Ik vind dit zo'n leuke rubriek:
“Ik heb vaak de pijn moeten verbijten”: hij zweeg er 1,5 jaar lang over, nu vertelt Dimitri Van den Bergh hoe blessure zijn carrière hypothekeerde
Dimitri Van den Bergh begint vrijdag aan zijn queeste om opnieuw in de top zestien van de wereld te geraken. The DreamMaker start 2025 met een soort schone lei, want na zo’n anderhalf jaar kan onze landgenoot opnieuw darten zonder pijn.
Vincent Van Genechten
Dartsvolger
Van den Bergh moet voorbij tweevoudig wereldkampioen Gary Anderson in de eerste ronde van de vernieuwde Winmau World Masters. In ronde twee wacht mogelijk Michael van Gerwen. Er waren makkelijkere lotingen… Maar de regerende UK Open-kampioen zit er niet direct mee in. Hij begint dan ook met een positief gevoel aan het nieuwe seizoen.
De reden: Van den Bergh was maandenlang op de sukkel met een vervelende polsblessure. Dat hield hij opzettelijk stil voor de buitenwereld, kwestie van geen excuus te willen inroepen voor eventuele mindere prestaties. Tot nu.
“Ik mag dit jaar starten zonder pijn te voelen”, glunderde The DreamMaker in de spelersruimte van de Maaspoort in Den Bosch. Daar bood hij vorige week veel weerwerk aan wereldkampioen Luke Littler, die met 6-4 won in R1 van de Dutch Darts Masters. “We hebben er expliciet voor gekozen om hier anderhalf jaar lang niets over te communiceren. Er kwamen wel eens vragen over, maar die heb ik altijd afgeblokt. Ik wil aanzien worden als iemand die altijd zijn best doet en daar is wel eens commentaar op gekomen. Kritiek mag van mij, maar uiteindelijk weet ik wat er aan de hand was. Of beter gezegd: aan de pols. De pijn is nu weg, door verschillende zaken die ik heb laten doen. Van kinesitherapie en advies van een chirurg tot ‘dry needling’ en shockwavetherapie. Alles was ik kon doen, is gebeurd.”
Van den Bergh liep de blessure op tijdens zijn verhuis van Merksem naar Sint-Truiden. Daar vond hij een stekje, samen met partner Evi en dochtertje Oonah. En binnenkort komt er nog een tweede spruit bij in het gezin.
In de zomer van 2023 hadden wij een huisje gevonden en vlak na de World Matchplay ben ik mee gaan verhuizen. Helpen met meubelen in elkaar te zetten, het wasmachine naar boven te dragen… Het was een hele dag werken, ‘travakken’ zoals ze dat bij ons noemen. Het allerlaatste wat ik moest doen, was een salontafel in elkaar zetten. Dat moesten we ondersteboven doen, dus met het bovenblad aan de onderkant. Oké, alles in elkaar gevezen en dan de tafel weer omkeren. En daar hebben we niet de slimste weg gekozen, waardoor ik het volle gewicht van de tafel op mijn rechterhand kreeg. Ik kon met links de tafel niet snel genoeg herpakken en dan is alles uit balans gegaan, wat mijn rechterhand niet aankon en waardoor er een knak gekomen is in mijn rechterpols. Ik heb toen een week lang mijn pijl niet verder kunnen gooien de plank waar mijn voet tegenstaat, omdat het natuurlijk ging om mijn werphand. Ik probeerde de beweging te maken, maar er ging zo veel pijn door mijn hand dat die in kramp schoot en ik mijn pijl voor mijn voeten op de grond liet vallen.”
Maar na een bezoek aan de spoed en het nemen van een echo/foto’s kon er niet meteen vastgesteld worden wat er nu precies aan de hand was.
Voel aan je rechterpols en je merkt dat daar twee beenderen zitten. Eentje aan de onderkant links en eentje aan de bovenkant rechts, wat een beetje zoals een bobbeltje uitsteekt bij de meeste mensen. Gek genoeg was er bij mij een cyste ontstaan, door die verkeerde beweging te maken en een ligament te scheuren. Daarna is er zich vocht gaan ophopen, in een gewricht waar er bijzonder weinig plek is. En die cyste is dus beginnen duwen. Bij de meeste mensen zou dat vooral een brandend gevoel gegeven hebben bij - het klinkt grappig maar het is de waarheid - het afvegen van hun achterste na een grote boodschap, maar bij mij dus ook als darter door mijn gooibeweging. Ik heb dan maandenlang liggen werken aan mezelf, zonder dat we wisten waar de pijn precies vandaan kwam. Tot ik in oktober na het missen van het EK - de eerste keer dat ik eens meer dan een week vrij had - naar een chirurgische specialist ben gegaan voor een MRI.”
Pas toen - vijftien maanden na het debacle met de salontafel - werd duidelijk met wat voor ongemak de Belgische nummer één kampte.
Die man begreep meteen wat er mis was en vertelde me dus over die cyste aldus Van den Bergh. Hij heeft mij vervolgens behandeld, maar niet met een operatie. Dat zou me drie maanden gekost hebben en die tijd heb ik niet als professioneel darter. Zeker toen niet. De Grand Slam en de Players Championship Finals had ik eventueel nog kunnen missen, maar ik wist ook dat ik in dat geval het WK niet mocht meedoen. Dat was gewoon geen optie, ook al zou de cyste dan meteen volledig verwijderd zijn. We zijn dan naar alternatieven gaan zoeken, wat resulteerde in lokaal een spuit zetten. Daardoor is de bubbel van de cyste geploft en vervolgens kreeg ik cortisonen. Na een week platte rust was het veel beter en ben ik beginnen training voor het WK. Daar zag iedereen dat het wel beter ging als de maanden daarvoor. Nog niet zoals het zou moeten zijn, maar wel beter. En die mindset neem ik mee het nieuwe seizoen in.