quote:
Inderdaad, je komt er niet zonder de wet van Ohm. Citaat uit de OP:
Maar ik wil dus uitleggen hoe het komt dat de weerstand zo veel kleiner wordt, maar kom er echt even niet uit hoe ik dat doe zónder de formule er bij te pakken, want de formule is niet de uitleg waarom....Ik zie niet in hoe ze leerlingen vervangingsweerstanden wil laten berekenen zonder formule en vooral ook zonder die formule inzichtelijk te maken. De (herleiding van de) formule is juist
wel de uitleg waarom. Ik begrijp dat ik jou dit allemaal niet hoef uit te leggen, maar voor de andere meelezers even het volgende.
Als je twee parallelle weerstanden R
1 en R
2 hebt waarover een spanning U is aangelegd, dan loopt volgens de wet van Ohm door weerstand R
1 een stroom
I
1 = U/R
1en door weerstand R
2 een stroom
I
2 = U/R
2Door de beide weerstanden samen loopt dan een stroom I
1 + I
2. Voor een vervangingsweerstand R
v die we in de plaats kunnen stellen van de beide weerstanden R
1 en R
2 geldt dan dat bij dezelfde aangelegde spanning U door die ene vervangingsweerstand dezelfde totale stroom I
1 + I
2 moet vloeien zodat we, alweer volgens de wet van Ohm, hebben
U/R
v = I
1 + I
2Maar we weten dat I
1 = U/R
1 en I
2 = U/R
2 en dus hebben we
U/R
v = U/R
1 + U/R
2en daarmee
1/R
v = 1/R
1 + 1/R
2We zien dus dat 1/R
v groter is dan zowel 1/R
1 als 1/R
2 omdat 1/R
v gelijk is aan de som van 1/R
1 en 1/R
2 en dat betekent dat R
v dus inderdaad
kleiner is dan zowel R
1 als R
2.