Ja Robbie, is er ook niet meer. Hij hing vaak rond bij winkelcentrum Westlede, of eerder ineengezakt op de vloer.
Oud artikel:
![?appId=21791a8992982cd8da851550a453bd7f&quality=0.8]()
Tiels bekendste zwerver Robbie wordt elke dag gelukkig wakker
TIEL - In de serie 'Kopstukken' portretteren we iedere week een markante Tielenaar. Deze week stadsnomade Robbie Veenstra.
Bijna iedereen in Tiel kent hem wel, althans, bijna iedereen weet wie hij is. Robbie Veenstra (48) leeft al jaren op straat. Maar waarom eigenlijk? En wat vindt hij van zijn leven?
Mooie plek
„In 1999 ben ik in Tiel uit mijn huis gezet vanwege een huurachterstand. Ik kreeg geen ander huis en kon eigenlijk nergens heen. Na een paar dagen zwerven ben ik een hutje gaan bouwen. Dat was in een stukje bos tussen twee viaducten op de Grotebrugse Grintweg. Een mooie plek. Daar kwam ik eindelijk tot rust. Je bent er toch aan gewend 's avonds thuis de deur dicht te doen. Als je dat kwijtraakt, moet je een nieuwe plek vinden. Ik heb daar zeker twee jaar gezeten.”
Rustiger leven
Voordien leidt Veenstra een rustiger leven. Hij gaat werken als boekhouder, nadat hij zijn diploma's behaalt op het atheneum aan de Heiligestraat en later de heao. „Ik was een verlegen jongen. Als ik op de middelbare school een kwartier pauze had, ging ik naar huis, dat was toch dichtbij.”
Voetbal
In zijn schooltijd voetbalt Veenstra veel. En goed. „Ik hoefde niet zo nodig, maar ik denk dat mijn ouders wilden dat ik ging sporten. Ik werd er goed in. Van Basten brak door bij Ajax en dat wilde ik ook wel. Ik ging aan een stuk trainen. De A-junioren mocht ik bij Theole overslaan, omdat ze me in het eerste elftal wilden hebben. Ik was hartstikke trots, stond elke maandag in de krant. Maar door een blessure, haarscheurtjes in mijn bot, moest ik een half jaar stoppen. Net op het moment dat ik bij FC Utrecht en Vitesse werd uitgenodigd. Ik heb het wel weer opgepakt, maar ben nooit meer de oude geworden.”
Autopoetser
Ondertussen krijgt Veenstra een baantje als autopoetser bij Citroën in het Fabriekslaantje. Hij verdient geld en ontdekt het uitgaansleven. "Na een biertje voelde ik me lekkerder. Dat werkte ook op school. In de examenklas kon ik ineens wel contacten leggen.”
Uitkering
In het uitgaansleven komt Veenstra voor het eerst in aanraking met drugs. Speed. Het heeft niet direct veel invloed op zijn leven. In 1994 gaat hij werken als boekhouder. „Doordeweeks liep ik met een koffertje naar kantoor, in het weekend had ik een ander leven.”
Als hij in 1998 ontslag krijgt, wil Veenstra niet aan een uitkering. „Ik dacht: ik ben zo weer aan het werk.” Daardoor ontstonden uiteindelijk financiële problemen.
Heroïne
Inmiddels is een andere drug in zijn leven gekomen. „Met het uitgaan gebruikten we speed. Ik kreeg echter een vriendin met een heroïneverleden. Toen we op een ochtend wakker werden, heb ik met haar voor het eerst heroïne gerookt. Ik voelde meteen een enorme rust over me heen komen. Ik wilde niet weten dat die drugs slecht voor me waren.”
„Na een weekje begonnen spontaan mijn ogen te tranen en moest ik veel niezen. Dat waren de afkickverschijnselen, zei ze. Ik schrok ervan en had toen nog kunnen stoppen, maar ik ben erin blijven hangen.”
Clean
Van tijd tot tijd is Veenstra clean, maar als hij vanwege openstaande taakstraffen en boetes een straf heeft uitgezeten, zoekt hij opnieuw zijn toevlucht in de drugs. „De druk moest van mijn hoofd, ik wilde even vliegen.”
Methadon
Vanaf 2004 gebruikt Veenstra methadon. „Drugs lopen als een rode draad door mijn leven. Ik vind dat niet erg hoor. Als ik opnieuw moest kiezen, zou ik het niet anders doen. Ik word elke dag gelukkig wakker. Ik draai een shaggie, later een jointje en ik luister veel naar Radio 1. Ik volg de achtergronden en het nieuws. Dat vind ik heel interessant.”
Minder mobiel
Nadat hij in 2015 zijn heup en bovenbeen heeft gebroken, is Veenstra minder mobiel. „Ik had een periode in een schuurtje geleefd met wat luxe: verwarming en een computer. Net toen ik geopereerd moest worden, leefde ik weer op straat. Van revalideren kwam niks. Nu gaat het wel weer goed. Gelukkig, want ik wil weer op zoek naar een plekje voor mezelf. Om de rust weer te vinden. Het laatste jaar zijn er steeds veel mensen om me heen en daar word ik soms een beetje kriegelig van. Ik ben mijn hele leven al graag alleen. Het scheelt dat het straks winter wordt. Dan gaan veel mensen die nu overdag op straat zijn naar binnen en heb ik meer rust.”
Plezier
Veenstra denkt met veel plezier terug aan de plek waar hij vanaf 2004 zo'n drie jaar leefde. Vlak bij McDonalds, aan het water. „Bij het grofvuil had ik een tentje gevonden. Ik stond vier meter bij het water vandaan. Ik had ook nog een kater destijds. Die was aan komen lopen. Korak noemde ik hem, zoals de zoon van Tarzan." Terug naar een huisje hoeft Veenstra niet meer. "Als ik weer een eigen plekje vind, ben ik gelukkig.
Ouders
„Wat mijn ouders ervan vinden dat ik zo leef? Ze wonen ook in Tiel en zoeken me op straat wel eens op. Mijn moeder bracht me gisteren nog bloemkool met kip. Ik leef naar eer en geweten en probeer altijd verzorgd te zijn. Ik heb er niet altijd zin in, maar bij IrisZorg kan ik douchen, scheren en mijn kleren wassen. Mijn vader vindt het wel moeilijk. Maar ja, ik ben geen bezit, hè? Ik doe wat ik zelf wil.”
https://www.gelderlander.(...)kig-wakker~a885fd89/[ Bericht 45% gewijzigd door Mylene op 28-10-2024 14:28:19 ]