlier. Pas één kans gehad in deze Tour en die kans benutte hij meteen. Hij werd slecht gebracht, wat wil je ook met zo'n matige ploeg, maar dat maakt dit jaar allemaal niet uit. Als hij kan sprinten wint hij, daar komt het haast altijd op neer. Milan werd perfect gebracht door Lidl-Trek, maar Merlier kwam er alsnog omheen. Zoals gezegd kan hij dit type sprint zeker aan, zo won hij vorig jaar in de Giro ook nog een keer een rit na een soortgelijke aankomst. Een klimmer is hij natuurlijk niet, maar met zijn momenteel ongeëvenaarde explosiviteit komt hij echt wel over een kilometer aan 3% heen.
2. Milan. Over Milan kunnen we eigenlijk hetzelfde zeggen, ook hij kan dit perfect aan. Hij ziet er natuurlijk uit als een logge jongen, een type dat bij ieder viaduct al moet lossen, maar de praktijk is anders. Dit past perfect binnen zijn mogelijkheden en dan heeft hij ook nog eens de ideale ploeg om hem goed af te zetten. Hij gaat een belangrijke slag slaan in de strijd om de groene trui, ik ben alleen bang voor hem dat een ritzege voorlopig niet tot de mogelijkheden zal behoren. Zijn tussensprintjes maken indruk, maar dan doet Merlier niet mee. Dat lijkt momenteel toch net een andere categorie te zijn.
3. Groves. Groves is nooit de snelste sprinter van het peloton, maar als de rit iets lastiger is geweest weet hij vaak makkelijker te overleven en is hij nog iets frisser in de sprint, waardoor hij tijdens deze rit toch mooi op een straatlengte achterstand derde kan worden. Met een lead-out van Van der Poel, die ongetwijfeld niet voor zichzelf zal rijden.
4. Lund. Ik ben niet zo druk bezig met de strategie van Picnic, maar ik meen ergens opgevangen te hebben dat de vlakke sprints voor Bittner zouden zijn en de heuvelachtige sprints voor Lund. Nou, dan zou deze rit dus voor Tobias moeten zijn. En dan kan Tobias ook meteen een eind komen, gok ik. Een goede ereplaatssprinter, winnen is dan weer een heel ander verhaal.
5. Bini. Laat ik hem toch maar een keer noemen. Qua snelheid maakt hij deze Tour nog niet veel indruk op me, al is het ook wel weer zo dat de concurrentie met Milan en Merlier pittig is. Deze aankomst zou hem moeten helpen om iets dichter in de buurt te komen, een enigszins vergelijkbare rit won hij vorig jaar. Een hellinkje helpt, al lijkt de zege er dit jaar niet in te zitten. Het groen ook niet, het ene jaar is het andere niet. Maar we gaan wel nog wat punten sprokkelen om eigenhandig de ploeg in de World Tour te houden, ook wat waard.
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
  zaterdag 12 juli 2025 @ 18:45:22 #2
30919 mitt
Michael Corleone
pi_218194022
Niks gemist deze zaterdag. :W
Op dinsdag 9 september 2003 13:57 schreef Dr.Daggla het volgende:
[13:57:43] <@Daggla> ik weet ei'k ook niet wie corleone is.. Uit ER ofzo?
pi_218194116
Wout van Aert verrast en sprint tóch mee: "Ik zal het de volgende keer aankondigen en op Twitter zetten"

Wout was zo bang voor Trine dat die niet durfde te zeggen dat die ging meesprinten.

en Pogi was weer boos op de Vismas

[ Bericht 3% gewijzigd door Wienerschnitzels op 12-07-2025 19:16:35 ]
pi_218194173
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 19:01 schreef Wienerschnitzels het volgende:
Wout van Aert verrast en sprint tóch mee: "Ik zal het de volgende keer aankondigen en op Twitter zetten"


Wout was zo bang voor Trine dat die niet durfde te zeggen dat die ging meesprinten.

en Pogi was weer boos op de Vismas
Dit is toch niet te doen voor ons met die onbetrouwbare wielrenners!
pi_218194191
Willen we echt een deel 2 voor deze etappe?

Zo snel mogelijk diep begraven in een stoffig archief van de tourhistorie deze rit, nooit meer over hebben
  Redactie Sport zaterdag 12 juli 2025 @ 19:52:57 #6
451829 crew  H.Vviv
pi_218194443
quote:
Article 2.12.007-6.1 : Obstruction d’un coureur / Obstruction to a rider
(81) MILAN Jonathan - LIDL-TREK - 10030115147
Amende de 500 CHF - 10 Points au classement par points - 10'' de pénalité
Fine of 500CHF - 10 Points at points classification - 10'' penalty
Ook nog boetes voor Penhoet en De Lie.
  Moderator zaterdag 12 juli 2025 @ 19:56:46 #7
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218194454
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 19:52 schreef H.Vviv het volgende:

[..]
Ook nog boetes voor Penhoet en De Lie.
Niet voor Grofs dus begrijp ik? Dat is dan toch weer opmerkelijk.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_218194459
Zit wel lekkere consistentie in de straffen. Coquard wordt voor niets met geel bestraft, Milan krijgt deze veel mildere straf en een Groves krijgt niks.
  Redactie Sport zaterdag 12 juli 2025 @ 19:58:20 #9
451829 crew  H.Vviv
pi_218194460
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 19:56 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]
Niet voor Grofs dus begrijp ik? Dat is dan toch weer opmerkelijk.
Het is pure willekeur die boetes en straffen.
  zaterdag 12 juli 2025 @ 19:59:56 #10
398044 0ne_of_the_few
Mate verslaafde
pi_218194468
Wielrennen gaat het judo achterna met zijn strafjes.
Kein gewalt! Wir sind das volk!
Steps taken forwards but sleepwalking back again.
pi_218194509
quote:
1s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 19:59 schreef 0ne_of_the_few het volgende:
Wielrennen gaat het judo achterna met zijn strafjes.
Niks mis dat er bij sprints wat strenger opgetreden wordt, zelfs goed naar mijn mening, maar zoals altijd met de UCI is het weer willekeur.
pi_218194511
quote:
1s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 19:59 schreef 0ne_of_the_few het volgende:
Wielrennen gaat het judo achterna met zijn strafjes.
Rolletje voor passiviteit is wel een goed idee.
  zaterdag 12 juli 2025 @ 20:08:51 #13
398044 0ne_of_the_few
Mate verslaafde
pi_218194524
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 20:06 schreef TargaFlorio het volgende:

[..]
Niks mis dat er bij sprints wat strenger opgetreden wordt, zelfs goed naar mijn mening, maar zoals altijd met de UCI is het weer willekeur.
Zeker prima als er wat opgetreden wordt. Maar het blijft voer voor interpretatie en voor je het weet is het middel erger dan de kwaal.
Kein gewalt! Wir sind das volk!
Steps taken forwards but sleepwalking back again.
pi_218194543
quote:
1s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 20:08 schreef 0ne_of_the_few het volgende:

[..]
Zeker prima als er wat opgetreden wordt. Maar het blijft voer voor interpretatie en voor je het weet is het middel erger dan de kwaal.
De UCI kennende zal het hier wel op uitdraaien.
pi_218194623
quote:
1s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 20:08 schreef 0ne_of_the_few het volgende:

[..]
Zeker prima als er wat opgetreden wordt. Maar het blijft voer voor interpretatie en voor je het weet is het middel erger dan de kwaal.
Het blijft natuurlijk ook erg lastig.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Album top 100 2024
  Moderator zaterdag 12 juli 2025 @ 20:42:44 #16
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218194725
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 20:06 schreef wimderon het volgende:

[..]
Rolletje voor passiviteit is wel een goed idee.
Dus Burgaudeau wint de Tour?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zaterdag 12 juli 2025 @ 21:36:14 #17
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_218195296
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 19:01 schreef Wienerschnitzels het volgende:
Wout van Aert verrast en sprint tóch mee: "Ik zal het de volgende keer aankondigen en op Twitter zetten"

Wout was zo bang voor Trine dat die niet durfde te zeggen dat die ging meesprinten.

en Pogi was weer boos op de Vismas
Pogi is wel lekker geagiteerd de hele tijd. Alsof Vocsnor de hele tijd seksuele fantasieën over Tadej's moeder in zn oor fluistert onderweg
The world outside is burning with a brand new light but it isn't one that makes me feel warm. Don't go mistaking your house burning down for the dawn - Frank Turner
Stilaan weer op topniveau na jaren als fietsende hamburger
pi_218195412
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 21:36 schreef Fretwork het volgende:

[..]
Pogi is wel lekker geagiteerd de hele tijd. Alsof Vocsnor de hele tijd seksuele fantasieën over Tadej's moeder in zn oor fluistert onderweg
Vocsnor is ook wel eentje die tijdens het rijden continue anderen het zieken is.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
  zaterdag 12 juli 2025 @ 21:57:58 #19
31936 Dr_Flash
CubeMeister
pi_218195559
quote:
0s.gif Op zaterdag 12 juli 2025 17:19 schreef Momo het volgende:
Speciaal Milan voor grootste fan @:Dr_Flash
Kwaad. Woedend.
Salivili hipput tupput tapput äppyt tipput hilijalleen
pi_218196753
Volgend Thijs Sunfield gaat Pogacar nog een miljoen miljard punten pakken in de bergen voor de groene trui :D
"You can call me Susan if it makes you happy"
pi_218198501
quote:
0s.gif Op zondag 13 juli 2025 01:07 schreef TLC het volgende:
Volgend Thijs Sunfield gaat Pogacar nog een miljoen miljard punten pakken in de bergen voor de groene trui :D
Alleen leveren die relatief weinig punten op en zou Milan wel dagelijks kunnen scoren in de tussensprints (als die voor hem gunstig liggen in het parcours dan)
pi_218198566
quote:
0s.gif Op zondag 13 juli 2025 10:50 schreef Marcoss het volgende:

[..]
Alleen leveren die relatief weinig punten op en zou Milan wel dagelijks kunnen scoren in de tussensprints (als die voor hem gunstig liggen in het parcours dan)
Ze liggen wel redelijk gunstig in de bergritten.
pi_218198794


Milan wordt hier zwaar gematst, stukje marchanderen.



quote quotesplits me

Omdat je een nieuwe gebruiker bent willen we je erop wijzen dat het niet is toegestaan reclame te maken of FOK! te gebruiken voor commerciële doeleinden. Blijf ontopic en wees aardig voor je medeFOK!kers.
smilie   Pagina 1 / 1
Let op: Met het plaatsen van een bericht verklaar je akkoord te gaan met onze algemene voorwaarden van 27-05-2020, privacy policy van 27-05-2020 en Policy
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')