abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_214397638
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juli 2024 19:02 schreef Jappie het volgende:

[..]
Volgens mij maar ik kan me vergissen is dat zo'n beetje het hoofdonderwerp van o.a. Johannes 14
Als je het woord ''Jezus'' vervangt door ''bewustzijn'', of Jezus als symbool ziet voor bewustzijn, dan klopt het heel aardig.

Maar als je Jezus ziet als de eniggeboren Zoon van God...dan ben je een christen.
pi_214397644
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juli 2024 19:42 schreef .Antideeltje het volgende:

[..]
Je gaat voorbij aan het punt die je weggeknipt hebt, maar geen probleem. Wat betreft je vraag: Ja en die discussie hebben we eens eerder gehad (een aantal maanden geleden), waar ik in uitgebreide posts teksten uit het OT, NT, Koran, Gita en Upanishads heb aangehaald die overeenkomsten hierin vertonen.

Wil best wel weer linken naar de betreffende posts als daar behoefte aan is.
Nee hoor, dat hoef je niet te doen. Ik kan me de discussies herinneren.
  donderdag 25 juli 2024 @ 12:34:11 #213
16305 Jappie
parttime reverend
pi_214403797
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juli 2024 19:55 schreef Libertarisch het volgende:

[..]
Als je het woord ''Jezus'' vervangt door ''bewustzijn'', of Jezus als symbool ziet voor bewustzijn, dan klopt het heel aardig.

Maar als je Jezus ziet als de eniggeboren Zoon van God...dan ben je een christen.
Ik reageerde op het feit of er soortgelijke tekst bestaat binnen het christendom; niet op een interpretatie van de tekst.
De bijbel is een door het concilie samengestelde verzameling spirituele schrijfsels welke naar hun inzicht aan een bepaalde maatstaf voldeden. Dat hooggeplaatste gezagsdragers binnen een religie daar een zeer platte letterlijke draai aan hebben gegeven is gek genoeg nog iets wat in de geschriften door JC himself werd verworpen. Hence wegens zijn ogenschijnlijk ketters gedachtengoed wat afweek van de "scrhiftgeleerden" was de stok gevonden waarmee hij verhangen kon worden.

De bijbelse geschriften zijn en blijven echter grotendeels spiritueel van aard en vormen derhalve geen wetboek.
  donderdag 25 juli 2024 @ 12:42:10 #214
16305 Jappie
parttime reverend
pi_214403860
Vergis je overigens niet door te denken dat interpretatie niet ook op het Hindoeisme van toepassing is. Er zijn er die zeggen dat er net zoveel interpretaties zijn als de bevolking van India groot is.

Het grote verschil met het christelijk geloof zit hem meer in de groepsvorming middels verzamelde religieuze ideeen welke ten koste van alles verdedigd en afgeschermd moeten worden iets waar men binnen het Hindoeisme veel minder moeite mee schijn te hebben. Je zou ook kunnen zeggen dat men aldaar de politiek beter buitenspel heeft weten te zetten.
pi_214403970
quote:
0s.gif Op donderdag 25 juli 2024 12:34 schreef Jappie het volgende:

[..]
Ik reageerde op het feit of er soortgelijke tekst bestaat binnen het christendom; niet op een interpretatie van de tekst.

Het antwoord is nee, er is geen soortgelijke tekst binnen het christendom. Daarom maakt men onderscheid tussen de verschillende religies.

quote:
0s.gif Op donderdag 25 juli 2024 12:42 schreef Jappie het volgende:

Het grote verschil met het christelijk geloof zit hem meer in de groepsvorming middels verzamelde religieuze ideeen welke ten koste van alles verdedigd en afgeschermd moeten worden iets waar men binnen het Hindoeisme veel minder moeite mee schijn te hebben. Je zou ook kunnen zeggen dat men aldaar de politiek beter buitenspel heeft weten te zetten.
Het is een totaal andere cultuur :)
pi_214405984
quote:
0s.gif Op donderdag 25 juli 2024 12:54 schreef Libertarisch het volgende:

[..]
Het antwoord is nee, er is geen soortgelijke tekst binnen het christendom. Daarom maakt men onderscheid tussen de verschillende religies.
Dat soort teksten bestaan ook in de Bijbel en zijn talrijk. Een selectie uit de Gita, Upanishads en Bijbel:

Bhagavad Gita 6:29-31
29: Een ware yogi ziet Mij in alle wezens en ziet ook ieder wezen in Mij. Wie zelfgerealiseerd is, ziet Mij, dezelfde Allerhoogste Heer, overal.
30: Voor wie Mij overal ziet en alles ziet in Mij, zal Ik nooit verloren zijn noch zal hij ooit verloren zijn voor Mij.
31: Zo’n yogi die de Superziel met liefde en devotie dient en weet dat Ik en de Superziel een zijn, verblijft onder alle omstandigheden voortdurend in Mij.

Bijbel, Johannes 14:10-11/20
Gelooft u niet dat ik in de Vader ben en de Vader in mij is? De woorden die ik tot u spreek, spreek ik niet uit mijzelf, maar de Vader, Die in mij blijft, Die doet de werken. Geloof mij, dat ik in de Vader ben en de Vader in mij is, en zo niet, geloof mij dan om de werken zelf. [...] Op die dag zult u inzien dat ik in mijn Vader ben, en u in mij, en ik in u.

Bhagavad Gita 9:29
I am equally disposed to all living beings; I am neither inimical nor partial to anyone. But the devotees who worship Me with love reside in Me and I reside in them.

Bijbel, Jeremia 23:24
Nergens kan een mens zich verbergen zonder dat Ik hem zie, godsspraak van Jahwe. Hemel en aarde zijn vol van Mij, godsspraak van Jahwe.

Bijbel, Spreuken 15:3
Jahwe's ogen zijn overal aanwezig, acht gevend op de kwaden en de goeden.

Bijbel, Lukas 17 20:21
En toen hem door de Farizeen gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze.
En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.

Shvetashvatara Upanishad, 3.11
Therefore, that Divine Lord, being all-pervading, omnipresent and benevolent, dwells in the hearts of all beings, and makes use of all faces, heads and necks in this world.

Shvetashvatara Upanishad, 6.11
God, who is one only, is hidden in all beings. He is all-pervading, and is the inner self of all creatures. He presides over all actions, and all beings reside in Him.

Bijbel, 1 Korintirs 6:20
U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.

Bijbel, Genesis 1:26
En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!

Bijbel, Johannes 10:33
De Joden gaven hem ten antwoord: “Niet om een goed werk stenigen wij u, maar om een godslastering: dat gij, een mens, uzelf tot God maakt.” Jezus antwoordde hun: “Staat er niet in uw Wet geschreven: Ik heb gezegd: gij zijt goden? Zij heeft hen tot wie het woord Gods gericht werd, goden genoemd, en de Schrift heeft bindende kracht.

Bijbel, Handelingen 17:27:28
opdat zij de Heere zouden zoeken, of zij Hem misschien al tastend zouden mogen vinden, hoewel Hij niet ver is van ieder van ons. Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij; zoals ook enkelen van uw dichters gezegd hebben: Want wij zijn ook van Zijn geslacht.

Bijbel, Psalm 139:7-10
Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden.”

Bijbel, 1 Korinthe 3:16
Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?

Bijbel, Matthes 25
34 Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, berf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld.
35 Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald.
36 Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen.

37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven?
38 Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed?
39 Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen?
40 En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.

Enz.
  donderdag 25 juli 2024 @ 17:12:45 #217
496005 Jan_Onderwater
Culinair tegen Corona
pi_214406193
quote:
0s.gif Op woensdag 24 juli 2024 19:56 schreef Libertarisch het volgende:

[..]
Nee hoor, dat hoef je niet te doen. Ik kan me de discussies herinneren.
Weet je ook nog wat Texas prijsschieten is?
pi_214406399
quote:
0s.gif Op donderdag 25 juli 2024 16:41 schreef .Antideeltje het volgende:

[..]
Dat soort teksten bestaan ook in de Bijbel en zijn talrijk. Een selectie uit de Gita, Upanishads en Bijbel:

Bhagavad Gita 6:29-31
29: Een ware yogi ziet Mij in alle wezens en ziet ook ieder wezen in Mij. Wie zelfgerealiseerd is, ziet Mij, dezelfde Allerhoogste Heer, overal.
30: Voor wie Mij overal ziet en alles ziet in Mij, zal Ik nooit verloren zijn noch zal hij ooit verloren zijn voor Mij.
31: Zo’n yogi die de Superziel met liefde en devotie dient en weet dat Ik en de Superziel een zijn, verblijft onder alle omstandigheden voortdurend in Mij.

Bijbel, Johannes 14:10-11/20
Gelooft u niet dat ik in de Vader ben en de Vader in mij is? De woorden die ik tot u spreek, spreek ik niet uit mijzelf, maar de Vader, Die in mij blijft, Die doet de werken. Geloof mij, dat ik in de Vader ben en de Vader in mij is, en zo niet, geloof mij dan om de werken zelf. [...] Op die dag zult u inzien dat ik in mijn Vader ben, en u in mij, en ik in u.

Bhagavad Gita 9:29
I am equally disposed to all living beings; I am neither inimical nor partial to anyone. But the devotees who worship Me with love reside in Me and I reside in them.

Bijbel, Jeremia 23:24
Nergens kan een mens zich verbergen zonder dat Ik hem zie, godsspraak van Jahwe. Hemel en aarde zijn vol van Mij, godsspraak van Jahwe.

Bijbel, Spreuken 15:3
Jahwe's ogen zijn overal aanwezig, acht gevend op de kwaden en de goeden.

Bijbel, Lukas 17 20:21
En toen hem door de Farizeen gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze.
En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.

Shvetashvatara Upanishad, 3.11
Therefore, that Divine Lord, being all-pervading, omnipresent and benevolent, dwells in the hearts of all beings, and makes use of all faces, heads and necks in this world.

Shvetashvatara Upanishad, 6.11
God, who is one only, is hidden in all beings. He is all-pervading, and is the inner self of all creatures. He presides over all actions, and all beings reside in Him.

Bijbel, 1 Korintirs 6:20
U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.

Bijbel, Genesis 1:26
En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!

Ik kan me voorstellen dat, als je met een gnostische bril de teksten leest, dat het dan lijkt alsof er een sterke overeenkomst is tussen de Bijbel en de Gita-Upanishads.

Maar ik kan al een paar belangrijke verschillen opnoemen:

1) In de hindoestische teksten gaat het duidelijk over alle wezens, zonder uitzondering. Mensen en dieren, gelovigen en ongelovigen, heiligen en zondaars. Er is geen onderscheid, wij zijn n bewustzijn.

2) De Bijbelteksten zijn een stuk vager wat dit betreft, en multi-interpretabel. Het voorbeeld van Lukas 17: ''Het Koninkrijk van God is binnen u'', wordt ook vertaald of genterpreteerd als ''Het Koninkrijk van God is te midden van u''. (en u heeft hier alleen betrekking op de gelovigen, niet op alle mensen en dieren).

https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/lukas/17
pi_214407902
God in de schepping is kenmerkend voor heidendom. De bijbel leert dat er scheiding is, en de scheiding tussen God en mens gebeurde bij de val en is weer hersteld bij het kruis.
God was in Christ, reconciling the world unto himself, not imputing their trespasses unto them;
pi_214408373
quote:
0s.gif Op donderdag 25 juli 2024 17:34 schreef Libertarisch het volgende:

[..]
Ik kan me voorstellen dat, als je met een gnostische bril de teksten leest, dat het dan lijkt alsof er een sterke overeenkomst is tussen de Bijbel en de Gita-Upanishads.

Maar ik kan al een paar belangrijke verschillen opnoemen:

1) In de hindoestische teksten gaat het duidelijk over alle wezens, zonder uitzondering. Mensen en dieren, gelovigen en ongelovigen, heiligen en zondaars. Er is geen onderscheid, wij zijn n bewustzijn.

2) De Bijbelteksten zijn een stuk vager wat dit betreft, en multi-interpretabel. Het voorbeeld van Lukas 17: ''Het Koninkrijk van God is binnen u'', wordt ook vertaald of genterpreteerd als ''Het Koninkrijk van God is te midden van u''. (en u heeft hier alleen betrekking op de gelovigen, niet op alle mensen en dieren).

https://herzienestatenvertaling.nl/teksten/lukas/17
Je kan ook zeggen dat je er met een Advaita Vedanta bril naar de teksten in de Gita/Upanishads kijkt. Op de Gita en Upanishads bestaan er duizenden interpretaties. In het hindoesme bestaan er verschillende scholen en subscholen met een andere kijk op de ultieme realiteit, bewustzijn, Brahman, God, goden, enz.

1) De bijbel spreekt in het algemeen over het scheppen van de mens naar het beeld van God. Jezus spreekt in Lukas 17 zijn tegenstanders aan (de farizeen - die hij elders kinderen van de duivel noemde -) als hij zegt dat het koninkrijk van God binnen in hen is. Het OT spreekt over God die overal is, enz.

2) De Bijbelteksten zijn imo even duidelijk als de teksten in de Gita of Upanishads. Sommige teksten komen precies overeen, zoals waar Jezus zegt dat God in hem is en dat hij in God is, en de Gita hetzelfde zegt over degenen die toegewijd zijn aan God: “Maar de toegewijden die Mij met liefde aanbidden verblijven in Mij en Ik verblijf in hen.” Hier lijkt de Gita overigens het ook specifiek te hebben over degenen die 'toegewijd' zijn aan Hem en dat het dus niet voor iedereen geldt. Wat betreft de tekst in Lukas 17 en of er daar ‘midden’ of ‘binnenin’ bedoelt wordt zie deze post.

[ Bericht 2% gewijzigd door .Antideeltje op 25-07-2024 20:23:21 ]
pi_214408437
quote:
0s.gif Op donderdag 25 juli 2024 19:48 schreef Alarmonoff het volgende:
God in de schepping is kenmerkend voor heidendom.
Volgens die redenering hangen christenen het heidendom aan, omdat Jezus (die God geacht wordt) in de schepping was.
pi_214408587
quote:
0s.gif Op donderdag 25 juli 2024 20:21 schreef .Antideeltje het volgende:

[..]
Volgens die redenering hangen christenen het heidendom aan, omdat Jezus (die God geacht wordt) in de schepping was.
Waar staat dan?
God was in Christ, reconciling the world unto himself, not imputing their trespasses unto them;
pi_214668828
@.Antideeltje @Antideeltje- (of als je weer een nieuwe kloon hebt), we gaan hier verder met onze discussie over Nagarjuna. Ik heb de afgelopen maanden Leezenberg's nieuwe vertaling gelezen en dit deels geschreven voor mijn eigen begrip, dus het is extreem en asociaal lang (maar hopelijk kan ik daarmee wel mijn punt maken). Er zullen hopelijk lurkers zijn die het ook interessant vinden om te lezen, en waaraan ik hopelijk iets van wat mij fascineert aan Nagarjuna kan meegeven.

3.gif3.gif 0. Voorwoord: Over Prasangika's en Svatantrika's 3.gif3.gif

Laat ik om te beginnen stellen dat ik een Prasangika Madhyamaka ben. Prasangika is een sub-school van Madhyamaka en een metafilosofisch standpunt w.b.t. de betekenis van Nagajuna's redeneringen. Prasangika zien leegte-redeneringen als enkel deconstructief: het enige wat je doet is de absurde gevolgen ("prasanga", Sanskrit voor "gevolg") zien van inherent bestaan. Je neemt zelf geen alternatief standpunt in en je vermijdt daarnaast positieve uitspraken over de "uiteindelijke" aard van de realiteit (omdat leegte geen "ding" is, het is een afwezigheid van inherent bestaan die niet positief te definiren valt). Dit is in contrast met de zogenaamde Svatantrika's, die leegte-argumenten zien als syllogistisch: je baseert je op bepaalde premissen waar je vervolgens een conclusie uit trekt. Prasangika's zien dit als een concessie naar foundationalisme en dus als leidend naar een incompleet begrip van leegte. Een ander belangrijk verschil tussen de twee interpretaties is het zogenaamde "object van negatie" - wat weerleg je precies met een leegte argument?, en de aard van de conventionele realiteit.

quote:
A prominent and important feature of the Prāsaṅgika approach is their use of the non-affirming negation. A non-affirming negation is a negation which does not leave something in the place of what has been negated.

[...]

Pabongka Rinpoche states in Liberation in Our Hands that if we cannot correctly "recognize the nature of the false mode of existence that is being denied, we will not be able to realize the simple negation [Skr. prasajyapratisedhah or non-affirming negation] that is established through its refutation." For the Prāsaṅgika, when analyzing a table, the object being negated is not an abstract intellectual concept apart from the table which can be called 'inherent existing', but the conventionally appearing table itself, which appears to naive perception as being inherent. The table is not just empty of inherent existence in some abstract philosophical way; the identity of the table as it appears to normal, everyday perception - which misattributes inherence to the object - is being negated.

https://en.wikipedia.org/(...)a_Object_of_Negation
Ik onderschrijf dit volledig en zie de alledaagse, "gezond verstand"-perceptie van de realiteit, waarin dingen zijn wat ze zijn, dus als incorrect. Svatantrika's zeggen dat die perceptie conventioneel wel "gewoon" opgaat - voor mij maakt dat alles een beetje tot een scholastische oefening. Wat heeft al dat redeneren voor zin als de normale ervaring van de realiteit intact blijft? Zie ook deze post, die het scherp verwoordt:
quote:
This is the problem with Svatrantika. The problem is Real conventional truth. According to Svatrantika, there is something called real in conventional truth. There is a SUBTLE existence there. This is where Chandrakirti step in, and kick all these non-sense.

In terms of conventional truth, for Prasangika everything is FALSE and UNREAL. So, the conventional truth for Prasangika Madyamika [is] ALWAYS negative.

If [a] Prasangika scholar speak[s] to [another] Prasangika scholar, they will say conventionally cannot be express[ed]. Or they can say things don't exist even conventionally. But, if in daily life to normal people, you say this table [does] not exist, they will say you are crazy. So they have no choice to say this is exist, but deep inside their heart, they know they are saying bullshit.

[...]

If we take a bus and we still have a sense of bus, this is an indication that the emptiness is still a concept. If we realize emptiness, even we take [a] bus, we cannot say this is [a] bus.
3.gif3.gif 1.1 Nibbana en "verlichting" 3.gif3.gif

quote:
Dat heb je wel gesuggereerd en gezegd Charles, ook gezien de context van de discussie die we hadden over ‘ervaring’ en ‘verlichting’ waarbij je het bestaan ervan ontkende en dacht het boeddhisme hiervoor te kunnen gebruiken. Dat is ook de reden waarom je ageerde tegen wat ik postte. Je kan het nogmaals hier teruglezen.

Volgens jou was er “geen ervaring, lijkt me, en ook geen schat” … “Je kunt nibbana niet bereiken, want het bestaat niet substantieel … “Dus als je denkt verlicht te zijn of een en ander ervaren te hebben dan ben je er nog niet. Harder zoeken dus! Hahaha.”

Het bestaat dus wel n het is te bereiken, het is alleen ‘leeg’ van intrinsieke of gescheiden bestaan, vanwege afhankelijk ontstaan. Je haalt hier dus zaken door elkaar. Dat is ook de reden waarom Nagarjuna het pad van de bodhisattva naar boeddhaschap nam, zich aan de dharma hield en dit onderwees aan anderen. Als het niet bestond of niet te bereiken was had hij dit niet gedaan.
Ten eerste, dat hele woord berhaupt, "verlichting"; dat is helemaal geen boeddhistische term. Die hele "licht"-metafoor is een Westerse uitvinding met allerlei christelijke en gnostische connotaties die op een of andere manier standaardjargon is geworden in de Westerse studie van Oosterse soteriologie. Het impliceert dat je "het licht ziet" of iets anders mystieks, of dat je iets verkrijgt (zoals je zegt, "de schat vinden"). Dat begrip bestaat helemaal niet in het boeddhisme. Boeddhisten spreken over nibbana (Pali) of nirvana (Sanskriet), "uitdoven" (bijvoorbeeld een lamp of kaars) of "uitblussen". De metafoor is precies tegenovergesteld: er dooft iets in plaats van dat er iets oplicht (de Vier Edele Waarheden worden dan ook negatief gedefinierd - ze leiden tot het einde van dukkha/lijden en tanha/dorst). Het "uitdoven" wordt meestal genterpreteerd als het uitdoven van de drie vlammen van raga (hebberigheid), dvesha (afkeer) en moha (onwetendheid). Dat laatste, het doven van de vlam van onwetendheid, is dan voor de Madhyamaka inzicht in de illusie van inherent bestaan die ten grondslag ligt aan het lijden (de derde edele waarheid); Nagarjuna zou dat (negatieve) inzicht sunyata noemen. Inherent bestaan vormt tevens de basis van de persoonlijke identiteit. In dit opzicht is het interessant dat Nagarjuna het "zelf" vergelijkt met een lamp (MMK 27.22).

Ten tweede weten we vrijwel niets over het leven van Nagarjuna, behalve dat hij een aantal boeken heeft geschreven (er is enige discussie over welke teksten authentiek zijn en welke niet). Westerhoff zegt dat hij waarschijnlijk een monnik was, maar andere geleerden kunnen het zelfs niet eens worden over het jaartal waarin hij leefde binnen een straal van honderd jaar. Vrijwel alle details over zijn leven zijn hagiografisch en van latere komaf. Om toch even in te gaan op je opmerking - hij heeft immers die boeken geschreven - hij onderwijst de dharma aan anderen op conventioneel niveau, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat alle dharma's illusies zijn. Ik zie hier geen tegenstrijdigheid. De twee waarheden: conventioneel deed Nagarjuna zus en zo, conventioneel speelde hij boeddhist en schreef hij prachtige verzen; in de "ultieme" zin deed hij helemaal niets. Logisch, want hij is een illusie - net zoals alles in de conventionele realiteit dat is. Misschien kon hij zich wel vinden in dit citaat van Vladimir Nabokov (naar wiens personages - Charles Kinbote en Vseslav Botkin - ik allebei mijn accounts heb vernoemd):
quote:
For I do not exist: there exist but the thousands of mirrors that reflect me. With every acquaintance I make, the population of phantoms resembling me increases. Somewhere they live, somewhere they multiply. I alone do not exist.
Ten derde "bereik je niet [nibbana]", maar wordt de leegte gerealiseerd (ik schrijf dit heel bewust in passieve vorm).

quote:
6. Both samsara and nirvana,
Neither of these two exists;
The thorough understanding of cyclic existence [sunyata/pratityasamutpada]
This is referred to as “nirvana".

(Sixty Stanzas On Reasoning)
https://ibc-elibrary.than(...)asoning-Buddhism.pdf
quote:
68. Since all things are empty of own-being [sunyata], the incomparable Tathagata teaches dependent co-origination regarding things [pratityasamutpada].

69. The ultimate meaning consists in that! The perfect Buddhas, the Bhagavats, have [only] conceived the entire multiplicity in reliance upon worldly convention.

70. The worldly norms [dharmas] are not violated. In reality [the Tathagata] has not taught the Dharma. Not understanding the Tathagata’s words, [fools] fear this spotless discourse.

(Seventy Verses)

https://emptinessteachings.com/2011/03/01/159/
(Beide teksten behoren bij de handvol teksten die door de boeddhistische commentaartraditie als authentiek wordt gezien, en door de meeste moderne onderzoekers ook).

quote:
In samara, you react with confusion, you react with aversion and attachment, and then you create negative karma, and then you are born in the six realms. Unless you completely see the truth and see the reality, and then you are in nirvana.

But when you are in nirvana, then you understand that actually, there is nothing called samsara and there is nothing called nirvana. [Ringu glimlacht]
Zoals ik eerder zei: "Voor de boeddha is er geen boeddhisme, en ook geen boeddha".

Een hele bijzondere ervaring hebben en achteraf denken, "ik snap wat de Boeddha bedoelde met nirvana", is niet hetzelfde als leegte realiseren. Je denkt immers nog steeds dat de boeddhistische leer substantieel bestaat, dat jij substantieel bestaat, dat je iets hebt ervaren dat "nibbana" heet, dat die ervaring echt was en dat je hem "gehad" hebt. Nagarjuna is veel radicaler dan dat; in werkelijkheid zijn al die zaken illusies, als "[de weerspiegeling van] de maan in het water" (Sixty Stanzas, stanza 45), en als zodanig "noch waar, noch onwaar". Nirvana bereiken is niet: nirvana bereiken, maar inzien dat nirvana en samsara beiden illusies zijn (en dat alles, inclusief jezelf, een illusie is - alhoewel het conventioneel functioneert).

quote:
Nagarjuna ontkent en verwerpt alles, zelfs zijn eigen theorie: wie leegte als zienswijze ziet zal niets bereiken (MMK 13:8). Waarom? Omdat je op je pad naar verlichting alles moet loslaten.
Het gaat denk ik niet zozeer om dingen "op te geven" als om te begrijpen hoe dingen (fenomenen) zijn, namelijk leeg en conventioneel. Nagarjuna doet dit door ze te analyseren, en komt daardoor tot de conclusie dat ze onwerkelijk zijn. Als ze onwerkelijk zijn, kun je ze ook niet echt opgeven of opnemen. Daarom stelt hij ook in MMK25.3 dat nibbana "onverkregen" is, het is eerder het inzicht in leegte en dus de onwerkelijkheid van noties als ontstaan/vergaan, zijn/niets, en bij implicatie dus ook opgeven en opnemen. Er is niets dat voor Nagarjuna uiteindelijk echt is, zelfs niet de dharma zoals hij zelf aangeeft (zie ook [MMK7.34], [MMK10.16], [MMK13.8], [MMK17.33]). Dit is een fragment uit een podcast met Westerhof, een antwoord op een vraag over de rol van persoonlijke identiteit voor de Madhyamaka aan Jan Westerhoff ("hoe is rencarnatie mogelijk als persoonlijke identiteit etc. een illusie is"). Dat hoor je vanaf 18:45. Het citaat hieronder is vanaf 20:50.

quote:
[Westerhoff legt uit dat de persoon wordt gezien als een causale keten] [...] The causal theory and so on, all of that is only conventionally real. Because they don't allow anything that is ultimately real. What Nagarjuna and the Madhyamaka also say is that, you shouldn't think that saying that something is conventional either means "we're making it all up" or "we can decide what conventional reality is going to be like". And a metaphor that frequently comes up in Madhyamaka texts and Nagarjuna is the metaphor of the world being like a magical illusion or like a dream. So if you take the dream example: even though the actors in the dream are not real, you can't just, first of all, decide what you are going to dream about, and once you are in the dream, you can't just manipulate reality in any way you want. It's rather the case that once you are withinin that particular illusion there are certain ways in which it works and it follows certain laws; and in the Buddhist context we would say those laws in our waking world are the karmic laws which influence us in certain ways, but that doesn't mean that any of it is ultimately real.
Ik vind Kahn's voorbeeld schitterend, van de afwezigheid van de olifant. Je zoekt naar de olifant [inherent bestaan/substantile realiteit], denkend dat je hem gaat vinden, maar in plaats daarvan vind je niets. Niet "niets" in de zin van nihilisme, maar in de zin van "ik wilde een slok koffie nemen, maar mijn mok bleek leeg". Je verwachtte iets te vinden maar treft dat niet aan - daarom noemde ik het ook een "grap". Het is alsof je je hele leven op zoek bent naar je autosleutels en ineens beseft dat je helemaal geen auto hebt. Zo werd het symbool "0" ook vroeger gebruikt, als een placeholder voor als je "niets" van een bepaald ding hebt, voordat het een schimmig, abstract bestaan kreeg in de wiskunde.

3.gif3.gif 1.2 Over "nihilisme" in mijn Madhyamaka-interpretatie: of, "waarom de anatta-doctrine onverenigbaar is met persoonlijke ervaring" 3.gif3.gif
quote:
Wat er nihilistisch is aan je uitleg is dat je door je begrip van sunyata het bestaan van ‘ervaring’ en ‘verlichting’ probeerde te ontkennen. [...] Hoe je het stelde en naar voren bracht in die discussie suggereerde je een nihilistisch begrip van het concept, wat het niet inhoudt, ook gezien het feit dat Nagarjuna zelf het pad naar verlichting nam en dit evenzo onderwees aan anderen. Ook Jay Garfield en anderen zeggen dat sunyata dit niet inhoudt: “… leeg zijn is dus niet niet-bestaand zijn, maar eerder de enige mogelijke manier van bestaan.”
Ik heb hierboven uitgelegd waarom dat niet nihilistisch is en waarom het in lijn is met Nagarjuna's eigen visie (en in bredere zin met de anatta-doctrine). Je kunt nirvana niet ervaren want het is de afwezigheid van inherent bestaan. Daarnaast staat min of meer hetzelfde in de Hartsoetra.
quote:
Dus, in leegte, geen vorm,
Geen gevoel, gedachte of keuze,
Noch is er bewustzijn.

Geen oog, oor, neus, tong, lichaam,
geest;
Geen kleur, geluid, geur, smaak,
aanraking,
Of wat de geest in zich opneemt,
Zelfs geen daad van gewaarworden.


Geen onwetendheid of einde ervan,
Noch alles wat voortkomt uit onwetendheid;
Geen verwelking, geen dood,
Geen einde van hen.

Noch is er pijn, of oorzaak van pijn,
Of ophouden van pijn, of een nobel pad
Om van pijn weg te leiden;
Zelfs geen wijsheid om te bereiken!
Ook het bereiken is leegte.


(Hart-soetra, eigen vertaling uit het Engels)
https://thebuddhistcentre(...)iles/heart_sutra.pdf
Dat is dan ook hoe ik leegte begrijp. Fenomenen zijn illusies (ze zijn niet wat ze zijn - ze hebben geen identiteit) en intrinsiek onwerkelijk vanuit een kritisch "perspectief". Ze bestaan niet substantieel en zijn als "de stad van gandharva's, illusies, luchtspiegelingen, netten van haar, schuim, bellen, fantomen, dromen en wielen gemaakt met een vuurbrand". Niet als "alles is alles in alles"[?] of als een soort holisme. Dat staat niet in de MMK noch in de Hartsoetra, en is voor mij een verbastering van de radicaliteit en vooral de onbevreesde eerlijkheid van Nagarjuna's redeneren. Deze auteur schreef een kort, populair artikel over de prajnaparamita-soetras, de volgende zinnen vatten het voor mij mooi samen:
quote:
The Heart Sutra and the other Prajnaparamita Sutras talk about a lot of things, but their most fundamental theme is the basic groundlessness of our experience. They say that no matter what we do, no matter what we say, and no matter what we feel, we need not believe any of it. There is nothing whatsoever to hold on to, and even that is not sure. So these sutras pull the rug out from under us all the time and take away all our favorite toys.

[...]

Emptiness points to the most radical transformation of our entire outlook with regard to ourselves and the world. Emptiness not only means the end of the world as we know it, but that this world never really existed in the first place.
Logischerwijs vind jij dit nihilistisch gezien je eigen gnostische opvattingen, maar dan vind je niet mijn "onjuist begrip" van sunyata nihilistisch maar simpelweg de (Prasangika) Madhyamaka-opvatting zelf. Als je de MMK zelf zou lezen zou je zien dat Nagarjuna aan de lopende band allerlei zaken onwerkelijk noemt, dat hij fundamentele boeddhistische leerstellingen (zoals karma, de drie kenmerken en zelfs de dharma) als "luchtspiegelingen" en "dromen" beschrijft, dat hij personen en hun handelingen als illusies ziet, en dat alle boeddhistische tegenstanders die hij opvoert om zijn negatieve dialectiek uit te voeren juist dogmatische boeddhisten zijn, die denken dat boeddhisme "echt waar" is en over echte entiteiten en fenomenen gaat. Maar niets is "echt waar", dat is nou juist het hele punt, in zoverre iets al waar of onwaar is is dat slechts conventioneel, nominaal het geval - en dat inzien is nou precies de "bevrijding" (of de bevrijding van de noodzaak van bevrijding? of de bevrijding van het idee van bevrijd zijn?).
quote:
11. “Empty” should not be asserted.
“Nonempty” should not be asserted.
Neither both nor neither should be asserted.
They are only used nominally.
Garfield:
quote:
It would be easy to interpret Nagarjuna to mean that from the ultimate standpoint, we can say of phenomena that they are empty. But here he quite deliberately undermines that interpretation, claiming instead that nothing can be literally said of things from such a standpoint. For ultimately there is no entity of which emptiness or nonemptiness can be predicated. Nor can we say that things are neither empty nor nonempty. The central claim in this verse is that all assertion, to the extent that it is true at all, is at best nominally true. [...] Predication always requires an entity of which the predicate can be true; and the emptiness of phenomena guarantees that from the ultimate standpoint, there are no phenomena to be empty.[!!!]
Ik zei eerder al, Nagarjuna's stilte is geen mystieke stilte. Nagarjuna zwijgt omdat er niets om over te spreken is (niet omdat je "voor de ervaring moet gaan" of omdat hij "labeltjes afwijst"), en dat heeft hij (deconstructief) beredeneerd.

Ik legde bovendien op het begin al uit dat de biografische verhalen over Nagarjuna die je hier presenteert hagiografisch zijn. Overigens kun je dit alles wederom prima begrijpen binnen de leer van de twee waarheden: conventioneel functioneert alles en doen mensen zaken, "ultiem" gezien het een illusie en is niets wat het lijkt. Nagarjuna noemt personen en hun acties immers illusies die andere illusies creeren.
quote:
17.31 Just as the teacher, by magic,
Makes a magical illusion, and
By that illusion
Another illusion is created,

17.32 In that way are an agent and his action:
The agent is like the illusion.
The action
Is like the illusion’s illusion.

17.33 Afflictions, actions, bodies,
Agents and fruits are
Like a city of Gandharvas and
Like a mirage or a dream

(Garfield)
Dit is echt een van de meest centrale noties binnen het boeddhisme, de illusie van het zelf (komt wederom ruimschoots, herhaaldelijk aan bod in de MMK zelf, in drie verschillende hoofdstukken). Daarom worden geboorte en dood (komen en gaan) ook gezien als illusies: er is uiteindelijk geen substantieel persoon, het "zelf" is slechts een conventioneel construct op "basis" van de vijf skandha's (alhoewel Nagarjuna die ook deconstrueert als onwerkelijk, MMK 4). Een vierzijdige driehoek kan ook niet doodgaan of geboren worden. Nagarjuna radicaliseert de notie van anatta (de zelfloosheid van personen) tot sunyata (de zelfloosheid van fenomenen) en komt daarmee tot de conclusie dat alles onwerkelijk is - dingen zijn niet wat ze zijn, dus zowel "het zijn" als "het niets", als het vergaan en ontstaan van "entiteiten", alsook de dharma zijn illusies.

Garfield stelt in het commentaar op mijn favoriete passage (MMK 25.24) dat je de boeddhistische leer niet moet reficeren en onderschrijft mijn (en Nagarjuna's eigen) punt - dat nibbana geen entiteit is en dat het niet behaald wordt door entiteiten. Daarna praat hij zijn mond voorbij, helaas, en legt hij Nagarjuna zaken in de mond die hij nergens schrijft. Siderits schrijft over diezelfde passage (p. 57/305):
quote:
Since it follows from the universal emptiness of all dharmas that there is ultimately nothing to be cognized, and suffering is said to result from hypostatization (see 11.6), it follows that the realization of emptiness is “blessed” or the cessation of suffering. Of course, it also follows from this that the Dharma, the teachings of the Buddha, contains no single statement that is ultimately true. But this, says Candrakīrti, presents an analysis of nirvĀṇa no difficulty for the Mādhyamika. For to the extent that the Buddha’s teachings are useful in helping us overcome suffering, they are conventionally true.
Is Siderits ook een nihilist? Volgens mij is dit gewoon een hele plausibele conclusie op basis van de twee waarheden-doctrine, en de dingen die Nagarjuna zelf schrijft (we zagen het ook net al in de Hartsoetra staan). Dat "conventioneel waar" in plaats van dogmatisch waar is trouwens gecodificeerd binnen Mahayana, als upaya.

quote:
Het [nibbana] bestaat dus wel n het is te bereiken, het is alleen ‘leeg’ van intrinsieke of gescheiden bestaan, vanwege afhankelijk ontstaan. Je haalt dus zaken door elkaar.
Nee, Nagarjuna past negatieve tetralemmas toe op zowel nibbana als de Boeddha in de MMK, d.w.z. hij neemt geen enkele positie in en schort het hele discours over beiden op. Hij wijst de positie die je hier aan hem toeschrijft zelfs expliciet af.
quote:
25.5 Voorts, als nirvana een bestaande was, zou het
geconditioneerd zijn;
want nergens is een niet-geconditioneerde bestaande
voorhanden.

25.6 En als nirvana een bestaande was, hoe kan het dan
niet verworven zijn?
Want geen enkel niet-verworven bestaande is
voorhanden.

(Leezenberg)

[Garfield's vertaling is minder expliciet maar hij maakt hetzelfde punt in het commentaar]
Hij neemt overigens ook niet het standpunt in dat het niet bestaat. Ik had dat van hem moeten overnemen: niet ontkennen dat nibbana bestaat, maar in radicalere zin ondermijnen dat er berhaupt zoiets is als "nibbana" als subject waar predicaten zoals "bestaan" en "niet-bestaan" op van toepassing kunnen zijn. Garfield maakt hetzelfde punt in zijn commentaar ("To say that nirvana possesses the positive property of nonexistence is not coherent either. For then there would be nothing to which the predicate “nonexistent” could in fact apply." p. 303).

Daarom gebruik ik ook steeds het woord "deconstrueren" wanneer ik over Nagarjuna's filosofie spreek. Hij ontkent niet zozeer zaken als dat hij er op probeert te wijzen dat de intutieve aannames die we doen bij het maken van redeneringen (namelijk dat ze "ergens over gaan", betrekking hebben op een reel subject) absurd zijn, en daarmee slaat hij de grond onder de voeten van zijn tegenstanders weg. Het is een beetje zoals Wile E. Coyote: die kan van een klif afrennen en ook tientallen meters blijven doorrennen, zolang hij maar niet naar beneden kijkt. Nagarjuna wil dat je naar beneden kijkt.
quote:
Ondanks dat hebben ze toch wel een eigen theorie en filosofie. Ze kunnen dat ook ontkennen, maar dat is niet wat we zien in de praktijk en de talloze geschriften waarin ze dat verdedigen en onderwijzen. Maar je benoemde wel alleen het thesme, wat eenzijdig is, want vanuit de Madhyamaka filosofie ontkennen ze net zo goed het athesme, agnosticisme en allerlei andere labeltjes. En vanuit mijn eigen ervaring en inzicht begrijp ik goed waarom ze dat doen.
Dat zien "wij" niet, dat is wat jij ziet. Als je gelooft in inherent bestaan of in een substantile werkelijkheid denk je dat je ergens over spreekt en zul je anderen logischerwijs ook zo interpreteren. Nagarjuna zelf is echter een anti-realist en anti-foundationalist die niet gelooft in het bestaan van een externe realiteit of fundamentele theorien. Daarom kan hij dus, zonder contradicties, zeggen dat hij geen standpunt heeft (dit is hoe Westerhoff die uitspraak interpreteert), omdat hij zijn karika's niet ziet als betrekking hebbend op een realiteit. Dat neemt niet weg dat hij voor dogmatici - d.w.z. het gros van de mensen - wel zo zal uitzien (dat is projectie), net zoals jij mijn orthodoxe en correcte begrip van leegte constant stromant met "nihilisme" omdat je de MMK niet hebt gelezen en om redenen die duister voor mij zijn denkt dat hij er gnostische of mystieke opvattingen op nahoudt (we hebben net gezien, echter, dat hij zwijgt omdat er niets om over te spreken is, en ik ga dit later nog uitgebreid aantonen).

Als je de MMK zou lezen zou je zien dat Nagarjuna vrijwel nergens positieve standpunten inneemt, op een aantal metafilosofische opmerkingen na (en in de laatste twee hoofdstukken). Het is een hele vreemde tekst en benadering wanneer je het vergelijkt met een normaal filosofieboek. Wanneer hij prasanga-redeneringen "doet" is hij niet bezig met theorievorming maar met deconstructie, hij wijst onmogelijkheden of inconsistenties uit waar hij vervolgens negatieve conclusies uit trekt, hij stelt retorische vragen die als niet-affirmerende negatie dienen, hij ontkent en ontkent en ontkent en de meeste hoofdstukken eindigen met de conclusie dat datgene wat geanalyseerd wordt (bv. het zelf, karma, het geconditioneerde) illusoir is. Het boek is een gestructureerde negatieve dialectiek (de hoofdstukken volgen vrijwel allemaal logisch op elkaar, Garfield merkt dit ook op) die de onwerkelijkheid van allerhande noties uitwijst (door middel van redeneringen), inclusief zijn eigen noties (uiteindelijk zijn dingen niet "leeg" of "niet-leeg" of (geen van) beide), en culminerend in de onwerkelijkheid van de boeddhistische leer zelf. Leezenberg ziet dat laatste als de climax van zijn argument, en ik ook.

In Sixty Stanzas gebruikt Nagarjuna het woord "nibbana" als naam voor het negatieve "inzicht" in wederzijdse afhankelijkheid/leegte - oftewel, het inzicht dat alle fenomenen (inclusief het ervarende zelf) geen inherent bestaan hebben/intrinsiek illusoir zijn (datgene wat ze maakt tot wat ze zijn ontbreekt). Daarom kun je nibbana dus ook niet ervaren, omdat het hetzelfde is als leegte en omdat leegte een afwezigheid is. Een afwezigheid bestaat niet "echt". Dat is geen nihilisme maar een redelijk typische Madhyamaka-opvatting (zie ook die lama waar ik dat filmpje van plaatste eerder), en een thema dat trouwens regelmatig aan bod komt in de prajnaparamita-soetras, zie bv. de Diamandsoetra;
quote:
"All living beings, whether born from eggs, from the womb, from moisture, or spontaneously; whether they have form or do not have form; whether they are aware or unaware, whether they are not aware or not unaware, all living beings will eventually be led by me to the final Nirvana, the final ending of the cycle of birth and death. And when this unfathomable, infinite number of living beings have all been liberated, in truth not even a single being has actually been liberated."

"Why Subhuti? Because if a disciple still clings to the arbitrary illusions of form or phenomena such as an ego, a personality, a self, a separate person, or a universal self existing eternally, then that person is not an authentic disciple."

[...]

"Tell me, Subhuti. Does a Buddha say to himself, 'I have obtained Perfect Enlightenment.'?"

"No, Blessed One. There is no such thing as Perfect Enlightenment to obtain.[!] If a Perfectly Enlightened Buddha were to say to himself, 'I am enlightened' he would be admitting there is an individual person, a separate self and personality, and would therefore not be a Perfectly Enlightened Buddha."

[...]

[De Boeddha zegt] "Subhuti, my teachings reveal that even such a thing as is called a 'disciple' is non-existent. Furthermore, there is really nothing for a disciple to liberate."
"A true disciple knows that there is no such thing as a self, a person, a living being, or a universal self. A true disciple knows that all things are devoid of selfhood, devoid of any separate individuality."

[...]

"Subhuti, do not maintain that the Buddha has this thought: 'I have spoken spiritual truths.' Do not think that way. Why? If someone says the Buddha has spoken spiritual truths, he slanders the Buddha due to his inability to understand what the Buddha teaches. Subhuti, as to speaking truth, no truth can be spoken. Therefore it is called 'speaking truth'."
Ook de Diamandsoetra is nihilistisch schijnbaar.

Nagarjuna eindigt de MMK25 (analyse van het nirvana) - nadat hij geweigerd heeft om ook maar n enkele uitspraak over nibbana of de Boeddha te doen - met een drietal karikas over leegte, wat wederom aantoont dat het zwaartepunt voor hem daar ligt (Westerhoff gebruikt in zijn boek "Nagarjuna's Madhyamaka" 16 keer het woord "nirvana", in tegenstelling tot 166 keer "emptiness" en 91 keer "empty"). Dit is dan ook de wisseltruc die aan de basis ligt van de Mulamadhyamakakarika, die hij expliceert in de passage die ik eerder aanhaalde, en die ook invoedrijk geweest is in de Mahayanatraditie (je ziet die preoccupatie met sunyata ook in Zen terug, bv.).

Wederzijds afhankelijk "bestaan" is overigens iets heel anders dan "bestaan" in de normale zin.
quote:
5.8. Fools and reificationists who perceive
The existence and nonexistence
Of objects
Do not see the pacification of objectification.
Die computer waar je dit op leest is vanuit de leegte-analyse gezien geen computer, want datgene wat een computer tot een computer maakt ontbreekt (het is wederzijds afhankelijk ontstaan en kan dus geen essentie hebben). Het is ook niet de onderdelen - want datgene wat de onderdelen tot de onderdelen maakt ontbreekt. Het "is" een leeg, wederzijds afhankelijk fenomeen zonder identiteit. Ontkennen dat x bestaat en zeggen dat x leeg is liggen dicht bij elkaar, in de zin dat dingen, zoals ze voor het alledaagse gezonde verstand verschijnen, in een hele letterlijke zin niet zijn wat ze zijn. Nagarjuna is geen nihilist, maar dat betekent niet dat hij niets gemeen heeft met nihilisme. Het is wijs om vooral geen illusies te hebben over de radicaliteit van Nagarjuna's filosofie, door er bijvoorbeeld een soort tandeloos holisme van te maken zoals Thich Nhat Hanh doet ("emptiness is the ground of everything" - fouter dan dat kun je het niet uitdrukken). Ik zal dat in de desbetreffende alinea uitgebreid uitleggen.

Net als de nihilist ziet Nagarjuna het bestaan als een illusie,
quote:
20. If there is being there is permanence;
If there is non-being there is necessarily annihilation.
When there is being, these two [dogmas] occur.
Therefore [one should] not accept being.

https://emptinessteachings.com/2011/03/01/159/ - zie ook de voorgaande 19 karika's en MMK 15
Hieruit volgt dat ook de allerhoogste concepten binnen het boeddhisme, zoals nibbana en de Boeddha, voor hem illusies zijn (hij expliciteert dat ook zo nu en dan, zoals in Sixty Stanzas eerder). De reden waarom hij geen nihilist is is tweevoudig:

1. Nagarjuna ontkent niet het conventionele "bestaan" en de pragmatische waarde van deze illusies. De nihilist zou alles nep noemen, maar Nagarjuna doet dat niet. Als illusie is het werkelijk in de zin dat het functioneel geldig is in het dagelijks leven, alhoewel het tegelijkertijd ook weer niet werkelijk is en veel contingenter is dan het zich voordoet. De vergelijking met een droom is in dat opzicht interessant. In een droom vul je allerlei inconsistenties en leemtes aan met je fantasie om het kloppend te maken - dat is in de alledaagse werkelijkheid niet anders.

2. Nagarjuna ziet niet alleen het bestaan als illusie, maar ook het niet-bestaan, het "niets" [MMK 15.10]. Dit is dan de bekende middenweg. Dat is geen constructieve theorie die hij poneert door middel van argumenten, maar simpelweg wat "overblijft" nadat je het zijn en het niets van de hand hebt gewezen. Geen nihilisme, geen eternalisme, maar een soort schemergebied waar dingen contingent en relationeel "bestaan" maar er tegelijkertijd het besef is dat ze onwerkelijk zijn, leeg zijn (en dat deze relationaliteit niet fundamenteel is maar ook leeg). Garfield (p. 229):

quote:
Mirages and dreams are actual phenomena, which actually appear and which have consequences. But that does not mean that they appear to us in a nondeceptive way. Mirages are not water and do not quench thirst, and dream-elephants carry no loads.
3.gif3.gif 1.3 De drie niveaus in Nagarjuna's filosofie 3.gif3.gif

Op basis van alles wat ik hierboven heb geschreven ontwaar ik drie niveaus in Nagarjuna's filosofie.

Het eerste niveau is inherent bestaan/svabhava. Dit is naef realisme, de substantialistische blik op de wereld, waar dingen en personen als zichzelf en op zichzelf lijken te bestaan. Het domein van objectpermanentie en materialisme. Nagarjuna ziet dit uiteraard als diep problematisch, en een groot deel van de MMK bestaat dan ook uit het deconstrueren van de illusie van inherent bestaan door n voor n alle hete hangijzers te behandelen.

Het tweede niveau is wederzijdse afhankelijkheid. Dit is hoe iemand met inzicht in Nagarjuna's filosofie (een boddhisatva of "groot wezen", in Chandrakirti's termen) de conventionele realiteit ervaart. Dingen zijn niet langer wat ze leken te zijn, ze zijn leeg, wederzijds afhankelijk van condities, waarnemers, etc. De procesmatigheid van de wereld wordt zichtbaar en de grens tussen de wereld en ervaring, binnen- en buiten wordt poreus. Vaak ontstaat hier ook een inzicht in de rol van de menselijke geest in het tot stand brengen van wat wij "realiteit" noemen - dat is natuurlijk ook wat gebeurt wanneer je mediteert. Kahn stipt het punt ietwat potisch aan:
quote:
Phenomena appear, function and exhibit consequences, but do so dependently and conventionally. We need to engage in a vision of the essenceless interdependence of things, of the empty interrelatedness of what is neither thing nor nothing, like objects in a mirror or like echoes, like interreflections rather than entities.
Zeker niet iedereen vindt dat een prettige ervaring overigens. Mensen kunnen dit ook als "derealisatie" ervaren (in principe is dat ook gewoon wat het is...) en heel erg beangstigend vinden - immers, datgene dat voorheen "de werkelijkheid" leek blijkt ineens illusoir te zijn. Kahn beschrijft de uiteindelijke "onvindbaarheid" van fenomenen wanneer je leegte-meditatie beoefent; als je op zoek gaat naar de ware essentie van welk fenomeen dan ook, datgene wat iets maakt tot wat het is, zul je "ontdekken" dat die essentie er niet is, en dat ding uiteindelijk dus ook niet ("It is seeing that what you believed to exist so concretely and so fundamentally is like an apparition."). Mensen kunnen daar behoorlijk van schrikken. Filosofie is niet zonder gevaren, en Nagarjuna al helemaal niet. Be careful what you wish for.

Als je een zwakke maag hebt raad ik je aan hier af te haken. In de passage die volgt komen de meest radicale en ontwrichtende aspecten van Nagarjuna's denken aan bod, en zal ik tevens definitief afrekenen met het idee dat er ook maar enig raakvlak is tussen mystiek en Nagarjuna.

Het derde niveau, "de leegte van de leegte", is ondenkbaar, onvoorstelbaar en onervaarbaar. Dit is wanneer blijkt dat leegte en wederzijdse afhankelijkheid ook leeg, illusoir en "onvindbaar" zijn in uiteindelijke zin - ze "bestaan" slechts conventioneel (er is niets dat "uiteindelijk" werkelijk is, want er is geen "uiteindelijke", substantile werkelijkheid). Zoals Kahn schrijft: "Conventional truth is the ladder by which the deceptive structure of its own conceptuality is ultimately undermined". Hoogcarspel (p. 172) beschrijft het als het doorzien van de werking van de taal (Garfield heeft een boeddhistische essaybundel geschreven die "Empty Words" heet, prachtige titel). Daarom schrijft Nagarjuna ook:

quote:
22.15 Zij die in concepten blijven denken over een Boeddha
in ruste - voorbij het denken in concepten -
Gehinderd door concepten als ze zijn, zien ze geen
van allen de Boeddha Tathagata.

22.16 Wat het zelfbestaan van de Boeddha is, dat is het
zelfbestaan van deze wereld.
De Tathagata is zonder zelfbestaan, zonder zelfbestaan
is deze wereld.

(Leezenberg)
"Ervaring" is een conceptueel construct dat afhankelijk is van conventies. De persoon die conventioneel gezien bestaat ook. De Boeddha ook, trouwens. Kahn[/Garfield]: "From the ultimate standpoint, there are no phenomena or for that matter standpoints". Je kunt "dat" niet ervaren want het is geen ding, toestand of ervaring: het is inzicht in de grondloosheid van de illusie van de reficatie, en daarmee de grondloosheid van zelf, wereld en skandhas. Zoals het Zen-spreekwoord "de bodem valt uit een emmer". Als je dat begrijpt, begrijp je ook dat Nagarjuna geen mysticus is, maar eerder een soort radicale anti-realist/anti-fundationalist. Hoogcarspel zegt in deze podcast, op 25:35,
quote:
De existentialisten hebben altijd al gezegd, "de mens is altijd in een situatie" en Husserl schreef "de wereld is alleen wereld voor de mens". En dat vonden we allemaal heel mooi, en misschien zou je daar wel gedichtjes over kunnen schrijven, maar voor de rest heeft het praktisch geen enkel gevolg. Nou, Nagarjuna neemt dat juist serieus, die zegt, "alles wat wij bedenken over deze wereld maakt deel uit van onze eigen ideologie, van onze eigen dogmatiek".
Westerhoff maakt hetzelfde punt, boekpagina 220, pdf-pagina 235:
quote:
According to the Madhyamaka view of truth, there can be no such thing as ultimate truth, a theory describing how things really are, independent of our interests and conceptual resources employed in describing it. [...] There is no way of investigating the world apart from our linguistic and conceptual practices, if only because these practices generate the notion of the “world” and of the “objects” in it in the first place. To speak of conventional reality as distorted is therefore highly misleading, unless all we want to say is that our way of investigating the world is inextricably bound up with the linguistic and conceptual framework we happen to employ.
Het doet me tevens denken aan een van mijn favoriete passages van Nietzsche,
quote:
We betreden een domein van ruw fetisjisme wanneer we de basisvooronderstellingen van de metafysica van de taal, in gewone taal, de vooronderstellingen van de rede, voor het bewustzijn oproepen. Overal ziet het een dader en daad; het gelooft in de wil als oorzaak; het gelooft in het "ik", in het "ik" als zijn, in het "ik" als substantie, en het projecteert dit geloof in de ik-substantie op alle dingen -- alleen zo creert het eerst het concept "ding". Overal wordt "zijn" geprojecteerd door het denken, eronder geduwd, als de oorzaak; het concept van zijn volgt, en is een afgeleide van, het concept van "ik". In het begin is er die grote rampzalige vergissing dat de wil iets is dat effectief is, dat de wil een faculteit is. Vandaag weten we dat het slechts een woord is.

[...]

Inderdaad, niets heeft tot nu toe een meer naeve overtuigingskracht gehad dan de dwaling over het zijn, zoals die bijvoorbeeld door de Eleaten is geformuleerd. Elk woord en elke zin die we zeggen spreekt immers in haar voordeel.
Dit sluit mooi aan op de eerder aangehaalde passages van Nagarjuna, over personen en handelingen als illusies, en natuurlijk de notie van sunyata zelf (hier in engere zin, als "substantie").

De vergelijking met apofatische mystiek is daarom een fundamentele vervorming van Nagarjuna's project. Waar mystici willen wijzen op iets dat buiten de taal "is", onbeschrijflijk, woorden kunnen het geen recht doen, je zult het toch echt zelf moeten ervaren; wil Nagarjuna precies het tegenovergestelde doen: overbrengen dat er in zekere zin niets is buiten de taal, en dat de illusie dat dat wel zo is (een illusie waar de mysticus met beide benen en volledige overgave is ingetrapt) een soort tovertrucje is dat gecreerd wordt door het intutieve, maar incoherente idee van svabhava of "zelfbestaan". Hij toont dit overigens aan (volgens zijn eigen beste willen en weten) door prasanga-redeneringen te gebruiken - niet door beroep te doen op ervaringen. Sterker nog, de prasanga staat nou juist haaks op hoe de werkelijkheid wordt ervaren vanuit het zogenaamde "gezond verstand", en vanuit mystiek (waarom denk je dat de hindoes zo'n hekel aan hem - en het boeddhisme - hadden?). Nagarjuna is compleet en totaal anti-gezond verstand, zoals m.i. de meest interessante filosofen dat zijn.

Dat is overigens wat ik persoonlijk zo fascinerend vindt aan hem: de conclusies die hij trekt zijn ongelooflijk radicaal en voor velen waarschijnlijk behoorlijk "zweverig" (de realiteit is een illusie, personen zijn illusies, geboorte en dood zijn illusies), maar hij gooit het voor de verandering eens niet op mystieke ervaringen maar op een beargumenteerde deconstructie. Los van wat je verder van Nagarjuna vindt - logisch gezien is er geen speld tussen te krijgen. Zoals Hoogcarspel zegt, "het klopt als een bus", hoe vreemd het intutief misschien ook lijkt: het idee van substantie/identiteit is totaal onsamenhangend, tegenstrijdig en zelfs een soort waanidee als je er kritisch naar kijkt. Dat valt ons alleen niet op normaal omdat het zo vanzelfsprekend is en zo compleet ingebakken zit in onze alledaagse omgang met onszelf en de realiteit. Het resultaat is voor Nagarjuna in ieder geval dat er vanuit een kritisch perspectief niets meer te zeggen valt, omdat niets van wat je zegt echt waar kan zijn: datgene waarover je denkt te spreken is een illusie, de woorden die je uitspreekt zijn een illusie, en jij bent een illusie. Je kunt sunyata-sunyata/nibbana niet ervaren omdat het nou juist de non-substantialiteit onthult van de structuren waar ervaring en zelf op berusten.

quote:
"There is no way to overcome the misconceptions of those who think that emptiness is a real thing. For example, if you tell someone, 'I have nothing.' and that person says, 'Give me that nothing.' How could you make that person understand that you have nothing?"

(Buddhapalita)
https://en.wikipedia.org/(...)ptiness_of_Emptiness
quote:
The ultimate truth, the lack of self-nature in all phenomena, also refers to the fact that phenomena do not arise or cease at all. Even though conventional phenomena appear to arise and pass away through dependent arising, this appearance is in fact unreal and illusory. Thus, for Chandrakirti, the wisdom which realizes the ultimate truth is the realization that phenomena (dharmas) do not arise or come into being from themselves, from another thing, from both themselves and another thing, or without a cause. [oftwel, de eerste karika van de MMK].

[...]

In this sense then, all phenomena are intrinsically unreal and like illusions, since they truly are not what they appear to be.

https://en.wikipedia.org/(...)f_the_ultimate_truth
[Het originele artikel is veel beter en uitgebreider, een schets van Chandrakirti's eigen argumenten uit zijn commentaar op de MMK, https://plato.stanford.edu/entries/twotruths-india/#PraMad .]

Dit is overigens geen uitvinding van Chandrakirti. Nagarjuna schrijft dit zelf in de wijding:
quote:
Wat het ontstaan in afhankelijkheid, het tot rust brengen
van conceptueel denken en het gezegende is:
Het niet-vergaan, het niet-onstaan, de niet-vernietiging
en het niet-blijven,
De niet-identiteit, het niet-verschil, het niet-verschijnen
en het niet-verdwijnen.


[Leezenberg]
Mooie karika in Seventy Stanzas:
quote:
24. Opponent: If there is no origination and cessation, then to the cessation of what is nirvana due?

Reply: Is not liberation this: that by nature nothing arises and ceases?
In dat licht kun je de tegenstander die in de eerste karika van MMK25 aan bod komt op een andere manier lezen: niet als een fase in de dialectiek die overwonnen moet worden, maar als een soort koan:
quote:
25.1 If all this is empty,
Then there is no arising or passing away.
By the relinquishing or ceasing of what
Does one wish nirvana to arise?
Dus - er zijn entiteiten die conventioneel "bestaan", ontstaan en vergaan, maar deze dingen zijn simpelweg niet wat te zijn - ze hebben geen identiteit. Ze "bestaan" wel (een illusie bestaat, maar het bestaat niet op de manier waarop het zich voordoet). Je haalde Garfield aan: "“… leeg zijn is dus niet niet-bestaand zijn, maar eerder de enige mogelijke manier van bestaan.”. De enige manier waarop dingen dus kunnen "bestaan" is als leeg, conventioneel construct. Functioneel, noodzakelijk zelfs in het alledaags leven, maar illusoir. Kahn: "This is why conventional truth is referred to as nominal truth, as true in name only. (...) This does not mean that everything is only a name in the sense of being reducible to independent and imaginary mental activity. (...) To say that phenomena are nominal is to say that they are conventionally constructed by what works, by what yields reliable results, not by what is, as in identifying real, self-grounded things." De conventionele realiteit - de enige realiteit, en het enige domein waarbinnen er sprake kan zijn van waarheid, onwaarheid, ervaring en discursiviteit - is dus een intersubjectief construct, want taal is intersubjectief - "ik spreek maar n taal en het is niet de mijne", zoals Derrida zegt. Er is geen werkelijkheid "daar buiten", of een soort hogere, positieve waarheid, thestisch of anderszins - wat wij als "werkelijkheid" beschouwen is een product van onze taal, symbolen en waarnemingen. Er is geen substantile realiteit, geen "echte" realiteit - enkel een conventionele en contingente.

3.gif3.gif 1.5 Over lege personen die lege uitspraken over lege verlichtingservaringen doen 3.gif3.gif

Als je dit begrijpt, dan begrijp "je" ook dat jijzelf slechts conventioneel bestaat, dat je in zekere zin een droom of luchtspiegeling bent. Maar dat inzicht kun je je niet toe-eigenen door te zeggen dat je nibbana hebt "ervaren" of "verlicht" bent (vervelend woord), want juist door dat te zeggen geef je er blijk van dat je het niet begrijpt. Het is alsof je de personen in een droom gaat proberen te overtuigen dat je wakker bent... Ofwel je snapt dat het een droom is (en dan neem je alles wat minder serieus), ofwel je laat je voorstaan op je ervaringen en inzichten - maar die dingen sluiten elkaar uit. Daarom haal ik steeds Wittgenstein aan, "waar je niet over kunt spreken moet je zwijgen". Ik neem Wittgenstein hier heel serieus in - je kunt er letterlijk niet over spreken. Als je dat wel probeert begin je onzin uit te kramen (Garfield wijst dit meermaals uit) en begrijp je het niet - bijvoorbeeld wanneer je zegt dat jij, als persoon, nirvana ervaren hebt. Fout, heterodox, en probeer maar eens van die waan af te komen als je er eenmaal inzit (geen land te bezeilen met zulke figuren).
quote:
25.17 Je kunt niet beweren dat de Verheven na zijn
uitdoven 'bestaat',
en evenmin kun je beweren dat hij 'niet bestaat',
of allebei, of geen van beiden.

[Leezenberg]
Chandrakirti zegt dat een Boeddha geen cognitie heeft en geen wereld ervaart, en dat deel ik met hem. Non-dualisme (in de context van Madhyamaka) is geen ervaring, want er is geen subject meer om te ervaren en geen object meer om ervaren te worden (beiden zijn leeg, bestaan slechts conventioneel). Garfield maakt hetzelfde punt in de laatste paar pagina's van zijn MMK (waar hij ook precies diezelfde passage van Wittgenstein aanhaalt, trouwens).

Kahn verwoordt het heel kernachtig, "ultimate truth does not point to a transcendent reality [of geestestoestand], but to the transcendence of deception". En een heel belangrijk element van die "deception" is voor de boeddhist de illusie van de persoon, de persoon die ervaringen heeft (het "grijpen" naar "ik" en "mijn"), de persoon die geboren wordt, leeft en sterft. Precies daarom zegt Nagarjuna ook in de MMK25, in die prachtige, climactische passage dat er nergens, nooit en aan niemand een dharma door de Boeddha is onderwezen. "Nirvana" is de volledige realisatie van de leegte en dus ook de leegte van het zelf (anatta). Als het zelf een illusie blijkt, dan zijn alle andere "zelven" en hun handelingen dat ook, ook de handelingen van de Boeddha. Er zijn nooit "echt" personen of Boeddha's geweest, er zijn nooit "echt" handelingen geweest - het hele luchtkasteel dendert neer als een reeks dominosteentjes. Kahn:
quote:
For the ultimate truth of emptiness is non-deceptive only as an absence, not in the positive sense of existence or truth. Relatedly, conventional reality deceptively appears because it is empty, because ultimately all designation involves a kind of fabrication, though conventionally true.
Er is geen ervaring en er is geen schat. Dat inzicht is nou juist de schat, omdat het gehechtheid en aversie met wortel en tak uitroeit. En dat is nibbana, of "sunyata-sunyata", de brandstof die de vuren van het lijden voedt (de illusie van svabhava, of zelfbestaan) verdwijnt. Er is nooit een substantile realiteit geweest en er is nooit een substantieel zelf geweest. Het hele idee van "bereiken" of "een schat vinden" is helemaal niet congruent met leegte. Boeddhisten zijn dan ook helemaal niet op zoek naar euforie of geluk maar naar vrede, gelijkmoedigheid, rust, het einde van lijden. Ik associeer nibbana dan ook eerder met wat de Griekse filosofen ataraxia noemden dan met het "koningrijk van God" (Hoogcarspel maakt die vergelijking ook wel vaker in zijn columns), alhoewel er natuurlijk ook verschillen zijn.

Kahn maakt een soortgelijke opmerking: "When one is no longer ruled by the attraction and aversion that accompanies the reification of phenomena, equanimity is finally possible". Ik snap Garfield's vergelijking daarom ook niet helemaal, nirvana is niet de "hemel" ten opzichte van de "hel" van samsara. Beiden zijn leeg, bestaan slechts conventioneel. Heel mooi wel, de slotopmerking die hij maakt over dat nibbana niet bereikt wordt door entiteiten. Entiteiten, personen, hun handelingen, hun overwinningen en hun nederlagen, de schatten die ze hebben gevonden of niet gevonden, bestaan immers enkel in samsara. Voor het nibbana en de Boeddha geldt hetzelfde. Er is nooit iets geweest, wat dan ook, wat je bereikt hebt, of niet bereikt hebt, of beiden, of geen van beiden.

quote:
18.2 Als het ik niet bestaat, hoe zou er dan nog iets van mij kunnen zijn?
Iemand is zelfloos en bezitloos omdat zijn ik en egosme zijn opgehouden.

18.3 Niettemin, iemand die bezitloos en zelfloos is bestaat niet.
Wie iemand ziet die bezitloos en zelfloos is, die ziet het niet goed.

[Hoogcarspel]


[ Bericht 0% gewijzigd door VseslavBotkin op 11-08-2024 04:02:20 ]
pi_214668831
Het was zelfs zo lang dat het niet in n reactie paste. Hier is het vervolg.

3.gif3.gif Over mijn gebruik van het woord "God" tussen blokhaken 3.gif3.gif

quote:
In de Abrahamitische religies is God geen substantie in een hirarchische ontologie die je kan aanwijzen, aan een onderzoek kan onderwerpen, be-vatten, be-grijpen. Dat is eerder een godsbegrip zoals bijv. Spinoza voorstond. God is met niks vergelijkbaar (volgens de Bijbel, Koran en hindoegeschriften - heb er eerder ook citaten van aangehaald), of zoals in de Upanishads staat: “niet dit, niet dat.”, voorbij woorden en gedachten.
Los van het nogal oppervlakkige beeld dat je van Spinoza's substantie schetst (extensie en denken zijn slechts twee van de oneindig aantal attributen van God die mensen kunnen "bevatten", en de hoogste kennis van God is zeker niet een soort intellectueel begrijpen maar iets bezields, haast neo-Platonisch) - Spinoza was een leerling van Descartes, en Descartes was een vrome Christen. Volgens hem was het mogelijk om een idee van God te hebben (hij geeft twee argumenten voor het bestaan van God in de Meditaties).

Spinoza is niet uit de lucht komen vallen maar staat in een lange traditie van filosoferen en nadenken over God (Abrahamisme omvat natuurlijk meer dan alleen maar de heilige teksten). Deel van die traditie is ook de notie van God als noodzakelijk bestaande of eerste oorzaak in argumenten voor het bestaan van God (zoals Descartes, Avicenna die ik al noemde, Anselm, etc.), waar Spinoza zelf ook gebruik van maakt met zijn ontologische argument. Nagarjuna's gehele denken is (impliciet) een aanval op en ondermijning van die traditie (omdat hij elke vorm van inherent bestaan - en dus van metafysische noodzakelijkheid - afwijst). https://en.wikipedia.org/(...)the_existence_of_God

De christelijke filosofische traditie in de Middeleeuwen is bij uitstek een onderzoek naar God als het hoogste wezen in een hirarchische ontologie (ook al kent dat filosofisch onderzoek soms grenzen, zoals bv. Aquinas' onderscheid tussen waarheden die door de rede kunnen worden gekend en waarheden die geopenbaard worden). Aquinas biedt de "vijf wegen" aan, vijf argumenten voor het bestaan van God (schijnbaar kan dat dus?), alhoewel dit complex is gezien zijn idee van de analogie van alle predicatie over God. Duns Scotus heeft ook een en ander te zeggen over God. Ook in de islam bestaat dit, maar ben daar niet heel bekend mee (Avicenna noemde ik wel). Zie ook in meer moderne zin Berkeley. Of Google "ontotheology".

quote:
Ik zeg ook nergens dat “alleen de Abhidharmikas” daarin geloven. Ik zei immers: “De vroege en andere boeddhistische scholen stelden dat alleen zogenaamde dharma’s of dhammas echt zijn.”
Ik zeg toch ook nergens dat jij dat zegt? Die zin is een bruggetje tussen het citaat en de rest van mijn argument. Niet alleen de Abhidharmikas geloven in een ontologisch fundament, k bij filosofische concepties van God is dit het geval. Daarom gebruikte ik dus het woord "God".

quote:
Ik zie in de stuk die je hier aanhaalt geen reden om het woord “God” toe te voegen. De hele alinea, inclusief de stuk die je daaruit citeert, gaat niet over God, maar de natuur, de wereld om ons heen:

“In this context svabhāva is equated with primary existence and denotes a specific ontological status: to exist with svabhāva means to be part of the basic furniture of the world, independent of anything else that also happens to exist. Such objects provide the ontological rock-bottom on which the diverse world of phenomena rests. They provide the end-point of a chain of ontological dependence relations.”
Het woord "wereld" wordt in de metafysica op een vrij alomvattende manier gebruikt. Het betekent zoiets als "alles dat werkelijk is". Ik heb deze conventie altijd vreemd gevonden.
quote:
to exist with svabhāva means to be part of the basic furniture of the world.
quote:
Primary existents constitute the objective and irreducible constituents of the world out there while secondary existents depend on our conceptual and linguistic practices.
Het is in deze zin dat het woord "wereld" in de passages hierboven gebruikt wordt. Ik zal je verder aanwijzen waar je dit uit kan opmaken in de tekst.
quote:
"Such objects provide the ontological rock-bottom on which the diverse world of phenomena rests."
De wereld van fenomenen en veelheid, dat is de "wereld" zoals in het alledaagse taalgebruik bedoelt wordt. Een fenomeen is iets dat ervaren kan worden. De dhammas zijn metafysisch en daarom geen onderdeel van de "wereld" in de normale zin van dat woord. Kijk:
quote:
According to this theory the entire world around us would be relegated to the status of mere secondary existents, apart from the property particulars which are primary existents. …
Hier zie je wederom duidelijk het onderscheid tussen de twee betekenissen. De wereld om ons heen, alles wat je kunt ervaren, zien en denken, is slechts secundair bestaand en ontologisch afhankelijk; de dhammas zijn "echt echt". Maar die maken geen onderdeel uit van de wereld, en zijn dus ook niet te "ervaren" (in de normale zin van dat woord, dat is alleen weggelegd voor de spirituele elite). Vandaar de vergelijking met een filosofische conceptie van God dus (de noodzakelijke, metafysische oorzaak van de contingente wereld). Of heel veel andere denkers in de Christelijke en Abhrahamistische tradities, die zeker niet allemaal mystici zijn en toch wel een of ander te zeggen hebben over God.
quote:
Wanneer we het hebben over shabhava in de wereld (en dus schepping) wordt er niet God (Schepper) mee bedoelt, maar de natuur en de wereld die we ervaren, daar wordt meerdere keren in je aangehaalde tekst naar verwezen.
Dit is precies wat er niet staat. De wereld om ons heen, de natuur en wat we ervaren heeft juist geen svabhava - dat is het hele punt van de Abhidhammas. Die bestaan slechts secundair, afhankelijk van onze taal en concepten. Alleen de dhammas, die onafhankelijk bestaan van deze conventies, hebben svabhava. In die zin zijn de dhammas analoog aan een schepper; ze vormen de noodzakelijke oorzaak van de wereld. Zie het onderstreepte stuk in het citaat eerder en lees de tekst nog eens rustig door in het licht van wat ik hierboven heb geschreven.
quote:
Ik zie in de stuk die je hier aanhaalt geen reden om het woord “God” toe te voegen. De hele alinea, inclusief de stuk die je daaruit citeert, gaat niet over God, maar de natuur, de wereld om ons heen.
Dit is hoe ik het lees.

De passage begint met het uitleggen van de dhammas met svabhava als de metafysische objecten die de basis van de realiteit vormen. Daarna zegt de schrijver: "In deze context betekent svabhava zus en zo". Vervolgens zegt hij, "Nāgārjuna argues, however, that there is no such end-point and denies the existence of such an ontological foundation". Niet alleen dat van de Abidharma, maar in bredere zin een theorie met "objects [which] provide the ontological rock-bottom on which the diverse world of phenomena rests[, which] provide the end-point of a chain of ontological dependence relations." Dat blijkt uit dit stuk:
quote:
This fact is sometimes used as support of the accusation that Madhyamaka is really a nihilistic doctrine, a doctrine that nothing exists. For if the secondary existent is reduced to the primary, and if there is no primary, what is there left?
In de Westerse metafysica noemen we dat ontologisch fundament (kan ook een eerste, niet-contingente oorzaak of "schepper" zijn), of het eindpunt van die ontologische afhankelijkheidsrelaties (Nagarjuna wijst beiden van de hand), God. Deze ontkenning gaat natuurlijk vanzelfsprekend op voor gemystificeerde definities waarin God "nergens mee te vergelijken is", of "noch dit, noch dat" is.
quote:
Je bagatelliseert het, maar dat overgeneraliseren is misleidend en een drogreden. Je beweerde dat thesten Nagarjuna als nihilist zagen en deelde daarbij een citaat waar dat ten eerste niet in stond, en ten tweede zijn er binnenin het boeddhisme en erbuiten (ook westerse filosofen) die zijn theorie op die manier interpreteren.
Ik heb nooit gezegd dat er in de tekst stond dat thesten Nagarjuna als een nihilist interpreteerden. Ik zei dat, en vervolgens citeerde ik uit de tekst om uit te leggen waarom dat (in mijn ogen) zo was. Jij interpreteert dat als een parafrase. Natuurlijk was het dat niet want dat staat inderdaad niet in de tekst.

Het feit dat er boeddhisten en Westerse filosofen (orintalisten) zijn die Nagarjuna als nihilist lezen is een beetje een non-sequitur. Wil je wellicht zeggen dat er andere mensen zijn die hem zo lezen? Ok, in dat geval, point taken. Ik merk vaak dat als ik met dit soort dingen in discussie ga met seculiere mensen dat ze me dan voor "solipsist" gaan uitschelden. Ik denk dat iedere dogmaticus (in de sceptische betekenis - iemand die metafysische dogma's aanhangt) zo'n stokpaardje heeft waar hij op teruggrijpt op het moment dat je zijn of haar grondaannames in gevaar brengt. Over het algemeen is dat meer een reflectie van de angsten en verlangens van die persoon.

Met voortschrijdend inzicht zou ik geen blokhaken hebben gebruikt, maar hebben uitgelegd wat ik hierboven heb uitgelegd. Ik leg daarmee mijn interpretatie, die ik verdedigbaar vind, in de mond van de schrijver. Mijn excuses daarvoor.

3.gif3.gif Thich Nhat Hanh 3.gif3.gif

quote:
Thich Nhat Hanh was een praktiserende boeddhistische monnik, een meester, die in de traditie van o.a. Mahayana was onderwezen. Wat hij (en Nagarjuna) zegt doe je nu weer wat gemakzuchtig af als niet kloppend zonder het verder te onderbouwen.
De Dalai Lama is ook een meester, maar die schrijft tevens populaire boekjes voor de spiritualiteitsmarkt die mijn tante leest. Dat boekje van TNH lijkt wel geschreven door een kind van twaalf, het taalniveau is extreem laag en geen enkel aspect van sunyata wat wel in vrijwel andere boeddhistische teksten terugkomt (dingen zijn "hol", "insubstantieel", "luchtspiegelingen") komen aan bod, allemaal zaken die in de andere prajnaparamita-soetras wel aan bod komen - daarom heet die soetra ook het "hart" van wijsheid, het is het "hart" van al die soetras gedistilleerd in een paar versen. TNH verwijst echter naar geen enkele van deze soetras of naar hun radicale, zelfs verontrustende inhoud, en spint in plaats daarvan zijn eigen verhaaltje ervan. Dat staat hem vrij, maar erg serieus neem ik dat niet, en daarom leg ik het min of meer naast me neer als een tekst die serieus iets te zeggen heeft over al die concepten.

Daarnaast zegt hij ook dingen die simpelweg niet kloppen. Er is een passage waar hij een paar alinea's lang mijmert over dat leegte hetzelfde is als impermanentie, dat we dankbaar moeten zijn voor impermanentie, dat dankzij impermanentie alles mogelijk is, etc.. Impermanentie (anicca) of veranderlijkheid is n van de drie kenmerken van het bestaan (samen met anatta en dukkha), en Nagarjuna gebruikt de notie van sunyata in de MMK om aan te tonen dat ook de notie van impermanentie onwerkelijk is (in het tweede hoofdstuk, over beweging). Of hier,
quote:
We cannot conceive the birth of anything. There is only continuation. Please look back even further and you will see that you not only exist in your father and mother, but you also exist in your grandparents and in your great grandparents.
Nee, er is geen "jij" die helemaal teruggaat etc., "jij" zit niet in andere dingen, in je ouders of grootouders, je bent uiteindelijk "onvindbaar" omdat die hele notie van een persoonlijk zelf (en het zelf van welk fenomeen dan ook) insubstantieel en illusoir is. Nagarjuna zegt dit ook in het eerste hoofdstuk, zelfbestaan bestaat niet in de condities of waar dan ook. Of zie Chandrakirti's beroemde zevenvoudige analyse (waarmee hij tot de conclusie komt dat het zelf slechts een insubstantieel label is).
quote:
* TNH bedoelt het niet als een ontologisch fundament. Je geeft hiermee aan dat je hem en het concept niet goed begrijpt.
De strekking van TNH's boekje is dat de aard van de werkelijkheid zodanig is dat alles met alles verbonden is, oftewel, dat er een fundamentele verbondenheid is die de realiteit kenmerkt, een "ultieme realiteit", waardoor alles kan bestaan. Je kunt n woorden met die realiteit, en TNH zegt dat je hem dat "niet op zijn woord moet geloven, maar zelf moet ervaren". Nagarjuna zelf doet echter nergens zulke uitspraken over de werkelijkheid, hij laat slechts zien dat dingen relationeel zijn (bv. oorzaak en gevolg) en dat ze daarom illusoir en onwerkelijk zijn, "leeg", en daarom kun je ook niet echt over ze spreken, ze zijn als "weerspiegelingen van de maan" (zonder dat er een maan is die weerspiegeld wordt).

Voor mij is het kernthema in Nagarjuna (en berhaupt de notie van sunyata zelf, ook in de prajnaparamita-soetras) dus de onwerkelijkheid en illusie van alle fenomenen en van de realiteit, niet holisme (alhoewel conventioneel die illusies zich relationeel manifesteren, ja, "spiegels in spiegels" zoals Kahn zegt). "Emptiness is the ground of everything" (lol) - ik kom die uitspraak nergens anders tegen. Het lijken me vooral "weerspiegelingen" van TNH's eigen concept van "interzijn", dat een hele andere, haast panenthestische strekking heeft. Mijn begrip van TNH's interpretatie als metafysisch is niet omdat ik het "niet goed begrijp", maar omdat hij dit soort dingen schrijft:
quote:
If we look with the eyes of Avalokita, we will see that even one hair of that person is the entire cosmos. One hair on his head can be a door opening to the ultimate reality. One speck of dust can be the Kingdom of Heaven, the Pure Land.

[...]

If you are the wave and you become one with the water, looking at the world with the eyes of water, then you are not afraid of going up, going down, going up, going down.
quote:
* Hij verwijst ook naar Nagarjuna die hetzelfde zegt, waar ik ook een citaat van gaf.
Nee, Nagarjuna doet daar geen positieve uitspraak. Dat leg ik in het volgende kopje uit.
quote:
* Dat het een metafysische theorie is, is een van de vele interpretaties. Siderits noemt o.a. Murti die sunyata als een metafysische theorie interpreteert.
Een pertinent foute interpretatie in mijn ogen, die voortkomt uit het negeren van meerdere primaire aanwijzingen uit de tekst.

3.gif3.gif Sunyata en paenthesme/Siderits' semantische interpretatie 3.gif3.gif

quote:
Dat ik zeg dat de ultieme realiteit de conventionele mogelijk maakt (en vice versa) daarmee ken ik geen svabhava toe aan leegte, want zowel Nagarjuna en verschillende filosofen, zoals Garfield, zeggen dit in dezelfde of andere bewoording.
Nagarjuna zegt dat niet. Hij zegt "dankzij leegte is alles mogelijk", dat is iets anders. Ik heb dat in een edit uitgelegd:
quote:
Wanneer Nagarjuna zegt "dankzij leegte is alles mogelijk" doet hij geen positieve uitspraak. De waarheid van de leegte is een negatieve waarheid; de afwezigheid van svabhava. Je kunt de uitspraak daarom lezen als "omdat er geen svabhava is, is alles mogelijk". Waarom? Omdat alles op slot zou zitten als er svabhava was, alles is zichzelf, het is bevroren als op een foto of een schilderij; het kan niet veranderen. Omdat dit niet het geval is (omdat er leegte "is"), is alles dus mogelijk: verandering, interactie, etc.
Het is alsof hij zegt, "omdat er geen sluis is, kan het water stromen". De "afwezigheid-van-sluis" is dan geen ultieme realiteit maar slechts een nominale constatering (net zoals de "olifantloosheid" waar Kahn het over heeft). Ik zie het gebruik van termen als "ultieme realiteit" in Chandrakirti als didactisch en als upaya (aangezien hij zelf ook gewoon aangeeft dat de ultieme realiteit intrinsiek onwerkelijk is en het dus een hele andere lading heeft dan de metafysische betekenis die dat begrip normaal heeft).

Ik had overigens specifieker moeten zijn en de rest van je bericht moeten quoten (zoals ik later in het bericht wel doe). Namelijk: "Die leegte wordt gezien als een bron voor oneindige mogelijkheden van waaruit alles kan ontstaan, zoals je bijv. op ‘leeg’ papier oneindig ideen kan uiten. Het wordt dan ook gezien als de ultieme realiteit die de conventionele realiteit mogelijk maakt (en vice versa)." Dat klinkt zeer metafysisch, en dat associeerde ik met het Taosme. Ik heb nooit gezegd dat jij het over de Tao had, zoals je zowel hier als in je vorige bericht suggereert:
quote:
Ik heb nergens sunyata als “ultieme realiteit a la Tao” voorgesteld
Ik zei,
quote:
"ultieme realiteit" a la Tao
En dat is zeker geen vreemde interpretatie gezien wat je zegt. De manier waarop je het woord "leegte" daar interpreteert komt sterk overeen met bepaalde stanzas uit de Tao te Ching, je gebruikt het sterk metafysische begrip "oneindig", en spreekt daarnaast over een "bron waaruit alles kan ontstaan". Daar voegde je wel "(vica versa)" aan toe, wat inderdaad grofweg overeenkomt met de passages die je aanhaalt en dubbelzinnigheid creerde (ze spreken niet over "ultimate reality" maar "ultimate"), maar die ik gezien de voorgaande zin heb laten vallen (hoe zou het anders "ultiem" en een "bron" kunnen zijn)?

quote:
Garfield representeert slechts een van de talloze interpretaties op het werk van Nagarjuna. Deze filosofen en boeddhologen proberen elkaar regelmatig te weerleggen via artikelen en boeken en veranderen soms van standpunten. Dat de twee waarheden hetzelfde zijn is wat kort door de bocht gesteld.
Ik zei nergens dat ze hetzelfde waren, ik zei dat ze ontologisch hetzelfde waren. Zo zijn beide zijden van een munt deel van diezelfde munt, maar niet hetzelfde of te reduceren tot elkaar. Zoals N. zegt, "niet identiek en niet verschillend".

Siderits krijg je van mij, dat was slordig leeswerk. Wel moet worden opgemerkt dat zowel Garfield als Westerhoff semantische interpretaties hebben. Die zin is de slogan van Siderits' semantische interpretatie, maar zo'n soort interpretatie zelf is populair onder Westerse exegeten.

quote:
Waarom zegt hij bijv. in je plaatje onderaan je post: “I prostrate to Gautama. Who through compassion. Taught the treu doctrine. Which leads to the relinquishing of all views.” (MMK 27:30).

Voor welke Boeddha prosterneerde hij zich? Welke ware doctrine? Die de boeddha blijkbaar toch wel onderwees? Idem dito voor bijv. MMK 24:12, “For that reason that the dharma is deep and difficult to understand and to learn, the Buddha's mind despaired of being able to teach it.”
Haha, het heeft haast iets ironisch, niet? Nogmaals, neem de prajnaparamitasoetras er nog eens op door, Nagarjuna ziet zijn denken als een explicatie van wat daar wordt gezegd (hij zegt zelf ook dat de boeddha in werkelijkheid geen dharma heeft onderwezen op meerdere plekken). Het idee dat de boeddhistische leer in de hoogste zin onwerkelijk is komt in alle Madhyamaka-scholen terug, je ziet dat nog steeds bij de lama's terugkomen bv. (Gelug). Dat inzicht is dan nirvana/leegte. Neemt niet weg dat je er niet aan ontkomt om te larpen als boeddhist in de realiteit van alledag, en in de teksten die je schrijft. "All the world's a stage", zoals Shakespeare opmerkt.

3.gif3.gif Tot slot 3.gif3.gif

quote:
Ik kan overigens nergens een bron vinden voor je citaat “alle filosofien zijn mentale verzinsels”. In het Engels kom ik het voornamelijk tegen op sociale platformen, maar ook daar nergens met een bron. Het lijkt een Nederlandse vertaling te zijn van Erik Hoogcarspel die vervolgens naar het Engels is vertaald. Ik ga er verder ook niet op in, want daarvoor moet ik het specifieke vers weten zodat ik het kan vergelijken met andere vertalingen (want daar is men vaak heel vrij in) en in welke context het staat en genterpreteerd wordt.
Ja, ik ook niet. ik had het in een tekstbestandje staan, ik heb het jaren geleden een keer overgenomen van het Boeddha-forum geloof ik. Excuses, normaal controleer ik dat.

Hoogcarspel is geweldig trouwens. Ik lees zijn columns/reviews op Boeddhistisch Dagblad met plezier. Een nuchtere, kritische Rotterdammer met een grote mond, sardonisch en scherp. Goed te verenigen met Nagarjuna dus, een door-en-door kritisch filosoof.

Ik benoemde het thesme omdat dat relevant was in de context van de discussie (gezien je panenthestisch ogende interpretatie). Natuurlijk geldt het ook voor andere standpunten.
quote:
Je laatste zin is wat ongenuanceerd weer, in het boeddhisme kijken ze daar verschillend naar. Je suggereert ook weer een verkeerd bijna nihilistisch/athestisch begrip van sunyata, wat nota bene indruist tegen de boodschap van je plaatje.
Mijn laatste zin is een weergave van hoe ik het zelf zie, niet hoe boeddhisten het zien (een goede boeddhist ziet m.i. niets, trouwens). Verder suggereer je weer vooral je eigen foute begrip van sunyata, als je "die ware essentie bestaat niet" als nihilisme interpreteert (en de afwezigheid van die ware essentie in het boeddhisme, oftewel "sunyata-sunyata") snap ik echt niet wat ik verder nog kan aanhalen, dan heb je er bijzonder weinig van begrepen. Ik heb het ondertussen ook al uitgebreid aangetoond met o.a. citaten uit de secundaire literatuur en uit de prajnaparamita-soetra's zelf (en als je googlet zul je die definitie bij iedere bron tegenkomen). Het moge duidelijk zijn dat het dan ook, als je dat labetje wil gebruiken, athestisch is (aangezien het ieder idee van God of een ultieme, substantile realiteit ondermijnt, het is anti-realistisch en anti-foundationalistisch), alhoewel dat begrip en de implicaties daarvan natuurlijk irrelevant zijn voor de Madhyamaka.

Wederom, dat je zoveel moeite hebt anti-foundationalisme en nihilisme uit elkaar te houden komt volgens mij vooral door je eigen thestische opvattingen. In MMK 24 valt de beschuldiging van nihilisme ook trouwens, van een dogmatische boeddhist richting Nagarjuna. Als jij mijn correcte begrip van sunyata als nihilistisch ziet kan ik dus gewoon reageren zoals Nagarjuna zelf in dat hoofdstuk doet:

quote:
24.15 Jij, die ons je eigen fouten voor de voeten werpt,
Bent als een ruiter te paard die zijn paard vergeten is.
Nihilisme bestaat alleen als je in "ware essenties" gelooft. Voor mij is het maar een woord.

quote:
De boodschap van die tekst in je plaatje (MMK 27:30) komt overigens overeen met een logion uit het evangelie van Thomas en is ook spiritueel te ervaren. Maar het is niet wat je ‘denkt’ dat het is. Je moet het ervaren. Je weet wel, datgene wat je oorspronkelijk trachtte te ontkennen, maar wat centraal staat in het boeddhisme: Theravada, Mahayana, Madhyamaka, Yogacara, enz.
Het blijft grappig en ironisch dat je telkens weer van Nagarjuna een soort gnosticus probeert te maken. Ik had namelijk zelf ooit gnostische en perennialistische opvattingen en geloofde ook in God - nu ook nog wel eens, als ik me verveel. Juist door Nagarjuna's filosofie te begrijpen heb ik die zaken min of meer achter me gelaten.

Ik kan Thomas dus dromen, en de andere gnostische apocriefen ook. Ik heb van alles liggen hier van Eckhart, Pseudo-Dionysius, drie uitgaven van de oepanisjads, de Gita in die mooie, leren uitgave uit de jaren '80 van de Hare Krishna, de Hermetica (met persoonlijke favoriet de Smaragdentafel), boeken over Soefisme en de Kaballah, een fraaie Tao te Ching met zwart-wit wabisabifotografie die altijd op de hoek van mijn bureau ligt, Willibrord (de mooiste vertaling bij uitstek).

Ik heb jarenlange ervaring met en kennis van de tradities waar je uit aanhaalt, dus in tegenstelling tot wat je eerder suggereerde snap ik prima waar jij en Mijk het over hebben. Waar we verschillen van mening is het verafgoden van die ervaringen en de pretentie dat ze vrij van interpretatie zijn. Nagarjuna laat zien dat alles interpretatie is, en dat "pure" ervaring (of "pure" wat dan ook) een onsamenhangend idee is. Spirituele en mystieke ervaringen zijn dromen voor Nagarjuna (en voor mij), en dromen zijn geen argumenten (alhoewel ze wel mooi kunnen zijn). Zoals Haushofer eerder zei, het is spielerei.

Nagarjuna is dan ook geen mysticus. Hij is een filosoof met een negatieve methode (prasanga/reductio ad absurdum), een methode die hij rigoureus en consequent toepast, en die subjecten, objecten, ervaringen en zelfs de Boeddha ontmaskert als hol vanbinnen. Als je wil ondervinden waar hij op doelt, dan neem je simpelweg zijn redeneringen in overweging en ga je daarmee aan de slag; iets dat m.i. op geen enkele manier los staat van ervaren - filosofisch denken != abstract nadenken.

Misschien een gek idee, nadenken wanneer je een filosofieboek leest? Wat jouw ervaring er verder mee te maken heeft is mij overigens een raadsel, aangezien je dat nergens beargumenteerd of onderbouwd, behalve door het terloops noemen van een aantal esoterische clichs ("Nagarjuna probeert het verstand uit te schakelen met paradoxen", "ik snap vanuit mijn ervaringen heel goed waarom hij stil is") zonder die verbonden te hebben aan de tekst (het klopt namelijk niet wat je zegt en dat heb ik ook aangetoond en onderbouwd).

Een aantal alinea's eerder kwam ik met een hele orthodoxe, oncontroversile uitleg van sunyata (zoals die ook door N. in MMK15 wordt uitgelegd, en 13.7/13.8) en stromande je dat wederom met de klassieke non-beschuldiging van "nihilisme" (het filosofiediscussie-equivalent van "nazi"). Ik kan je aanraden wellicht eerst het boek eens te lezen, alhoewel ik bang ben dat het je niet gaat bevallen (op basis van hoe je reageert wanneer ik over de inhoud begin). Garfield wijst de mystieke "interpretatie" in ieder geval scherp van de hand in "Nagarjuna and the limits of thought".

quote:
Making sense of all of this [de paradoxale aard van zijn verzen] is sometimes difficult. Some interpreters of Nagarjuna, indeed, succumb to the easy temptation to read him as a simple mystic or an irrationalist of some kind. But it is significant that none of the important commentarial traditions in Asia, however much they disagree in other respects, regard him in this light. And, indeed, most recent scholarship is unanimous in this regard as well, again despite a wide range of divergence in interpretations in other respects. Nagarjuna is simply too committed to rigorous analytical argument to be dismissed as a mystic.
quote:
[Nagarjuna] is committed to the canons of rational argument and criticism. He is not a mystic. He believes that reasoned argument can lead to the abandonment of error and to knowledge. He is not of the view that the conventional world, however nominal it may be, is riddled with contradictions.
quote:
We thus encounter him as a philosopher among familiar, respectable, philosophers, as a fellow traveler at the limits of epistemology and metaphysics. The air of irrationalism and laissez faire mysticism is thus dissipated once and for all.
Dus, inderdaad, nirvana is niet wat je denkt dat het is, dat is wat ik al de hele tijd zeg. Niets is wat je denkt dat het is, want alles - inclusief nirvana en spirituele ervaringen - zijn wederzijds afhankelijk/leeg, essentieloos en illusoir, en daarom is er uiteindelijk niets te zeggen - en precies dat is de bevrijding (of het inzicht dat er geen bevrijding is, of dat er niemand is om bevrijd te worden). Maar daar kom je niet uit door in de ingebeelde waarheid van je ervaringen te zwelgen, maar door filosofisch na te denken en de kritische en deconstructieve implicaties van de prasanga te begrijpen. Je weet wel, datgene wat je constant van de hand probeert te wijzen als "nihilisme" ten bate van je eigen "ervaringen" en "inzichten", maar wat centraal staat in Nagarjuna zelf, de boeddhistische commentaartraditie, en alle secundaire literatuur over hem.
pi_214935259
Mooie passage uit de boeddhistische diamandsoetra:
quote:
Chapter 22. No Attainment Is Supreme Enlightenment

Subhuti again asked, "Blessed One, when you attained complete Enlightenment, did you feel in your mind that nothing had been acquired?"

The Buddha replied:
"That is it exactly, Subhuti. When I attained total Enlightenment, I did not feel, as the mind feels, any arbitrary conception of spiritual truth, not even the slightest. Even the words 'total Enlightenment' are merely words, they are used merely as a figure of speech."

https://www.lifelonglearn(...)utra-translation.pdf
In hoofdstuk 8 eindigt de boeddha een passage over positief karma met de volgende regels:
quote:
(...) Because all Buddhas and all the teachings and values of the highest, most fulfilled, most awakened minds arise from the teachings in this Sutra. And yet, even as I speak, Subhuti, I must take back my words as soon as they are uttered, for there are no Buddhas and there are no teachings."
Bron: https://www.lifelonglearn(...)utra-translation.pdf

De diamandsoetra wordt niet als authentiek gezien door de Therevada-traditie. Echter, soortgelijke thema's zijn ook al te zien in het Pali-canon, bv. in de Suatalokasutta,

quote:
Then the Venerable Ananda approached the Blessed One ... and said to him: "Venerable sir, it is said, 'Empty is the world, empty is the world.' In what way, venerable sir, is it said, 'Empty is the world'?"

"It is, Ananda, because it is empty of self and of what belongs to self that it is said, 'Empty is the world.' And what is empty of self and of what belongs to self? The eye, Ananda, is empty of self and of what belongs to self. Forms are empty of self and of what belongs to self. Eye-consciousness is empty of self and of what belongs to self. Eye-contact is empty of self and of what belongs to self.... Whatever feeling arises with mind-contact as condition--whether pleasant or painful or neither-painful-nor-pleasant--that too is empty of self and of what belongs to self.

"It is, Ananda, because it is empty of self and of what belongs to self that it is said, 'Empty is the world.'"

https://suttacentral.net/(...)none&highlight=false
De Phenapindupamasutta is te lang om volledig over te nemen, ik heb de kernachtige (pun intended) passage die op het einde voorkomt overgenomen, maar ik raad aan om hem volledig te lezen door op de link te klikken.

quote:
Then the Holy One, the Teacher, went on to say:

"Form is like a lump of foam;
feeling is like a bubble;
perception seems like a mirage;
choices like a banana tree;
and consciousness like a magic trick:
so taught the kinsman of the Sun.

However you contemplate them,
examining them carefully,
they're vacuous and hollow
when you look at them closely.

Concerning this body,
he of vast wisdom has taught
that when three things are given up,
you'll see this form discarded.

Vitality, warmth, and consciousness:
when they leave the body,
it lies there tossed aside,
food for others, mindless.

Such is this process,
this illusion, this lament of fools.
It's said to be a killer,
for no core is found here.

An energetic mendicant
should examine the aggregates like this,
with situational awareness and mindfulness
whether by day or by night.

They should give up all yoking,
and make a refuge for themselves.
They should live as though their head was on fire,
aspiring to the state that does not pass."

https://suttacentral.net/(...)t=false&script=latin
Er zijn boeddhisten die alle leringen van de boeddha zien als "windowdressing" voor het enige "echte" idee dat de boeddha had: leegte. Als je hier over nadenkt is dat niet vreemd: als vorm, gevoel, etc. hol zijn, dan is het nirvana dat ook. Chandrakirti beweert dat een boeddha geen cognitie heeft, Jan Westerhoff drukt dit uit door te zeggen, "there is nothing what it's like to be a buddha". In deze podcast, op 32:40, vertelt hij daar over (fragment duurt ongeveer 2 minuten).

[ Bericht 29% gewijzigd door VseslavBotkin op 10-09-2024 13:43:48 ]
pi_215018925
In het negende hoofdstuk van de Vimalakīrti Nirdeśa-Sutra komt een lange, dramatische passage voor waar tientallen boddhisatvas paradoxale redeneringen geven om non-dualiteit uit te leggen. Dat woord is nogal wazig, maar we kunnen uit de redeneringen opmaken dat het niet zoiets betekent als nheid, zoals het wel eens binnen bepaalde hindoescholen wordt gezien. De toon is overwegend negatief: alle mogelijke "oplossingen" van een bepaald probleem worden afgewezen. Dit doet denken aan Nagarjuna's gebruik van het catuṣkoṭi (in het Westen bekend als het "tetralemma"), een techniek die ook al door de boeddha werd gebruikt in het Pali-canon om misplaatste vragen af te wijzen, het beroemde voorbeeld is in de Aggivacchasutta met betrekking tot vuur ("naar welke windrichting gaat vuur toe als het uitgaat?" - vuur gaat nergens naartoe; de vraag berust op een verwarde aanname).

Terug naar de Vimalakīrti Nirdeśa-sutra. De passage is vrij lang:
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
De passage eindigt dramatisch, wanneer de boddhisatvas de kroonprins Manjusri vragen om zijn uitleg van non-dualiteit:
quote:
When the bodhisattvas had given their explanations, they all addressed the crown prince Manjusri: "Manjusri, what is the bodhisattva's entrance into nonduality?"

Manjusri replied, "Good sirs, you have all spoken well. Nevertheless, all your explanations are themselves dualistic. To know no one teaching, to express nothing, to say nothing, to explain nothing, to announce nothing, to indicate nothing, and to designate nothing - that is the entrance into nonduality."

Then the crown prince Manjusri said to the Licchavi Vimalakirti, "We have all given our own teachings, noble sir. Now, may you elucidate the teaching of the entrance into the principle of nonduality!"

Thereupon, the Licchavi Vimalakirti kept his silence, saying nothing at all.

The crown prince Manjusri applauded the Licchavi Vimalakirti: "Excellent! Excellent, noble sir! This is indeed the entrance into the nonduality of the bodhisattvas. Here there is no use for syllables, sounds, and ideas."

When these teachings had been declared, five thousand bodhisattvas entered the door of the Dharma of nonduality and attained tolerance of the birthlessness of things.

https://www2.kenyon.edu/D(...)n260/Vimalakirti.htm


[ Bericht 0% gewijzigd door VseslavBotkin op 18-09-2024 15:28:41 ]
pi_215020191
quote:
0s.gif Op woensdag 18 september 2024 15:19 schreef VseslavBotkin het volgende:
In het negende hoofdstuk van de Vimalakīrti Nirdeśa-Sutra komt een lange, dramatische passage voor waar tientallen boddhisatvas paradoxale redeneringen geven om non-dualiteit uit te leggen. Dat woord is nogal wazig, maar we kunnen uit de redeneringen opmaken dat het niet zoiets betekent als nheid, zoals het wel eens binnen bepaalde hindoescholen wordt gezien. De toon is overwegend negatief: alle mogelijke "oplossingen" van een bepaald probleem worden afgewezen. Dit doet denken aan Nagarjuna's gebruik van het catuṣkoṭi (in het Westen bekend als het "tetralemma"), een techniek die ook al door de boeddha werd gebruikt in het Pali-canon om misplaatste vragen af te wijzen, het beroemde voorbeeld is in de Aggivacchasutta met betrekking tot vuur ("naar welke windrichting gaat vuur toe als het uitgaat?" - vuur gaat nergens naartoe; de vraag berust op een verwarde aanname).

Terug naar de Vimalakīrti Nirdeśa-sutra. De passage is vrij lang:
[spoiler]"Then, the Licchavi Vimalakirti asked those bodhisattvas, "Good sirs, please explain how the bodhisattvas enter the Dharma-door of nonduality!"

The bodhisattva Dharmavikurvana declared, "Noble sir, production and destruction are two, but what is not produced and does not occur cannot be destroyed. Thus the attainment of the tolerance of the birthlessness of things is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Srigandha declared, "'I' and 'mine' are two. If there is no presumption of a self, there will be no possessiveness. Thus, the absence of presumption is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Srikuta declared, "'Defilement' and 'purification' are two. When there is thorough knowledge of defilement, there will be no conceit about purification. The path leading to the complete conquest of all conceit is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Bhadrajyotis declared, "'Distraction' and 'attention' are two. When there is no distraction, there will be no attention, no mentation, and no mental intensity. Thus, the absence of mental intensity is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Subahu declared, "'Bodhisattva-spirit' and 'disciple-spirit' are two. When both are seen to resemble an illusory spirit, there is no bodhisattva-spirit, nor any disciple-spirit. Thus, the sameness of natures of spirits is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Animisa declared, "'Grasping' and 'nongrasping' are two. What is not grasped is not perceived, and what is not perceived is neither presumed nor repudiated. Thus, the inaction and noninvolvement of all things is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Sunetra declared, "'Uniqueness' and 'characterlessness' are two. Not to presume or construct something is neither to establish its uniqueness nor to establish its characterlessness. To penetrate the equality of these two is to enter nonduality."

The bodhisattva Tisya declared, "'Good' and 'evil' are two. Seeking neither good nor evil, the understanding of the nonduality of the significant and the meaningless is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Simha declared, "'Sinfulness' and 'sinlessness' are two. By means of the diamond-like wisdom that pierces to the quick, not to be bound or liberated is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Simhamati declared, "To say, 'This is impure' and 'This is immaculate' makes for duality. One who, attaining equanimity, forms no conception of impurity or immaculateness, yet is not utterly without conception, has equanimity without any attainment of equanimity - he enters the absence of conceptual knots. Thus, he enters into nonduality."

The bodhisattva Suddhadhimukti declared, "To say, 'This is happiness' and 'That is misery' is dualism. One who is free of all calculations, through the extreme purity of gnosis - his mind is aloof, like empty space; and thus he enters into nonduality."

The bodhisattva Narayana declared, "To say, 'This is mundane' and 'That is transcendental' is dualism. This world has the nature of voidness, so there is neither transcendence nor involvement, neither progress nor standstill. Thus, neither to transcend nor to be involved, neither to go nor to stop - this is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Dantamati declared, "'Life' and 'liberation' are dualistic. Having seen the nature of life, one neither belongs to it nor is one utterly liberated from it. Such understanding is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Pratyaksadarsana declared, "'Destructible' and 'indestructible' are dualistic. What is destroyed is ultimately destroyed. What is ultimately destroyed does not become destroyed; hence, it is called 'indestructible.' What is indestructible is instantaneous, and what is instantaneous is indestructible. The experience of such is called 'the entrance into the principle of nonduality.'"

The bodhisattva Parigudha declared, "'Self' and 'selflessness' are dualistic. Since the existence of self cannot be perceived, what is there to be made 'selfless'? Thus, the nondualism of the vision of their nature is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Vidyuddeva declared, "'Knowledge' and 'ignorance' are dualistic. The natures of ignorance and knowledge are the same, for ignorance is undefined, incalculable, and beyond the sphere of thought. The realization of this is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Priyadarsana declared, "Matter itself is void. Voidness does not result from the destruction of matter, but the nature of matter is itself voidness. Therefore, to speak of voidness on the one hand, and of matter, or of sensation, or of intellect, or of motivation, or of consciousness on the other - is entirely dualistic. Consciousness itself is voidness. Voidness does not result from the destruction of consciousness, but the nature of consciousness is itself voidness. Such understanding of the five compulsive aggregates and the knowledge of them as such by means of gnosis is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Prabhaketu declared, "To say that the four main elements are one thing and the etheric space-element another is dualistic. The four main elements are themselves the nature of space. The past itself is also the nature of space. The future itself is also the nature of space. Likewise, the present itself is also the nature of space. The gnosis that penetrates the elements in such a way is the entrance into nonduality."

The bodhisattva Pramati declared, "'Eye' and 'form' are dualistic. To understand the eye correctly, and not to have attachment, aversion, or confusion with regard to form - that is called 'peace.' Similarly, 'ear' and 'sound,' 'nose' and 'smell,' 'tongue' and taste,' 'body' and touch,' and 'mind' and 'phenomena' - all are dualistic. But to know the mind, and to be neither attached, averse, nor confused with regard to phenomena - that is called 'peace.' To live in such peace is to enter into nonduality."

De passage eindigt dramatisch, wanneer de boddhisatvas de kroonprins Manjusri vragen om zijn uitleg van non-dualiteit:
[..]

Met al die uitspraken van de bodhisattvas lijkt het duidelijk dat non-dualiteit zelf dualistisch is. Immers, als er non-dualiteit is dan is er ook iets anders dan non-dualiteit. Oftewel, non-dualiteit is dualistisch met dualiteit.

En daarom is elke uitspraak gebonden aan dualiteit. Je kunt niet spreken, en non-duaal blijven.

Voor de rest wat ik heb gelezen, lijkt voor hun non-dualiteit een absentie van interpretatie te zijn. Een soort objectieve ervaring van het fundamenteel subjectieve bewustzijn. De non-dualiteit is dan de afwezigheid van het hebben van een mening, maar ook het niet opdelen van de realiteit. De realiteit is inherent min of meer neutraal en ondeelbaar, hoe dichter je bij die neutraliteit en ondeelbaarheid zit hoe dichter je bij die non-dualiteit zit.

Maar goed, non-dualiteit is dus evengoed een concept. Want je kunt direct counteren en zeggen dat de realiteit inherent goed is.
pi_215123455

"This World" van Czesław Miłosz, vertaald uit het Pools door Czesław Miłosz en Robert Hass.
  Moderator zaterdag 5 oktober 2024 @ 22:05:26 #229
57816 crew  Mijk
BAM
pi_215188141
quote:
0s.gif Op zondag 29 september 2024 03:01 schreef VseslavBotkin het volgende:
[ afbeelding ]
"This World" van Czesław Miłosz, vertaald uit het Pools door Czesław Miłosz en Robert Hass.
As above, so below.
pi_215203422
quote:
"Those who teach dharma, and those who listen when it is being taught;
Those who have won the fruit of an Arhat, a Single Buddha, or a world-saviour;
And the Nirvana obtained by the wise and the learned –
Mere illusions, mere dreams – so has the Tathagata taught us."
Uit "THE PERFECTION OF WISDOM IN EIGHT THOUSAND LINES & ITS VERSE SUMMARY", vertaald door Edward Conze. Bron: https://www.google.nl/url(...)yJyokS4fiCNq-d08vE-p (pdf)
pi_215207053
quote:
0s.gif Op maandag 7 oktober 2024 17:19 schreef VseslavBotkin het volgende:

[..]
Uit "THE PERFECTION OF WISDOM IN EIGHT THOUSAND LINES & ITS VERSE SUMMARY", vertaald door Ed
And the Nirvana obtained by the wise and the learned –
Mere illusions, mere dreams
Nirvana een illusie?

Ik dacht het niet.

We hebben het hier wel over de allerhoogste spirituele staat die alleen de allerhoogste spirituele meesters kunnen bereiken.
pi_215207158
quote:
0s.gif Op maandag 7 oktober 2024 22:42 schreef Libertarisch het volgende:

[..]
Nirvana een illusie?

Ik dacht het niet.

We hebben het hier wel over de allerhoogste spirituele staat die alleen de allerhoogste spirituele meesters kunnen bereiken.
"Nirvana" is geen spirituele staat die door spirituele meesters wordt bereikt. Het is maar een woord.
pi_215207184
quote:
0s.gif Op maandag 7 oktober 2024 22:55 schreef VseslavBotkin het volgende:

[..]
"Nirvana" is geen spirituele staat die door spirituele meesters wordt bereikt. Het is maar een woord.
"Pizza'' is geen Italiaans voedsel. Het is maar een woord.

;)
pi_215210226

Nirvana is vooral een vette band natuurlijk.
pi_215224505
Chandrakirti schrijft in zijn commentaar op Nagarjuna's Mulamadhyamakakarika ("de basisverzen van de middenweg");

quote:
If there were anything at all called 'Truth' which in its own nature was absolute, there would be those who were the bearers of this Truth and there would be some ultimate being called the illustrious Buddha, its teacher. This is the way it would be. As however,

"[Nagarjuna:] 24 ultimate beatitude is the coming to rest of all ways of taking things the repose of named things;
no Truth has been taught by a Buddha for anyone, anywhere."

How can the above objection affect us? Because here the meaning is that the very coming to rest, the non-functioning, of perceptions as signs of all named things, is itself nirvana. And this coming to rest being, by its very nature, in repose, is the ultimate beatitude, When verbal assertions cease, named things are in repose; and the ceasing to function of discursive thought is ultimate beatitude. Again, the coming to rest of named things by the non-functioning of the basic afflictions, so that personal existence ceases, is ultimate beatitude, The coming to rest of named things as a result of abandoning the basic afflictions and hence of totally extirpating innate modes of thought is ultimate beatitude. Again the coming to rest of named things through not seizing on objects of knowledge or on knowledge itself, is ultimate beatitude.

(...)

But, one might object, if the Buddha has taught no truth at all to anyone whatsoever at any time, how is it that the various scriptural admonitions have been taken as meaningful? We rejoin: This arises only from the imagination of people who are dreaming and who are deep in the slumber of ignorance. 'This revered one, lord of gods, demons and men in all the three worlds, has taught this doctrine for our sakes', they think. The illustrious one said, 'The perfected one has his being as a reflection of the pure, passionless truth; he is not ultimately real in himself nor is he perfected; he is beheld as a reflection in all worlds.' This is explained in detail in the treatise on The Secret of the Sayings of the Perfected One. And so, as there is no true doctrine concerning nirvana, how can the existence of nirvana depend on the existence of such a doctrine? Therefore it is established that even nirvana does not exist. It was said by the illustrious one: 'Nirvana is no-nirvana, the lord of existence taught; a knot tied by infinitude itself and loosed even by the same.'

And again, 'O illustrious one, an enlightened one cannot arise for those who believe that elements of existence come to be and cease to be. O illustrious one, there is no final triumph over everyday existence for those who search persistently for nirvana as something existent. Why? O illustrious one, nirvana is the cessation of all perceptions as signs, the coming to rest of all activity overt and covert.

'Therefore they are deluded people who, having taken up the spiritual life in some popular religious order, have fallen into a heretical view and persistently seek for nirvana as existent -- as oil of sesame is pressed from sesame seeds or butter churned from milk. Those who strain for a nirvana as the everlasting extinction of all elements of existence, these I say are self-deluded heretics. The saintly wise man, one truly realized, does not bring about either the coming to be or the ceasing to be of any element of existence whatever; nor does he claim to possess or to indubitably cognize any element of existence whatever ' and so on.

bron: https://static.sariputta.(...)mervyn-sprungpdf.pdf pdf-pagina 277
Vgl. Wittgenstein's Tractatus,

quote:
6.521 Die Lsung des Problems des Lebens merkt man am Verschwinden dieses Problems.

(Ist nicht dies der Grund, warum Menschen, denen der Sinn des Lebens nach langen Zweifeln klar wurde, warum diese dann nicht sagen konnten, worin dieser Sinn bestand.)


6.521 De oplossing van het probleem van het leven merkt men aan het verdwijnen van dit probleem.

(Is niet dit de reden waarom mensen, aan wie na lang twijfelen de zin van het leven duidelijk was geworden, daarna niet konden zeggen waaruit deze zin bestaat?)

[Gijsbers' vertaling]


[ Bericht 1% gewijzigd door VseslavBotkin op 12-10-2024 00:06:38 ]
pi_215265404
Ik had onlangs een kort gesprek met Susan Kahn, naar wiens blog 'Emptiness Teachings' ik in voorgaande berichten herhaaldelijk heb verwezen (aan te raden aan iedereen die interesse heeft in de Boeddhistische notie van sunyata, leegte):

quote:
First of all, Susan, thank you for your excellent articles. I have been re-reading them every now and again for a few years now.

I was wondering (since I’ve been particularly preoccupied with Nagarjuna again since the release of a new translation in my native language) how you viewed the Svatantrika-interpretation of the Middle Way, since your own reasoning seems to be very much rooted in the deconstructive approach of Prasangika. Some adherents of the Prasangika even go so far as to deny that Svatantrika is a form of Middle Way-philosophy at all, due to the foundationalism that they perceive in it. Do you have any thoughts on the matter?

Best wishes.

Kahn: Svatantrika believes that conventionally things do have an inherent existence, that they are not empty. Otherwise says Svatantrika, how could we call a cat, a cat? Prasangika disagrees. Even though it is clear that conventional appearances are coherent and regular, (that a cat doesn’t become a dog), upon analysis, it can be seen that all things are nonetheless without their own fixed and separate nature. Instead, everything depends upon conditions, parts, and thought. If things did inherently exist, they would be fixed, permanent and unchanging, depending upon nothing for their existence.

Through what we call thought, we spread a oneness over the parts of everything with our concepts and words, giving the impression that there are fixed and separate wholes. We can see in our lives however, that even conventionally this cannot be claimed, that everything is dependent and interrelated, and without a nature of its own. Color for instance, is not out there in some object, but in what we call retinal cones in our eyes. In actuality however, there is no “in here” (mind-body) or “out there” (object world). Seeing and all the mind-body processes are inseparable from what we consider to be the object world.

In studying among other work, Nagarjuna’s “Fundamental Wisdom of the Middle Way,” the contradictions and incoherence of inherent existence in our everyday lives become clearly exposed.


Thank you for your response, I agree. On top of that, I never really understood how Svatantrika could propose syllogistic logic as part of their method, since the notion of emptiness precludes the existence of stable logical subjects which could form the basis of such (or any) logic.

I was a bit triggered by your remark: “Color for instance, is not out there in some object, but in what we call retinal cones in our eyes”. Of course, you were speaking provisionally here (as indicated by the follow-up sentence), but I personally find this claim problematic even conventionally. Wouldn’t you agree that the nave conventional perception of colour is simply the “correct” one? I am apt to agree with Chandrakirti when he claims that overt theorising about the conventional actually obscures our own access to it – I feel this is especially the case with theories which seek to introduce a reality/appearance distinction at the level of phenomenality.

Kind regards.

Kahn: "Agreed, sensory processes, such as seeing, and all processes are completely interrelated with nothing left over, and thus empty. However, note that even the word “interrelational” fails, as it assumes two “things” that interrelate. And so we also agree that for Svatantrika to propose any ultimate logic, undermines an understanding of emptiness, because any reality that such ultimate logic would presumably be based upon, exists as an empty, conventional appearance only."
Ik verwijs in mijn bericht naar een idee van Chandrakirti over het 'gevaar' van theorien, hier wordt dat helder uitgelegd door Jigme Khyentse Rinpoche (pdf-pagina 34-35):
quote:
(...) In situations where one is trying to penetrate to the ultimate status of phenomena, the introduction of theories as a means of explaining the working of the phenomenal world fogs the issue and actually undermines the correct approach to the conventional truth. Far from elucidating the conventional, Chandrakirti says, theories actually undermine it. It is the conventional itself— what actually happens—that is the means of entering the ultimate. To create a theory as a way of explaining the mechanics of the conventional does not help to introduce the ultimate; it merely complicates the matter. Therefore theories are dangerous, for they obscure the conventional; they hinder the procedure whereby one can “see through” the conventional appearance of phenomena and perceive their lack of intrinsic “thingness.” Chandrakirti says that to create a theory about the conventional is in a sense to “destroy” the conventional; it produces an account that, however coherent it may be, is always at variance with what we actually experience. As such, it is at best irrelevant to the task in hand, namely, to perceive the true nature of phenomenal appearance. At worst it is a hindrance and a trap. The image often evoked is that of a man climbing a tree. Before he has caught hold of the branch above, it is inadvisable for him to move off the one below. In weaving their theories, this is precisely what philosophers do. To create a theory about the conventional is in a sense to move away from the conventional as experienced (which alone is the gateway to the ultimate). The progression from the conventional to the ultimate is rendered more difficult by the invention of illconceived hypotheses.

The following parable, borrowed from Bertrand Russell, may further illustrate this important point. If I go up to a nuclear physicist and ask him to describe for me the physical constitution of a table, I will receive a long and learned answer, all about magnetic fields and atomic and subatomic particles moving around at great speed. These, he assures me, are the real constituents of the table; the object in the corner is little more than an optical illusion. On the other hand, if I approach the same scientist unannounced and simply ask whether there is a table in the room, he will, without a moment’s hesitation, point and say: “It’s over there, can’t you see it?” However accurate the scientist’s earlier description may be, it has clearly not interfered with his perceptions. But now let us extend the parable further and imagine the same physicist trying to use his bank card to get money from a cash machine outside a bank, and let us suppose that there is something wrong with the card, with the result that the machine swallows it and produces no money. Before long he will become annoyed and start beating on the machine with the same degree of frustration as any ordinary nonscientist. And I would be ill advised, at this point, to try to comfort him by reminding him that, after all, the bank card he has lost and the bank notes he has failed to receive are no more than a mass of subatomic particles. Sophisticated as the physicist’s theory may be, it has done nothing to free him from the suffering and perturbation always liable to manifest in the course of conventional transactions. In the same way, the propounding of theories about the conventional does nothing to remove the tyranny of phenomenal appearance. And the use of independent syllogisms, and the acceptance of conventionally existent entities, which this entails, necessarily implies a theoretical explanation of the conventional—of the kind that, in the above example, seemed only to intensify (when mentioned inappropriately) the impotent fury of the frustrated scientist.


[ Bericht 16% gewijzigd door VseslavBotkin op 14-10-2024 20:54:03 ]
pi_215268540
Alhoewel de volgende passage niet direct gerelateerd is aan boeddhisme, werd ik bij het lezen ervan sterk herinnerd aan de nominalistische en sceptische thema's die een grote rol spelen in de prajnaparamitasoetra's en de Madhyamaka-auteurs (Nagarjuna, Chandra) die in de afgelopen berichten aan bod zijn gekomen.

quote:
There is no truth that is not war against theology, and even the word ‘truth’ has been plastered by the spittle of priestcraft. It cannot be attachment to some alternative conviction that cuts here, but only relentless refusal of what has been told. The dangerous infidels bypass dialectics. It is the sceptic who assassinates the lie.

Whenever its name has been anything but a jest, philosophy has been haunted by a subterranean question: What if knowledge were a means to deepen unknowing? It is this thought alone that has differentiated it from the shallow things of the earth. Yet the glory and also the indignity of philosophy is to have sought the end of knowing, and no more.

Nick Land, Shamanic Nietzsche
bron: https://genius.com/Nick-land-shamanic-nietzsche-annotated
pi_215343803
Ik blijf altijd diep onder de indruk wanneer ik de foto's zie die gemaakt zijn van Thich Quang Duc, de monnik die zichzelf in brand stak als protest tegen de vervolging van boeddhisten in Zuid-Vietnam in 1963.
SPOILER: schokkende beelden
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Het roept allerlei vragen op, misschien allereerst wel, wat gaat er door iemand heen op dat moment? Is hij bang, of was hij bang toen hij zichzelf overgoot met benzine? Had hij veel pijn, maar kon hij zijn reactie hierop onderdrukken door jarenlange meditatie? Als we terug naar die dag konden gaan in 1963 en aan de rand van de scne zouden kunnen staan, alle huilende en prosternerende monikken om ons heen, en de boeddhistische filosoof Nagarjuna aanwezig zou zijn op magische wijze, zou hij ons waarschijnlijk zeggen dat je niet kunt zeggen dat,

a. hij pijn heeft
b. hij geen pijn heeft
c. hij zowel pijn als geen pijn heeft
d. hij geen pijn, noch geen pijn heeft

Een negatief tetralemma dus (als een 'dilemma', alleen dan met vier opties). Huang Duc is "leeg", hij is er niet echt en daarom kun je ook niets over hem zeggen. Erik Hoogcarspel licht dit verder toe in een podcast;

quote:
Hoogcarspel: “Logica is gebaseerd op ontologie. In de predicatenlogica van Aristoteles impliceert een predicaat een subject, of een substantie, waarop het predicaat van toepassing is.”

Gastheer: “Maar die substantie is er niet.”

Hoogcarspel: “Nee, dus die predicaten... hangen dan als het ware in de lucht, ze zijn niet zeker meer.”

Gastheer: “Je kan geen logica hebben; je kan het er niet over hebben.”

Hoogcarspel: “Nee, want er is niets waar je het over hebt.”

bron: Podcast Filosofie · Episode 19:54
Hij lijkt er alleen maar te zijn - vertrouwt Nagarjuna ons toe met een glimlach - voor mensen die niet in het boeddhisme zijn onderwezen; maak je niet zo druk. Wat gaat er door hem heen? Helemaal niets, net zoals er niets door de zoon van een onvruchtbare vrouw heengaat.

quote:
18.3 Wie vrij van 'ik' en egosme is, is ook niet voorhanden
Wie afwezigheid van zelf en identiteit ziet, ziet berhaupt niet.

[Basisverzen van het middenpad, Leezenberg's vertaling]


[ Bericht 0% gewijzigd door VseslavBotkin op 23-10-2024 00:07:51 ]
pi_215344055
quote:
0s.gif Op dinsdag 22 oktober 2024 20:33 schreef VseslavBotkin het volgende:
Ik blijf altijd diep onder de indruk wanneer ik de foto's zie die gemaakt zijn van Thich Quang Duc, de monnik die zichzelf in brand stak als protest tegen de vervolging van boeddhisten in Zuid-Vietnam in 1963.
SPOILER: schokkende beelden
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Het roept allerlei vragen op, misschien allereerst wel, wat gaat er door iemand heen op dat moment? Is hij bang, of was hij bang toen hij zichzelf overgoot met benzine? Had hij veel pijn, maar kon hij zijn reactie hierop onderdrukken door jarenlange meditatie? Als we terug naar die dag konden gaan in 1963 en aan de rand van de scne zouden kunnen staan, alle huilende en prosternerende monikken om ons heen, en de boeddhistische filosoof Nagarjuna aanwezig zou zijn op magische wijze, zou hij ons waarschijnlijk zeggen dat je niet kunt zeggen dat,

a. hij pijn heeft
b. hij geen pijn heeft
c. hij zowel pijn als geen pijn heeft
d. hij geen pijn, noch geen pijn heeft

Een negatief tetralemma dus (als een 'dilemma', alleen dan met vier opties). Huang Duc is "leeg", hij is er niet echt en daarom kun je ook niets over hem zeggen. Erik Hoogcarspel licht dit verder toe in een podcast;

Hij heeft pijn maar hij onderdrukt de pijn niet, hij is transcendent. Hij staat boven plezier en pijn.

Door meditatie kom je bij het pure bewustzijn, vrij van conditionering en karma. In die staat is er geen dualiteit, en dus geen verschil tussen plezier en pijn.

Voor een getrainde monnik is zelf-immolatie geen probleem. Hij blijft onaangetast, wat hij ook voelt.

Ik ben trouwens ook altijd onder de indruk geweest van deze foto's. Wat een verschil met de christelijke geestelijken he, die kunnen niks speciaals laten zien.
  woensdag 23 oktober 2024 @ 16:57:54 #240
458427 Panterjong
I Refuse Limitation
pi_215351756
quote:
0s.gif Op dinsdag 22 oktober 2024 21:00 schreef Libertarisch het volgende:

[..]
Hij heeft pijn maar hij onderdrukt de pijn niet, hij is transcendent. Hij staat boven plezier en pijn.

Door meditatie kom je bij het pure bewustzijn, vrij van conditionering en karma. In die staat is er geen dualiteit, en dus geen verschil tussen plezier en pijn.

Voor een getrainde monnik is zelf-immolatie geen probleem. Hij blijft onaangetast, wat hij ook voelt.

Ik ben trouwens ook altijd onder de indruk geweest van deze foto's. Wat een verschil met de christelijke geestelijken he, die kunnen niks speciaals laten zien.
Die kunnen er niets aan doen dat er toen nog geen camera's waren.
Rest your mind in distant wilderness
Take your time and concentrate on it
Take a stand and make your hand a fist
We got a reason to resist
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')