Heeft een transgender persoon als Lia Thomas, zwemkampioen in de VS, het recht met de vrouwen mee te doen of is dat ronduit unfair? Het is een van de gevoeligste discussies in de topsport.
Terwijl Lia Thomas dit voorjaar tijdens de nationale kampioenschappen in het Amerikaanse Atlanta geconcentreerd het ene na het andere baantje aflegde, verzamelde zich buiten de zwemhal een groep scanderende actievoerders met borden ‘steun een eerlijke sport voor meisjes en vrouwen’ en ‘zeg nee tegen mannen die meedoen als vrouwen’. De demonstranten waren boos. Woedend zelfs. Lia Thomas, die het ene moment nog met de mannen meedeed, het nu op laten nemen tegen vrouwen? ‘Belachelijk’ en ‘hartstikke oneerlijk’.
In Engeland klonken vergelijkbare geluiden toen wielerprof Emily Bridges na haar transitie van de mannen- naar de vrouwencompetitie wilde. Gedoe was er ook over de deelname van de Nieuw-Zeelandse gewichtheffer/transvrouw Laurel Hubbard aan de Olympische Spelen in Tokio, vorig jaar. Die had volgens critici nooit met de vrouwen mogen meedoen. Zelfde verhaal met de Canadese wielerkampioen Rachel McKinnon en de Nederlandse transvrouw Natalie van Gogh, ook wielrenner.
En dan komen er wat halve gare "experts" aan het woord

Dat het IOC van het oude standpunt afstapte: logisch, vindt jurist Annelies D’Espallier, de Vlaamse ombudsvrouw voor genderzaken. ,,Het IOC moest met de tijd mee. Steeds meer mensen voelen zich niet thuis in de categorieën m/v. Steeds meer transgender personen staan in de spotlights. En er zullen steeds meer sporters een rechtszaak aanspannen als ze worden buitengesloten.’’
Maar wat weegt zwaarder, de noodzaak niemand uit te sluiten of een eerlijke competitie? Jurist D’Espallier noemt het ‘een bijna onoplosbare knoop’. ,,Voor internationale competities moeten er, denk ik, drie zaken worden afgewogen. Inclusie, eerlijkheid én veiligheid. Welke je het zwaarst laat wegen, hangt af van de sport. Zo heeft de rugbybond er dus voor gekozen veiligheid de hoogste prioriteit te geven. Omdat transvrouwen mogelijk krachtiger en groter zijn, kunnen ze andere vrouwen in gevaar brengen, is de redenering. Een redenering waarvan ik me wel afvraag of die bij de rechter standhoudt. Vormen alle transvrouwen een risico voor anderen?’’
Voor filosoof Nathanja van den Heuvel (Vrije Universiteit Amsterdam) is het duidelijk: inclusie is het belangrijkst. ,,Sporters uitsluiten op basis van heel beperkte definities van mannen en vrouwen: niet meer van deze tijd. Bovendien: geldt het recht om mee te doen alleen voor een grote meerderheid die wel in die hokjes past en niet voor een kleine minderheid als transvrouwen? Recht is pas recht als het voor iedereen geldt.’’
En, ja, dan winnen transvrouwen af en toe, maar wat dan nog? Van den Heuvel: ,,Om te winnen is er zoveel meer nodig dan fysieke kracht. En eerlijkheid? Sport is nooit helemaal eerlijk. De een had in zijn jeugd betere trainingsfaciliteiten, de ander heeft in basketbal extra voordeel omdat hij lang is, of bij zwemmen omdat hij grote voeten heeft.’
Wat Elling bespeurt: het loslaten van die algemene IOC-regel leidt op dit moment tot méér in plaats van minder uitsluiting. Zo kondigde de internationale zwembond FINA recent aan dat alleen jongens die vóór hun twaalfde verjaardag in transitie gaan bij de vrouwen mee mogen doen. ,,Dat betekent dat je bijna alle transgender personen weert want de meesten nemen zo’n ingrijpend besluit pas op latere leeftijd.’’ Het FINA-idee voor een extra ‘open categorie’ die niemand uitsluit, stuit op felle kritiek van Van den Heuvel. ,,Voor mij riekt zo’n nieuwe categorie naar een ‘freakshow’, iets wat lijkt op die 19de eeuwse wereldexpo’s waar exotische mensen werden tentoongesteld.’’
Het advies van ombudsvrouw D’Espallier aan de Vlaamse sportbonden? Maak een knip tussen amateur- en profsport. ,,Mijn stelling is dat de amateursport zo inclusief mogelijk moet zijn. Daar moet de nadruk liggen op samen sporten, samen gezond blijven.’’ Onderscheid tussen profs en niet-profs? Hoogleraar Olfers (sport en recht) is er tegen. ,,Je gaat dan totaal voorbij aan het feit dat het bij amateurs net zo goed om winnen gaat. Denk je niet dat het tot stennis zal leiden als een eerste amateurelftal aantreedt met transvrouwen? En wat als er transvrouwen van amateurniveau naar de topsport doorstromen?’’
Maar ook de topsport zal volgens D’Espallier beetje bij beetje inclusiever worden. ,,In sommige sporten zullen transgenderregels niet meer nodig zijn, omdat iedereen het in dezelfde competitie tegen elkaar opneemt. Dat geldt al voor de ruitersport en kan op korte termijn ook voor de ultraloop gelden. Daar gaat het immers meer om uithouding dan om kracht.’’
Bij individuele sporten waar kracht wel doorslaggevend is, kunnen volgens ombudsvrouw D’Espallier in de toekomst wellicht ‘correcties’ of ‘handicaps’ komen om iedereen samen te laten sporten. Ook Van den Heuvel pleit ervoor mannen en vrouwen meer samen te laten optrekken. ,,Maar ik denk dat we dan wel creatief moeten zijn. Zo zou je − en ik zeg het een beetje schertsend − vrouwen bij wielrennen wel doping kunnen laten nemen en mannen niet.’’
Maar eigenlijk wil Van den Heuvel nog verder gaan en de filosofische vraag opwerpen of de topsport niet radicaal anders moet. ,,Alle commotie rond de deelname van transgender personen ontstaat omdat we buitensporig aan winnen en verliezen hechten. Misschien is het veel te idealistisch, maar ik hoop dat we dat ooit eens zullen keren. Dat we andere dingen belangrijker gaan vinden, zoals gelijke rechten.’’
Bron:
https://www.ad.nl/nieuws/(...)veiligheid~a3f403c0/d'Espallier heeft haar pilletjes nog niet ingenomen zeker?