abonnement Unibet Coolblue
  Moderator donderdag 7 juli 2022 @ 04:17:35 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205263048
Etappe 6: Binche - Longwy, 219,9 km

Ja, probeer zo'n rit maar eens samen te vatten. Het was een kasseienrit, en dat was het. In het begin van de rit ging Taco van der Hoorn meteen in de aanval, dat was alvast heel voorspelbaar. Cort ging met hem mee, dat begint nu wel heel erg uit de hand te lopen. Ik had verwacht dat het vrij lang zou duren voor de vlucht vertrokken was, maar niets bleek minder waar. Er reden nog een paar renners naar voren en toen keken we naar een kopgroep van zes. Ik sluit niet uit dat heel wat renners spijt hebben van hun gebrek aan initiatief in het begin van de rit, al is achteraf natuurlijk altijd mooi wonen. De zes koplopers kregen nooit een gigantisch grote voorsprong, maar als je over kasseien moet rijden is praktisch iedere voorsprong groot. In aanloop naar de eerste strook bedroeg de voorsprong ongeveer drie minuten, wat niet enorm veel is, maar het kan genoeg zijn. In aanloop naar de eerste strook viel de nervositeit me eigenlijk nog mee, al ontstond er wel blinde paniek toen Wout van Aert op z'n bek ging. Die was er niet helemaal bij gisteren, want even later reed hij ook nog bijna tegen de auto van Team DSM aan. Bijna BDSM. Het liep gelukkig allemaal goed af, maar mede daardoor liep de voorsprong van de koplopers wel op. De eerste strook was niet heel spannend, al zagen we wel meteen wat Pogacar van plan was. Hij zette zichzelf pontificaal op kop van het peloton, eventjes aan iedereen showen dat hij alles onder controle had en zeker geen tijd zou verliezen. Bettiol reed ook lekker op kop in het peloton, terwijl hij met Powless en Cort twee ploeggenoten in de kopgroep had zitten, leg maar uit. Sowieso, leg maar uit wat er daarna allemaal is gebeurd. Vanaf strook 10 ging het los in het peloton en gebeurde er zoveel dat ik een uur lang kan blijven schrijven. Een lekke band voor Ben O'Connor, een eerste aanval van Asgreen. Van der Poel die reageerde op die aanval, maar vijf minuten later al besloot om de boel te laten lopen. Lekke banden, nog meer valpartijen, ga maar door. Al vonden de meeste valpartijen plaats buiten de stroken om. Van Aert viel op het asfalt, en de grote valpartij waar Ewan, Roglic en Haig bij betrokken waren vond ook op een normale weg plaats. Een weg die men nog wat veiliger had willen maken door enkele hooibalen toe te voegen, maar de motor raakte zo'n hooibaal aan, die kwam op de weg terecht, daar reden de renners tegenaan en toen ging het mis. Roglic was tot dat moment goed bezig, maar ineens lag hij daar op de grond, met z'n schouder uit de kom. Die gooide hij zelf weer in de kom en toen kon hij door, maar lag hij wel meteen al een minuut achter. Haig kon niet meer verder, zijn Tours stoppen doorgaans na vier à vijf dagen.

Voordien hadden we wellicht het absolute hoogtepunt van de etappe al gezien: het wisselmoment van de Jumbo's. De kleine Vingegaard op de grote fiets van Van Hooydonck, afstappen, rennen naar de overkant, drie andere ploeggenoten die ineens in beeld verschijnen en het ook allemaal niet meer weten, een nieuwe fiets erbij, en dan toch maar weer vertrekken. Paniek, chaos, eigenlijk alles wat je wel verwacht tijdens een kasseienrit. Vooral ook dat er wordt gevallen buiten zo'n strook om, typisch. Het veiligheidstokpaardje gaat daarom ook maar matig op. Je maakt een peloton extra nerveus door kasseien toe te voegen aan een rit, dat wel, maar ach, ze krijgen het zo vaak voor elkaar om te vallen op rechte en brede wegen, veiligheid of onveiligheid zit 'm niet in een paar kasseistroken. Een terechter punt is dat het wel een enorme loterij is. O'Connor zijn we kwijt dankzij een lekke band, Vingegaard reed op achterstand door een lekke band, Roglic raken we bijna kwijt door een valpartij, Haig helemaal, ga zo maar door. De enige klassementsrenner die geen pech kende was - uiteraard - Tadej Pogacar. Op iedere strook bij de eerste vijf, vaak zelfs nog even versnellen en wegrijden van de rest, die teringlijer kan dit dus ook al. Echt geen reet meer aan, als je in alles de beste bent gaan we de komende jaren getuige zijn van een dominantie die z'n weerga niet kent. Het was echt schitterend geweest als hij uit pure ellende van z'n fiets was gestuiterd, dan hadden we een aanknopingspunt gehad, maar nee, alle hoop is inmiddels vervlogen. Op een van de latere stroken versnelde Jasper Stuyven en alleen Pogacar kon mee, het was weer verbijsterend allemaal. Ondertussen hadden de koplopers nog steeds wel een fraaie voorsprong. Tijd terugnemen is in Parijs-Roubaix altijd lastig en ook in een kasseienrit. Op de stroken zelf ligt het tempo hoog, maar na de stroken valt het vaak stil en duurt het altijd weer even voor er iets van organisatie is gevonden, dat komt de koplopers altijd goed uit. Veel meer dan een minuut was er na een tijd niet meer over, maar probeer maar eens een minuut dicht te rijden. Stuyven en Pogacar kwamen bijna op een halve minuut, in een normale rit zou je dan verwachten dat ze dat laatste gat ook dichten. Niet in een kasseienrit, dan blijf je met twee tegen vijf doodleuk hangen. In de laatste kilometers verloren ze zelfs serieus wat van hun pluimen, het zijn ongebruikelijke etappes.

Roglic lag op z'n bek, moest zijn schouder weer in de kom zien te krijgen en verloor meteen veel tijd. Hij werd ingehaald door Vingegaard, die eerst juist de sjaak leek te zijn. Beide heren hadden voor de rit toch gedacht, op z'n minst gehoopt, tijd te kunnen pakken op Pogacar, maar het werd een ander verhaal. Ze waren allemaal op achtervolgen aangewezen en dat pakte in het geval van Vingegaard nog verrassend goed uit. Van Aert moest wat bijkomen na zijn eerdere incidenten, maar kreeg richting het eind van de rit de smaak te pakken. Samen met de andere knechten van Jumbo gaf hij flink gas en in de laatste kilometers werd een gat van een minuut ten opzichte van Pogacar nog bijna helemaal gedicht. Pogacar pakte uiteindelijk 'slechts' 13 seconden ten opzichte van Vingegaard, dat valt mee. Maarja, het idee van de organisatie en het idee van Jumbo was toch wel dat dit de ideale rit was om tijd te pakken op Pogacar. Die had immers een matige ploeg voor dit werk en als lichtgewicht zou dit een moeilijke rit voor hem moeten zijn. Niets bleek minder waar. Zijn ploeg was inderdaad ruk, maar Pogacar heeft geen ploeg nodig. Hij heeft alles zelf geregeld, en met een beetje hulp van Bettiol en Stuyven. Hij kwam geen moment in de problemen, had altijd de controle. Het zag er weer allemaal zo makkelijk uit, wat natuurlijk ontzettend knap is, maar ik werd er toch vooral een beetje droevig van. Er is geen zwakke plek, boeken toe. Deel die gele trui maar vast uit, we kunnen stoppen met kijken. Draaien we de rest van de Tour de slotkilometer op repeat. In de laatste kilometers werd het duidelijk dat de koplopers het zouden gaan redden. EF zat nog steeds met twee, maar Cort moest lossen op de laatste strook, dankzij het beukwerk van zijn ploeggenoot Powless. Al hielp het ook niet mee dat Cort al meerdere dagen op kop had gereden, maar toch niet direct de beste zet van Powless. Met z'n vieren reden ze naar de slotkilometer, verrassend genoeg zagen we geen aanvallen. Tot Powless in de slotkilometer zelf ten strijde trok. Clarke en Van der Hoorn reageerden niet en lieten het over aan Boasson Hagen, die in eerste instantie ook niets deed. Je zou zeggen dat Boasson Hagen ervaring genoeg heeft, maar hij liet zich toch uit de tent lokken en zette de achtervolging in. Omdat Powless volledig stilviel kwam alles ineens weer bij elkaar, waarna Van der Hoorn mooi dacht te profiteren. Hij zette zijn kenmerkende oerlelijke sprint in, als een mijnwerker reed hij richting de mijnen van Arenberg. Clarke had alle moeite van de wereld om het wiel te houden, maar Van der Hoorn was te vroeg begonnen en viel richting het eind stil, waarna Clarke hem in de laatste meter wist te passeren. Een Australiaanse overwinning tot en met, Simon Gerrans zag dat het goed was.

Zuur voor Van der Hoorn en Wanty, erg jammer dat Clarke de reeks doorbreekt. Bijna hadden we vijf dagen op rij alleen maar Nederlandse en Belgische zeges gehad. Desalniettemin wel een iconische laatste kilometer, en überhaupt een iconische rit. Er gebeurde zo ontzettend veel, ik vergeet vast de helft. Het jammerlijke is wel dat Pogacar de Tour nu al heeft beslist. Roglic verloor twee minuten, die is eigenlijk gewoon al uitgeschakeld. Vingegaard wist dankzij Van Aert het verschil te beperken, maar dit was een dag dat hij tijd had moeten pakken, zoals hij in Calais ook had moeten proberen om tijd te pakken. Zo zie je maar weer. Het meest verbazingwekkende feit van de rit was dat Mas amper tijd verloor, terwijl er met Thomas, Quintana, Vlasov, Fuglsang, Yates en Gaudu nog een hoop klassementsrenners aanwezig waren in de groep op 13 seconden van Pogacar. Zelfs Guillaume Martin zat in die groep, dat kan helemaal niet. Gaudu ook wel verrassend, maar kunnen rekenen op Küng helpt. Roglic een groot slachtoffer, net als O'Connor, verder verloren we niet enorm veel namen, op Haig na dan. De verschillen bleven nog redelijk beperkt, maar de toon is gezet. Er valt met Pogacar niet te sollen. Hij ging in de aanval op het terrein waarvan men had verwacht dat hij in de verdediging zou worden gedrukt. Een rit om nog een tijdje over na te denken. Het was heftig, intens, vermakelijk, soms teleurstellend, een achtbaan van jewelste. Een rit die misschien ook wel meer sporen heeft nagelaten dan we nu vermoeden. Na deze zware kasseienrit gaan we door met de langste rit van de Tour. Daar gaan de renners niet blij mee zijn, denk ik. Alles zal pijn doen na gisteren, en dan mag je doodleuk 220 kilometer op de fiets gaan zitten. Van Binche naar Longwy, een rit met een explosief einde. Nogal wat klimmetjes in de finale, terwijl de wind onderweg misschien wel een rol zou kunnen spelen. Ondanks het feit dat Pogacar de Tour al heeft beslist gaan we er tegen beter weten in toch maar eens goed voor zitten. Al is het voor het kijkplezier ook wel jammer dat Van der Poel geen benen heeft, die hadden we tijdens zo'n rit goed kunnen gebruiken. Maar goed, er doen nog meer renners mee, en die moeten ons dan maar opnieuw gaan vermaken.




Merkwaardig genoeg gaat deze rit van start in België, in Binche, om precies te zijn. Tijdens de Tour van 2019, die een Grand Départ kende in België, zou de derde rit ook in Binche van start gaan. Toen reden we naar Épernay, alwaar Julian Alaphilippe op de Côte de Mutigny een showtje opvoerde. De rest zag hem pas na de finish terug. Een etappe om nooit meer te vergeten, als hij een Belg was geweest. Het vertrek in 2019 was het debuut van Binche in de Tour en nu zijn we drie jaar later alweer terug, heel bijzonder. Binche is een stad en gemeente in de provincie Henegouwen, waar ongeveer 33.500 mensen wonen. De stad staat om drie dingen bekend: carnaval, stadswallen en Wanty. Laten we beginnen met de stadswallen, die bij de best bewaarde van België horen. De stad was lang geleden een verblijfplaats van de Henegouwse graven en kreeg in 1124 stadsrechten, waarna de stad werd omringd met een verdedigingsmuur. In de 13e en 14e eeuw kwamen de huidige, grotere stadsmuren tot stand. De oude stadsomwalling is 2100 meter lang en en in de tussenliggende eeuwen zijn er liefst 25 torens bewaard gebleven. De muren zijn zes tot tien meter hoog en alles bij elkaar ziet het er behoorlijk indrukwekkend uit. De wallen zijn beschermd als Uitzonderlijk erfgoed van Wallonië, dat lijkt me niet meer dan terecht. Naast de stadsmuren kun je in de stad ook het Belfort van Binche aanschouwen, tot nu toe komen we in praktisch iedere stad een belfort tegen. Er is de Sint-Ursmaruskerk en je kunt de ruïnes van het Paleis van Binche vinden. Daarnaast staat Binche bekend om zijn eeuwenoude carnaval. Vooral de Gilles met hun traditionele kostuums zijn wereldvermaard. Blijkbaar vierde men hier in 1395 al carnaval, heel sick. In principe zie je dat in dit deel van België overal carnaval gevierd wordt, maar Binche zou het epicentrum moeten zijn. In heel Henegouwen lopen er dan Gilles rond, mannen met vaak doodenge maskers. Vooral in Binche zelf, hier krijgen kinderen nachtmerries van. In 2003 plaatste de UNESCO het carnaval van Binche op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid. Ja, ja. Binche is, of was, vooral een industriestad. Stukje steenkool, stukje textielindustrie. Er schijnt zelfs een kantsoort te bestaan die Binche heet, te zien in het kantmuseum van de stad. Dit brengt ons naar het laatste punt van belang: de koers. Waarom zijn we nu weer terug in Binche? Nou, omdat ze in Binche graag het epicentrum van het Waalse wielrennen willen worden. Binche is bekend als de thuishaven van het constructiebedrijf Wanty, sinds jaar en dag sponsor van wat inmiddels Intermarché-Wanty-Gobert heet. De stad investeert op die manier al jaren in de sport, maar dat doen ze ook op een andere manier. Ze hebben hier namelijk hun eigen koers, Binche-Chimay-Binche, ook wel de Mémorial Frank Vandenbroucke genoemd. Deze koers, met wat hellinkjes en kasseien onderweg, werd vorig jaar gewonnen door Danny van Poppel. Hij viel in de slotkilometer op exact dezelfde plek aan als in 2018, toen hij ook al won. Vorig jaar reed Van Poppel voor Intermarché-Wanty en dus bezorgde hij Wanty een bijzonder heuglijke dag. Een thuiszege, mooier wordt het niet. Binche organiseerde in 2018 ook het BK wielrennen, bij die gelegenheid ging Yves Lampaert met de trui lopen. De koers en Binche, dat is kortom een vrij intiem huwelijk. En dan komt Ludwig De Winter hier ook nog eens vandaan! Die kon er geen ene kut van, maar mocht wel jarenlang bij Wanty rijden, omdat ie nou eenmaal uit de stad van de sponsor kwam.




Doodeng hè, die maskers? Binche dus, carnaval en koers. Binche-Chimay-Binche werd ook nog gewonnen door onder meer Arnaud Demare, Reinardt Janse van Rensburg, Elia Viviani en in een verder verleden, toen het nog Binche-Tournai-Binche was, door niemand minder dan God zelf. Frank Vandenbroucke won in zijn eigen gouw, de naam Mémorial Frank Vandenbroucke komt dus niet uit de lucht vallen. Enfin, tijd om aan de langste rit van de Tour te beginnen. We gaan van start in het centrum van Binche, waarna er een niet al te lange neutralisatie volgt. Buiten de stad gaat de rit echt beginnen, met naar ik mag aannemen alle renners van Intermarché-Wanty op de eerste rij. De vorige keer dat we in Binche van start gingen reden we best snel Frankrijk binnen, nu blijven we een kleine 70 kilometer in België. In de eerste vijf kilometer van de rit rijden de renners continu rechtdoor over een brede weg, in licht dalende lijn. Ook in Wallonië heb je boeren, dus ook hier vrij veel akkers. De weg leidt naar Merbes-le-Château, waar we in het centrum de eerste bochten van de rit tegenkomen. Buiten dit dorp komen we uiteindelijk uit bij een rotonde, waar het naar links gaat. Dan volgt er een rechte tocht van liefst 11 kilometer over een gigantisch brede weg. De weg is licht glooiend en we komen tussendoor een rotonde tegen, maar dat is het voorlopig. De coureurs komen uit in Beaumont, waar in het centrum een paar bochten liggen. Buiten Beaumont volgen we nog eens acht kilometer een brede en zo goed als vlakke weg door het Waalse platteland. We fietsen langs Barbençon, waar een kasteel is te vinden, en slaan uiteindelijk rechtsaf een smallere weg in. Een betonweg, zelfs. Via Erpion rijden we een kilometer of acht over wat meer kronkelende wegen naar Cerfontaine, terwijl we het beton vrij snel weer omruilen voor asfalt. Gedurende deze tocht van acht kiloemter fietsen we langs het water, en niet zomaar water. Lacs de l'Eau d'Heure! Jarenlang eindigde hier in de buurt een rit in de vermaarde Baloise Belgium Tour. Ook het Belgisch kampioenschap werd hier ooit verreden, in 2016 om precies te zijn. Philippe Gilbert werd toen in zijn Wallonië kampioen. De BinckBank Tour kwam hier ook eens voorbij, kortom, Lacs de l'Eau d'Heure is een plek die iedere wielerfan moet kennen. Voorbij het meer komen we na 37 kilometer uit in Cerfontaine, maar het draait allemaal om het meer zelf. De renners rijden over de stuwdam van La Plate Taille, dat gaat fraaie plaatjes opleveren hoor. In totaal komen we in deze omgeving vijf kunstmatig aangelegde meren tegen, ontstaan in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De meren met een gezamenlijke oppervlakte van 6,17 km² vormen het grootste watergebied in België. Vijf meren, vijf stuwdammen, waarbij La Plate Taille het grootste meer is. Het water van het kunstmatig meer is vrij helder en vaak staat er wat stroming. Het meer herbergt een groot aantal vissen. Een unieke natuursite om te bewegen en plezier te hebben, zo wordt het aangeprezen. Er is genoeg te doen rond het merencomplex, zoals, uh, ja, fietsen dus.



In Cerfontaine, voorbij de meren van Eau d'Heure, slaan de renners bij een rotonde rechtsaf. Daarna volgen ze 13 kilometer dezelfde weg, tot aan het Lac de Virelles, een begin van de rit vol meertjes. Een bijzonder brede weg, vooral rechtdoor. Het gaat een keer een paar kilometer wat vals plat omhoog, maar dit deel van de rit stelt echt heel erg weinig voor. Iets meer begroeiing hier, lekker veel boompjes. Aan het eind van deze weg slaat men linksaf, daarna komen we in de buurt van het gehucht Lompret terecht in een bochtige afdaling. Duurt maar anderhalve kilometer, het gaat niet steil naar beneden en de weg is breed, maar toch, het is wat anders dan zoveel kilometer rechtdoor. Na dit afdalinkje volgt er een gekke bocht naar rechts, waarna we een iets smallere weg bereiken die een paar kilometer vals plat omhoog zal lopen. Na nog wat bochten wordt het weer ouderwets recht en dan bereiken we even later het dorpje Baileux, waar in de omgeving vooral veel akkers en windmolens te vinden zijn. In het dorpje Baileux zelf komen we een aantal rotondes en bochten tegen, waarna we buiten het dorp liefst 12 kilometer lang dezelfde weg gaan volgen tot aan de grens met Frankrijk. Een klein beetje op en af, een klein beetje bochtig, een klein beetje bossig en het is breed. Meer niet. Oja, Chimay is niet ver van hier, haha, bier. Aan het eind van deze weg bereiken we na 68 kilometer het dorpje L'Escaillère, op de grens. We slaan rechtsaf en rijden dan over de grens, Frankrijk binnen. Na 69 kilometer bevinden de renners zich in Regniowez, het eerste Franse dorpje van de dag. Hier slaan we linksaf een brede weg in die we vijf kilometer volgen, vijf vlakke kilometers. Dan gaat het nog eens naar links en rijden we rechtdoor het dorpje Rocroi binnen. Na een paar bochten en rotondes in Rocroi, een prachtig vestingstadje, rijden we rechtdoor naar Bourg-Fidèle. De weg wordt iets smaller, maar we bevinden ons nog wel op een plateau, dus is het vlak. Voorbij Bourg-Fidèle, waar ook wat bochten liggen, komt daar verandering in. We dalen een kilometer of vier op een niet al te steile manier af, maar de weg is wel vrij bochtig. In een bos, dus onoverzichtelijk. Bijna beneden ligt er een scherpe bocht naar links, waarna de weg bijna meteen omhoog begint te lopen. Het eerste gecategoriseerde klimmetje van de dag gaat beginnen, de Côte des Mazures. Met twee kilometer aan 7,6% is dit zelfs een serieus klimmetje, de eerste van derde categorie tijdens deze Tour. Veel zal er niet gebeuren, maar toch, een klimmetje, hoera. Na 87 kilometer bereiken we de top, waarna we af gaan dalen richting het dorp Les Mazures.




We fietsen door de Franse Ardennen en hier zijn genoeg leuke klimmetjes te vinden. Zoals deze Côte des Mazures dus, een paar stroken aan 10% onderweg. Toch vind ik het jammer dat dit de enige klim is die we voorlopig gaan zien, want in deze regio liggen nog veel meer leuke klimmetjes. De Côte du Malgré-Tout ligt hier letterlijk om de hoek, een klimmetje met drie loodzware kilometers, die tevens perfect te combineren valt met het gebruik van de Roc la Tour. Alleen de Côte des Mazures is wat mager als je door deze streek rijdt, met heel weinig moeite had je het middenstuk van de rit wat kunnen opleuken, maar afijn, we zullen het er toch maar mee moeten doen. Na de klim, overigens qua omgeving geen bijster interessant verhaal, gaat het praktisch rechtdoor naar beneden tot in het dorpje Les Mazures, waar in het centrum een paar scherpe bochten in dalende lijn liggen. Buiten het dorp gaat het een kilometer of vier behoorlijk rechtdoor tot in het volgende dorp, Sécheval. Licht dalende lijn, maar een afdaling kunnen we het niet noemen. Na een paar bochten in Sécheval loopt de weg vervolgens twee kilometer omhoog aan bijna 5%, een ongecategoriseerd hupje tussendoor. Een brede weg omhoog, dwars door een bosrijk stukje Frankrijk. Dat is ook nog wel relevant, aangezien er nu dan écht kans is op wind. Maar goed, in dit deel van de rit, bijna halverwege, vooral veel bossen. Na het stuk omhoog gaat het kort wat steiler naar beneden, zonder opvallende bochten, waarna we nog een kilometer of acht moeten afleggen voor we Charleville-Mézières bereiken. Een paar kilometer gaat het heel lichtjes vals plat omhoog, in het restant van deze weg gaat het vooral lichtjes omlaag naar Charleville, een plaats waar de Tour in de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw bijna jaarlijks aankwam. In recentere tijden is de Tour hier niet vaak meer geweest, alleen in 2003 ging er nog een rit van start in deze stad. Wel werd hier rond de eeuwwisseling vaak het Criterium International georganiseerd, een koers die spijtig genoeg niet meer bestaat. Tegenwoordig moeten ze het hier van 2.2-koersjes hebben als het Circuit des Ardennes, terwijl de Tour de l'Avenir hier vorig jaar van start ging. Zonder veel verdere noemenswaardigheden, een brede weg lichtjes omlaag met een paar niet al te ingewikkelde bochten onderweg, bereiken we na 101 kilometer Charleville-Mézières. Deze stad aan de Maas is de geboortegrond van Clement Lhotellerie, een renner die in 2008 ineens een ontzettend sterke Parijs-Nice reed namens Skil-Shimano en toen werd opgepikt door Vacansoleil, waar hij vervolgens heel snel werd betrapt op het gebruik van verboden middelen. Classic Vacansoleil.



In Charleville-Mézières rijden we een tijdje langs de Maas, waarna we even later van het water afwijken om even een korte tocht door de binnenstad te maken. Er volgt een passage over de Place Ducale, een plein dat volgens Wikipedia lijkt op het Place des Vosges in Parijs. Zoals de renners met eigen ogen kunnen zien is het plein omringd door 17e-eeuwse paviljoens met arcaden. Tevens ligt hier het stadhuis uit 1843. Het plein is fraai, dat zeker, maar het zorgt wel voor wat extra bochten en wat extra verkeersmeubilair, daarnaast liggen er op het plein zelf steentjes. De renners hebben hier ongetwijfeld een pittige mening over. Voorbij het plein slaan we snel weer linksaf, terug naar de brede boulevard langs de Maas. We rijden over de rivier en slaan dan rechtsaf, nemen daarna nog wat brede bochten mee en komen dan op een weg terecht die een kilometer of drie wat vals plat zal oplopen richting Saint-Laurent. Stelt allemaal niet veel voor, terwijl het terrein nog steeds heel beschut is. Heel veel bomen in de Franse Ardennen, reken daar maar op. In Saint-Laurent pakken we wat bochten en vluchtheuvels mee, waarna we de komende kilometers van dorpje naar dorpje gaan fietsen. In Saint-Laurent hebben we voorlopig het hoogste punt bereikt, buiten het dorp loopt het een aantal kilometer lichtjes naar beneden, over een brede weg. Het eerste dorpje dat we tegenkomen, na een passage langs wat open velden, is Ville-sur-Lumes. Een rotonde en wat bochten hier, dan hup, door naar Vivier-au-Court. Weer een tijdje langs open velden, al komt het volgende bos er snel weer aan. Vlak voor Vivier-au-Court slaan de renners linksaf en rijden ze een tijd over een weg met flink wat vluchtheuvels, eng en gevaarlijk. De weg loopt nog steeds lichtjes naar beneden, maar ondanks een paar bochten zal het toch geen heel spannend verhaal opleveren. Van Vivier-au-Court rijden de renners rechtstreeks Vrigne-aux-Bois binnen, welluidende namen, maar de meest vibrerende plaatsen van het land zijn het niet. Een paar niet al te lastige bochten in Vrigne, waarna het buiten het dorp eventjes omhoog zal gaan. Ook niet lastig, totaal niet. Na een klein stukje in dalende lijn zijn we helemaal beneden, er volgen nu zes vlakke kilometers tot in Sedan. Ook hier, langs de Maas, af en toe wat open terrein, maar dan net zo goed weer een flink bos. Via het dorpje Floing rijden we na 125 kilometer Sedan binnen, nog minder dan 100 kilometer te gaan joh! Sedan is, naast een auto, een plaats aan de maas met een kicken kasteel. Het Kasteel van Sedan is een van de grootste burchten van middeleeuwse oorsprong van Europa met een oppervlakte van 35.000m2 op 7 niveaus. Het is het enige overblijfsel van de voormalige fortificaties in en rond de stad. In 1870 (de nederlaag in de Frans-Duitse Oorlog) werden de meeste verdedigingswerken vernietigd, behalve het kasteel. Ja, de Slag bij Sedan, dat was me wat. Gelukkig hebben we het kasteel nog. In Sedan is de Tour blijkbaar slechts één keer geweest, dat was in 2003, toen Baden Cooke in de sprint Jean-Patrick Nazon en Jaan Kirsipuu vloerde. Verder komt het Circuit des Ardennes hier wel eens voorbij, terwijl Emmanuel Magnien de lokale wielerheld is.



In Sedan rijden we dwars door het centrum over een weg met nogal wat bochten en rotondes. Een paar wegversmallingen ook, lekker technisch. Ergens wel jammer dat we in de omgeving van Sedan nog wel een paar kansen laten liggen om wat leuke heuvels te bezoeken, net over de grens in Bouillon ligt bijvoorbeeld nog wat mooi spul. Die Gouvenou moet echt eens dringend met mij bellen, dit kan zo niet langer. Enfin, eenmaal buiten het centrum van Sedan blijven we een tijd door dichtbevolkt gebied fietsen, van het dorpje Balan gaat het rechtdoor naar Bazeilles over brede en vlakke wegen. Wel wat verkeersmeubilair onderweg, dat heb je tegenwoordig nu eenmaal in een volgebouwde omgeving. In Bazeilles komen we een bocht naar links en twee rotondes tegen, waarna we tot aan de tussensprint dezelfde weg zullen volgen. Die tussensprint zal ditmaal plaatsvinden na 146 kilometer in Carignan, niet te verwarren met het druivenras. In de kilometers tussen Bazeilles en Carignan komen de renners heel erg weinig tegen. Een rotonde in het dorpje Douvy, verder helemaal niets. Iets meer open terrein hier, dus de wind toch een beetje in de gaten houden, voor de rest gaat het gewoon vooral rechtdoor over een brede en vlakke weg. Eenmaal in Carignan, vernoemd naar het Italiaanse Carignano, komen de renners wat vluchtheuvels en een rotonde tegen, en dus een tussensprint. Dankzij de dominantie van Van Aert zijn die eigenlijk volstrekt nutteloos, maar goed. Na de tussensprint volgt er een zieke chicane in het centrum van dit dorpje, waarna we buiten het dorp nog een aantal kilometer onze rechte en vlakke tocht vervolgen. Het is na de tussensprint eigenlijk nog pakweg tien kilometer vlak, steeds over dezelfde brede weg. Af en toe een passage in een dorpje met een stiekeme bocht en enkele snelheidsremmende elementen, maar dan heb je het wel gehad. De snelste weg door de vallei, eigenlijk een doodzonde als je door de Franse Ardennen crosst. Lekker de loop van het riviertje Chiers volgen, tot het dorpje Fromy. Daar laten we het water achter ons, waarna er van Margut naar Thonne-le-Thil gereden gaat worden. In Margut begint de weg voor het eerst in lange tijd weer eens op te lopen, dat is Margut ook. In vier kilometer komen we ongeveer 100 meter hoger uit, dat stelt dus eigenlijk ook geen reet voor. Maarja, het is iets. Veel open terrein in dit deel van de rit, de wind kan ons eventueel gelukkig maken. Op de top van dit stuk vals plat verlaten we het departement van de Ardennen en rijden we het departement van de Maas binnen, alwaar na 162 kilometer koers Thonne-le-Thil het eerste dorpje is.



Aangezien er in deze omgeving niets moois te vinden valt heb ik alvast een stukje vooruitgespoeld, naar een van de volgende dorpjes waar we gaan passeren. Nog een kilometer of 60 tot het eind, voorbij Thonne-le-Thille rijden we via Thonelle naar Montmédy, waar ze beschikken over een zeer sicke citadel. De weg loopt een kilometer of vier naar beneden, grotendeels rechtdoor. We bevinden ons in het meest boerse landschap dat er valt te bedenken, en de boerendorpjes hier zijn ook écht boerendorpjes. Gelukkig is daar Montmédy, na het stuk in licht dalende lijn loopt het ook weer even een aantal kilometer wat vals plat omhoog, waarna we na 171 kilometer Montmédy bereiken. Jullie mogen drie keer raden wie hier de citadel heeft laten bouwen. Juist ja, het fenomeen Vauban. We nemen in Montmédy nogal een omweg, met een paar stevige bochten erbij. Daardoor ontwijken we wel het centrum, wat vast zal schelen qua aantal drempels en vluchtheuvels. Na de brede boog om het dorpje heen slaan we rechtsaf en steken we de Chiers over, waarna we welhaast lachwekkend lang dezelfde weg volgen. Tot in Longuyon, 25 kilometer verderop. In die 25 kilometer rijden we over licht glooiend terrein, echte klimmetjes zijn er niet direct te vinden maar we kunnen het ook moeilijk als helemaal vlak omschrijven. Af en toe rijden de renners door een dorpje, af en toe is er een bocht, maar eigenlijk is er 25 kilometer lang weinig aan de hand. Alle spanning wordt in de absolute slotfase van deze rit gestopt, tenzij het waait. Al is het eerste stuk van deze weg niet het meest open, we komen vooral weer veel bomen langs de kant van de weg tegen. Niet overal, dus je weet maar nooit. Brede en goede wegen, een dorpje als Marville, het is de kilometers aftellen tot de slotfase. Voorbij Marville, na 184 kilometer, rijden we wel een tijd langs ontelbaar veel akkers, hier is het dus wel daadwerkelijk helemaal open. Dat blijft eigenlijk wel zo tot in Longuyon, waar we na 196 kilometer passeren. Ik heb m'n waaierstrook gevonden. Kijkend naar het weerbericht lijkt het nét hard genoeg te gaan waaien en zal de wind om sommige stroken in de rug staan, en een flauwe bocht later schuin in de rug. Hier kan iets gebeuren. Hopen we dan maar. Vlak voor we Longuyon bereiken veranderen we evenwel van richting en zou er op basis van de huidige voorspellingen sprake moeten zijn van tegenwind. Alsnog, een strook van een kilometer of 10 om de boel uit elkaar te rijden, moet volstaan. Longuyon is overigens niet direct een plaats die de moeite waard is. Tevens is het hier gevaarlijk, als het een beetje hard regent stroomt de hele boel onder water. Even verderop ligt het fort van Fermont, onderdeel van de Maginotlinie. Als een bunker je hoogtepunt is, nouja, hou dan maar op.



In het centrum van Longuyon pakken de renners een paar bochten mee, waarna het peloton buiten het centrum rechtsaf mag slaan, tijd voor een keer een andere weg. Deze weg loopt de komende zeven kilometer een beetje op en af, maar mag toch vooral vlak genoemd worden. Deels door de bomen, deels langs open velden, waar de wind net niet ideaal lijkt te staan. Men komt uit in het dorpje Viviers-sur-Chiers, waarna we een tijd dezelfde weg langs de Chiers blijven volgen richting Montigny-sur-Chiers. Deze weg begint ineens omhoog te lopen. Een brede weg, waardoor je het amper ziet, maar het gaat liefst 1,6 kilometer aan 4,4% omhoog. Nog steeds niet echt spannend, maar toch. De top bereiken we na 205 kilometer, in het dorpje Montigny-sur-Chiers. Het klimmetje draagt de naam Côte de Montigny-sur-Chiers, daar is weer lang over nagedacht. Vierde categorie, stelt amper iets voor. Een stukje door open terrein waar het kan waaien, maar ook wat passages door het bos. In het dorp gaat het schuin naar rechts en dan beginnen we aan een afdalinkje van drie kilometer richting Cons-la-Grandville. Een paar bochtjes onderweg, maar dit is geen afdaling die voor problemen zou moeten zorgen. Heel steil gaat het ook niet echt naar beneden. Eenmaal in Cons-la-Grandville rijden we onder een spoorbrug door, slaan we scherp linksaf, fietsen we langs een kicken châteautje en slaan we direct daarna nog eens behoorlijk scherp linksaf. Twee bochten kort achter elkaar, waarna we beginnen aan een ongecategoriseerd avontuur. En dat is merkwaardig, want de volgende klim is lastiger dan de vorige. We fietsen naar het plaatsje Lexy, en de weg daarnaartoe loopt bijna drie kilometer omhoog. Anderhalve kilometer gaat het aan 5% omhoog, met een paar strookjes aan 6%. De oogtest zegt dat het iets meer is dan dat, maar climbfinder is onverbiddelijk. We fietsen door een bos, het Bois de Harpel, en slaan na anderhalve kilometer rechtsaf. Dan is het zowat een halve kilometer vlak, vooraleer we vlak voor we Lexy binnenrijden een klein strookje aan 7% voorgeschoteld krijgen. Helemaal open na die bocht naar rechts, hopelijk geen al te harde tegenwind. Na nog een stukje vals plat in het plaatsje Lexy slaan we rechtsaf. We bevinden ons op tien kilometer van het eind, volle finale.





Na de bocht naar rechts in hartje Lexy dalen we een kleine twee kilometer af over een brede weg. Het gaat eerst een tijd volledig rechtdoor, voor we door twee lange en lopende bochten naar links fietsen. Stelt bijzonder weinig voor, na die bochten gaat het zo goed als rechtdoor verder naar Réhon, waar de renners een rotonde tegenkomen. Na die rotonde loopt de weg een paar meter lichtjes omhoog, waarna het ook weer kort naar beneden gaat, tot we bijna bij een paar huizen naar binnen fietsen. Het moment om linksaf te slaan en daarna meteen linksaf een ander weggetje in te duiken. Dit doet wat denken aan de aanloop naar de Cap Blanc-Nez, richting de volgende klim volgt er weer een technische passage waar de positionering ontzettend belangrijk is. De grootste uitdaging van de dag gaat beginnen, we krijgen te maken met de Côte de Pulventeux, een rasechte muur. Dit klimmetje van de derde categorie is slechts 800 meter lang, maar het gaat wel gemiddeld aan 12,3% omhoog. Direct na de bocht gaat het 150 meter omhoog aan 12%, waarna het in de 100 meter daarna aan 16% omhoog gaat, hallo. Vergelijk het met het steile deel van de Muur van Huy, dit komt qua moeilijkheid behoorlijk in de buurt. En dat na meer dan 200 kilometer koers, na de zware dag van gisteren. Hier hoort de boel volledig te ontploffen, dat kan bijna niet anders. Na de bizar steile 100 meter wordt het niet direct makkelijker, na 100 meter aan 12% volgt nog een stuk van 150 meter aan 13%, en dan nog 150 meter aan 12%. In dit bos vlakt het richting de top wat af, maar dit is gewoon een muur van jewelste. Het valt niet uit te sluiten dat hier iemand *kuch* Pogacar *kuch* wegrijdt en dat ze 'm nooit meer terugzien. Een paar jaar geleden kwamen we overigens ook al aan in Longwy, maar toen zat deze klim niet in het parcours. De lokale burgemeester heeft toen vervolgens de ASO geattendeerd op deze Côte de Pulventeux. Bedankt, burgemeester! Na 214,6 kilometer komen we boven op de muur, op 5,3 kilometer van de finish.





Na de klim rijden we rechtdoor Longwy binnen, het gaan een kilometer volledig rechtdoor zonder dat er sprake is van een afdaling. Flauw bochtje naar rechts wel, maar verder volgt de volgende bocht pas met iets meer dan vier kilometer te gaan. Vlak voor de volgende bocht gaat het zelfs nog een paar meter omhoog, maar daar komt na een scherpe bocht naar rechts verandering in. De renners rijden een paar meter door een wat smallere straat, slaan heel snel nog eens rechtsaf en beginnen dan aan een afdaling over een brede weg tot aan de voet van de slotklim. Vier kilometer te gaan, het gaat naar beneden tot op iets meer dan twee kilometer van het eind. Geen bijzonder lange afdaling, ook zou ik 'm niet lastig willen noemen. De renners wel een paar flinke bochten tegen, je zou het zelfs haarspeldbochten kunnen noemen. Maar de weg is gi-gan-tisch breed, dus mogen die bochten nooit problemen opleveren. Met iets meer dan twee kilometer te gaan zijn we beneden, we slaan dan linksaf een iets smallere weg in en komen dan terecht op terrein dat eventueel bekend zou kunnen zijn. We waren hier al eens in 2017 en toen reden we op dezelfde manier naar de finish. Na de bocht naar links begint de weg voorzichtig omhoog te lopen, maar de organisatie laat hier de slotklim nog niet beginnen. Tot op 1,5 kilometer van de streep gaat het rechtdoor en is het niet meer dan veredeld vals plat waar de renners mee te maken krijgen, maar op 1,5 kilometer van de streep is er een bocht naar links en dan begint de weg omhoog te lopen aan 8%. Vrij snel daarna komt het zwaarste stuk van dit slotklimmetje, met een strook aan 11%. Helaas duurt dit niet zo lang, want na 400 meter zit dit zware stuk van de klim er al op. Op iets meer dan een kilometer van de streep is de steile straat gedaan en volgt er een scherpe bocht naar links, waarna men weer op een grote weg zit, die aanzienlijk vlakker is. In de slotkilometer volgt op 800 meter van de streep nog een bocht van 90 graden naar rechts, maar daarna gaat het volledig rechtdoor tot de streep, terwijl de stijgingspercentages niet meer indrukwekkend zijn. Van 4% zwakt het af richting 3% in de laatste meters. In totaal is de Côte des Religieuses 1,6 kilometer lang en 5,8% gemiddeld, waarbij het venijn dus vooral in het begin zit. Dit was in 2017 nog een klimmetje van de derde categorie, ditmaal liggen er geen bergpunten te wachten op de winnaar. Als klimmetje op zich leek het me in 2017 niet lastig genoeg om voor grote verschillen te zorgen, maar met de pittige muur op voorhand kan dat nu zomaar totaal anders zijn. De streep is getrokken in een redelijk brede winkelstraat, terwijl we vlak daarvoor langs een deel van de vestingwerken fietsen.




Longwy is een stadje met 15.000 inwoners, dat voor de zevende keer deel uitmaakt van de Tour de France. Voor het laatst waren we hier in 2017, toen in een totaal andere rit. Die rit begon wel eveneens in België, nog specifieker in Wallonië, in Verviers om precies te zijn. Via Luxemburg, het land en niet de regio, reden we toen naar Longwy. Een makkelijkere rit, met wel exact dezelfde aankomst. De rit zou eindigen in een sprint van een steeds kleiner wordende groep. BMC reed hard op kop in de laatste kilometer, waarna Richie Porte of all places een aanval plaatste. Dat plan ging mooi niet door, waarna Peter Sagan het ondertussen tijd vond om een keer aan te gaan. Maar net toen hij dat wilde doen schoot hij uit z'n klikpedaal. Hij klikte de boel snel weer in en kwam daarna alsnog als eerste over de streep. Een vrij lang durende sprint, waar Matthews en Dan Martin nog sterk kwamen opzetten. Ze kwamen net te laat, de zege ging naar Sagan, die een dag later uit de Tour zou worden gegooid vanwege een incident waarbij Cavendish ten val kwam. Een andere aankomst in Longwy dateert van 1982, toen de Belg Daniel Willems won. Longwy is bezig aan een revival, gezien het feit dat we na 2017 nu alweer terugkeren naar de stad. Tussen 1982 en 2017 was de Tour hier niet meer geweest, wat deels te wijten is aan het verval van de stad. In het verleden was Longwy het belangrijkste Franse centrum van de staalindustrie. Longwy was een stad vol met staalarbeiders, maar toen in de jaren '60 van de vorige eeuw de staalindustrie zware tijden kende verloren veel arbeiders heen baan. Er werden geen nieuwe banen gecreëerd en logischerwijs verpauperde Longwy in recordtijd. Tegenwoordig werken bijna alle inwoners van Longwy net over de grens, in Luxemburg. Want in Longwy is nog steeds niet veel te beleven en als je sommige wijken bekijkt lijkt de tijd hier stil te hebben gestaan. Toch is er nog genoeg moois te zien in Longwy, want als plaats in de buurt van een drielandenpunt heeft Longwy in de loop der jaren aan vele landen, hertogdommen en koninkrijken toebehoord. Het hoorde vooral vaak bij Frankrijk, maar het gebied was zeker niet onbetwist. Daarom werd er in Longwy een flink vestingwerk neergezet, ontworpen door... nou, wat denk je? Vauban, daar is ie weer! Deze Franse bouwmeester ontwierp in die tijd aan de lopende band vestingwerken, waarvan er 12 zijn opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De vestingwerken van Longwy horen bij die 12 en dat is niet geheel onterecht. Gedurende de rit komen we een hoop vestingwerken tegen waar hij een bijdrage aan heeft geleverd, in Rocroi en Montmédy bijvoorbeeld, maar die van Longwy is de enige die de lijst van UNESCO heeft gehaald. Het is ook een prima vestingwerkje wel, gewoon, volledig objectief gezien. Daar komen de renners in de slotmeters ook achter als ze langs een deel van de muren rijden, al zullen ze daar weinig aandacht voor hebben. Die aandacht geef ik er maar aan, het zijn fantastische dagen voor liefhebbers van citadellen en omwallingen. Ik ben in mijn nopjes. Het grote voordeel van door het grensgebied fietsen, een overdosis Vaubangenot. Voor de liefhebber is er in Longwy overigens ook nog een Glazuur- en Aardewerkmuseum, waar een collectie prestigieuze werken uit de aardewerkfabrieken van de stad te zien is. Impressionant.



De langste rit van deze Ronde van Frankrijk begint om 12:05, op zich nog niet eens overdreven vroeg. Na een korte neutralisatie van tien minuten gaan we om 12:15 officieel van start en dat kan zomaar een nerveuze start worden. In het begin van de rit is er toch redelijk wat open terrein, terwijl er voor het eerst deze Tour sprake zal zijn van flink wat wind. Die wind komt uit het noordwesten en staat in het begin van de rit deels vol in de rug, deels schuin in de rug. Er is 100% zeker waaierpotentie, het waait harder dan 20 km/u en dat is genoeg. Of het ook echt gaat gebeuren? Dat is lastig, aangezien grote gedeeltes van de rit zich afspelen in beschut gebied. Wat dat aangaat is het begin het meest interessant, maar bereiken we na een tijd wel een lange periode vol bossen. Ter hoogte van de tussensprint, na 145 kilometer in Carignan, bereiken we weer een open zone. In dit gebied is er ook echt waaierpotentie, maar er komt dan ook weer een lang stuk met meer beschutting. Het laatste interessante stuk volgt aan het eind van de rit, tussen Marville en Longuyon, daar zie ik tien kilometer vol perfect terrein vol waaiers. Het nadeel is dat we dan nog naar Longwy moeten, tijdens de laatste 20 kilometer van de rit krijgen de renners vooral met tegenwind te maken. Later op de dag gaat het van 20 naar 23 km/u, dat gaat linksom of rechtsom invloed hebben. In de absolute finale is er op die muur veel beschutting, dus in die zin zou het de aanvallers niet per definitie moeten ontmoedigen. Gedurende de dag overigens ook wat kans op regen, al verwachten ze eigenlijk alleen in de ochtend reden en zou het de rest van de dag toch droog moeten blijven. We gaan van start in België en dus is Sporza er de hele dag bij, ze beginnen om 11:50 al aan hun uitzending. De NOS is er wat later bij, om 13:15 en Eurosport zendt nog steeds balletje meppen uit, dus als je graag wil genieten van Jan en Bobbie moet je toch weer de PLAYER aanslingeren. De aankomst wordt verwacht tussen 17:15 en 17:45, maar gezien het weer vermoed ik dat ze er al wat vroeger gaan zien.



Iedere dag over waaiers beginnen is ook weer zoiets, maar dit is daadwerkelijk de eerste dag dat er genoeg wind is en dat er een paar open stukken zijn te vinden waar de wind mogelijk schuin in de rug staat. Dat kan ervoor zorgen dat deze rit totaal anders gaat verlopen dan we misschien wel vooraf hadden bedacht. Hoewel al mijn vooraf bedachte plannen sowieso al richting de prullenbak konden. Voor de Tour zou je denken dat dit een ideale etappe was geweest voor Van der Poel, maar die ziet het zelf allemaal niet meer zitten. Alpecin gaat dus alvast niet controleren tijdens deze rit. En nee, Philipsen kan dit niet aan. Jumbo zal ook niet direct geneigd zijn om voor Van Aert te gaan rijden, dus is het de vraag wie er wel gaat rijden. Dat zal afhangen van de wind, als er inderdaad waaierpotentie is wil iedereen rijden. Valt de wind tegen of valt alles stil dankzij de tocht door de bomen, wat dan? Wie gaat er rijden? Total voor Sagan? Hij won in 2017, maar deze rit is een stuk zwaarder. Het werd in 2017 al best aardig uit elkaar gereden, dus is het lastig voor te stellen dat renners van het type Sagan deze finale gaan overleven. Wie moet het dan doen? FDJ voor Gaudu? Bora voor Vlasov? UAE voor Pogacar? BikeExchange voor Matthews? Nee, dat laatste sowieso niet, want die rijden nooit en dit zou ook voor Matthews te zwaar moeten zijn. Tel daar dan ook nog eens bij op dat gisteren heel zwaar was, ik denk dat heel veel ploegen toe zijn aan een snipperdag. De dagen hierna gaan we de bergen in, het wordt dus alleen nog maar zwaarder en je zou deze dag derhalve kunnen aangrijpen als halve rustdag. Als er van gevaarlijke wind geen sprake is zie ik het zomaar gebeuren dat dit een rit voor de vluchters wordt. Ik vermoed dat er weinig renners zijn die hun ploegen op kop willen zetten om deze rit te controleren. Dan moet je al hopen dat Van Aert last heeft van zijn valpartij, of dat Pogacar een ander ook wat gunt, want als we met het peloton aan de laatste twee klimmetjes gaan beginnen zijn dat zowat de enige kanshebbers. De rest neemt zichzelf ernstig in de maling als ze denken kans te maken. Lange rit uiteraard ook, wat het controleren niet makkelijker maakt. Ik ga daarom gek doen en voor de vlucht kiezen. Wel een belangrijke voorwaarde: de wind moet geen rol spelen. Speelt de wind wel een rol en is er over een paar uur nog steeds waaierpotentie, dan krijg je een ander verhaal. Een nerveus peloton, hoog tempo, noem het allemaal maar op. Is daar geen sprake van, dan gewoon vluchters. En alle dagen tot aan de rustdag ook, dat geef ik je op een briefje.
1. Mohoric. Ik zit echt te wachten op het moment dat de eerste renner van Bahrein ongenadig hard gaat uithalen en ons net als vorig jaar de mond snoert. Dat zou weer Mohoric kunnen zijn, zeker nu Haig is uitgevallen. Alleen Caruso nog maar om in de gaten te houden, maar die heeft ook al wat tijd verloren. Het signaal voor figuren als Mohoric en Teuns om voor zichzelf te gaan rijden. En dan ons op de streep vertellen dat we onze mond moeten houden. Misschien als extra toevoeging nog een middelvinger erbij, ik zie het al helemaal voor me. En dat de politie dan weer de ochtend erna het hotel binnenvalt, ik wil een nieuw hoofdstuk toevoegen aan de soap.
2. Kämna. Lenny Kämna van de BV Kämna gaat zijn middelvingers opsteken naar Vlasov en Schachmann en gaat proberen dicht bij de grens met die Heimat ter meerdere eer en glorie van zichzelf een zege toe te voegen aan het individualistisch collectief.
3. Bagioli. Naar Jakobsen hoeven ze vandaag niet om te kijken bij Quick Step, dus is het tijd voor de rest om het ruime sop te kiezen. Dan denk ik aan renners als Asgreen en Honore, en dus Bagioli. In principe de renner die het dichts in de buurt van Alaphilippe zou moeten komen, intern. Dus de ideale renner voor deze rit. Heel bijzondere benen lijkt hij alleen niet te hebben, dus moet hij het dan maar vanuit de vlucht gaan proberen.
4. Gilbert. Aangezien we van start gaan in zijn Wallonië. Met Ewan hoeven we vandaag geen rekening te houden, zeker niet na zijn valpartij van gisteren, maar ook zonder die valpartij niet. Vrij spel voor jongens als Wellens en Gilbert, die nog best ver kunnen komen ook als de kopgroep verder uit mindere goden bestaat. Dat is niet onmogelijk, aangezien de aanloop vlak is. Kron heb je ook nog, keuze genoeg bij de Lotto.
5. Zimmermann. Georg Zimmermann van de BV Georg Zimmermann kan bewijzen dat hij ook iets om andere bedrijven geeft door zijn sponsor Wanty te eren met een prachtig resultaat. Dit was een ideale rit geweest voor Quinten Hermans, zonder hem zullen ze het bij Intermarche-Wanty over een andere boeg moeten gooien. Dat probeerden ze gisteren al en ze kwamen vervuiveld dichtbij. Nu moet er iemand in de aanval gestuurd worden die beter over een heuvel komt, dan kom je al snel bij Zimmermann uit.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  donderdag 7 juli 2022 @ 07:52:04 #2
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_205263252
Ik denk dat ik m’n vlaggetje ook deze etappe niet nodig zal hebben. ;(
  Redactie Sport / Supervogel donderdag 7 juli 2022 @ 07:53:50 #3
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_205263256
Lekkere klimmetjes op het einde
pi_205263267
Kijken of Djumbo via w-w-w-waaiergenot de altijd heersende Pogi kan verrassen. Ik weet het antwoord natuurlijk al, maar soit.
  donderdag 7 juli 2022 @ 08:25:26 #5
473366 AllesKaputt
pelotonvulling
pi_205263401
De Slag bij Sedan, dat was me wat. "Het was een bloedige slag waarbij het Pruisische leger superieur bleek op elk gebied: technisch, organisatorisch en strategisch." Vandaag wint er dus een Duitser. Of een Fransman die over de streep komt met een zegegebaar in de vorm van een vestingwerk van Vauban.
pi_205263518
VaubanGOAT _O_
Jack does it in real time...
  donderdag 7 juli 2022 @ 09:06:35 #7
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_205263606
Dit valt onmogelijk te controleren. Hopelijk krijgen we een beetje leuke kopgroep.
pi_205263643
Gezien het WAAIERALARM mijn kantoordag gedecideerd veranderd in een dag "thuiswerken". HA! HAHAAA!
pi_205263690
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 07:57 schreef Bugno3 het volgende:
Kijken of Djumbo via w-w-w-waaiergenot de altijd heersende Pogi kan verrassen. Ik weet het antwoord natuurlijk al, maar soit.
Ze zullen ook wel niet top zijn gezien het flinke jasje dat is uitgedaan gister (nog buiten dat Roglic ook wel weer in herstelmodus zal moeten eerst)
pi_205263691
Pinot in de eerste groep was ook wel bijzonder gisteren.
  Moderator donderdag 7 juli 2022 @ 09:32:01 #12
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205263728
Ewan start gewoon met hersenschudding?
pi_205263731
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 09:25 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:

[..]
Ze zullen ook wel niet top zijn gezien het flinke jasje dat is uitgedaan gister (nog buiten dat Roglic ook wel weer in herstelmodus zal moeten eerst)
Met Tiesj, Nathan, Krachtwijk, Laporte en Wout moet je toch wel een waaier kunnen trekken. Maar goed, ervaring leert dat ploegen na een val vooral veiligheid kiezen en dus niks doen en morgen naar LPDBF definitief geslacht gaan worden door Pogi.
pi_205263733
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 09:32 schreef Momo het volgende:
Ewan start gewoon met hersenschudding?
Zou het wat uitmaken?
  donderdag 7 juli 2022 @ 09:39:24 #15
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_205263778
Leuke finale en waarschijnlijk veel strijd om in de kopgroep te komen. Daar gaan we eens even goed voor zitten.
pi_205263821
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 09:32 schreef Bugno3 het volgende:

[..]
Zou het wat uitmaken?
quote:
Notably, the naked mole-rat not only has a smaller brain than expected for a rodent of its body size, but also a lower number of neurons than predicted for its brain size.
https://www.nature.com/ar(...)at,1%2C%20Table%20S1).

Nou, nee, dus! Letterlijk geen hersenen om te schudden.
Jack does it in real time...
  donderdag 7 juli 2022 @ 09:50:53 #17
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_205263864
Straks nog maar lezen, merk dat ik nog wel tikje geirriteerd ben dat Roglic alweer op achterstand ligt (+ naweeen van val). Blijft zuur dat (externe) omstandigheden zoiets verpesten.
pi_205263951
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 09:50 schreef Frozen-assassin het volgende:
Straks nog maar lezen, merk dat ik nog wel tikje geirriteerd ben dat Roglic alweer op achterstand ligt (+ naweeen van val). Blijft zuur dat (externe) omstandigheden zoiets verpesten.
Komt allemaal goed.

Djumbo weet nu dat ze het van tactics moeten gaan hebben, De Roog gaat voor een paar fantastische raids in de Alpen en regelt dat spel. _O_
Jack does it in real time...
pi_205263965
Oss

Zouhetwatuitmaken.gif
pi_205263975
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 09:32 schreef Bugno3 het volgende:

[..]
Zou het wat uitmaken?
_O- :o
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_205264007
Ik zie wel een kopgroep het halen tot de finish. Ik zie eigenlijk niet wie zin heeft om de race genoeg te gaan controleren. Van der Poel is niet goed. Van Aert heeft wel een paar jasjes uitgedaan de afgelopen dagen. Pogacar zou hier ook kunnen winnen maar heeft geen team. Het zou kunnen dat Jumbo toch de koe bij de horens wil vatten en wil kijken of er op het eind nog iets te winnen valt op Pogi en of hij misschien verrast kan worden. Maar betwijfel het een beetje. Bora heeft misschien wel iets meer ambities met Kämna en Vlasov, maar het kan ook zijn dat Kämna meegaat in de ontsnapping. Ik zie Bardet het ook wel goed doen in deze etappe. Omdat een kopgroep te onvoorspelbaar is, doe ik toch maar eens een gokje en zeg ik Bardet, voor Pogacar en Vlasov.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_205264008
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 09:32 schreef Bugno3 het volgende:

[..]
Zou het wat uitmaken?
Je mag niet starten met een hersenschudding.. maar blijkbaar was er het vermoeden van een hersenschudding, maar na onderzoeken blijkt het niet zo te zijn en mag hij door

Al zal het inderdaad amper uitmaken met zo weinig kansen de komende etappes.
pi_205264020
quote:
7s.gif Op donderdag 7 juli 2022 07:52 schreef Zwansen het volgende:
Ik denk dat ik m’n vlaggetje ook deze etappe niet nodig zal hebben. ;(
Taco wil vandaag weer mee!
pi_205264048
Ineos is de afgelopen dagen goed doorgekomen. Die ploeg ziet er wel goed uit. Misschien kunnen die vandaag nog wat uithalen als het hard gaat waaien. Ik verwacht van niet. Er zal wel een groep wegfietsen.
pi_205264068
quote:
0s.gif Op donderdag 7 juli 2022 10:16 schreef 297534 het volgende:
Ineos is de afgelopen dagen goed doorgekomen. Die ploeg ziet er wel goed uit. Misschien kunnen die vandaag nog wat uithalen als het hard gaat waaien. Ik verwacht van niet. Er zal wel een groep wegfietsen.
Het kan wel op twee fronten losgaan natuurlijk.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')