@.Antideeltje @Antideeltje- (of als je weer een nieuwe kloon hebt), we gaan hier verder met onze
discussie over Nagarjuna. Ik heb de afgelopen maanden Leezenberg's nieuwe vertaling gelezen en dit deels geschreven voor mijn eigen begrip, dus het is extreem en asociaal lang (maar hopelijk kan ik daarmee wel mijn punt maken). Er zullen hopelijk lurkers zijn die het ook interessant vinden om te lezen, en waaraan ik hopelijk iets van wat mij fascineert aan Nagarjuna kan meegeven.

0. Voorwoord: Over Prasangika's en Svatantrika's 

Laat ik om te beginnen stellen dat ik een Prasangika Madhyamaka ben. Prasangika is een sub-school van Madhyamaka en een metafilosofisch standpunt w.b.t. de betekenis van Nagajuna's redeneringen. Prasangika zien leegte-redeneringen als enkel deconstructief: het enige wat je doet is de absurde gevolgen ("prasanga", Sanskrit voor "gevolg") zien van inherent bestaan. Je neemt zelf geen alternatief standpunt in en je vermijdt daarnaast positieve uitspraken over de "uiteindelijke" aard van de realiteit (omdat leegte geen "ding" is, het is een afwezigheid van inherent bestaan die niet positief te definiren valt). Dit is in contrast met de zogenaamde Svatantrika's, die leegte-argumenten zien als syllogistisch: je baseert je op bepaalde premissen waar je vervolgens een conclusie uit trekt. Prasangika's zien dit als een concessie naar foundationalisme en dus als leidend naar een incompleet begrip van leegte. Een ander belangrijk verschil tussen de twee interpretaties is het zogenaamde "object van negatie" - wat weerleg je precies met een leegte argument?, en de aard van de conventionele realiteit.
quote:
A prominent and important feature of the Prāsaṅgika approach is their use of the non-affirming negation. A non-affirming negation is a negation which does not leave something in the place of what has been negated.
[...]
Pabongka Rinpoche states in Liberation in Our Hands that if we cannot correctly "recognize the nature of the false mode of existence that is being denied, we will not be able to realize the simple negation [Skr. prasajyapratisedhah or non-affirming negation] that is established through its refutation."
For the Prāsaṅgika, when analyzing a table, the object being negated is not an abstract intellectual concept apart from the table which can be called 'inherent existing', but the conventionally appearing table itself, which appears to naive perception as being inherent. The table is not just empty of inherent existence in some abstract philosophical way; the identity of the table as it appears to normal, everyday perception - which misattributes inherence to the object - is being negated.https://en.wikipedia.org/(...)a_Object_of_Negation
Ik onderschrijf dit volledig en zie de alledaagse, "gezond verstand"-perceptie van de realiteit, waarin dingen zijn wat ze zijn, dus als incorrect. Svatantrika's zeggen dat die perceptie conventioneel wel "gewoon" opgaat - voor mij maakt dat alles een beetje tot een scholastische oefening. Wat heeft al dat redeneren voor zin als de normale ervaring van de realiteit intact blijft? Zie ook deze
post, die het scherp verwoordt:
quote:
This is the problem with Svatrantika. The problem is Real conventional truth. According to Svatrantika, there is something called real in conventional truth. There is a SUBTLE existence there. This is where Chandrakirti step in, and kick all these non-sense.
In terms of conventional truth, for Prasangika everything is FALSE and UNREAL. So, the conventional truth for Prasangika Madyamika [is] ALWAYS negative.
If [a] Prasangika scholar speak[s] to [another] Prasangika scholar, they will say conventionally cannot be express[ed]. Or they can say things don't exist even conventionally. But, if in daily life to normal people, you say this table [does] not exist, they will say you are crazy. So they have no choice to say this is exist, but deep inside their heart, they know they are saying bullshit.
[...]
If we take a bus and we still have a sense of bus, this is an indication that the emptiness is still a concept. If we realize emptiness, even we take [a] bus, we cannot say this is [a] bus.

1.1 Nibbana en "verlichting" 

quote:
Dat heb je wel gesuggereerd en gezegd Charles, ook gezien de context van de discussie die we hadden over ‘ervaring’ en ‘verlichting’ waarbij je het bestaan ervan ontkende en dacht het boeddhisme hiervoor te kunnen gebruiken. Dat is ook de reden waarom je ageerde tegen wat ik postte. Je kan het nogmaals hier teruglezen.
Volgens jou was er “geen ervaring, lijkt me, en ook geen schat” … “Je kunt nibbana niet bereiken, want het bestaat niet substantieel … “Dus als je denkt verlicht te zijn of een en ander ervaren te hebben dan ben je er nog niet. Harder zoeken dus! Hahaha.”
Het bestaat dus wel n het is te bereiken, het is alleen ‘leeg’ van intrinsieke of gescheiden bestaan, vanwege afhankelijk ontstaan. Je haalt hier dus zaken door elkaar. Dat is ook de reden waarom Nagarjuna het pad van de bodhisattva naar boeddhaschap nam, zich aan de dharma hield en dit onderwees aan anderen. Als het niet bestond of niet te bereiken was had hij dit niet gedaan.
Ten eerste, dat hele woord berhaupt, "verlichting"; dat is helemaal geen boeddhistische term. Die hele "licht"-metafoor is een Westerse uitvinding met allerlei christelijke en gnostische connotaties die op een of andere manier standaardjargon is geworden in de Westerse studie van Oosterse soteriologie. Het impliceert dat je "het licht ziet" of iets anders mystieks, of dat je iets verkrijgt (zoals je zegt, "de schat vinden"). Dat begrip bestaat helemaal niet in het boeddhisme. Boeddhisten spreken over nibbana (Pali) of nirvana (Sanskriet), "uitdoven" (bijvoorbeeld een lamp of kaars) of "uitblussen". De metafoor is precies tegenovergesteld: er dooft iets in plaats van dat er iets oplicht (de Vier Edele Waarheden worden dan ook negatief gedefinierd - ze leiden tot het
einde van dukkha/lijden en tanha/dorst). Het "uitdoven" wordt meestal genterpreteerd als het uitdoven van de drie vlammen van raga (hebberigheid), dvesha (afkeer) en moha (onwetendheid). Dat laatste, het doven van de vlam van onwetendheid, is dan voor de Madhyamaka inzicht in de illusie van inherent bestaan die ten grondslag ligt aan het lijden (de derde edele waarheid); Nagarjuna zou dat (negatieve) inzicht
sunyata noemen. Inherent bestaan vormt tevens de basis van de persoonlijke identiteit. In dit opzicht is het interessant dat Nagarjuna het "zelf" vergelijkt met een lamp (MMK 27.22).
Ten tweede weten we
vrijwel niets over het leven van Nagarjuna, behalve dat hij een aantal boeken heeft geschreven (er is enige discussie over welke teksten authentiek zijn en welke niet). Westerhoff zegt dat hij waarschijnlijk een monnik was, maar andere geleerden kunnen het zelfs niet eens worden over het jaartal waarin hij leefde binnen een straal van honderd jaar. Vrijwel alle details over zijn leven zijn hagiografisch en van latere komaf. Om toch even in te gaan op je opmerking - hij heeft immers die boeken geschreven - hij onderwijst de dharma aan anderen op conventioneel niveau, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat alle dharma's illusies zijn. Ik zie hier geen tegenstrijdigheid. De twee waarheden: conventioneel deed Nagarjuna zus en zo, conventioneel speelde hij boeddhist en schreef hij prachtige verzen; in de "ultieme" zin deed hij helemaal niets. Logisch, want hij is een illusie - net zoals alles in de conventionele realiteit dat is. Misschien kon hij zich wel vinden in dit citaat van Vladimir Nabokov (naar wiens personages - Charles Kinbote en Vseslav Botkin - ik allebei mijn accounts heb vernoemd):
quote:
For I do not exist: there exist but the thousands of mirrors that reflect me. With every acquaintance I make, the population of phantoms resembling me increases. Somewhere they live, somewhere they multiply. I alone do not exist.
Ten derde "bereik je niet [nibbana]", maar wordt de leegte gerealiseerd (ik schrijf dit heel bewust in passieve vorm).
quote:
quote:
68. Since all things are empty of own-being [sunyata], the incomparable Tathagata teaches dependent co-origination regarding things [pratityasamutpada].
69. The ultimate meaning consists in that!
The perfect Buddhas, the Bhagavats, have [only] conceived the entire multiplicity in reliance upon worldly convention.70.
The worldly norms [dharmas] are not violated. In reality [the Tathagata] has not taught the Dharma. Not understanding the Tathagata’s words, [fools] fear this spotless discourse.(Seventy Verses)
https://emptinessteachings.com/2011/03/01/159/
(Beide teksten behoren bij de handvol teksten die door de boeddhistische commentaartraditie als authentiek wordt gezien, en door de meeste moderne onderzoekers ook).
quote:
In samara, you react with confusion, you react with aversion and attachment, and then you create negative karma, and then you are born in the six realms. Unless you completely see the truth and see the reality, and then you are in nirvana.
But when you are in nirvana, then you understand that actually, there is nothing called samsara and there is nothing called nirvana. [Ringu glimlacht]
Zoals ik eerder zei: "Voor de boeddha is er geen boeddhisme, en ook geen boeddha".
Een hele bijzondere ervaring hebben en achteraf denken, "ik snap wat de Boeddha bedoelde met nirvana", is niet hetzelfde als leegte realiseren. Je denkt immers nog steeds dat de boeddhistische leer substantieel bestaat, dat jij substantieel bestaat, dat je iets hebt ervaren dat "nibbana" heet, dat die ervaring echt was en dat je hem "gehad" hebt. Nagarjuna is veel radicaler dan dat; in werkelijkheid zijn al die zaken illusies, als "[de weerspiegeling van] de maan in het water" (Sixty Stanzas, stanza 45), en als zodanig "noch waar, noch onwaar". Nirvana bereiken is niet: nirvana bereiken, maar inzien dat nirvana en samsara beiden illusies zijn (en dat alles, inclusief jezelf, een illusie is - alhoewel het conventioneel functioneert).
quote:
Nagarjuna ontkent en verwerpt alles, zelfs zijn eigen theorie: wie leegte als zienswijze ziet zal niets bereiken (MMK 13:8). Waarom? Omdat je op je pad naar verlichting alles moet loslaten.
Het gaat denk ik niet zozeer om dingen "op te geven" als om te begrijpen hoe dingen (fenomenen) zijn, namelijk leeg en conventioneel. Nagarjuna doet dit door ze te analyseren, en komt daardoor tot de conclusie dat ze onwerkelijk zijn. Als ze onwerkelijk zijn, kun je ze ook niet echt opgeven of opnemen. Daarom stelt hij ook in MMK25.3 dat nibbana "onverkregen" is, het is eerder het inzicht in leegte en dus de onwerkelijkheid van noties als ontstaan/vergaan, zijn/niets, en bij implicatie dus ook opgeven en opnemen. Er is niets dat voor Nagarjuna uiteindelijk echt is, zelfs niet de dharma zoals hij zelf aangeeft (zie ook [MMK7.34], [MMK10.16], [MMK13.8], [MMK17.33]).
Dit is een fragment uit een podcast met Westerhof, een antwoord op een vraag over de rol van persoonlijke identiteit voor de Madhyamaka aan Jan Westerhoff ("hoe is rencarnatie mogelijk als persoonlijke identiteit etc. een illusie is"). Dat hoor je vanaf 18:45. Het citaat hieronder is vanaf 20:50.
quote:
[Westerhoff legt uit dat de persoon wordt gezien als een causale keten] [...] The causal theory and so on, all of that is only conventionally real. Because they don't allow anything that is ultimately real. What Nagarjuna and the Madhyamaka also say is that, you shouldn't think that saying that something is conventional either means "we're making it all up" or "we can decide what conventional reality is going to be like". And a metaphor that frequently comes up in Madhyamaka texts and Nagarjuna is the metaphor of the world being like a magical illusion or like a dream. So if you take the dream example: even though the actors in the dream are not real, you can't just, first of all, decide what you are going to dream about, and once you are in the dream, you can't just manipulate reality in any way you want. It's rather the case that once you are withinin that particular illusion there are certain ways in which it works and it follows certain laws; and in the Buddhist context we would say those laws in our waking world are the karmic laws which influence us in certain ways, but that doesn't mean that any of it is ultimately real.
Ik vind Kahn's voorbeeld schitterend, van de afwezigheid van de olifant. Je zoekt naar de olifant [inherent bestaan/substantile realiteit], denkend dat je hem gaat vinden, maar in plaats daarvan vind je niets. Niet "niets" in de zin van nihilisme, maar in de zin van "ik wilde een slok koffie nemen, maar mijn mok bleek leeg". Je verwachtte iets te vinden maar treft dat niet aan - daarom noemde ik het ook een "grap". Het is alsof je je hele leven op zoek bent naar je autosleutels en ineens beseft dat je helemaal geen auto hebt. Zo werd het symbool "0" ook vroeger gebruikt, als een
placeholder voor als je "niets" van een bepaald ding hebt, voordat het een schimmig, abstract bestaan kreeg in de wiskunde.

1.2 Over "nihilisme" in mijn Madhyamaka-interpretatie: of, "waarom de anatta-doctrine onverenigbaar is met persoonlijke ervaring" 

quote:
Wat er nihilistisch is aan je uitleg is dat je door je begrip van sunyata het bestaan van ‘ervaring’ en ‘verlichting’ probeerde te ontkennen. [...] Hoe je het stelde en naar voren bracht in die discussie suggereerde je een nihilistisch begrip van het concept, wat het niet inhoudt, ook gezien het feit dat Nagarjuna zelf het pad naar verlichting nam en dit evenzo onderwees aan anderen. Ook Jay Garfield en anderen zeggen dat sunyata dit niet inhoudt: “… leeg zijn is dus niet niet-bestaand zijn, maar eerder de enige mogelijke manier van bestaan.”
Ik heb hierboven uitgelegd waarom dat niet nihilistisch is en waarom het in lijn is met Nagarjuna's eigen visie (en in bredere zin met de anatta-doctrine). Je kunt nirvana niet ervaren want het is de afwezigheid van inherent bestaan. Daarnaast staat min of meer hetzelfde in de Hartsoetra.
quote:
Dus, in leegte, geen vorm,
Geen gevoel, gedachte of keuze,
Noch is er bewustzijn.Geen oog, oor, neus, tong, lichaam,
geest;
Geen kleur, geluid, geur, smaak,
aanraking,
Of wat de geest in zich opneemt,
Zelfs geen daad van gewaarworden.Geen onwetendheid of einde ervan,
Noch alles wat voortkomt uit onwetendheid;
Geen verwelking, geen dood,
Geen einde van hen.
Noch is er pijn, of oorzaak van pijn,
Of ophouden van pijn, of een nobel pad
Om van pijn weg te leiden;
Zelfs geen wijsheid om te bereiken!
Ook het bereiken is leegte.(Hart-soetra, eigen vertaling uit het Engels)
https://thebuddhistcentre(...)iles/heart_sutra.pdf
Dat is dan ook hoe ik leegte begrijp. Fenomenen zijn illusies (ze zijn niet wat ze zijn - ze hebben geen identiteit) en intrinsiek onwerkelijk vanuit een kritisch "perspectief". Ze bestaan niet substantieel en zijn als "de stad van gandharva's, illusies, luchtspiegelingen, netten van haar, schuim, bellen, fantomen, dromen en wielen gemaakt met een vuurbrand". Niet als "alles is alles in alles"[?] of als een soort holisme. Dat staat niet in de MMK noch in de Hartsoetra, en is voor mij een verbastering van de radicaliteit en vooral de onbevreesde eerlijkheid van Nagarjuna's redeneren.
Deze auteur schreef een kort, populair artikel over de prajnaparamita-soetras, de volgende zinnen vatten het voor mij mooi samen:
quote:
The Heart Sutra and the other Prajnaparamita Sutras talk about a lot of things, but their most fundamental theme is the basic groundlessness of our experience. They say that no matter what we do, no matter what we say, and no matter what we feel, we need not believe any of it. There is nothing whatsoever to hold on to, and even that is not sure. So these sutras pull the rug out from under us all the time and take away all our favorite toys.
[...]
Emptiness points to the most radical transformation of our entire outlook with regard to ourselves and the world. Emptiness not only means the end of the world as we know it, but that this world never really existed in the first place.
Logischerwijs vind jij dit nihilistisch gezien je eigen gnostische opvattingen, maar dan vind je niet mijn "onjuist begrip" van sunyata nihilistisch maar simpelweg de (Prasangika) Madhyamaka-opvatting zelf. Als je de MMK zelf zou lezen zou je zien dat Nagarjuna aan de lopende band allerlei zaken onwerkelijk noemt, dat hij fundamentele boeddhistische leerstellingen (zoals karma, de drie kenmerken en zelfs de dharma) als "luchtspiegelingen" en "dromen" beschrijft, dat hij personen en hun handelingen als illusies ziet, en dat alle boeddhistische tegenstanders die hij opvoert om zijn negatieve dialectiek uit te voeren juist dogmatische boeddhisten zijn, die denken dat boeddhisme "echt waar" is en over echte entiteiten en fenomenen gaat. Maar niets is "echt waar", dat is nou juist het hele punt, in zoverre iets al waar of onwaar is is dat slechts conventioneel, nominaal het geval - en dat inzien is nou precies de "bevrijding" (of de bevrijding van de noodzaak van bevrijding? of de bevrijding van het idee van bevrijd zijn?).
quote:
11. “Empty” should not be asserted.
“Nonempty” should not be asserted.
Neither both nor neither should be asserted.
They are only used nominally.
Garfield:
quote:
It would be easy to interpret Nagarjuna to mean that from the ultimate standpoint, we can say of phenomena that they are empty. But here he quite deliberately undermines that interpretation, claiming instead that nothing can be literally said of things from such a standpoint. For ultimately there is no entity of which emptiness or nonemptiness can be predicated. Nor can we say that things are neither empty nor nonempty. The central claim in this verse is that all assertion, to the extent that it is true at all, is at best nominally true. [...] Predication always requires an entity of which the predicate can be true; and the emptiness of phenomena guarantees that from the ultimate standpoint, there are no phenomena to be empty.[!!!]
Ik zei eerder al, Nagarjuna's stilte is geen mystieke stilte. Nagarjuna zwijgt omdat er niets om over te spreken is (niet omdat je "voor de ervaring moet gaan" of omdat hij "labeltjes afwijst"), en dat heeft hij (deconstructief) beredeneerd.
Ik legde bovendien op het begin al uit dat de biografische verhalen over Nagarjuna die je hier presenteert hagiografisch zijn. Overigens kun je dit alles wederom prima begrijpen binnen de leer van de twee waarheden: conventioneel functioneert alles en doen mensen zaken, "ultiem" gezien het een illusie en is niets wat het lijkt. Nagarjuna noemt personen en hun acties immers illusies die andere illusies creeren.
quote:
17.31 Just as the teacher, by magic,
Makes a magical illusion, and
By that illusion
Another illusion is created,
17.32 In that way are an agent and his action:
The agent is like the illusion.
The action
Is like the illusion’s illusion.
17.33 Afflictions, actions, bodies,
Agents and fruits are
Like a
city of Gandharvas and
Like a mirage or a dream
(Garfield)
Dit is echt een van de meest centrale noties binnen het boeddhisme, de illusie van het zelf (komt wederom ruimschoots, herhaaldelijk aan bod in de MMK zelf, in drie verschillende hoofdstukken). Daarom worden geboorte en dood (komen en gaan) ook gezien als illusies: er is uiteindelijk geen substantieel persoon, het "zelf" is slechts een conventioneel construct op "basis" van de vijf skandha's (alhoewel Nagarjuna die ook deconstrueert als onwerkelijk, MMK 4). Een vierzijdige driehoek kan ook niet doodgaan of geboren worden. Nagarjuna radicaliseert de notie van anatta (de zelfloosheid van personen) tot sunyata (de zelfloosheid van fenomenen) en komt daarmee tot de conclusie dat alles onwerkelijk is - dingen zijn niet wat ze zijn, dus zowel "het zijn" als "het niets", als het vergaan en ontstaan van "entiteiten", alsook de dharma zijn illusies.
Garfield stelt in het commentaar op mijn favoriete passage (MMK 25.24) dat je de boeddhistische leer niet moet reficeren en onderschrijft mijn (en Nagarjuna's eigen) punt - dat nibbana geen entiteit is en dat het niet behaald wordt door entiteiten. Daarna praat hij zijn mond voorbij, helaas, en legt hij Nagarjuna zaken in de mond die hij nergens schrijft.
Siderits schrijft over diezelfde passage (p. 57/305):
quote:
Since it follows from the universal emptiness of all dharmas that there is ultimately nothing to be cognized, and suffering is said to result from hypostatization (see 11.6), it follows that the realization of emptiness is “blessed” or the cessation of suffering. Of course, it also follows from this that the Dharma, the teachings of the Buddha, contains no single statement that is ultimately true. But this, says Candrakīrti, presents an analysis of nirvĀṇa no difficulty for the Mādhyamika. For to the extent that the Buddha’s teachings are useful in helping us overcome suffering, they are conventionally true.
Is Siderits ook een nihilist? Volgens mij is dit gewoon een hele plausibele conclusie op basis van de twee waarheden-doctrine, en de dingen die Nagarjuna zelf schrijft (we zagen het ook net al in de Hartsoetra staan). Dat "conventioneel waar" in plaats van dogmatisch waar is trouwens gecodificeerd binnen Mahayana, als
upaya.
quote:
Het [nibbana] bestaat dus wel n het is te bereiken, het is alleen ‘leeg’ van intrinsieke of gescheiden bestaan, vanwege afhankelijk ontstaan. Je haalt dus zaken door elkaar.
Nee, Nagarjuna past negatieve tetralemmas toe op zowel nibbana als de Boeddha in de MMK, d.w.z. hij neemt geen enkele positie in en schort het hele discours over beiden op. Hij wijst de positie die je hier aan hem toeschrijft zelfs expliciet af.
quote:
25.5 Voorts, als nirvana een bestaande was, zou het
geconditioneerd zijn;
want nergens is een niet-geconditioneerde bestaande
voorhanden.
25.6 En als nirvana een bestaande was, hoe kan het dan
niet verworven zijn?
Want geen enkel niet-verworven bestaande is
voorhanden.
(Leezenberg)
[Garfield's vertaling is minder expliciet maar hij maakt hetzelfde punt in het commentaar]
Hij neemt overigens ook niet het standpunt in dat het niet bestaat. Ik had dat van hem moeten overnemen: niet ontkennen dat nibbana bestaat, maar in radicalere zin ondermijnen dat er berhaupt zoiets is als "nibbana" als subject waar predicaten zoals "bestaan" en "niet-bestaan" op van toepassing kunnen zijn. Garfield maakt hetzelfde punt in zijn commentaar ("To say that nirvana possesses the positive property of nonexistence is not coherent either. For then there would be nothing to which the predicate “nonexistent” could in fact apply." p. 303).
Daarom gebruik ik ook steeds het woord "deconstrueren" wanneer ik over Nagarjuna's filosofie spreek. Hij ontkent niet zozeer zaken als dat hij er op probeert te wijzen dat de intutieve aannames die we doen bij het maken van redeneringen (namelijk dat ze "ergens over gaan", betrekking hebben op een reel subject) absurd zijn, en daarmee slaat hij de grond onder de voeten van zijn tegenstanders weg. Het is een beetje zoals Wile E. Coyote: die kan van een klif afrennen en ook tientallen meters blijven doorrennen, zolang hij maar niet naar beneden kijkt. Nagarjuna wil dat je naar beneden kijkt.
quote:
Ondanks dat hebben ze toch wel een eigen theorie en filosofie. Ze kunnen dat ook ontkennen, maar dat is niet wat we zien in de praktijk en de talloze geschriften waarin ze dat verdedigen en onderwijzen. Maar je benoemde wel alleen het thesme, wat eenzijdig is, want vanuit de Madhyamaka filosofie ontkennen ze net zo goed het athesme, agnosticisme en allerlei andere labeltjes. En vanuit mijn eigen ervaring en inzicht begrijp ik goed waarom ze dat doen.
Dat zien "wij" niet, dat is wat jij ziet. Als je gelooft in inherent bestaan of in een substantile werkelijkheid denk je dat je ergens over spreekt en zul je anderen logischerwijs ook zo interpreteren. Nagarjuna zelf is echter een anti-realist en anti-foundationalist die niet gelooft in het bestaan van een externe realiteit of fundamentele theorien. Daarom kan hij dus, zonder contradicties, zeggen dat hij geen standpunt heeft (dit is hoe Westerhoff die uitspraak interpreteert), omdat hij zijn karika's niet ziet als betrekking hebbend op een realiteit. Dat neemt niet weg dat hij voor dogmatici - d.w.z. het gros van de mensen - wel zo zal uitzien (dat is projectie), net zoals jij mijn orthodoxe en correcte begrip van leegte constant stromant met "nihilisme" omdat je de MMK niet hebt gelezen en om redenen die duister voor mij zijn denkt dat hij er gnostische of mystieke opvattingen op nahoudt (we hebben net gezien, echter, dat hij zwijgt omdat er niets om over te spreken is, en ik ga dit later nog uitgebreid aantonen).
Als je de MMK zou lezen zou je zien dat Nagarjuna vrijwel nergens positieve standpunten inneemt, op een aantal metafilosofische opmerkingen na (en in de laatste twee hoofdstukken). Het is een hele vreemde tekst en benadering wanneer je het vergelijkt met een normaal filosofieboek. Wanneer hij prasanga-redeneringen "doet" is hij niet bezig met theorievorming maar met deconstructie, hij wijst onmogelijkheden of inconsistenties uit waar hij vervolgens negatieve conclusies uit trekt, hij stelt retorische vragen die als niet-affirmerende negatie dienen, hij ontkent en ontkent en ontkent en de meeste hoofdstukken eindigen met de conclusie dat datgene wat geanalyseerd wordt (bv. het zelf, karma, het geconditioneerde) illusoir is. Het boek is een gestructureerde negatieve dialectiek (de hoofdstukken volgen vrijwel allemaal logisch op elkaar, Garfield merkt dit ook op) die de onwerkelijkheid van allerhande noties uitwijst (door middel van redeneringen), inclusief zijn eigen noties (uiteindelijk zijn dingen niet "leeg" of "niet-leeg" of (geen van) beide), en culminerend in de onwerkelijkheid van de boeddhistische leer zelf. Leezenberg ziet dat laatste als de climax van zijn argument, en ik ook.
In Sixty Stanzas gebruikt Nagarjuna het woord "nibbana" als naam voor het negatieve "inzicht" in wederzijdse afhankelijkheid/leegte - oftewel, het inzicht dat alle fenomenen (inclusief het ervarende zelf) geen inherent bestaan hebben/intrinsiek illusoir zijn (datgene wat ze maakt tot wat ze zijn ontbreekt). Daarom kun je nibbana dus ook niet ervaren, omdat het hetzelfde is als leegte en omdat leegte een afwezigheid is. Een afwezigheid bestaat niet "echt". Dat is geen nihilisme maar een redelijk typische Madhyamaka-opvatting (zie ook die lama waar ik dat filmpje van plaatste eerder), en een thema dat trouwens regelmatig aan bod komt in de prajnaparamita-soetras, zie bv. de
Diamandsoetra;
quote:
"All living beings, whether born from eggs, from the womb, from moisture, or spontaneously; whether they have form or do not have form; whether they are aware or unaware, whether they are not aware or not unaware, all living beings will eventually be led by me to the final Nirvana, the final ending of the cycle of birth and death. And when this unfathomable, infinite number of living beings have all been liberated, in truth not even a single being has actually been liberated."
"Why Subhuti? Because if a disciple still clings to the arbitrary illusions of form or phenomena such as an ego, a personality, a self, a separate person, or a universal self existing eternally, then that person is not an authentic disciple."
[...]
"Tell me, Subhuti. Does a Buddha say to himself, 'I have obtained Perfect Enlightenment.'?"
"No, Blessed One. There is no such thing as Perfect Enlightenment to obtain.[!] If a Perfectly Enlightened Buddha were to say to himself, 'I am enlightened' he would be admitting there is an individual person, a separate self and personality, and would therefore not be a Perfectly Enlightened Buddha."
[...]
[De Boeddha zegt] "Subhuti, my teachings reveal that even such a thing as is called a 'disciple' is non-existent. Furthermore, there is really nothing for a disciple to liberate."
"A true disciple knows that there is no such thing as a self, a person, a living being, or a universal self. A true disciple knows that all things are devoid of selfhood, devoid of any separate individuality."
[...]
"Subhuti, do not maintain that the Buddha has this thought: 'I have spoken spiritual truths.' Do not think that way. Why? If someone says the Buddha has spoken spiritual truths, he slanders the Buddha due to his inability to understand what the Buddha teaches. Subhuti, as to speaking truth, no truth can be spoken. Therefore it is called 'speaking truth'."
Ook de Diamandsoetra is nihilistisch schijnbaar.
Nagarjuna eindigt de MMK25 (analyse van het nirvana) - nadat hij geweigerd heeft om ook maar n enkele uitspraak over nibbana of de Boeddha te doen - met een drietal karikas over leegte, wat wederom aantoont dat het zwaartepunt voor hem daar ligt (Westerhoff gebruikt in zijn boek "Nagarjuna's Madhyamaka" 16 keer het woord "nirvana", in tegenstelling tot 166 keer "emptiness" en 91 keer "empty"). Dit is dan ook de wisseltruc die aan de basis ligt van de Mulamadhyamakakarika, die hij expliceert in de passage die ik eerder aanhaalde, en die ook invoedrijk geweest is in de Mahayanatraditie (je ziet die preoccupatie met sunyata ook in Zen terug, bv.).
Wederzijds afhankelijk "bestaan" is overigens iets heel anders dan "bestaan" in de normale zin.
quote:
5.8. Fools and reificationists who perceive
The existence and nonexistence
Of objects
Do not see the pacification of objectification.
Die computer waar je dit op leest is vanuit de leegte-analyse gezien geen computer, want datgene wat een computer tot een computer maakt ontbreekt (het is wederzijds afhankelijk ontstaan en kan dus geen essentie hebben). Het is ook niet de onderdelen - want datgene wat de onderdelen tot de onderdelen maakt ontbreekt. Het "is" een leeg, wederzijds afhankelijk fenomeen zonder identiteit. Ontkennen dat x bestaat en zeggen dat x leeg is liggen dicht bij elkaar, in de zin dat dingen, zoals ze voor het alledaagse gezonde verstand verschijnen, in een hele letterlijke zin niet zijn wat ze zijn. Nagarjuna is geen nihilist, maar dat betekent niet dat hij niets gemeen heeft met nihilisme. Het is wijs om vooral geen illusies te hebben over de radicaliteit van Nagarjuna's filosofie, door er bijvoorbeeld een soort tandeloos holisme van te maken zoals Thich Nhat Hanh doet ("emptiness is the ground of everything" - fouter dan dat kun je het niet uitdrukken). Ik zal dat in de desbetreffende alinea uitgebreid uitleggen.
Net als de nihilist ziet Nagarjuna het bestaan als een illusie,
quote:
20. If there is being there is permanence;
If there is non-being there is necessarily annihilation.
When there is being, these two [dogmas] occur.
Therefore [one should] not accept being.
https://emptinessteachings.com/2011/03/01/159/ - zie ook de voorgaande 19 karika's en MMK 15
Hieruit volgt dat ook de allerhoogste concepten binnen het boeddhisme, zoals nibbana en de Boeddha, voor hem illusies zijn (hij expliciteert dat ook zo nu en dan, zoals in Sixty Stanzas eerder). De reden waarom hij geen nihilist is is tweevoudig:
1. Nagarjuna ontkent niet het conventionele "bestaan" en de pragmatische waarde van deze illusies. De nihilist zou alles nep noemen, maar Nagarjuna doet dat niet. Als illusie is het werkelijk in de zin dat het functioneel geldig is in het dagelijks leven, alhoewel het tegelijkertijd ook weer niet werkelijk is en veel contingenter is dan het zich voordoet. De vergelijking met een droom is in dat opzicht interessant. In een droom vul je allerlei inconsistenties en leemtes aan met je fantasie om het kloppend te maken - dat is in de alledaagse werkelijkheid niet anders.
2. Nagarjuna ziet niet alleen het bestaan als illusie, maar ook het niet-bestaan, het "niets" [MMK 15.10]. Dit is dan de bekende middenweg. Dat is geen constructieve theorie die hij poneert door middel van argumenten, maar simpelweg wat "overblijft" nadat je het zijn en het niets van de hand hebt gewezen. Geen nihilisme, geen eternalisme, maar een soort schemergebied waar dingen contingent en relationeel "bestaan" maar er tegelijkertijd het besef is dat ze onwerkelijk zijn, leeg zijn (en dat deze relationaliteit niet fundamenteel is maar ook leeg). Garfield (p. 229):
quote:
Mirages and dreams are actual phenomena, which actually appear and which have consequences. But that does not mean that they appear to us in a nondeceptive way. Mirages are not water and do not quench thirst, and dream-elephants carry no loads.

1.3 De drie niveaus in Nagarjuna's filosofie 

Op basis van alles wat ik hierboven heb geschreven ontwaar ik drie niveaus in Nagarjuna's filosofie.
Het eerste niveau is inherent bestaan/svabhava. Dit is naef realisme, de substantialistische blik op de wereld, waar dingen en personen als zichzelf en op zichzelf lijken te bestaan. Het domein van objectpermanentie en materialisme. Nagarjuna ziet dit uiteraard als diep problematisch, en een groot deel van de MMK bestaat dan ook uit het deconstrueren van de illusie van inherent bestaan door n voor n alle hete hangijzers te behandelen.
Het tweede niveau is wederzijdse afhankelijkheid. Dit is hoe iemand met inzicht in Nagarjuna's filosofie (een boddhisatva of "groot wezen", in Chandrakirti's termen) de conventionele realiteit ervaart. Dingen zijn niet langer wat ze leken te zijn, ze zijn leeg, wederzijds afhankelijk van condities, waarnemers, etc. De procesmatigheid van de wereld wordt zichtbaar en de grens tussen de wereld en ervaring, binnen- en buiten wordt poreus. Vaak ontstaat hier ook een inzicht in de rol van de menselijke geest in het tot stand brengen van wat wij "realiteit" noemen - dat is natuurlijk ook wat gebeurt wanneer je mediteert. Kahn stipt het punt ietwat potisch aan:
quote:
Phenomena appear, function and exhibit consequences, but do so dependently and conventionally. We need to engage in a vision of the essenceless interdependence of things, of the empty interrelatedness of what is neither thing nor nothing, like objects in a mirror or like echoes, like interreflections rather than entities.
Zeker niet iedereen vindt dat een prettige ervaring overigens. Mensen kunnen dit ook als "derealisatie" ervaren (in principe is dat ook gewoon wat het is...) en heel erg beangstigend vinden - immers, datgene dat voorheen "de werkelijkheid" leek blijkt ineens illusoir te zijn.
Kahn beschrijft de uiteindelijke "onvindbaarheid" van fenomenen wanneer je leegte-meditatie beoefent; als je op zoek gaat naar de ware essentie van welk fenomeen dan ook, datgene wat iets maakt tot wat het is, zul je "ontdekken" dat die essentie er niet is, en dat ding uiteindelijk dus ook niet ("It is seeing that what you believed to exist so concretely and so fundamentally is like an apparition."). Mensen kunnen daar behoorlijk van schrikken. Filosofie is niet zonder gevaren, en Nagarjuna al helemaal niet.
Be careful what you wish for.Als je een zwakke maag hebt raad ik je aan hier af te haken. In de passage die volgt komen de meest radicale en ontwrichtende aspecten van Nagarjuna's denken aan bod, en zal ik tevens definitief afrekenen met het idee dat er ook maar enig raakvlak is tussen mystiek en Nagarjuna.
Het derde niveau, "de leegte van de leegte", is ondenkbaar, onvoorstelbaar en onervaarbaar. Dit is wanneer blijkt dat leegte en wederzijdse afhankelijkheid ook leeg, illusoir en "onvindbaar" zijn in uiteindelijke zin - ze "bestaan" slechts conventioneel (er is niets dat "uiteindelijk" werkelijk is, want er is geen "uiteindelijke", substantile werkelijkheid). Zoals Kahn schrijft: "Conventional truth is
the ladder by which the deceptive structure of its own conceptuality is ultimately undermined".
Hoogcarspel (p. 172) beschrijft het als het doorzien van de werking van de taal (Garfield heeft een boeddhistische essaybundel geschreven die "Empty Words" heet, prachtige titel). Daarom schrijft Nagarjuna ook:
quote:
22.15 Zij die in concepten blijven denken over een Boeddha
in ruste - voorbij het denken in concepten -
Gehinderd door concepten als ze zijn, zien ze geen
van allen de Boeddha Tathagata.
22.16 Wat het zelfbestaan van de Boeddha is, dat is het
zelfbestaan van deze wereld.
De Tathagata is zonder zelfbestaan, zonder zelfbestaan
is deze wereld.
(Leezenberg)
"Ervaring" is een conceptueel construct dat afhankelijk is van conventies. De persoon die conventioneel gezien bestaat ook. De Boeddha ook, trouwens. Kahn[/Garfield]: "From the ultimate standpoint, there are no phenomena or for that matter standpoints". Je kunt "dat" niet ervaren want het is geen ding, toestand of ervaring: het is inzicht in de grondloosheid van de illusie van de reficatie, en daarmee de grondloosheid van zelf, wereld en skandhas. Zoals het Zen-spreekwoord "de bodem valt uit een emmer". Als je dat begrijpt, begrijp je ook dat Nagarjuna geen mysticus is, maar eerder een soort radicale anti-realist/anti-fundationalist. Hoogcarspel zegt in
deze podcast, op 25:35,
quote:
De existentialisten hebben altijd al gezegd, "de mens is altijd in een situatie" en Husserl schreef "de wereld is alleen wereld voor de mens". En dat vonden we allemaal heel mooi, en misschien zou je daar wel gedichtjes over kunnen schrijven, maar voor de rest heeft het praktisch geen enkel gevolg. Nou, Nagarjuna neemt dat juist serieus, die zegt, "alles wat wij bedenken over deze wereld maakt deel uit van onze eigen ideologie, van onze eigen dogmatiek".
Westerhoff maakt hetzelfde punt, boekpagina 220, pdf-pagina 235:
quote:
According to the Madhyamaka view of truth, there can be no such thing as ultimate truth, a theory describing how things really are, independent of our interests and conceptual resources employed in describing it. [...] There is no way of investigating the world apart from our linguistic and conceptual practices, if only because these practices generate the notion of the “world” and of the “objects” in it in the first place. To speak of conventional reality as distorted is therefore highly misleading, unless all we want to say is that our way of investigating the world is inextricably bound up with the linguistic and conceptual framework we happen to employ.
Het doet me tevens denken aan een van mijn favoriete passages van Nietzsche,
quote:
We betreden een domein van ruw fetisjisme wanneer we de basisvooronderstellingen van de metafysica van de taal, in gewone taal, de vooronderstellingen van de rede, voor het bewustzijn oproepen. Overal ziet het een dader en daad; het gelooft in de wil als oorzaak; het gelooft in het "ik", in het "ik" als zijn, in het "ik" als substantie, en het projecteert dit geloof in de ik-substantie op alle dingen -- alleen zo creert het eerst het concept "ding". Overal wordt "zijn" geprojecteerd door het denken, eronder geduwd, als de oorzaak; het concept van zijn volgt, en is een afgeleide van, het concept van "ik". In het begin is er die grote rampzalige vergissing dat de wil iets is dat effectief is, dat de wil een faculteit is. Vandaag weten we dat het slechts een woord is.
[...]
Inderdaad, niets heeft tot nu toe een meer naeve overtuigingskracht gehad dan de dwaling over het zijn, zoals die bijvoorbeeld door de Eleaten is geformuleerd. Elk woord en elke zin die we zeggen spreekt immers in haar voordeel.
Dit sluit mooi aan op de eerder aangehaalde passages van Nagarjuna, over personen en handelingen als illusies, en natuurlijk de notie van
sunyata zelf (hier in engere zin, als "substantie").
De vergelijking met apofatische mystiek is daarom een fundamentele vervorming van Nagarjuna's project. Waar mystici willen wijzen op iets dat buiten de taal "is", onbeschrijflijk, woorden kunnen het geen recht doen, je zult het toch echt zelf moeten ervaren; wil Nagarjuna precies het tegenovergestelde doen: overbrengen dat er in zekere zin niets is buiten de taal, en dat de illusie dat dat wel zo is (een illusie waar de mysticus met beide benen en volledige overgave is ingetrapt) een soort tovertrucje is dat gecreerd wordt door het intutieve, maar incoherente idee van svabhava of "zelfbestaan". Hij toont dit overigens aan (volgens zijn eigen beste willen en weten) door prasanga-redeneringen te gebruiken - niet door beroep te doen op ervaringen. Sterker nog, de prasanga staat nou juist haaks op hoe de werkelijkheid wordt ervaren vanuit het zogenaamde "gezond verstand", en vanuit mystiek (waarom denk je dat de hindoes zo'n hekel aan hem - en het boeddhisme - hadden?). Nagarjuna is compleet en totaal anti-gezond verstand, zoals m.i. de meest interessante filosofen dat zijn.
Dat is overigens wat ik persoonlijk zo fascinerend vindt aan hem: de conclusies die hij trekt zijn ongelooflijk radicaal en voor velen waarschijnlijk behoorlijk "zweverig" (de realiteit is een illusie, personen zijn illusies, geboorte en dood zijn illusies), maar hij gooit het voor de verandering eens niet op mystieke ervaringen maar op een beargumenteerde deconstructie. Los van wat je verder van Nagarjuna vindt - logisch gezien is er geen speld tussen te krijgen. Zoals Hoogcarspel zegt, "het klopt als een bus", hoe vreemd het intutief misschien ook lijkt: het idee van substantie/identiteit is totaal onsamenhangend, tegenstrijdig en zelfs een soort waanidee als je er kritisch naar kijkt. Dat valt ons alleen niet op normaal omdat het zo vanzelfsprekend is en zo compleet ingebakken zit in onze alledaagse omgang met onszelf en de realiteit. Het resultaat is voor Nagarjuna in ieder geval dat er vanuit een kritisch perspectief niets meer te zeggen valt, omdat niets van wat je zegt echt waar kan zijn: datgene waarover je denkt te spreken is een illusie, de woorden die je uitspreekt zijn een illusie, en jij bent een illusie. Je kunt sunyata-sunyata/nibbana niet ervaren omdat het nou juist de non-substantialiteit onthult van de structuren waar ervaring en zelf op berusten.
quote:
"There is no way to overcome the misconceptions of those who think that emptiness is a real thing. For example, if you tell someone, 'I have nothing.' and that person says, 'Give me that nothing.' How could you make that person understand that you have nothing?"
(Buddhapalita)
https://en.wikipedia.org/(...)ptiness_of_Emptiness
quote:
The ultimate truth, the lack of self-nature in all phenomena, also refers to the fact that phenomena do not arise or cease at all. Even though conventional phenomena appear to arise and pass away through dependent arising, this appearance is in fact unreal and illusory. Thus, for Chandrakirti, the wisdom which realizes the ultimate truth is the realization that phenomena (dharmas) do not arise or come into being from themselves, from another thing, from both themselves and another thing, or without a cause. [oftwel, de eerste karika van de MMK].
[...]
In this sense then, all phenomena are intrinsically unreal and like illusions, since they truly are not what they appear to be. https://en.wikipedia.org/(...)f_the_ultimate_truth
[Het originele artikel is veel beter en uitgebreider, een schets van Chandrakirti's eigen argumenten uit zijn commentaar op de MMK,
https://plato.stanford.edu/entries/twotruths-india/#PraMad .]
Dit is overigens geen uitvinding van Chandrakirti. Nagarjuna schrijft dit zelf in de wijding:
quote:
Wat het ontstaan in afhankelijkheid, het tot rust brengen
van conceptueel denken en het gezegende is:
Het niet-vergaan, het niet-onstaan, de niet-vernietiging
en het niet-blijven,
De niet-identiteit, het niet-verschil, het niet-verschijnen
en het niet-verdwijnen.
[Leezenberg]
Mooie karika in Seventy Stanzas:
quote:
24. Opponent: If there is no origination and cessation, then to the cessation of what is nirvana due?
Reply: Is not liberation this: that by nature nothing arises and ceases?
In dat licht kun je de tegenstander die in de eerste karika van MMK25 aan bod komt op een andere manier lezen: niet als een fase in de dialectiek die overwonnen moet worden, maar als een soort koan:
quote:
25.1 If all this is empty,
Then there is no arising or passing away.
By the relinquishing or ceasing of what
Does one wish nirvana to arise?
Dus - er zijn entiteiten die conventioneel "bestaan", ontstaan en vergaan, maar deze dingen zijn simpelweg niet wat te zijn - ze hebben geen identiteit. Ze "bestaan" wel (een illusie bestaat, maar het bestaat niet op de manier waarop het zich voordoet). Je haalde Garfield aan: "“… leeg zijn is dus niet niet-bestaand zijn, maar eerder de enige mogelijke manier van bestaan.”. De enige manier waarop dingen dus kunnen "bestaan" is als leeg, conventioneel construct. Functioneel, noodzakelijk zelfs in het alledaags leven, maar illusoir. Kahn: "This is why conventional truth is referred to as nominal truth, as true in name only. (...) This does not mean that everything is only a name in the sense of being reducible to independent and imaginary mental activity. (...) To say that phenomena are nominal is to say that they are conventionally constructed by what works, by what yields reliable results, not by what is, as in identifying real, self-grounded things." De conventionele realiteit - de enige realiteit, en het enige domein waarbinnen er sprake kan zijn van waarheid, onwaarheid, ervaring en discursiviteit - is dus een intersubjectief construct, want taal is intersubjectief - "ik spreek maar n taal en het is niet de mijne", zoals Derrida zegt. Er is geen werkelijkheid "daar buiten", of een soort hogere, positieve waarheid, thestisch of anderszins - wat wij als "werkelijkheid" beschouwen is een product van onze taal, symbolen en waarnemingen. Er is geen substantile realiteit, geen "echte" realiteit - enkel een conventionele en contingente.

1.5 Over lege personen die lege uitspraken over lege verlichtingservaringen doen 

Als je dit begrijpt, dan begrijp "je" ook dat jijzelf slechts conventioneel bestaat, dat je in zekere zin een droom of luchtspiegeling bent. Maar dat inzicht kun je je niet toe-eigenen door te zeggen dat je nibbana hebt "ervaren" of "verlicht" bent (vervelend woord), want juist door dat te zeggen geef je er blijk van dat je het niet begrijpt. Het is alsof je de personen in een droom gaat proberen te overtuigen dat je wakker bent... Ofwel je snapt dat het een droom is (en dan neem je alles wat minder serieus), ofwel je laat je voorstaan op je ervaringen en inzichten - maar die dingen sluiten elkaar uit. Daarom haal ik steeds Wittgenstein aan, "waar je niet over kunt spreken moet je zwijgen". Ik neem Wittgenstein hier heel serieus in - je kunt er letterlijk niet over spreken. Als je dat wel probeert begin je onzin uit te kramen (Garfield wijst dit meermaals uit) en begrijp je het niet - bijvoorbeeld wanneer je zegt dat jij,
als persoon, nirvana ervaren hebt. Fout, heterodox, en probeer maar eens van die waan af te komen als je er eenmaal inzit (geen land te bezeilen met zulke figuren).
quote:
25.17 Je kunt niet beweren dat de Verheven na zijn
uitdoven 'bestaat',
en evenmin kun je beweren dat hij 'niet bestaat',
of allebei, of geen van beiden.
[Leezenberg]
Chandrakirti zegt dat een Boeddha geen cognitie heeft en geen wereld ervaart, en dat deel ik met hem. Non-dualisme (in de context van Madhyamaka) is geen ervaring, want er is geen subject meer om te ervaren en geen object meer om ervaren te worden (beiden zijn leeg, bestaan slechts conventioneel). Garfield maakt hetzelfde punt in de laatste paar pagina's van zijn MMK (waar hij ook precies diezelfde passage van Wittgenstein aanhaalt, trouwens).
Kahn verwoordt het heel kernachtig, "ultimate truth does not point to a transcendent reality [of geestestoestand], but to the transcendence of deception". En een heel belangrijk element van die "deception" is voor de boeddhist de illusie van de persoon, de persoon die ervaringen heeft (het "grijpen" naar "ik" en "mijn"), de persoon die geboren wordt, leeft en sterft. Precies daarom zegt Nagarjuna ook in de MMK25, in die prachtige, climactische passage dat er nergens, nooit en aan niemand een dharma door de Boeddha is onderwezen. "Nirvana" is de volledige realisatie van de leegte en dus ook de leegte van het zelf (anatta). Als het zelf een illusie blijkt, dan zijn alle andere "zelven" en hun handelingen dat ook, ook de handelingen van de Boeddha. Er zijn nooit "echt" personen of Boeddha's geweest, er zijn nooit "echt" handelingen geweest - het hele luchtkasteel dendert neer als een reeks dominosteentjes. Kahn:
quote:
For the ultimate truth of emptiness is non-deceptive only as an absence, not in the positive sense of existence or truth. Relatedly, conventional reality deceptively appears because it is empty, because ultimately all designation involves a kind of fabrication, though conventionally true.
Er is geen ervaring en er is geen schat. Dat inzicht is nou juist de schat, omdat het gehechtheid en aversie met wortel en tak uitroeit. En dat is nibbana, of "sunyata-sunyata", de brandstof die de vuren van het lijden voedt (de illusie van svabhava, of zelfbestaan) verdwijnt. Er is nooit een substantile realiteit geweest en er is nooit een substantieel zelf geweest. Het hele idee van "bereiken" of "een schat vinden" is helemaal niet congruent met leegte. Boeddhisten zijn dan ook helemaal niet op zoek naar euforie of geluk maar naar vrede, gelijkmoedigheid, rust, het einde van lijden. Ik associeer nibbana dan ook eerder met wat de Griekse filosofen
ataraxia noemden dan met het "koningrijk van God" (Hoogcarspel maakt die vergelijking ook wel vaker in zijn columns), alhoewel er natuurlijk ook verschillen zijn.
Kahn maakt een soortgelijke opmerking: "When one is no longer ruled by the attraction and aversion that accompanies the reification of phenomena, equanimity is finally possible". Ik snap Garfield's vergelijking daarom ook niet helemaal, nirvana is niet de "hemel" ten opzichte van de "hel" van samsara. Beiden zijn leeg, bestaan slechts conventioneel. Heel mooi wel, de slotopmerking die hij maakt over dat nibbana niet bereikt wordt door entiteiten. Entiteiten, personen, hun handelingen, hun overwinningen en hun nederlagen, de schatten die ze hebben gevonden of niet gevonden, bestaan immers enkel in samsara. Voor het nibbana en de Boeddha geldt hetzelfde. Er is nooit iets geweest, wat dan ook, wat je bereikt hebt, of niet bereikt hebt, of beiden, of geen van beiden.
quote:
18.2 Als het ik niet bestaat, hoe zou er dan nog iets van mij kunnen zijn?
Iemand is zelfloos en bezitloos omdat zijn ik en egosme zijn opgehouden.
18.3 Niettemin, iemand die bezitloos en zelfloos is bestaat niet.
Wie iemand ziet die bezitloos en zelfloos is, die ziet het niet goed.
[Hoogcarspel]
[ Bericht 0% gewijzigd door VseslavBotkin op 11-08-2024 04:02:20 ]