Ik ben geen liefhebber van het levenslied, integendeel, maar in 2002 heb ik me laten overhalen om een 'avondje Hazes' in het Olympisch Stadion mee te maken.
Los van de plensbuien die avond, was het concert zelf ook een drama.
Om de paar songs moest Hazes van het podium, aan de valium, het bier of andere voor hem rustgevende middelen, geen idee, maar achter elkaar z'n repertoire afwerken kon hij al niet meer. Tussendoor namen Jody Bernal, Sugar Lee Hooper en Johnny Logan de honneurs waar. Met de toen al instabiliteit van Hazes was dus vooraf al rekening gehouden...
Deze recensie vond ik net terug over dat concert, die dat 'avondje Hazes' prima weergeeft:
quote:
'Thuiswedstrijd' verpest door weer en toeschouwers
Memorabel had het moeten worden. André Hazes, in zijn eigen stad, voor zijn eigen publiek, in het Olympisch Stadion. Binnen twee dagen waren de 36000 kaartjes uitverkocht. Maar Hazes zal met gemengde gevoelens terugkijken op het concert, afgelopen zaterdag. Wat een hoogtepunt in zijn carričre had moeten worden, viel in het water. En dat lag niet alleen aan het weer.
Iris Ludeker26 augustus 2002, 00:00
Om negen uur, als het concert moet beginnen, stromen de laatste bezoekers nog naar binnen. Hazes wacht, maar als voorproefje zetten zijn achtergrondzangeressen alvast een voetbaldeuntje in.
Dat slaat aan. Het stadion begint acuut heen en weer te deinen. De paraplu's op het middenterrein gaan op en neer. De wave wordt ingezet. In vak B heft men 'Het is stil aan de overkant' aan.
Wie kan tegen deze optimale sfeer opt Even lijkt het alsof de entree van Hazes een kleine domper op het feestje van de toeschouwers zal zijn. Maar als hij Volare en daarna een aantal andere klassiekers inzet, blijft de stemming er lekker in. Liedjes worden massaal meegebruld, de handen gaan de lucht in.
De vrolijkheid en saamhorigheid nemen ongekende vormen aan. Ook het thuisfront mag via de mobiele telefoon meegenieten. Het publiek belt heel wat af. Iemand legt een thuisblijver schreeuwend uit dat SBS6 het concert op zondag zal uitzenden. Iemand anders probeert mobiel contact te zoeken met een vriend elders in het stadion.
Hazes, gekleed in een lange zwarte leren jas, met donkere zonnebril, maffiosohoed en dunne bakkebaarden tot aan zijn kin, heeft er ook zin in. Eerder heeft hij laten weten al maanden naar dit concert uit te kijken. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht.
Tot Hazes even gaat pauzeren en een van zijn gastacts aankondigt: Jody Bernal. Dat pikt de inmiddels kolkende massa niet. Her en der klinkt gefluit en boegeroep. In razend tempo keert het publiek zich tegen Bernal met een striemend fluitconcert. Het 'olé olé' overstemt zijn optreden.
Vanaf nu is de sfeer anders, grimmig bijna. Ook Hazes lijkt een beetje van slag. Zijn jovialiteit van het begin is plotsklaps verdwenen. 'Hoe houd ik deze massa te vriend?', lijkt hij te denken. Even later biedt hij zijn excuses aan voor het weer: ,,Dat is het enige dat ik niet kan regelen'', lacht hij ongemakkelijk.
Hij is de greep op zijn publiek helemaal kwijt. Dan nog maar meer klassiekers uit de kast. Dit publiek heeft een verwachtingspatroon en daar moet aan voldaan worden. Zoals bij een Ajax-wedstrijd een paar keer gescoord moet worden, zo dient Hazes zich te houden aan een strak draaiboek, wil hij zijn eigen publiek tevreden houden. Een medley misschien. Inderdaad, dat slaat aan.
Maar na Bernal ligt het fluitconcert voortdurend op de loer. Bij de andere gasten, Johnny Logan en top 40-zangeres Kate Ryan, én bij Hazes zelf. Het Olympisch Stadion is veranderd in een grote openluchtkroeg, waar Hazes mag zingen. Maar de toeschouwers komen niet voor hém. Ze komen vooral voor elkaar. Hazes wordt wel toegejuicht en toegezongen ('olé, André'), maar je voelt dat er maar weinig hoeft te gebeuren of het publiek keert zich ook tegen hem.
Je gunt Hazes een ander publiek. Een publiek dat niet voordurend aan het bellen is, dat niet zijn gasten uitfluit, dat het fatsoen heeft om naar hem te luisteren. Dat misschien een klein beetje applaudiseert voor het orkest, als Hazes daarom vraagt. Een publiek ook dat de beleefdheid weet op te brengen niet voor het einde massaal te vertrekken. ,,Niet weggaan hoor, ik ben nog niet klaar'', tracht Hazes ze tevergeefs tegen te houden.
Natuurlijk past een optreden als dit, met een publiek als dit, helemaal bij Hazes. Het is van een tragiek die hem van nature lijkt aan te kleven. Een tragiek die er ook voor zorgt dat de liedjes die hij met het rijmwoordenboek in de hand in elkaar fröbelt toch zo authentiek klinken. De thuiswedstrijd van het jaar, verpest door het weer en de toeschouwers.
Als het concert is afgelopen, volgen camera's Hazes de catacomben van het stadion in. Op het grote videoscherm op het veld is te zien hoe hij, omringd door bodyguards, hoeken omslaat en deuren doorloopt. Buiten stapt hij in een klaarstaande politie-auto, die met zwaailichten aan wegrijdt.
Bron:
https://www.trouw.nl/cult(...)eschouwers~bc342a5c/