quote:
Deze oud-topdarter wilde nog maar één ding: ‘Terug naar mijn moeder, mijn ogen sluiten en in bed liggen’
Oud-Lelystedeling Niels de Ruiter (41) had alles in zich om een topdarter te worden. Totdat hij duizelig werd en het gevoel kreeg alsof hij op een schip stond. „Ik wilde maar één ding: terug naar mijn moeder, mijn ogen sluiten en in bed liggen.”
Aan zijn bijnaam lag het niet. „Ze wilden me eigenlijk Fido Dido noemen, maar dat vond ik helemaal niks. Toen heb ik mezelf maar Excellent Dude genoemd”, lacht Niels de Ruiter deze avond in de studio van Viaplay, de zender waarvoor hij tegenwoordig dartscommentator is. „Zo noemde mijn beste vriend mij eens, nadat hij die naam had gehoord in de film Bill & Ted’s Excellent Adventure, met onder meer Keanu Reeves. Toen heb ik dat maar overgenomen. Veel grappiger natuurlijk.”
En wie voor een wedstrijd opkomt met de knetterende muziek van Metallica en daarbij ook nog eens luchtgitaar speelt, alsof hij James Hetfield zelf is, hoeft zich niet af te vragen of hij er wel klaar voor is.
En het ging ook goed. In 2005 en 2007 werd De Ruiter met Oranje wereldkampioen, eerder was hij Nederlands rankingkampioen. Daarnaast plaatste hij zich in 2006 voor het WK darts, het jaar dat Jelle Klaasen de titel pakte, nadat hij in de finale meervoudig wereldkampioen Raymond van Barneveld versloeg. Een jaar later stond De Ruiter zelfs in de halve finale op het podium van het fameuze Lakeside.
Duizelig
Maar anders dan Klaasen en Van Barneveld, en later Michael van Gerwen, werd de voormalig Lelystedeling nooit de beste van de wereld. Zelfs niet de één na beste. Want in 2008 ging het mis. De Ruiter stond wel geconcentreerd te gooien, maar de pijlen kwamen overal, behalve waar hij ze wilde hebben. „Ineens stond ik niet meer stabiel en werd steeds vaker duizelig tijdens een wedstrijd.”
Hij bleek vertigo te hebben. Ofwel draaiduizeligheid, een vorm van duizeligheid waarbij het gevoel van draaien of tollen wordt ervaren, terwijl het lichaam deze bewegingen feitelijk niet maakt.
Het leidde tot enorme spanningen op het podium. „Ja, onderschat dat niet. En al helemaal niet die grote tv-toernooien, met al die mensen in de zaal. Stress doet veel met een darter, hoor.”
De Ruiter maakt de vergelijking met een voetballer die een strafschop neemt. „Op de training gaan ze er allemaal in. Maar hoe anders is dat tijdens een wedstrijd. En zo gek is dat niet, hè. Ineens komt daar zoveel meer bij kijken.”
Dat heeft een darter dus ook, meent De Ruiter. „Bij het ingooien gooi je de ene na de andere 180, net zoals thuis, op je zolderkamertje. Maar dan sta je op het grote podium en dan gaat het ineens een stuk moeilijker. Vergeet niet: je staat daar helemaal alleen.”
Faalangst
Faalangst wil hij het niet noemen. „Nee, het was puur de stress, waardoor het niet meer ging.” En dat is niet handig voor iemand die een sport beoefent waarbij het draait om precisie en rust. Want het scheelt nogal of de pijl in het gewenste vak belandt of op het ijzer ernaast. Een verschil van een paar millimeter, maar wel het verschil tussen winnen en verliezen.
De Ruiter merkte het in 2008. Hij stond weliswaar weer op het WK, maar dat had hij beter niet kunnen doen. Zo ging hij al in de eerste ronde hard onderuit tegen Glenn Moody. „Ik kon geen normale pijl meer gooien. Man, die wedstrijd was zo slecht. Toen wilde ik maar één ding: terug naar mijn moeder, mijn ogen sluiten en in bed liggen.”
Die draaiduizeligheid maakt het gewoon heel lastig, meent De Ruiter. „Het is niet dat het bord beweegt, het is meer alsof je op een boot staat, dat gevoel.”
Heel iets anders dan darteritus, waar sommige darters last van hebben. Daarbij blokkeer je, waardoor je letterlijk je worp niet afmaakt. „Ik gooide nog wel, alleen niet goed meer. En dat werd steeds erger. En dat zag je ook terug in de resultaten. Op een gegeven moment verloor ik van spelers van wie ik eerder nooit verloor. En speelde ik wedstrijden op een niveau waar je je voor schaamt.”
Inmiddels heeft De Ruiter het onder controle. Maar daarvoor moest hij wel een rigoureus besluit nemen. „Ja, want ik besloot te stoppen.” Weliswaar niet definitief, want hij speelt nog altijd in de eredivisie, in Houten. Maar op het allerhoogste podium zien we hem niet meer terug.
Plezier
Het was de beste beslissing die hij kon nemen, zegt hij. „Er viel meteen een enorme druk van mijn schouders. Ik had ook geen andere keuze. Inmiddels was ik wel tot de conclusie gekomen dat plezier zo belangrijk is. En ik wil dingen in mijn leven doen die ik leuk vind. Bovendien wilden we samenwonen, dachten we aan kinderen. Echt, ik zou het wel willen, maar ik kan het kennelijk niet meer. Dus moet je accepteren dat het niet voor je is weggelegd.”
Dat betekent niet dat De Ruiter niks meer met de top van de dartswereld te maken wilde hebben. Integendeel. Want nadat hij jarenlang directeur was van de Nederlandse Darts Bond en zelfs nog even de vertaler voor Christian Kist, de wereldkampioen van 2012 uit Vroomshoop die vrijwel geen Engels spreekt, is hij tegenwoordig commentator bij Viaplay. Zoals deze maand tijdens het WK in Alexandra Palace in Londen.
„Geweldig om te doen”, zegt De Ruiter op de bank bij Viaplay in Hilversum. Ja, om direct maar een misverstand uit de wereld te helpen: anders dan verslaggever Arjan van der Giessen zitten de commentatoren niet in Londen, maar doen zij verslag vanuit de studio op het Mediapark, waar vandaag niet alleen Co Stompé uit Lelystad de analist is, maar ook Raymond van Barneveld.
Spectaculair
Topgozers noemt De Ruiter ze, die twee mannen die hij al jaren kent en met wie hij regelmatig op het podium stond, zelfs bij Oranje. Hij denkt alleen niet dat Van Barneveld, die zaterdag zijn eerste partij speelt, voor een enorme verrassing kan zorgen in Ally Pally. Zoals heel wat moet gebeuren, wil Van Gerwen voor de vierde keer wereldkampioen worden. „Ja, de Nederlanders hebben het even moeilijk.”
Nee, dan zet De Ruiter, tegenwoordig werkzaam in het vastgoed als beheerder voor verenigingen van eigenaren, zijn geld liever op Luke Humphries, de regerend wereldkampioen die als eerste is geplaatst. „Natuurlijk, Luke Littler is ook geweldig, spectaculair zelfs. Maar Humphries gooit net wat constanter. Dat liet hij dit jaar wel zien, met het winnen van de World Matchplay, de World Cup en de Players Championship Finals. En hij heeft Littler dit seizoen al een paar keer verslagen.”
Vechtersbaas
Een vechtersbaas, noemt De Ruiter hem. „Die had een paar jaar geleden ook angstaanvallen. Maar kijk hoe hij is teruggekomen.”
Of hijzelf die weg ook niet had willen bewandelen? „Natuurlijk, het is geweldig om daar te staan, op dat podium. Dat gevoel, wanneer je opkomt, is haast onbeschrijflijk. Maar ik moet ook realistisch zijn. Bij mij was het ook een motivatiedingetje.”
Daarom moet en wil De Ruiter daar niet lang over nadenken. „Als ik geen last van die duizeligheid had gehad en ik had mijn niveau doorgetrokken, zoals veel spelers dat hebben gedaan, nou, dan had ik nu wel in de subtop mee kunnen draaien. In mijn beste jaren kon ik echt een goede pijl gooien, kon ik het over de breedte heel wat spelers lastig maken. Maar wat zeg ik: dat moet je achter je laten. Ik ben blij dat ik keuze destijds heb gemaakt.”