Etapa 20: Moralzarzal - Puerto de Navacerrada, 181 kmNou, dat was inderdaad een floprit. Misschien nog wel erger dan gedacht. Geen rit voor de vluchters, nee, het werd een sprint van een uitgedunde groep. Vroeg op de dag reden er drie renners weg en hoewel enkele andere renners in de achtervolging gingen kregen we nooit met meer koplopers te maken. Craddock reed vrij lang in de chasse patate, daar konden we ons dan nog mee vermaken. In het peloton maakte Trek tempo, zij hadden besloten dat het een rit voor Pedersen zou zijn. En de rest van het peloton, nouja, de rest had er blijkbaar vrede mee. Geen aanval gezien onderweg. Op de tweede beklimming van de Piélago probeerde Bahrein het tempo wat de hoogte in te gooien, wat wel effect had. Hoewel we in beeld niemand hebben zien lossen bleef er uiteindelijk maar een groep van 55 renners over. Van die 55 was Pedersen met afstand de snelste, dus was het misschien een optie geweest om nog eens aan te vallen. Gebeurde niet. De koplopers werden ingerekend en de groep reed gezellig samen naar Talavera de la Reina. Kenny Elissonde mocht op het vlakke het peloton mennen, en daar had iedereen vrede mee. In de slotkilometer probeerde Miles Scotson of all Scotsons aan te vallen, maar hij werd weer ingerekend door een mannetje van Trek, waarna Pederson begon te sprinten en uiteraard won de Deen. Zijn derde ritzege. Fredje Wright werd ondertussen tweede, alweer. Daar zal hij van balen, maar na de etappe zal zijn telefoon ook om een andere reden zijn ontploft. Tijdens de rit kwam er een lachwekkend statement naar buiten van Jumbo-Visma en Roglic waarin werd gezegd dat de crash van Roglic de schuld was van Wright en dat het belachelijk is dat bepaalde renners zulk gevaarlijk gedrag vertonen. Krijgt die arme Wright de schuld, terwijl het toch echt aan Roglic zelf lag. Sowieso ironisch dat Jumbo klaagt over een gebrek aan veiligheid en respect, terwijl ze zelf in de Tour nog van alle kanten draaien om hun oren kregen vanwege allerlei gevaarlijke incidenten veroorzaakt door renners van hun eigen ploeg. We willen allemaal meer veiligheid, maar een leugenachtig statement is niet bepaald de oplossing. Zijwieltjes voor Roglic, dan kom je waarschijnlijk al eerder in de buurt van een oplossing. En dan krijgt Jumbo er volgend jaar ook nog Kelderman bij, met afstand de gevaarlijkste ploeg van het peloton. Verwijder dat statement als je dit leest, Plugge. Je vraagt je echt af wat ze hier nu precies mee hebben bereikt, behalve dat ze nog minder populair zijn geworden dan ze al waren en het redelijk onbesmette blazoen van Roglic ook ineens besmeurd is. Ernstig gênant. Past verder wel bij deze Vuelta, alles is de afgelopen weken gênant geweest. Misschien dat de volgende rit deze Vuelta een beetje kan redden. We gaan een rondje fietsen in de Sierra de Guadarrama, waar in het verleden de Vuelta nog wel eens op z'n kop is gezet. We denken uiteraard meteen terug aan de editie van 2015, toen Tom Dumoulin zijn leiderstrui in deze sierra verloor. De laatste bergrit, nog één serieuze rit en daarna gaan we naar Madrid. Hopelijk krijgen we vandaag iets moois te zien, maar reken er vooral niet op.
De laatste echte rit van deze Vuelta gaat van start in Moralzarzal, een plaats en gemeente in de provincie en regio Madrid met ongeveer 13.500 inwoners. De Vuelta ging nog niet eerder van start in Moralzarzal, wat te maken kan hebben met het feit dat hier letterlijk niets te doen is. De Nederlandse Wiki houdt het op één simpele regel, de Engelse Wiki komt met een uiteenzetting over de verschillende buslijnen die Moralzarzal rijk is, het zijn er liefst zeven. Een nachtbus zelfs, je kunt Moralzarzal de hele dag ontvluchten. De Spaanse Wiki is iets uitgebreider maar weet ons eigenlijk ook weinig te vertellen over deze plaats. Mozalzarzal ligt aan de voet van de Sierra de Guadarrama en de naam is blijkbaar samengesteld. De eerste, Moral , komt van zijn oude naam, Fuente del Moral; en de tweede, Zarzal , komt ook van weleer maar heeft zijn karakters intact gehouden. De geschiedenis zegt dat de naam van de stad aanvankelijk Fuente del Moral was, en dat er nog een stedelijke kern aan werd toegevoegd, genaamd Zarzal. Er wordt aangenomen dat in de loop van de tijd, toen de twee kernen samenkwamen, beide namen samensmolten en, door evolutie, de huidige vormden. Ja, waarvan akte, denk ik. Van oudsher moesten ze het hier van de veeteelt hebben, vooral runderen liepen hier rond. Tegenwoordig zijn ze van de primaire sector overgestapt naar de tertiaire sector, terwijl er in de omgeving blijkbaar enkele afgravingen te vinden zijn. Er zit of zat hier graniet in de grond, en dat moet je er natuurlijk meteen uit zien te halen. De lokale feestweek luistert naar de naam De Grote Week van de Sierra, in die week, meestal eind september, zal het hier best gezellig zijn. De rest van het jaar, ja, niet. Een Plaza de Toros met een dak dat open en dicht kan, jemig, dat is me wat. Kun je er ook concerten houden als het slecht weer was, in plaats van alleen maar stieren pesten.
Toevallig, of niet, gaan de renners van start voor de Plaza de Toros. Tijdens de neutralisatie rijden de renners een stukje naar het zuiden, waarna de rit officieel van start zal gaan ter hoogte van Collado Villalba, waar Samuel Sanchez in de Vuelta van 2007 een keer een tijdrit won. In de eerste tien kilometer van deze etappe rijden we door stedelijk gebied naar het dorp Guadarrama, dat zijn naam te danken heeft aan de Sierra de Guadarrama, of andersom, wie zal het zeggen. In die eerste 10 kilometer komen de renners een stuk of 10 rotondes tegen, terwijl ze in principe over brede wegen fietsen. Het is ook nog vrij vlak, al komen we wel een paar meter hoger uit. Tussendoor fietst men ook een keer dwars door Alpedrete, waar nog wat andere bochten liggen en waar het ook wat smaller is. Vervolgens komen we uit in Las Cabuelas, het Spaanse antwoord op de vinexwijk. Van dit dorp gaat het relatief rechtdoor naar Guadarrama, waar we rechtsaf slaan en over een weg met een aantal rotondes naar de volgende bocht naar rechts fietsen. Het gaat hierna vier kilometer volledig rechtdoor tot in Collado Mediano, de brede weg loopt vrij minimaal vals plat omhoog. We slaan bij een rotonde linksaf en daarna krijgen we voor het eerst vandaag met wat klimwerk te maken. Via Los Molinos fietst men naar Cercedilla en in dit stuk van acht kilometer komen we 200 meter hoger uit. Dat klinkt niet heel boeiend, maar tussendoor komen we toch maar mooi twee korte klimmetjes tegen die wel de moeite zijn. Twee keer een kilometer aan 5%, omgeven door wat vals plat en een klein stukje in dalende lijn. Grotendeels door de bebouwde kom, waar flink wat bochten en rotondes liggen, deels ook al door de ruwe natuur van de Sierra de Guadarrama. Na 22 kilometer rijden we door een smal tunneltje heen, onder het spoor door in Cercedilla, dé plaats van de Vuelta van 2015. Hier spatte de droom van Tom Dumoulin uiteen. Daags voor we naar Madrid gingen werd Dumoulin in de Sierra de Guadarrama naar de slachtbank gereden door Astana. Na een aantal beklimmingen die vandaag terug gaan komen volgde de aankomst in Cercedilla, waar Ruben Plaza won vanuit de vlucht. Aru werd die dag slechts 24e, maar omdat Dumoulin 35e werd en een kleine vier minuten verloor ging de eindzege toch naar de Italiaan. Dumoulin viel helemaal terug naar de zesde plaats, dat was me de etappe wel zeg. Een lullige ontknoping voor het vlaggetje, objectief gezien natuurlijk een topshow. Hoe je het ook wendt of keert, hier werd wielergeschiedenis geschreven.
Na flink wat bochten in Cercedilla beginnen we buiten de stad aan de eerste klim van de dag, een klim die altijd onderdeel uitmaakt van iedere rit in de Sierra de Guadarrama. We gaan beginnen aan de Puerto de Navacerrada, de klim naar het skigebied van Navacerrada. Zit eigenlijk altijd twee keer in iedere rit die we in dit gebied verrijden, zo ook dit jaar. Van de andere kant heet ie evenwel de Puerto de Cotos, dat zal over een kilometer of 150 de laatste klim van de dag en van deze Vuelta zijn. Vanuit Cercedilla is de Puerto de Navacerrada 10,3 kilometer lang, gemiddeld gaat het aan 6,8% omhoog. We beginnen met een drietal makkelijke kilometers aan 4 à 5%, voor we in de buurt van het dorp Navacerrada linksaf slaan en beginnen aan het interessante gedeelte van de klim. Dit gedeelte kennen we van vorige edities, in 2019 reden we hier nog omhoog en in 2015 ook. We reden toen wel van een andere kant naar het dorp Navacerrada toe, dus deze klim is toch nog een beetje anders. De laatste zeven kilometer zijn wel gelijk aan het verleden, zeven lastige kilometers. We beginnen met twee kilometer aan 7%, waarna er na een kilometer aan 7,5% zelfs eentje aan 9% volgt. Het is een vrij pittige klim om de dag mee te beginnen, hier zal ongetwijfeld een leuke strijd gevoerd worden om de vlucht van de dag te halen. Of Movistar pleegt hier alvast een coup, haha, nee joh, ben je mal. In de volgende kilometer loopt de gigantisch brede weg aan 8% omhoog, waarna we richting de top twee kilometer aan 7% afwerken. Na 34 kilometer koers komen we boven op de Puerto de Navacerrada, in het skistation van Navacerrada. In dit populaire skigebied verlaten we tijdelijk de Comunidad de Madrid en rijden we Castilla y Leon binnen. We komen later nog terug in het skigebied, dan gaan we hier zelfs finishen.
Voorbij de top van deze klim van eerste categorie rijden we rechtdoor. In het verleden sloegen we wel eens rechtsaf, om de Puerto de Cotos af te dalen op weg naar de Morcuera. Naar die klim fietsen we nu nog steeds toe, alleen dan met een gigantische omweg. We slaan niet rechtsaf, maar rijden rechtdoor en beginnen aan een afdaling van grofweg tien kilometer. Zes kilometer gaat het serieus naar beneden, de weg is breed maar we komen wel de nodige bochten tegen. Ook een haarspeldbochtrijke fase, in die contreien gaat het aan 8% naar beneden. Dankzij die brede weg zou deze afdaling goed te doen moeten zijn, ook al is het asfalt niet overal even geweldig. Na zes kilometer dalen tegen serieuze percentages loopt de weg wat meer rechtdoor vier kilometer verder vals plat omlaag richting La Pradera de Navalhorno. Wel een aardige omgeving hier, we fietsen onder meer langs La Boca del Asno en daar kun je prima een rondje wandelen door de natuur. Al kun je hier ook een prima rondje fietsen, maar om dat te doen fietsen de renners nu eigenlijk precies de verkeerde kant op. We verlaten de Sierra de Guadarrama en rijden de komende kilometers langs deze sierra af, waardoor het een bijzonder lange tijd ontzettend vlak gaat zijn. Voorbij La Pradera de Navalhorno loopt de weg nog eens vijf kilometer heel lichtjes verder omlaag tot in Real Sitio de San Ildefonso, een plaats die werd aangelegd rond het 18e-eeuwse Spaanse koninklijke paleis La Granja de San Ildefonso. Het paleis in barok-stijl werd gemodelleerd naar het paleis van Versailles. La Granja is een populaire toeristenattractie. Het huisvest onder meer een recent geopend museum waar de omvangrijke koninklijke collectie van Vlaamse en Nederlandse wandtapijten getoond wordt. Zo! De uitgestrekte formele tuinen die het paleis omringen omvatten een gebied van 600 hectare, en bevatten 26 fonteinen met sculpturen die verschillende scènes uit de Griekse en Romeinse mythologie voorstellen. De fonteinen worden gevoed door een kunstmatig meer op het hoogste punt van de tuinen. Doe maar duur. Het paleis werd ooit gebouwd in opdracht van Filips V en komt verder niet in beeld, want de renners rijden eerst door een bos en komen vervolgens in het dorp op een bochtige weg terecht, een eindje bij het kasteel vandaan. Lastige, technische passage in Real Sitio de San Ildefonso, maar gelukkig gaat het buiten het dorp eigenlijk doodleuk 10 kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg. Tien kilometer rechtdoor in het grote niets, in een volledig kale omgeving, weg van de sierra. Ergens in de verte ligt Segovia, de stad van Pedro Delgado. We zwaaien naar Perico en kijken nu even naar La Granja de San Ildefonso.
Tijdens deze lange tocht rechtdoor fietsen we langs Trescasas, waar merkwaardig genoeg meer dan drie huizen staan. Even verderop komen we uit in Torrecaballeros, waar we bij een rotonde naar rechts gaan. Vervolgens bereiken we een brede weg die we de komende 18 kilometer gaan volgen. Het gaat in deze 18 kilometer bijna continu rechtdoor, terwijl de omgeving leger dan leeg is. Een weinig inspirerend tussenstuk, aanvallen op de eerste klim van de dag wordt niet echt aangemoedigd op deze manier. Helemaal vlak is het hier niet, we overwinnen in die stuk wel een stuk of 200 hoogtemeters, maar dat heeft dan meer te maken met wat kilometers aan vals plat werk en een keer een kilometer aan 4% tussendoor. Onderweg passeren we wel een paar dorpjes, zoals Collado Hermoso bijvoorbeeld. Dat noemen ze dan hermoso, mooi, maar dat valt reuze mee kan ik je vertellen. Een fiks aantal onbeduidende kilometers later komt het peloton uit in de buurt van Navafría, waar de rit opnieuw gaat beginnen. We slaan rechtsaf, verlaten de grote weg en rijden naar het dorpje Navafría toe, waar na 83 kilometer de volgende klim van de dag begint. De Puerto de Navafría staat op het programma, een klim van 10 kilometer aan 5,5%. Een oude bekende, in de Vuelta van 2012 zat deze klim bijvoorbeeld in het parcours. Toen reden we over de Navafría via de Canencia en de Morcuera naar de Puerto de Cotos, hey, dat doen we toevallig vandaag ook. Na 10 jaar een exacte kopie, vinden we dat kunnen? Geen exacte kopie overigens, toen reden we na de Puerto de Cotos omlaag om vervolgens van de andere kant aan de Navacerrada te beginnen en te eindigen op Bola del Mundo, een klim die men inmiddels weer vergeten lijkt te zijn. Het verlengstuk van de Navacerrada, een paar steile kilometers vol
hormigón. Enfin, eerst de Navafría dus. Tien jaar na dato zullen de renners 'm wel vergeten zijn. In het dorp Navafría wordt de weg wat smaller, ook liggen hier wat bochten. De klim begint in de straten van het dorp, maar op een niet zo'n spannende manier. In de eerste drie kilometer gaat het aan 4,5% omhoog, dat zal niet voor veel beroering zorgen. Buiten het dorp komen de renners op een bredere weg terecht, die ze rechtdoor terug naar brengen naar de Sierra de Guadarrama. Na de makkelijke aanvangsfase volgt er een kilometer aan 6%, met daarna liefst vier kilometer aan 5%. Buitengewoon ingewikkeld is het nog niet, maar in het donkere en bochtige bos wordt deze puerto toch nog de moeite waard, in de laatste drie kilometer richting de top gaat het aan 7% omhoog. Daar mag Joao Almeida weer aan een nutteloze solo beginnen, gewoon, voor de lol. Na 93 kilometer bereiken we de top van deze klim van tweede categorie, voorbij een paar haarspeldbochten verlaten we Castilië en León weer en bevinden we ons opnieuw in de Madrileense gemeenschap.
Na de klim dalen we 11 kilometer af richting Lozoya. Deze afdaling is de moeite waard. Het is behoorlijk bochtig en de weg lijkt aan de Madrileense kant van de berg net een slag smaller te zijn. Het gaat niet continu steil omlaag, maar deze kant van de berg is wel lastiger. Er zit een kilometer aan 8% tussen met pieken boven de 10%, daar gaan in combinatie met een aantal bochten de remmen flink worden getest. Al dalend door een gezellig bos komen we toch een aantal scherpe bochten tegen, een aantal haarspeldbochten ook. Die kondigen zich niet altijd netjes aan, al bij al is deze afdaling de moeite waard. Het is wel vooral in de eerste kilometers lastig, aan het eind van de afdaling gaat het wat meer rechtdoor verder richting Lozoya, een dorp gelegen aan het Embalse de Pinilla. In dit dorp komen we als uitsmijter een laatste haarspeldbocht tegen, en even verderop nog een paar snelle bochtjes. Paar drempels erbij, hartstikke gezellig. Buiten Lozoya fietsen we langs het stuwmeer, in licht dalende lijn. Voorbij het stuwmeer gaat het vijf kilometer volledig rechtdoor, over een brede weg die onmerkbaar een paar meter naar beneden sluipt. Dit is het stuk in de vallei waar je eventeel een putsch zou kunnen plegen, gelijkend aan 2015. Hoewel ik niet denk dat er op de Navafría veel gaat gebeuren kun je hier voor de zekerheid toch maar beter een mannetje vooruit hebben, je weet maar nooit. Na die vijf kilometer rechtdoor slaan we rechtsaf en beginnen we aan het volgende deel van de vallei, richting de voet van de volgende klim loopt de weg alvast een kilometer of zes vals plat omhoog. We fietsen nog steeds redelijk rechtdoor over een brede weg, op weg naar het dorpje Canencia. Heel langzaam, heel licht vals plat omhoog. Tot het dorp, maar ook nog eventjes voorbij het dorp. In Canencia komen we wat bochtjes en drempeltjes tegen, daarna fietsen we buiten het dorp een haarspeldbocht tegemoet. Ergens rond deze haarspeldbocht begint de volgende klim van de dag, de Puerto de Canencia. Deze beklimming van de tweede categorie is 7,5 kilometer lang, gemiddeld gaat het aan 5% omhoog. In totaal gaat het 15 kilometer aan 3,5% omhoog, maar de organisatie vindt al die kilometers in het begin aan 2 à 3% niet zo belangrijk. Het tweede deel van de klim, dan worden ze pas wakker. De Canencia is verrassend onregelmatig, eerlijk gezegd. Na het vals platte werk gaat het een kilometer aan 5% omhoog, maar daarna volgt er een kilometer aan 1,5%. De brede weg brengt ons naar een bos en na een kilometer aan 4% gaat het in het bos aan 6% omhoog, voor er richting de top zelfs een kilometer aan 8% volgt. Stroken boven de 10%, ik verwacht dat iedereen hier in de aanval gaat. Totaal slagveld, dat kan niet missen. Lekker bochtig weggetje in het gezellige bos, paar haarspeldbochten enzo, je kent het wel. Best een mooie klim, hij eindigt met een kilometer aan 6% en daarna sluiten we af aan 5% voor we na 128 kilometer de top bereiken.
De onregelmatige Puerto de Canencia biedt de renners misschien wat mogelijkheden om aan te vallen, mocht dat niet zo zijn dan kan er in de afdaling altijd nog wat gebeuren. In totaal gaat het 7,5 kilometer omlaag richting Miraflores de la Sierra, waar direct de voet van de volgende klim ligt. In het begin van deze afdaling gaat het drie kilometer steil omlaag, in het begin van het begin komen we een paar venijnige bochten tegen, maar daarna loopt het steeds meer rechtdoor. Hoewel het qua percentages serieus omlaag gaat is het daardoor toch niet de lastigste afdaling ooit. Halverwege komen we een vlakkere kilometer tegen, waarna het nog eens drie kilometer verder omlaag gaat naar Miraflores. De lastigste bochten van dit tweede deel van de afdaling komen we helemaal beneden tegen, in het dorp. Een scherpe naar links en bijna direct daarna een nog scherpere naar rechts, waarna de volgende klim begint. Na een relatief eenvoudige afdaling beginnen we direct aan de Puerto de la Morcuera, een bekende klim. Vaak doen we deze klim van beide kanten, nu alleen van de lastige kant. Vanuit Miraflores de la Sierra loopt de weg net iets minder dan tien kilometer aan 6,9% omhoog. Beginnen doen we na de lastige bochten in Miraflores met twee kilomter aan 5%. Daarna volgt er een kilometer aan 7%, eentje aan 6% en dan gaat het weer aan 7% omhoog. Hierna volgt er een kilometer aan 8%, we bereiken nu zo ongeveer het terrein waar Tom Dumoulin na een aanval van Fabio Aru in 2015 kopje onder ging. Vooral de kilometer aan 9% die nu volgt, met pieken tot 12%, zal de zaak toen geen goed hebben gedaan. De vorige keer dat we over de Morcuera reden, in 2019, zagen we vooral Tadej Pogacar spartelen. Daar hadden we toen nog niet echt een gedachte bij, logisch gezien de leeftijd, achteraf gezien wel weer een extra teken dat je in de Sierra de Guadarrama echt wel wat schade kunt aanrichten. Na de steile kilometer volgt er een wat makkelijkere kilometer aan 6,5%, waarna het richting de top aan 7,5% omhoog zal gaan, met in de laatste meters zelfs een strook tot 8%. Na 144 kilometer, op iets minder dan 40 kilometer van de finish, komen we boven op de Puerto de la Morcuera. Er liggen bergpunten op de top, en bonificaties. De altijd nutteloze bonussprint, hopelijk toch een reden voor de renners om er vroeg aan te beginnen. Het verleden heeft aangetoond dat het kan. Op de top heb je maar een kleine voorsprong nodig om in de kilometers daarna een hoop schade aan te richten.
In de Vuelta van 2019 ging de ritzege naar een van de vroege vluchters. Het was Sergio Higuita, net als Pogacar debuterend in een grote ronde, die vooral in de afdaling van de Morcuera het verschil wist te maken. Krijg je bergop niet genoeg actie te zien, dan kan het ook nog bergaf gebeuren. In aanloop naar de slotklim van deze Vuelta gaan we eerst dalen richting Rascafría. De afdaling van de Morcuera is langs deze kant elf kilometer lang. We weten dat dit de minder lastige kant is, maar het is alsnog een redelijk pittige afdaling. Een afdaling waar Tom Dumoulin in 2015 bijna wist terug te keren, maar dat lukte uiteindelijk net niet. Het eerste deel van de afdaling is simpel, we rijden rechtdoor over de kale flanken van de berg. Het gaat ook nog niet enorm steil naar beneden, dat komt later pas. Aan het eind van het kale en vrij rechte stuk duiken we het bos in, waar het vijf kilometer op een serieuzere manier naar beneden gaat. Hogere percentages, meer bochten. De weg is hier wat smaller, dat maakt de afdaling nog een klein beetje lastiger. Als het lastige tussenstuk achter de rug is gaat het weer wat meer rechtdoor verder richting Rascafría, het is ook weer wat minder steil. Voor we dit dorp bereiken is het twee kilometer zo goed als vlak, daarna volgt er een bochtige en technische passage over de steentjes in het dorp. Zodra we het centrum verlaten en weer op het asfalt terechtkomen is het tijd voor de tussensprint van de dag, na 159 kilometer. Iets meer dan 22 kilometer te gaan, er volgt nu een stukje vallei waar je een droom uiteen kunt laten spatten. Zit je op een gat en heeft iemand anders knechten bij, dan worden dit zware kilometers. Voorbij de tussensprint in Rascafríe fietsen we een aantal kilometer behoorlijk rechtdoor, terwijl we langs een klooster fietsen. Het Monasterio de Santa María de El Paular, voor de poorten van dit gebouw vond in 2019 de tussensprint plaats. Aan de overkant vinden we een Fins bos en de Presillas de Rascafríe. Een natuurgebied vol beekjes en stroompjes en watervalletjes, de lokale bewoners komen hier graag. In de buurt van het klooster ligt ook nog een oud bruggetje, zodoende kun je hier met een beetje fantasie best een aardig plaatje schieten.
Buiten Rascafría is het een kilometer of twee zo goed als vlak, dit is het terrein waar je niet alleen wil zijn zoals Tom in 2015. Dat heeft voor een groot deel ook te maken met het begin van de slotklim. Als het vlakke werk achter de rug is begint de Puerto de Cotos, daar waar de ploeggenoten van Aru in 2015 Tom op minuten reden. De beklimming van de eerste categorie is in totaal 14 kilometer lang, in deze kilometers gaat het aan 5% omhoog. De organisatie heeft het liever over 10,3 kilometer aan 6,9%, als je de paar kilometers vals plat aan het begin wegdenkt lijkt het meteen een stuk indrukwekkender. Hoewel dit vooral een fout van de organisatie is, dat gemiddelde valt iets te hoog uit. Haal er een procent af en je komt beter in de buurt. De eerste helft van de klim is eigenlijk totaal niet boeiend, maar daardoor kunnen er juist grote verschillen ontstaan. Na een kilometer vals plat gaan we verder met twee kilometer aan 3%, waarna er weer een kilometer aan 2% volgt. Stelt normaal gesproken niets voor, maar het is aan het eind van de Vuelta en aan het eind van de rit wel vervelend werk. Vervolgens gaat het twee kilometer aan 5% omhoog, de Puerto de Cotos begint ergens op te lijken. Al duurt dat feest niet lang, halverwege de klim volgt er nog een kilometer vals plat aan een kleine 3%. Het tweede deel van de klim is wel een stuk lastiger, de laatste zeven kilometer richting de top gaat het continu tussen de 5 à 7% omhoog. Na een kilometer aan 5% volgt er eentje aan 6%, waarna er zelfs eentje volgt aan 7%. Mocht er tot nu toe nog steeds niet gebeurd zijn, dan moet het hier onderhand maar eens gaan gebeuren. In 2019 kraakte Pogacar op deze klim, maar verder bleven de favorieten aardig bij elkaar. Ik heb toch liever dat men wat vroeger al iets probeert te ondernemen, wachten op de Cotos is hoog spel, verloren spel, spelen. In de volgende kilometer gaat het omhoog aan 6%, dan volgt er eentje aan 6,5% en dan komen we vlak voor de top nog een wat lastigere kilometer aan 7% tegen. In de slotkilometer van de klim zal het omhoog gaan aan 6,5%, waarna we na 174 kilometer de top van de klim van eerste categorie bereiken. De organisatie wil ons laten geloven dat er vlak voor de top nog een piek tot 10% is te vinden, om deze rit en vooral deze laatste beklim wat extra glans te geven gaan we gewoon doen alsof dat inderdaad het geval is.
Op de top van de laatste klim van deze Vuelta is het nog exact 6,7 kilometer fietsen tot de finish in het skigebied van Navacerrada. Op de top van de klim verlaten we de regio Madrid weer en fietsen we opnieuw Castilië en León binnen, waar de brede weg toch wel wat bochten kent. Het is tot aan de finish behoorlijk vlak, maar net niet helemaal. Een glooiende weg, met een paar knikjes op en af. Vergeleken met de rest van de etappe is het evenwel gewoon helemaal vlak, dat dan weer wel. Ik weet verder eigenlijk niet zo goed wat ik nog zou moeten vertellen over de laatste meters van de rit. Een brede weg tussen de bomen door met een aantal bochten onderweg, overwegend vlak. Een beetje een merkwaardig einde van de rit, meestal volgt er na de Cotos een afdaling richting een dorpje aan de voet van de Sierra de Guadarrama, zoals Cercedilla in 2015 en Becerril de la Sierra in 2019. Of we gaan verder omhoog, naar Bola del Mundo. Nu niets van dit alles, na de Puerto de Cotos is het zeven kilometer relatief vlak en dan finishen we pardoes op de parkeerplaats van een wintersportoord. Na 181 kilometer is deze Vuelta dan voorbij, al volgt er later natuurlijk nog een compleet nutteloze rit in Madrid. Paar stevige bochten nog in de slotkilometer, waarna de weg wat vals plat omhoog loopt richting de finish. Die volgt op de parkeerplaats van het Estación de Esqui Puerto de Navacerrada, je zou voor minder.
De Puerto de Navacerrada is een bergpas op een hoogte van 1.858 meter, al houdt de organisatie het op 1.856 meter. Op de top van de berg, gelegen in de Sierra de Guadarrama, onderdeel van het Sistema Central, ligt zoals al terloops vermeld een skigebied. Skiresort.nl houdt het op een kilometer of 10 aan piste en vijf liften. Klinkt niet enorm groot, maar volgens Wikipedia is zowel de bergpas als het skigebied erg druk. Er zijn meerdere hotels, appartementen, hostels, restaurants en een skischool. De bergpas is de hoogste in de Sierra de Guadarrama en een van de hoogste in Spanje. Het is een van de drukste van allemaal in de bergen en het vormt de natuurlijke pas tussen de bergen van Siete Picos (in het westen) en de Bola del Mundo (in het oosten). Ja, jongens, Bola del Mundo is dichtbij, ligt hier verdorie letterlijk om de hoek. Een verlengstuk van de Puerto de Navacerrada, we hadden nog 3,3 kilometer aan 12,5% verder omhoog kunnen klimmen over een betonweg naar de wereldbol. Deden we voor het eerst in 2010, toen versloeg Ezequiel Mosquera van het illustere Xacobeo-Galicia hier Vincenzo Nibali. In 2012 keerde de klim terug, toen won Denis Menchov vanuit de vlucht. Een zege die hij cadeau leek te krijgen, in een rit die grotendeels vergelijkbaar was met deze etappe. Al hebben we ditmaal Bola del Mundo geschrapt en volgens mij komt die klim ook niet meer terug. Heeft ook weer met het milieu en natuurbescherming te maken, geloof ik. Enfin, de bergpas waar we nu finishen, die ligt er sinds 1788. Tien jaar hadden ze ervoor nodig om de weg aan te leggen, en ik denk dat ze er in de tussentijd nog wel het een en ander aan hebben gedaan. Om over de bergpas te mogen gaan moest je tol betalen, dat was binnenlopen, want het was een populaire weg tussen Segovia en Madrid. En even verderop ligt ook nog dat kasteel van La Granja, alle hoogwaardigheidsbekleders moesten ook vanuit Madrid over deze berg togen. Tot mijn verbazing lees ik op Wikipedia dat er ineens wordt gesproken over een voormalig skigebied. In maart 2021 kondigde het bedrijf Puerto de Navacerrada de definitieve sluiting van het station aan na de aankondiging door de Autonome Organisatie van Nationale Parken dat het de concessie van het openbare bosland waar drie van zijn start- en landingsbanen zich bevonden niet zou verlengen, met het argument dat de locatie binnen een beschermd gebied van hoge waarde, de gevolgen van klimaatverandering en de hoge toeristendruk die het gebied ondervindt. Een zwaar omstreden besluit door de sociale en politieke sector van beide gemeenschappen, waarin wordt gesteld dat de ecologische impact nihil is en op grond van sociaal-economische redenen. In december 2021 werd door het Hooggerechtshof van Castilla y León eindelijk de continuïteit van het skiën in het Navacerrada-station mogelijk gemaakt. Ah kijk, daar heb je het al. Je mocht hier zelfs niet meer skiën, maar blijkbaar heeft de lokale overheid ingegrepen en is het skigebied - voorlopig - van de ondergang gered. Om dat te vieren komt de Vuelta op bezoek, blijkbaar. Nu alleen nog een terugkeer naar Bola del Mundo, ooit. Vijf keer eerder kwam er een rit aan op Puerto de Navacerrada, voor de volledige geschiedenis van de klim verwijs ik je graag door naar een
artikel van 39x28altimetrias.com, waarin de geschiedenis uitgebreider uit de doeken wordt gedaan dan ik zelf voor elkaar zou krijgen. Van de eerste beklimming in 1941 tot de eerste aankomst in 1982 en de laatste passage in de Vuelta van 2019, alles komt voorbij. Die eerste aankomst, daar zit overigens nog wel een leuke anekdote aan vast. Marino Lejarreta werd tijdens de eerste aankomst bergop op Navacerrada vierde. Maar hij staat nu wel als winnaar in de boeken. De eerste drie van die rit testten allemaal positief tijdens die Vuelta. Pedro Muñoz, Vicente Belda en Angel Arroyo, allemaal een streep erdoor, en dus ging de overwinning naar de vierde van de dag, Lejarreta. Geniaal, vind ik. De laatste aankomst bergop hier dateert van 2008, toen Levi Leipheimer of all bald frauds hier de klimtijdrit won. In 2015 was het dus de laatste klim. Arme, arme, arme Tom. Hieronder volgt overigens een beeld van de finish.
Deze beslissende rit van de Vuelta gaat van start om 12:30. Na een neutralisatie van een kwartier beginnen de renners om 12:45 aan de laatste serieuze opdracht van deze grote ronde die eigenlijk maar heel klein is geweest. De rit wordt integraal uitgezonden door Eurosport 1, hoera. Sporza sluit om 13:30 aan, na het onvermijdelijke nieuws. De aankomst wordt verwacht tussen 17:16 en 17:46. Warme dag wederom, 31 graden in startplaats Moralzarzal. Geen kans op regen en een klein beetje wind uit het zuiden. Wind in de rug in het begin, wat meer tegen in de slotkilometers. Maarja, geen wind om van onder de indruk te zijn. Boven op de berg zal het 24 graden zijn, een stuk aangenamer.
Een afsluitende rit in de Sierra de Guadarrama, dat kan spektakel opleveren. Zagen we vooral in 2015, al was het in 2019 ook niet echt saai hier. Nu gaat het wel saai worden. Ik zie vandaag echt niets gebeuren. Mas zal wel weer ergens een schijnaanval plaatsen, maar met deze percentages gaat Evenepoel niet lossen. Almeida gaat misschien nog een keer in de aanval, maar verder verwacht ik weinig spektakel. Er rijdt een sterke groep weg op de eerste klim naar Navacerrada en die zien we nooit meer terug. De Vuelta afsluiten op een passende manier, zo saai mogelijk. Met 181 kilometer en bijna 4000 hoogtemeters lijkt dit bijna op een fatsoenlijke bergrit, maar bijna is niet helemaal. Boeken toe, nooit meer over praten.
1. Landa. Ik heb gezegd dat het gaat gebeuren, dus dan gaat het niet gebeuren.
2. Pinot. Nee, weer niet.
3. Carapaz. Nog een paar bergpunten sprokkelen, maar geen derde ritwinst.
4. Harper. Wij gunnen het altijd onsympathieke Jumbo-Visma geen nieuwe ritzege meer. Jammer
5. Garcia Pierna. Raul komt uit Tres Cantos, dat is hier zo'n beetje om de hoek. Dat zal hem motiveren om de vlucht te halen en het vanuit de vlucht een stuk beter te doen dan een paar dagen geleden onderweg naar Piornal. Nee, in realiteit natuurlijk niet, maar het doet altijd deugd om er even een Spaanse semi-prof uit te lichten.