![857b51cb2f733bcfbc7ecd6ae05b0d6a1e9a0be5.png]()
In het kader van de voorpret, of in dit geval eerder het voorverdriet, gaan we in aanloop naar de Vuelta a España van 2025 maar alvast het parcours doorlopen. De 80e editie van de Ronde van Spanje staat op het punt om te gaan beginnen en het wordt vermoedelijk niet de beste editie ooit. Wel een unieke editie, in de zin dat we voor het eerst in de geschiedenis van de Vuelta getuige zijn van aan
Gran Salida in Italië. De hele wereld staat in de fik en dat merken we ook aan de koers, vorig jaar ging de Tour voor het eerst ooit van start in Italië en een jaar later gaat ook de Vuelta voor het eerst ooit van start in Italië. De Giro gaat ondertussen van start in ieder land behalve Italië, wielrennen is een merkwaardige sport en het wordt niet minder merkwaardig. Qua starts in het buitenland heeft de Vuelta tegenwoordig de smaak helemaal te pakken, wat ongetwijfeld de invloed van de ASO is. Tot in 1967 ging de Vuelta überhaupt niet naar het buitenland, toen was een ritje naar Andorra het eerste exotische uitstapje. Een eerste
Gran Salida buiten Spanje liet zelfs tot in 1997 op zich wachten, toen men in Portugal van start ging. In Portugal ging de Vuelta vorig jaar toevallig ook van start, terwijl we tussen 1997 en 2024 ook nog twee keer van start zijn gegaan in Nederland. Het altijd koersminnende Nederland, waar men graag geld wil betalen voor een koers, als het maar geen Nederlandse is. We zijn ook nog een keertje in Frankrijk van start gegaan, maar nu gaan we dus van start in godbetert Italië. De Vuelta in Giroland, het voelt helemaal verkeerd en dat is het ook. De Tourstart in Italië was al gek, maar dit spant de kroon. Van Italië gaan we naar Frankrijk rijden om vervolgens pas op de vijfde dag uit te komen in Spanje, al zal niet iedereen er blij mee zijn als je Catalonië Spanje noemt. Direct daarna gaan we dan weer door naar Andorra, om het Spaanse gehalte van deze Vuelta nog wat naar beneden te halen. Na de passage in Andorra gaan we dan weer heel wat tijd doorbrengen in de noordelijke regio's van het land, het zuiden speelt dit jaar geen enkele rol. Zuidelijker dan Madrid komen we niet, het is weer zo'n Vuelta. Tijdens de 80e editie van de Ronde van Spanje gaan we op zoek naar een opvolger voor Primoz Roglic, die vorig jaar zijn vierde Vuelta won. Dat had nog wel wat voeten in de aarde, nadat Ben O'Connor in het begin van de Vuelta een Kussje deed. Op de zesde dag, onderweg naar Yunquera, zat O'Connor in de vlucht van de dag en die vlucht kreeg een dusdanig grote voorsprong dat de rest van de Vuelta in het teken stond van een achtervolging die alleen Roglic succesvol wist af te ronden. O'Connor verloor zo'n beetje iedere bergrit wat tijd, maar wist uiteindelijk in Madrid toch nog op het podium te eindigen. Alleen Roglic ging hem nog voorbij, vrij ruim ook, maar Mas en Carapaz wisten hun achterstand niet meer volledig om te buigen. Roglic gaf een paar demonstraties weg, vooral op de Ancares en zijn favoriete Moncavillo, terwijl we de Vuelta van 2024 verder voor altijd zullen herinneren dankzij het formidabele optreden van Kern Pharma. Pablo Castrillo die won daags nadat de oprichter van de ploeg overleed en dat een paar dagen later nog eens dunnetjes overdeed, terwijl Urko Berrade de Baskische rit vanuit de vlucht naar zijn hand wist te zetten. Als beloning voor hun grandioze schroeisessie zijn ze er nu niet bij. #FreeKernPharma. Terwijl we nu al weten dat de Vuelta van 2026 in Monaco van start zal gaan, ook al zoiets geks, gaan we eerst maar eens stilstaan bij de nutteloze buitenlandse start van de Vuelta van 2025.
![3ade1]()
De Vuelta van 2025 gaat dus van start in Italië, in Piëmonte om precies te zijn. We zijn in Turijn, een stad die nu net als Utrecht kan pronken met het feit dat iedere grote ronde er een keer van start is gegaan. Dat is eigenlijk vooral het doel van deze
Gran Salida, de bingokaart is nu vol. Al gaan we eigenlijk niet eens echt in Turijn van start, we gaan een paar kilometer buiten de stad van start in Venaria Reale, bij het Reggia di Venaria. Van start bij het paleis van Venaria, dat levert dan in ieder geval nog mooie plaatjes op. Toevallig ook de plek waar de Giro van 2024 van start ging, we zijn in principe getuige van een klein stukje geschiedenis. De Giro van 2024 ging van start in Venaria Reale, de eerste rit zou vervolgens eindigen in Turijn. Tijdens de Tour van 2024 gingen we ook van start in Italië en toen reden we van Piacenza naar Turijn, waar Biniam Girmay dan weer geschiedenis zou schrijven en nu gaan we in de Vuelta van 2025 van start in Venaria Reale, om vervolgens een paar kilometer later dwars door Turijn te rijden. In net iets meer dan een jaar tijd passeren alle drie de grote rondes hier, hoezee! Verder is het, met alle respect, een start van niets. De Tour de France ging van start met een vlakke rit, maar in en rond Lille kon de wind ons nog redden. Daar gaat hier geen sprake van zijn, we rijden de hele dag dwars door de Povlakte en zoals we dankzij de Giro weten waait het daar nooit. Nee, dit is gewoon een ontzettend vlakke en ontzettend simpele rit, die zeer waarschijnlijk in een massasprint zal eindigen. Een sprinter in de rode leiderstrui, dat hebben we nog niet vaak gezien. De Vuelta begint regelmatig met een ploegentijdrit of een individuele tijdrit, beginnen met een rit in lijn is van 2020 geleden. Toen hadden we dankzij corona met een ingekorte versie van de Vuelta te maken, de eerste rit eindige meteen bergop bij het heiligdom van Arrate en daar won Roglic. Daarvoor is het van 2007 geleden dat de Vuelta nog eens begon met een rit in lijn. Ook toen was de start vrij vlak en aan het eind won Daniele Bennati de sprint, zoals Markus Zberg in 1998 de sprint wist te winnen tijdens de eerste rit. Verder altijd een ploegentijdrit, een proloog of een korte individuele tijdrit aan het begin van de ronde, dit is op alle mogelijke manieren een bijzondere start. Geen ploegentijdrit over het strand of bij invallende duisternis, nee, een vlakke rit in lijn van dik 180 kilometer. Overdag ook nog eens, geen late start zoals ze in Spanje ook wel eens willen doen. Maarja, we zijn dus in Italië en daar rijden we gewoon over de Povlakte en op een kort klimmetje na een kilometer of 60 na komen we verder niets tegen. Ja, een hoop steden. En een hoop vlakte, Povlakte. Uiteindelijk dus sprinten in Novara, saai. Wel een gouden kans voor Philipsen op in twee verschillende grote rondes op de eerste dag de leiderstrui te dragen, dat zou de pijn van het uitvallen in de Tour kunnen verzachten. Al sluit ik ook niet uit dat we hier gaan kijken naar de eerste van 10 ritzeges van Mads Pedersen. Saai begin, helaas wordt het niet veel beter.
![acdbf]()
We gaan helemaal van start in Italië en wat doen we met die start? Niets. Toen de Tour van start ging in Italië werden er op z'n minst nog best mooie ritten neergelegd, een dubbele beklimming van de San Luca in Bologna was bijvoorbeeld best de moeite waard. Voor de Vuelta is net iets minder moeite gedaan, dit is een rit van helemaal niets. De eerste Unipuerto van de Vuelta, en dat godbetert in Italië. Zoveel mogelijkheden, en het is dit geworden. Je hoeft niet meteen een bergrit neer te leggen, maar een mooie heuvelrit had gekund. Niet dit. De hele dag zo goed als vlak en dan eindigen met een klimmetje van 10 kilometer aan 5%. Een klim die acht kilometer lang veredeld vals plat is, met dan aan het eind een kilometer aan 8% en eentje aan 7%. Zo Vuelta als het maar zijn kan, en dat in Italië. Al is het ook wel weer een typische aankomst voor een Girorit in de eerste week, dan kiezen ze vaak voor aankomsten bergop die eigenlijk uiteindelijk niet echt aankomsten bergop blijken te zijn. Dit is er zo eentje, ik verwacht hier een sprintje bergop van een mannetje of 20, misschien wel meer. Een volstrekt nutteloze rit, als je het mij vraagt. Jammer om naar Italië te gaan en dan met zoiets te komen, begrijpen wie begrijpen wil.
![837d6]()
Is de derde rit op Italiaanse bodem beter? Nee, slechter. Valt het jullie trouwens op dat de Vuelta nieuwe profielkaartjes heeft? Zoals altijd zien die kaartjes er slechter uit zodra ze van een update worden voorzien, wat is dit voor modernistische shit dan? Kijk die schildjes dan, het heeft meer weg van een goedkoop spel dan van een koers. De oude kaartjes gaven netjes aan waar te bergen te vinden waren, nu zie ik potsierlijke schildjes met twee schuine daken. Ik heb echt geen idee wat het moet voorstellen. Het zal vast hip zijn, maar geef mij direct mijn oude profielkaartjes terug. Dit is echt heel lelijk en niet eens duidelijk bovendien. Ook lelijk: deze rit. Een rit van 130 kilometer met onderweg een klimmetje van zes kilometer aan 6% en daarna wat simpeler werk, voor we in de finale nog eens moeten klimmen. Of nouja, klimmen, dat is wat veel eer voor deze aankomst. Het is in feite een sprint heuvelop, het gaat in de laatste paar kilometer vals plat omhoog aan een procent of drie voor er in de laatste halve kilometer een strook aan bijna 6% zal volgen. Mads Pedersen, u hoort het al. Wát een flopstart, dit is eigenlijk nog erger dan een start in Nederland. In Nederland weet je dat de mogelijkheden beperkt zijn en dat je te maken krijgt met vlakke ritten, in Italië kun je alle kanten op maar ze hebben er in Piëmont een teringzooi van gemaakt. Een start om heel, heel snel te vergeten. Dit is, gezien de mogelijkheden, een 0/10.
![47a14]()
Beterschap laat nog op zich wachten, op de vierde dag rijden we van Italië naar Frankrijk en dat doen we op de makkelijkst denkbare manier. We volgen zo ongeveer het pad van de Tour van vorig jaar, ook toen reden we van Italië naar Frankrijk over de Col de Montgenèvre. Toen reden we alleen via Sestriere naar Montgenèvre, nu doen we dat via de
Puerto (

) Exiles, een vrij makkelijke klim van een kilometer of vijf aan een procent of vijf. Deze rit voelt ook weer als een belediging aan, in de Tour van vorig jaar reden we na die start in ieder geval nog over de Galibier, nu rijden we vanuit Briançon alleen tot de Lautaret omhoog, om vervolgens af te dalen richting Le Bourg-d'Oisans, aan de voet van Alpe d'Huez. Die klim gaan we alleen niet zien, zoals we allerlei andere beklimmingen ook niet gaan zien. We rijden voorbij Le Bourg-d'Oisans verder vals plat omlaag door de vallei, op weg naar Grenoble. Een weg die we in de Tour een paar weken geleden nog in tegengestelde richting hebben gezien. In de buurt van Grenoble volgt er een keer een kort klimmetje, maar verder hoeft er niet geklommen te worden. We zoeken niet, wat typisch Vuelta zou zijn, ergens een klimmetje op, nee, we rijden naar Voiron of all places en de weg naar Voiron toe weet vakkundig de volledige Alpen te vermijden. De Vercors, de Chartreuse, allemaal ligt het hier voor het grijpen, maar we blijven beneden. In Voiron zelf loopt de weg dan wel weer licht omhoog, het is weer een sprintje heuvelop. Stelt in dit geval heel weinig voor, maar we feliciteren Mads Pedersen alsnog met wat mogelijk zijn derde ritzege in vier dagen is. Om maar aan te geven wat voor een flopstart dit is. Deze rit had alleen leuk kunnen zijn voor Geoffrey Bouchard, aangezien hij afkomstig is uit Voiron, maar hij doet niet eens mee aan de Vuelta omdat hij nu de Ronde van de Limousin aan het rijden is, nu heeft het behalve voor de sprinters echt voor niemand zin. Door de bergen in het begin mag je er misschien op hopen dat er een sterke vlucht vertrekt die ze de rest van de dag niet meer terug gaan zien, dat is dan op zich nog best een leuk scenario, de sprinters moeten zien te overleven en moeten daarna de vallei gebruiken om terug te keren, maar als je dan toch in de Alpen bent wil je gewoon een serieus lastige rit zien en dat is dit niet. Het enige positieve punt is dat we een keer een rit zien van meer dan 200 kilometer, dat is in de Vuelta haast een unicum. Nutteloze kilometers, dat wel, maar alsnog.
![3b0ad]()
Ondanks de start in het buitenland gaat de Vuelta toch gewoon op zaterdag van start. Geen start op een vrijdag en een vroege rustdag op de maandag om te reizen, nee, de renners mogen vier dagen aan de bak om vervolgens na de finish in Voiron een reis van 500 kilometer af te werken naar het Figueres van Salvador Dali. Op de vijfde dag bereiken we Spanje, of, beter gezegd, Catalonië en in Catalonië zijn we dan toch getuige van een Spaanse traditie: de ploegentijdrit. Ik ben niet zo'n fan van ploegentijdritten en al helemaal niet op de vijfde dag. De Vuelta is doorgaans niet de meest nerveuze koers, maar de kans is aanwezig dat er toch al een paar renners geblesseerd of ziek zijn uitgevallen en dus wordt zo'n ploegentijdrit daardoor nog oneerlijker. Ze zijn sowieso oneerlijk, want het verschil in kwaliteit en ook in materiaal is doorgaans vrij groot, maar als je nu ineens met een mannetje of zelfs twee mannetjes minder moet aantreden ben je helemaal in de aap gelogeerd. Een ploegentijdrit moet je eigenlijk alleen op de eerste dag doen, zoals ze in de Vuelta doorgaans ook doen, op de vijfde dag vind ik het koersvervalsing. Het is wel slechts een korte ploegentijdrit, 24 kilometer is te overzien. Wel een latertje, de eerste ploeg begint pas omstreeks 16:30 en de laatste ploeg gaat om 18:00 van start. Na de lange reis van Voiron naar Figueres is er dan toch wat extra rust ingebouwd. Ingenieus verzonnen, maar een ploegentijdrit op dag vijf blijft stom. Voor sommige renners een extra rustdag, voor het klassement mogelijk al redelijk bepalend. De titanenstrijd tussen UAE en Visma gaan we hier voor het eerst echt zien. Terwijl ik het parcours bekijk blader ik ook meteen door het roadbook heen en in het roadbook zie ik reclame van Finisher, de gellletjes- en energierepenlijn van Kern Pharma. Er verschijnt ook een grote foto van de renners van Kern Pharma in beeld, het mes in mijn rug wordt nog even een kwartslag gedraaid. Pijnlijk, pijnlijk.
![1c82d]()
Op de zesde dag rijden we van Olot in Catalonië naar Pal in Andorra. Deze rit komt, ondanks het feit dat we naar Andorra gaan, net iets meer door mijn keuring. Het grote voordeel van deze rit is dat we beginnen met een start bergop, direct vanuit het vertrek gaat het 11 kilometer aan 4% omhoog. Goed, dat is geen klim van de buitencategorie, maar dit is wel een mooie klim waar een sterke kopgroep weg kan rijden. Zeer interessant, zo hebben we in de afgelopen Vuelta's kunnen zien. In 2023 reed Sepp Kuss weg tijdens een van de eerste lastige ritten, hij nam plaats in de kopgroep en won uiteindelijk de rit, door de voorsprong die hij bij elkaar sprokkelde kon hij zelfs de Vuelta winnen. Dat blijft een buitengewoon merkwaardig verhaal waar ooit ongetwijfeld een boek over geschreven zal worden, zoals je ook een boek kunt schrijven over de Vuelta van O'Connor van vorig jaar. Ook hij won uiteindelijk bijna de koers dankzij een vlucht in de eerste week. Dit zou zomaar weer zo'n rit kunnen zijn, ik zou als een B-acteur meteen in de aanval gaan tijdens het begin van deze rit. Al is het tegelijkertijd de eerste serieuze aankomst bergop, het kan ook zomaar zijn dat Visma en UAE hier de boel strak gaan controleren. Maar toch, een gokje waard. Na de eerste klim volgt er een ontzettend lange en tamelijk simpele klim, op zich wel het ideale terrein om je ploeg de boel te laten controleren. Eindeloos omhoog aan 3 à 4%, waar is Nils Politt als je hem écht nodig hebt? Via een Catalaanse vallei rijden we vervolgens naar La Seu d'Urgell, waarna we maar weer eens Andorra betreden. Een snelle terugkeer, na een jaartje afwezigheid keert Andorra terug. Ik heb een broertje dood aan dat ministaatje, maar bij deze gelegenheid zet ik mijn afkeer even opzij. Via de korte maar vrij krachtige Alto de la Comella keren we namelijk terug naar heilige grond. Voor het eerst sinds 2010 keren we terug naar Pal. En Pal, daar waren we in de Vuelta van 2010 getuige van een geweldige inhaalrace van Igor Anton. Vroeg op de klim leek hij toen af te moeten haken, maar hij reed op zijn eigen tempo naar boven en één voor één haalde hij alle andere favorieten bij, om ze vervolgens ook met gemak achter te halen. Ezequiel Mosquera was het laatste slachtoffer, hij sneuvelde bij het betreden van de laatste kilometer, waarna Anton naar de zege kon fladderen. In principe stelt de klim naar Pal geen reet voor, het is een brede weg omhoog en van de tien kilometer in stijgende lijn zijn er maar drie écht lastig, toch lieten Anton en de rest in 2010 zien dat je hier absoluut kunt koersen. Joaquim Rodriguez blies hier mooi zijn brommer op, al deed hij dat in principe wel vaker. Het goede ten opzichte van de rit in 2010 is dat we nu nog de Comella hebben toegevoegd, om de aanloop naar Pal wat lastiger te maken. Ik verwacht niet absoluut niet de grootste verschillen, het zou zelfs heel erg kunnen tegenvallen, maar het verleden heeft geleerd dat hier mooie dingen mogelijk zijn. Ik kan in ieder geval leeglopen over Igor Anton, dus ik ben een tevreden mens. Veel plaatsen waar hij won zijn al teruggekeerd in koers, op Pal heb ik lang moeten wachten. Ik ga m'n kans pakken, hopelijk de renners ook.
![8e9f5]()
We hebben er betrekkelijk lang op moeten wachten, maar de Vuelta is nu dan toch echt de Vuelta. Na de eerste aankomst bergop op dag zes volgt er tijdens de zevende rit meteen een tweede. En weer keren we terug naar een plaats waar we lang niet zijn geweest. Pal was dus van 2010 geleden, voor Cerler moeten we zelfs terug naar 2007, toen lolbroek Leonardo Piepoli hier won. Van Andorra rijden we naar Aragón, in een rit vol hoogtemeters. Meer dan 4000 hoogtemeters, maar toch is dit geen enorm lastige rit. Vooral veel eenvoudige bergen onderweg, al begint de eerste klim van de dag wel op een uitdagende manier. Een kilometer of vijf aan een procent of acht, dit is toch ook weer het terrein waar een sterke kopgroep kan ontstaan. Een nieuwe kans om een Kussje of een O'Connor te doen, ik sluit niet uit dat dit echt een traditie gaat worden. De rest van de klim is overigens veredeld vals plat, je moet er dus vroeg op de dag al bij zijn. Alle andere beklimmingen stellen weinig voor, nadat de kopgroep is vertrokken zal de uitkomst van de etappe bepaald worden op de slotklim. Ook dat is typisch Vuelta natuurlijk, koers van ver zit er hier vaak niet in. Nu ook niet, we mogen wachten op de slotklim. Een historische klim, Cerler was ooit een vaste aankomst in de Vuelta. Ook een vaste aankomst in de Vuelta a Aragon, een koers die helaas verdwenen is. Een koers die in het jaar 2018 terugkeerde, meteen volgde er toen een aankomst bij het skistation van Cerler en daar won toen Mikel Bizkarra! In 2019 werd die koers ook nog eens verreden en toen was het helaas weer gedaan. Maar goed, na bijna 20 jaar keert Cerler dus terug in de Vuelta en we hoeven daar niet enorm veel van te verwachten. Het is een buitengewoon onregelmatige klim, met tussendoor een paar stukken in dalende lijn, maar bovenal is het een enorm brede weg omhoog naar een skistation en dat levert vaak niet de meest interessante koers op. Het kan wel, in 2007 waren de verschillen toch tamelijk groot, maar een scenario zoals in 2005 ligt meer voor de hand. Toen won Roberto Laiseka solo, zijn laatste zege als prof. Achter hem zat er een groepje van vijf gezellig bij elkaar in het wiel, ja, dat is kijkend naar het profiel van de klim perfect mogelijk. De klim naar Cerler begint nog wel lastig, maar het eind is simpel. Je moet hier de boel vroeg laten ontploffen, anders wordt het gezellig in elkaars wiel naar de finish rijden. Het is vooral leuk om zo'n historische naam terug te zien keren in de koers, maar de verwachtingen mogen verder laaggespannen zijn. Eigenlijk hadden we pas terug moeten keren naar Cerler op het moment dat ze de Puerto de Sahun eindelijk eens volledig geasfalteerd zouden hebben, dan kun je in aanloop naar Cerler een klim plaatsen waar de koers alvast uit elkaar kan spatten, nu moeten we wachten op de slotklim en die klim valt dan uiteindelijk toch gewoon tegen.
![71173]()
Dames en heren, dit is een weekendrit. Op een zaterdag rijden we naar Zaragoza, een vaste aankomstplaats in de Vuelta. We blijven in Aragon en rijden daar over een vlakte waar het nog wel eens wil waaien. De snelste rit ooit eindigde in Zaragoza, een waaierspektakel van jewelste. De wind kan ons ook nu gaan redden, maar toen we in 2023 voor het laatst aankwamen in Zaragoza was er van wind geen sprake. Op het moment van schrijven waait het enorm hard in Zaragoza én staat de wind gunstig, maar daar heb je natuurlijk niets aan als het nog meer dan een week duurt voor de rit daar gaat aankomen. Het kán hier dus heel leuk worden, of het wordt gewoon een saaie sprintrit. In de Tour gokken ze vaak op de wind en dat valt dan eigenlijk altijd tegen, de Vuelta neemt nu hetzelfde risico.
![ae9b9]()
Nou, ja, mijn mening over deze rit laat zich raden natuurlijk. Dit is een onvervalste Unipuerto, een rasechte, volmaakte ______/. Bijna 200 kilometer lang, een schappelijke lengte, maar jeetje, wát een kutrit. We rijden de hele dag door La Rioja en we gaan heel veel rioja nodig hebben om deze dag te overleven. Dit is de laatste rit van de eerste week en het gaat een lange, lange, lange zit worden. Maar hey, wel een aankomst bergop, toch? Nou, ja, daar hoef je dus ook niet vrolijk van te worden. Het is een aankomst bergop, weer over een brede weg naar een skistation, van een kilometer of 13 aan 5% gemiddeld. De laatste keer dat we hier aankwamen dateert van 2012 en toen won Simon Clarke vanuit de vlucht, de eerste renner in de groep der favorieten was Bauke Mollema. Hij werd 9e, op 1:04 van Clarke. Rigoberto Uran werd 31e, eveneens op 1:04 van Simon Clarke. Oftewel, de favorietengroep bestond op de top van de klim nog steeds uit dik 20 renners. De klim naar Valdezcaray begint met een viertal enigszins lastige kilometers, maar daarna stelt het helemaal geen reet meer voor. Het is perfect te vergelijken met de klim naar Manzaneda in de Vuelta van vorig jaar. Dat was de memorabele rit die vanuit de vlucht gewonnen werd door Pablo Castrillo, daags nadat de oprichter van de ploeg Kern Pharma was overleden. Memorabel, omdat een renner van Kern Pharma uitgerekend die dag won, memorabel omdat we eigenlijk voor het eerst Castrillo met zijn kenmerkende, omkijkende stijl zagen. Maar verder was er niets memorabel aan de klim, de groep der favorieten deed helemaal niets. Bestond ook daar uit een mannetje of 20 en alleen aan het eind werd er nog even voorzichtig gesprint, puur voor de ereplaatsen. Valdezcaray gaat precies hetzelfde verhaal zijn, er gaat een vlucht met de zege lopen en het peloton zal op de top uit 20 renners bestaan. Ik begrijp echt niet waarom de Vuelta steeds maar weer voor dit soort etappes blijft kiezen. Ja, zo'n skistation komt met geld over de brug, dat snap ik. Ja, in Spanje telt een rit alleen als er een aankomst bergop is, begrijp ik ook. Maar we weten toch allemaal dat we naar niets gaan kijken? Niemand is gek genoeg om te denken dat dit een leuke rit gaat worden. Als het niet waait in Zaragoza krijg je echt een kutweekend. Min min.
- rustdag -
![efa44]()
De rustdag brengen de renners door in het schitterende Pamplona, na de rustdag bevinden ze zich een stuk ten zuiden van de stad in een... pretpark! Parque de la Naturaleza staat er, dan verwacht je dat je in een natuurpark bent, maar nee, Sendaviva is een dierentuin/pretpark. We bevinden ons, op deze voorzichtig gesponsorde start na, wel op heilige grond. We zijn in het Baskenland, meer specifiek in Navarra. En in Navarra valt er in het zuiden doorgaans niet zoveel te vinden, daarom stelt het eerste deel van deze rit ook niet veel voor. Door een wijngebied trekken we richting het noorden, om terug te keren naar een plaats waar in de Vuelta van 2023 al eens een rit eindigde. We gaan naar Larra-Belagua en daar won Remco Evenepoel twee jaar geleden een rit vanuit de vlucht. Dat was de dag nadat hij in Frankrijk in de Pyreneeën volledig door het ijs zakte. Hij verloor drie uur, maar hij herpakte zich de dag nadien, ging in de aanval en won glansrijk. Die rit was wel een stuk zwaarder, we reden toen vanuit Frankrijk naar Larra-Belagua en dat deden we via de loodzware Port de Larrau. Een beuker van een klim, waar het peloton verder helaas niet veel mee deed. De strijd tussen de klassementsrenners viel die dag enorm tegen, zowel op de Larrau als op de slotklim. In deze rit keert alleen de slotklim terug, op voorhand zijn er geen beklimmingen van veel belang te bespeuren. Het is min of meer weer een Unipuerto, de zoveelste ______/. En dat is niet zo handig, want zelfs in een zware bergrit met voor de Larrau ook nog de Hourcere keken we in 2023 naar 11 renners die hand in hand over de finish kwamen in Larra-Belagua. Dus: de slotklim is dusdanig simpel dat je zelfs met twee zware beklimmingen op voorhand geen verschil ziet ontstaan. Wat doen we twee jaar later? We schrappen de zware beklimmingen op voorhand en doen alleen die teleurstellende slotklim. Nou, dat zal met een partij een succes worden. Daags voor de rustdag en daags na de rustdag een unipuerto met aan het eind een slotklim waar absoluut geen verschil gemaakt gaat worden. Kan iemand mij het praktisch nut uitleggen? Het enige voordeel van deze rit is dat we in het Baskenland zijn en dat de natuur hier heel mooi is. De rit is niet mooi, zowel voor als na de rustdag noteren we een 0/10. Zonder zware beklimmingen vooraf ga je hier weer gewoon een mannetje of 20 samen naar de finish zien rijden, we kunnen alleen maar hopen dat er een mooie kopgroep vertrekt en dat de strijd om de dagzege nog een beetje de moeite waard zal zijn. Deze rit kan net als de vorige echt niet, heel bizar.
![255ff]()
Eindelijk, een goede rit! We noteren etappe 11, eindelijk moet je alles uit je agenda schrappen en plaatsnemen voor de buis. We zijn in het Baskenland en daar staat een etappe op het programma die het Baskenland waardig is. Van Bilbao naar Bilbao, in een rit die enigszins de openingsrit van de Tour van 2023 kopieert. Althans, de start is gelijk, net zoals we voor het eerst Pike Bidea in de Vuelta zien verschijnen. In de Vuelta zijn we de afgelopen jaren heel vaak in Bilbao geweest, vaak volgde er dan een rondje over de Vivero. Dat rondje over de Vivero zagen we ook in de Tour, met daarna de toevoeging van Pike Bidea. Die klim maakte toen het verschil, daar werd het flink uit elkaar gereden. Dat hebben ze bij Unipublic blijkbaar ook gezien en dus komt de steile klim van Pike Bidea nu ook in de Vuelta voorbij. Een goede variatie, bij de laatste passages in Bilbao hebben we kunnen zien dat je aan de Vivero alleen niet genoeg hebt. Dit is een prima heuvelrit, een van de weinige goede ritten van de Vuelta. Je merkt wel enig gebrek aan creativiteit, aangezien we de meeste beklimmingen regelmatig in koers zien verschijnen, maar dit is wel gewoon een formule die werkt. We blijven lang op onze honger zitten, maar deze dag gaat wel leveren. En ik ga natuurlijk ook leveren, een hele dag door het Baskenland, met aan het eind natuurlijk weer een kans om leeg te lopen over Igor Anton. De rit in 2011 in Bilbao gaan we nooit meer overtreffen, maar van deze rit heb ik hoe dan ook hoge verwachtingen. Het volk zal op de afspraak zijn, hopelijk de renners ook.
![e3e32]()
Etappe 12 is een beetje een gekke rit. Van het Baskenland trekken we naar Cantabrië en daar staat weer een soort van heuvelrit op het programma. Een heuvelrit die we drie jaar geleden al grotendeels hebben gezien. Toen reden we naar Pico Jano, een klim waar we niets van hebben gezien omdat het nogal mistig was. Uit de mist kwam Jay Vine als winnaar tevoorschijn, dat was toen nogal verrassend. Tijdens die rit reden we over de Puerto de Alisas en de Alto de Hijas via Collada de Brenes naar Pico Jano toe, we kopiëren nu bijna dat volledige parcours. Alles is hetzelfde, op de eerste en de laatste kilometers na. Net een andere startplek, maar wel min of meer dezelfde, vrij vlakke aanloop. Andere finishplek ook, ditmaal is er geen aankomst bergop, maar rijden we na Collada de Brenes terug naar Los Corrales de Buelna, een plek die we in aanloop naar Collada de Brenes al passeren. Ik weet niet zo goed wat ik van deze rit moet denken. In principe een rit voor de vluchters, zou je denken. De Alisas stelt niets voor, veel verdere uitdagingen zijn er ook niet te vinden. Maar toch, Collada de Brenes is zwaar, heel zwaar. Een klassementsrenner die zin heeft kan daar zomaar in de aanval gaan. Zoals Roglic een paar jaar geleden op zo'n soort klimmetje in een vergelijkbare rit ineens in de aanval ging, om vervolgens in de afdaling te vallen. Collada de Brenes heeft een paar kilometer aan 10%, ideaal terrein om te demarreren. Na de afdaling moet je dan evenwel nog een vlak stuk afwerken tot aan de finish, de kans is daardoor behoorlijk groot dat de klassementsrenners geen moeite gaan doen en dat de vlucht het gaat halen. Maar toch, als iemand een Roglicje doet wordt het hier ineens koers. Er zit enige potentie in deze etappe, realistisch gezien gaat er echter niets gebeuren. Geen sprint ook, wat je misschien zou kunnen vermoeden als je oppervlakkig naar het profiel kijkt, daarvoor is de klim toch echt te lastig. Al weet je het nooit helemaal zeker in de Vuelta.
![ab09d]()
De eerste serieuze bergrit volgt tijdens de 13e rit. Van start gaan we in Cantabrië en terwijl we de kustlijn volgen trekken we Asturië binnen, het onvermijdelijke Asturië. Jammer dat we zo lang de heuvelachtige binnenlanden vermijden, zoals wel vaker in de Vuelta komt alles weer neer op de laatste klim. Na een eeuwigheid langs de kust gereden te hebben over glooiende wegen volgen we de vallei zodra we iets meer het binnenland betreden, via plaatsen die we ieder jaar zien passeren rijden we het zwaartepunt van de rit tegemoet. Je moet flink wat geduld hebben, maar na bijna 150 kilometer beginnen we dan aan de zware Mozqueta, om dan via een listige afdaling richting bekend terrein te rijden. Via de Cordal rijden we maar weer eens naar de Angliru. Hier zijn woorden verder vrij overbodig, we kennen allemaal de Angliru. Het positieve van deze rit is de lengte, we duiken gewoon weer boven de 200 kilometer, dat is voor Vueltabegrippen ongekend. Het positieve is ook dat we aan het tweeluik in Asturië beginnen met de Angliru, je moet de zwaarste aankomst altijd als eerste doen. Begin je met een makkelijke aankomst, dan wacht iedereen op de Angliru. Nu hebben we de Angliru vast gehad en blokkeert die klim niet de omliggende ritten. Nouja, de Angliru kennen we verder. Zwaar, heel zwaar. Op zich een prima rit, al is het jammer dat er in het begin nergens een echte klim te vinden is en het is ook jammer dat we de Angliru zo vaak zien. We keren steeds snel terug. In 2020 waren we getuige van een lege berg dankzij corona, daarom keerden we in 2023 heel snel terug om de berg weer vol volk te zien. Toen zagen we Primoz Roglic en Jonas Vingegaard hun middelvinger opsteken naar Sepp Kuss, dat was ook wel iconisch. Kuss werd toen door Landa over de berg gesleept, anders had hij daar zijn rode leiderstrui verloren. Hij hield net aan stand en toen besloten ze toch maar dat hij de Vuelta mocht winnen, na een pittig overleg. Op zich natuurlijk leuk om dat verhaal op te diepen, maar dat had van mij ook wel over een jaar, of twee, drie, vier jaar weer gemogen. Ja, de Angliru is iconisch, maar we gaan de kant van de overkill op. Alsnog natuurlijk een klim die altijd levert, kan ook niet anders als het zo steil is.
![0b383]()
We duiken weer het weekend in en in dit weekend beginnen we met de tweede aankomst bergop in Asturië. Vaste prik, altijd twee aankomsten bergop in deze regio. Vragen ze zelf om, ze willen niet anders. Vaak zien we één bekende klim en één onbekende klim, nu zien we twee terugkerende klanten. Na de Angliru keert ook La Farrapona terug, en van deze rit begrijp ik ergens heel weinig. La Farrapona zagen we voor het laatst in 2020, ook toen in combinatie met de Angliru. Op de flanken van de Farrapona mochten de vluchters het uitvechten, van die vluchters bleken Marc Soler en David Gaudu de sterkste twee te zijn. Marco was toen heel erg Marco, hij liet zich in de luren leggen door Gaudu. Ik heb mezelf ook in de luren laten leggen, want ik leefde in de veronderstelling dat we iets anders zouden gaan doen zodra La Farrapona terug zou keren in koers. We gebruiken La Farrapona altijd als aankomst bergop, maar men heeft recent de andere kant van de klim van asfalt laten voorzien. Ik had daarom verwacht dat we van de andere kant zouden klimmen, of dat we La Farrapona als pas zouden gebruiken. Niet dat we gewoon de gebruikelijke aankomst zouden zien. We volgen het oude, beproefde recept. Via de San Lorenzo, in het Asturisch een stuk ingewikkelder geschreven, rijden we naar La Farrapona. Dat is enigszins oké, maar niet heel spectaculair. De rit in 2020 was achter het gehannes van Marco verder niet om aan te gluren, er gebeurde heel weinig. Die kans is nu ook levensgroot. In principe is het idee wel goed, eerst een lange rit naar de Angliru en dan een korte en explosieve rit met een iets minder lastige aankomst bergop, maar deze rit had veel baat gehad bij een klim in de eerste kilometers en bij een andere aankomst bergop. Dit wordt op zich wel het kijken waard, maar de kans dat je daadwerkelijk plaats moet nemen op het puntje van je stoel is heel klein. Vooral teleurstellend dat men niets doet met de recent geasfalteerde andere kant van de klim, wellicht iets voor in de toekomst.
![721d7]()
De laatste rit voor de tweede rustdag is een vreemde. Het pluspunt van de rit: we zijn in het westen van Asturië. De Vuelta is eigenlijk altijd in hetzelfde stukje Asturië te vinden, een beetje zoals de Tour altijd in hetzelfde deel van de Pyreneeën is te vinden. Asturië is meer dan het gedeelte rond de Angliru, er is nog een heel stuk in het westen waar we nooit komen en dat stukje Asturië ligt ook vol beklimmingen. Dat gaan de renners tijdens het eerste deel van deze rit voor een deel ontdekken, direct vanuit de start al. We rijden omhoog naar de Garganta, direct vanuit het vertrek. Een heel mooi begin. Een zondagrit, dat maakt de kans groot dat ie integraal wordt uitgezonden, het loont de moeite om hier vanaf de start bij te zijn. De Garganta is niet continu steil, maar kent enkele zeer lastige kilometers. Een heerlijk, explosief begin. Ook na de klim blijft het terrein golvend, we komen meerdere ongecategoriseerde klimmetjes tegen. De eerste 100 kilometer van de rit zijn prima, daar valt weinig van te zeggen. Ik snap er alleen geen reet van wat ze daarna hebben gedaan. Van Asturië rijden we naar Galicië en aldoende kopiëren we min of meer een rit uit de Vuelta van 2019. De start is niet hetzelfde, we reden toen niet gelijk omhoog over de Garganta, maar het komt in feite wel op hetzelfde neer. Die rit werd een prooi voor de vluchters, zonder actie tussen de klassementsrenners. Zoiets zal het nu ook worden, en dat is wel jammer als je op zo'n explosieve manier begint. Na zo'n vliegende start had je in de finale van de rit een andere optie moeten kiezen. Nu keren we terug naar Monforte de Lemos voor wat weer een vluchtersrit zal zijn en daarmee laat je een hoop potentie liggen. En dus grotendeels een kopie ook nog eens, heel lui knip- en plakwerk. Ook een Vueltaklassiekertje, natuurlijk. Vluchtersritje voor de rustdag, de weekendritten laten een beetje te wensen over. Zeker nu het geen vakantietijd meer is extra erg. Eventueel ook nog wel een ritje voor Pedersen, al is het de vraag in hoeverre hij de ploeg heeft om het hier de hele dag bij elkaar te houden.
- rustdag -
![4a5a6]()
De tweede rustdag brengen de renners door in Pontevedra, Galicië. Na de rustdag volgt er een heerlijke heuvelrit in Galicië, als moeder natuur het toestaat. Het duurt nog even voor de Vuelta begint, maar op dit moment staat vooral Galicië ernstig in de fik. Enorm veel bosbranden, dat kan het programma van de Vuelta nogal in de war gooien. Misschien dat deze rit nog wel meevalt, vooral de volgende voert door gevaarlijk gebied. Tijdens deze rit gaan we, als het allemaal lukt, ook weer praktisch een kopie afwerken van een rit uit 2021. We gaan weer naar Castro de Herville, wat in 2021 de voorlaatste rit was van een Vuelta die zou eindigen in Santiago de Compostela. Een heuvelrit, ontworpen door local hero Oscar Pereiro Sio. Het werd een doorslaand succes, alleen al dankzij Superman Lopez. Hij was tijdens deze rit niet goed aan het opletten, hij wist de beslissende slag te missen en daarna stapte hij boos af. Mas had de slag niet gemist en Lopez kreeg de orders om niet te rijden achter Mas. Dat vond hij niet zo leuk, hij stapte boos in de auto en alleen al daarom is die etappe legendarisch. Het parcours van deze rit is net iets anders, maar de essentie is hetzelfde. Min of meer dezelfde beklimmingen komen voorbij, soms van een andere kant. Het sluitstuk van de rit is in ieder geval hetzelfde, deze heuvelrit zal weer via wat smalle straten vol steile stroken naar Castro de Herville voeren en daar wist in 2021 heel verrassend Clement Champoussin de rit te winnen door als een duveltje uit een doosje te verschijnen. Het was echt een spectaculaire rit, daarom dat de organisatie graag terugkeert naar dezelfde plek. Een beetje lui, als ik eerlijk ben. Als iets in 2021 werkt hoeft het niet direct in 2025 ook te werken, natuurlijk. Het was toen ook de voorlaatste rit, nu hebben we nog een hele week te gaan. Die rit was als geheel net een tikje zwaarder dan deze rit. Maar goed, alsnog, op papier is dit een van de weinige fatsoenlijke etappes. Het kan ook nu weer werken, al reden we vorig jaar nota bene nog door dezelfde regio en toen won Wout van Aert vanuit de vlucht in Baiona, een plaats die ook nu weer de revue zal passeren. Rondjes rijden in deze uithoek van Galicië levert niet altijd iets moois op, maar nu hopelijk wel. We gaan de editie van 2021 nooit meer overtreffen, maar hopelijk komen we in de buurt.
![6c3fd]()
Deze rit loopt pas echt gevaar, op dit moment zou deze etappe dankzij alle bosbranden niet door kunnen gaan. Dat die ellende maar snel voorbij mag zijn, niet alleen vanwege de koers, ook gewoon überhaupt voor de mensen daar. Van Galicië rijden we naar Castilië en Leon en dat doen we weer via een rit die je prima een Unipuerto zou mogen noemen. Goed, onderweg wel wat klimmetjes, maar de klim halverwege de rit is er eentje van een kilometer of zeven aan 4%. Oftewel, dit is een ______/. Maar, het voordeel is dat er ditmaal aan het eind van de vlakke weg wél een mooi toetje wacht. We keren terug naar de Morredero, een klim die we sinds 2006 niet meer in de Vuelta hebben gezien. Alleen keren we terug op een andere manier, we gaan ditmaal omhoog over een nieuwe weg. De oude weg naar de Morredero was een beetje in verval geraakt en in plaats van die weg van een nieuwe laag asfalt te voorzien hebben ze een andere weg aangelegd. Ook een optie, zullen we maar zeggen. Een optie die ideaal is voor de koersliefhebber, want daardoor gaat het aan het eind een kleine negen kilometer aan praktisch 10% omhoog. De oude weg was veel minder lastig, de nieuwe weg is een regelrechte muur. Vijf kilometer boven de 10% in het begin, met zelfs een kilometer tot 13%. De Vuelta, dan eindelijk. Daarna vlakt het iets af naar de top, maar dat is niet erg. Met zo'n beginstrook van vijf kilometer gaat de koers daar al volledig ontploffen. Ditmaal krijgen we wel een leuke traktatie na het afzien in het begin. De Morredero gaat leveren, dat geef ik je op een briefje. Tevens weer een kans voor mij om over Igor Anton te winnen, hij klopte hier ooit Alberto Contador in de Vuelta a Castilla y Leon. Dat was in 2010, meteen de laatste keer dat deze klim in koers te zien was zo'n beetje. Werd wel weer eens tijd dus, zeker nu deze nieuwe variant er is. Matige aanloop, maar het slot is nu gelukkig wel de moeite waard.
![63339]()
Een paar dagen voor het eind van de Vuelta volgt er nog een vrijwel vlakke tijdrit, een korte tijdrit in een stad waar we twee jaar geleden ook al een tijdrit hebben gezien. Sterker nog, het parcours is praktisch volledig hetzelfde. Alleen de start is anders, deze tijdrit is een kilometer of twee langer en in die twee kilometer werken we een wat langer rondje door het centrum van de stad af, maar alles buiten het centrum is precies hetzelfde als in 2023. Bizar, Fernando Escartin kan zijn geld makkelijk verdienen. Knippen en plakken is zijn lust en zijn leven. Beetje een nutteloze tijdrit als je het mij vraagt, te kort om echt impact te hebben. En dus op hetzelfde parcours als twee jaar geleden, hoe dan? Je zou zeggen dat zo'n stad als Valladolid nu ook wel een ander stuk in beeld zou willen brengen, maar nee, gewoon hetzelfde. Bizar. Verzin het allemaal maar.
![8a696]()
Ja, en dan nog dit. Rechtdoor naar het zuiden, op een enorm vlakke manier. Dit wordt een sprint, we kunnen alleen hopen dat het een beetje gaat waaien. Wil het in deze streken ook nog wel eens doen, zou de enige redding van deze rit kunnen zijn. Verder is het een bits weekje, eerst zo'n nutteloze tijdrit en dan ook nog een nutteloze vlakke rit, oef. We tikken de 0/10 heel vaak aan deze Vuelta.
![b97d5]()
De vlakke ellende was wel min of meer noodzakelijk om uit te komen in de buurt van Madrid, waar we op bekend terrein de voorlaatste rit gaan afwerken. Een rondje door de Sierra de Guadarrama, inmiddels vertrouwd terrein. We sluiten hier vaak de Vuelta af, soms levert het iets op, vaak ook niet. We zullen voor altijd de Vuelta van 2015 onthouden, toen Tom Dumoulin in deze streek uit de leiderstrui werd gereden, maar in de jaren nadien hebben we hier nog vaak gereden en het werd nooit meer zo spraakmakend. Ook hier weer opletten voor eventuele bosbranden, en voor ecologische actiegroepen. Het is de bedoeling van de organisatie om terug te keren naar Bola del Mundo, de steile betonweg voorbij de Puerto de Navacerrada die we zagen in de Vuelta van 2010 en die van 2012. Daarna zijn we er echter niet meer geweest, onder meer omdat het gebied voorbij de Puerto de Navacerrada een beschermd natuurgebied is. Het organiseren van zo'n aankomst levert altijd een hoop teringzooi op, er komt een hoop volk op af en dat volk gooit overal afval neer, terwijl ze ook gewoon dwars door de natuur lopen en daar alles platstampen, maar ook de organisatie zelf laat altijd een hoop rommel achter. Dat was ze in 2010 en 2012 niet zo goed bevallen, de organisatie had toen beloofd om alles netjes op te ruimen, maar zonder ook maar iets op te ruimen verlieten ze de berg. Dat zijn die actiegroepen niet vergeten en daarom doen ze er alles aan om deze aankomst tegen te houden. Of dat lukt is nog maar de vraag, de Vuelta zal deze aankomst niet hebben georganiseerd zonder toestemming. Op de Sierra Nevada hebben ze altijd wilde plannen en dat lukt dan uiteindelijk niet omdat ze geen toestemming krijgen, hier hebben ze dus duidelijk wel toestemming gekregen. De aankomst zal wel doorgaan, maar je kunt niet uitsluiten dat er een protest zal plaatsvinden. Misschien doe ik wel mee naar het protest, want finishen op Bola del Mundo in de voorlaatste rit is überhaupt niet zo'n geweldig plan. De Sierra de Guadarrama heeft als probleem dat de beklimmingen vaak niet zo lastig zijn. Het zijn allemaal mooie, brede en gelijkmatige wegen. Lastig voor Tom Dumoulin, dat wel, maar voor de echte topklimmers is het niet lastig genoeg om het verschil te maken. Over de brede weg gaat het omhoog naar Navacerrada en ondanks een paar kilometer aan 8% blijkt dat in de praktijk meestal niet heel veel op te leveren. Pas als we het skigebied bereiken en de smalle weg richting Bola del Mundo betreden wordt het echt lastig. Dan gaat het ineens een paar kilometer aan meer dan 10% omhoog, dat is pas het terrein om je slag te slaan. Heb je dus een lange bergrit met allemaal beklimmingen onderweg, maar dan komt alles neer op de laatste paar kilometer. Het is het verhaal van die ene Giro waarin niets gebeurde tot we de laatste paar kilometer van de Fedaia bereikten. Groeiend gras, en dan is aan het eind in de laatste drie kilometer ineens alles beslist. Nogal onbevredigend, meestal. Het heeft wel iets om Bola del Mundo terug te zien keren, maar het is niet direct de beste optie in de voorlaatste rit, het is meer een klim voor halverwege de Vuelta. Het is leuk dat deze rit met een paar beklimmingen begint, daar ben ik altijd voorstander van, maar verder gaat alles hier pas op het beton beslist worden. Als het doorgaat.
![56553]()
Sluiten we vervolgens de Vuelta af met het gebruikelijke rondje in Madrid. Of nouja, gebruikelijk, in de Vuelta maken we nog wel eens een uitstapje naar Santiago de Compostela, terwijl de Vuelta vorig jaar werd afgesloten met een tijdrit in Madrid. Toen won Küng, nota bene. Roglic zette zijn rode trui nog wat meer in de verf door tweede te worden. Afsluiten met een tijdrit, toch ook net niet ideaal. Maarja, nu sluiten we dus weer af met een sprint. Daarvan hebben we er in deze Vuelta genoeg, het past perfect bij de algehele malaise van deze ronde. Even resumerend zie ik heel veel knip- en plakwerk, weinig vernieuwing, veel ______/, weinig genot en een hoop ellende. Een labbekakkerige Vuelta, misschien wel het slechtste parcours dat ik al heb gezien. Gelukkig maken de renners de koers!