abonnement Unibet Coolblue
  Moderator zondag 4 juli 2021 @ 03:31:53 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200195984
Etappe 9: Cluses - Tignes, 144,9 km

Goh, wat zijn die wielrenners eigenlijk eikels hè? Maken ze er weer een fascinerende rit van, waardoor ik niet weet waar ik moet beginnen met m'n samenvatting. Bij de start, meestal. Direct bergop, dat is bijna altijd genot. Daarom doen we het in de Tour bijna nooit, hahaha. Dit was wel weer even een bewijs hoor. Een lullig klimmetje van een kilometer of vijf aan 6% was genoeg om alles volledig uit elkaar te laten spatten. De rit hiervoor hielp natuurlijk mee, die 250 loodzware kilometers zaten duidelijk nog in de benen. Een parcours bouwen is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk. Lange en zware rit, daarna een kortere rit met een klim in het begin. Kind kan de was doen, aantekeningen maken meneer Gouvenou. Veel grote namen zaten meteen in de problemen, zoals Geraint Thomas. Roglic ging aanvankelijk nog goed mee, maar werd na de eerste klim dan toch gelost. Tegen die tijd was het Wout Poels die de show aan het stelen was. Reed lang alleen op kop, werd teruggepakt en ging dan weer solo in de aanval. In de tussentijd was er nog veel meer gebeurd, teveel om op te noemen. Wout van Aert probeerde nog een aantal keer in de aanval te gaan, maar dat liet Pogacar deze keer niet gebeuren. Even later was het dan juist weer Pogacar die in de aanval ging, terwijl Van Aert niet aan het opletten was. Had ook weer een leuke coup kunnen zijn, maar in die kopgroep reed men uiteindelijk ook niet door. Dus kwam alles weer bij elkaar, vooral ook omdat er in het steeds kleinere peloton een paar ploegen last hadden van een lichte vorm van paniek. Iets waar Pogacar daarvoor juist zelf last van leek te hebben. Hij reageerde een paar keer zelf op aanvallen, op dat moment leek er nog veel mogelijk voor de spanning in de koers. Zijn ploeg was ook niet direct in staat om alles te controleren, dus kon de hoop op een sterke kopgroep zonder Pogacar blijven bestaan.

Valse hoop, toen het na de zoveelste aanval eindelijk raak was zagen we geen gevaarlijke renners in de kopgroep verschijnen. Het viel stil in het peloton en dus was de mogelijkheid om Pogacar het leven zuur te maken gevlogen. Terwijl Wout Poels weer solo op kop reed gingen er een man of 18 in de achtervolging, met in die groep onder meer Ion Izagirre, Simon Yates, Dylan Teuns en even later ook Michael Woods. Het duurde een eeuwigheid voor Poels weer werd ingelopen, maar daarna werd het eindelijk een tijdje rustig en overzichtelijk. We reden naar de Mont-Saxonnex, waar Ion Izagirre een behoorlijk grote fout maakte. Hij ging op de top van de klim een jasje ophalen bij de ploegleiderswagen, terwijl er vooraan juist werd doorgetrokken. Wout Poels trok zijn macabere lijf op gang in een poging de bergtrui binnen te halen en hij slaagde in die opzet. Izagirre zat ineens op een flink gat en moest alle risico's van de wereld nemen in de afdaling, waardoor hij een bocht mistte en rechtdoor ging. Zonder erg, even omdraaien en hij kon weer verder, maar daardoor moest hij op de Col de Romme aan een inhaalbeweging beginnen die hem fataal werd met het oog op de ritzege. In het peloton zagen we dan weer Jonas Vingegaard onderuit gaan, hij nam Stefan de Bod mee in zijn val. Mijn Stefan de God, wat lag hij er ellendig bij. Gelukkig de rit uit kunnen rijden, maar dit was toch geen prettig beeld nadat hij eerder in de rit juist zo mooi een tijd in de aanval reed. Valverde was ondertussen overigens ook uit beeld verdwenen. Hij zat mee in de kopgroep, maar toen kreeg opa het koud. Het regende namelijk de hele dag, en daar kunnen veel renners niet tegen. Alaphilippe, nog zo iemand. Als het de hele dag regent krijg je het koud en dat vindt Valverde niet leuk. Hij moest zelfs helemaal stoppen en zou eindigen in de bus, het blijft een barbaarse sport hè? Tadej Pogacar is dan weer een regenrijder in optima forma, het kan hem niet koud en guur genoeg.

In de afdaling van de Mont-Saxonnex ging een duo van DSM in de aanval, Benoot en Kragh Andersen. Dan zou je denken dat het vooral de bedoeling is dat Kragh Andersen Benoot in een zetel naar de zege brengt, maar Tiesj heeft de benen niet. Dus ging Kragh op de Romme solo verder. Niet veel later werd hij bijgebeend door Michael Woods, die besloot er maar wat vroeger aan te beginnen omdat hij ook wel wist dat hij in iedere afdaling drie uur zou verliezen. Wout Poels en Michael Woods, jezus man. Zakarin is er gelukkig niet bij dit jaar, maar naar deze twee jongens kijk je ook niet voor je plezier. Maar goed, Woods ging er dus solo vandoor en hij liep vrij snel uit. Op weg naar de ritzege, zou je denken. In het peloton moest Mathieu van der Poel lossen op de Romme, geen verrassing. Dit is de zwaar voor hem, geen schande. Even later moest Van Aert ook lossen, dat kwam al iets meer als een verrassing. Toch leek geel nog steeds mogelijk, maar dat was buiten Pogacar gerekend. De Sloveen houdt van de regen en zag aan de kopjes van de renners om hem heen dat hij zo'n beetje de enige was met die mening. Formolo kreeg de opdracht om nog eens hard door te trekken en na het fantastische werk van de Italiaan ging Pogacar in de aanval. Meer dan 30 kilometer te gaan, dat maakte hem allemaal niet uit. Bij de eerste versnelling kon alleen Carapaz mee, de rest moest blijven zitten. Pogacar kwam met een tweede versnelling en toen ging ook Carapaz overboord. De Sloveen is een wonderbaarlijke renner, er is gewoon helemaal niets aan te doen. Fietst in z'n eentje in de regen records uit de boeken, gewoon is anders. Wel de ideale tactiek gehanteerd, als je dan toch de benen hebt. We hebben gepraat over de zwakte van zijn ploeg, we hebben gepraat over zijn eigen nerveuze gedrag. En dat bleek ook wel weer. Je zag hem in het begin van de rit een paar keer zelf reageren, maar het liep allemaal met een sisser af. De kans voor de rest was voorbij. Dan weet je eigenlijk wat je moet doen: de rest afmaken en ervoor zorgen dat ze het nooit meer over mogelijke zwaktes hebben. Pogacar onder druk proberen te zetten, daar zal hierna nog weinig sprake van zijn, voor de concurrentie kon het moeilijk demoraliserender. De protégé van Iñigo San Millán vlamde weg en pakte meteen een minuut. Anderhalve minuut, twee minuten, drie minuten. Compleet ongezien, al is er natuurlijk wel de kanttekening dat een aantal van zijn grootste concurrenten door allerlei blessures in de bus reden. En het weer, uiteraard het weer. Geef hem regen en hij is niet te houden. De beklimmingen lagen hem ook als gegoten, maar wat ligt hem eigenlijk niet als gegoten?

Vooraan reed Woods inmiddels op de Colombière, hij had de afdaling van de Romme overleefd. Nog steeds had hij een minuut voorsprong, dat leek wel binnen te zijn. Totdat de sterkste achtervolgers zich toonden. Dylan Teuns bleek ineens heel goed te zijn, terwijl hij op de Romme nog in de problemen zat. Izagirre had een lange achtervolging achter de rug, maar zat op de Colombière ook ineens bij de beteren. Iemand als Quintana zakte dan juist weer volledig weg, het blijft een ingewikkelde sport. Woutje Poels had ook een wonderdag, maar al die kilometers alleen op kop eisten hun tol. Simon Yates was ook niet slecht, wat hij een dag eerder wel leek te zijn. De voorsprong van Woods werd rap kleiner, hij leek er toch te vroeg aan begonnen te zijn. Izagirre leek naar Woods toe te kunnen rijden, tot Dylan Teuns ineens al zijn duivels ontbond. De altijd intelligente Teuns had blijkbaar perfect ingedeeld. Geen moment in beeld gereden, maar op het moment supreme reed hij gewoon naar de kop van de koers toe. Hij sloot aan bij Woods en met z'n tweeën reden ze verder, terwijl Izagirre steeds op een seconde of 20 hing. Pogacar begon eraan met een achterstand van een minuut of zes, maar dat werd rap minder. Nog maar een minuut of drie aan de voet van de Colombière, alwaar hij na verloop van tijd per kilometer een halve minuut inliep. Met drie klimmende kilometers voor de boeg had hij nog maar anderhalve minuut achterstand, terwijl hij inmiddels de virtuele gele trui had overgenomen van Van Aert. Eén voor één raapte Pogacar de voormalige vluchters op, een huzarenstukje van jewelste. In de slotkilometer van de klim sloot hij aan bij Izagirre en daarna wilde hij nog naar Woods en Teuns toe. Maar Teuns, in al zijn wijsheid, besloot in de laatste meters van de klim aan te vallen. Hij liet Woods ter plaatste en wist als enige Pogacar af te houden. Met een voorsprong van amper 20 seconden begon hij aan de afdaling.

In die afdaling leek Pogacar eerst nog wel snel naar beneden te willen, maar na een tijd besloot hij wat gas terug te nemen. Geen risico's meer nemen, het geel was binnen en de tegenstand was op een gigantische achterstand gereden. Daardoor konden Izagirre en Woods weer komen aansluiten bij Pogacar, met z'n drieën reden ze naar de finish. Niemand kwam meer in de buurt van Dylan Teuns, die een slimme koers reed. Bovendien profiteert Teuns natuurlijk van de onvoorstelbare Bahreinbonus. Dielon kende een buitengewoon matig jaar tot dit moment, maar ineens waren de benen er. Wéér een ritzege voor Bahrain-Merida. Rod Ellingworth heeft het zaakje daar fantastisch neergezet in de anderhalf jaar dat hij voor de ploeg heeft gewerkt, is het officiële excuus. Wij zijn ondertussen toch meer benieuwd naar de officieuze kant van het verhaal, wat voor spulen gebruiken ze in jozefsnaam bij dat Bahrein? Zelfs Wout Poels leek weer op een wielrenner, niet normaal. Stel je voor wat Jack Haig had kunnen doen zonder valpartij, unglaublich. In het sprintje voor de tweede plaats was Izagirre de snelste, Pogacar had voor het eerst geen antwoord. Gemiste kans voor Izagirre, dat verdomde regenjasje. Maar wel logisch, hij mag pas in 2024 weer een rit winnen in een grote ronde. Hij kan nog een paar nieuwe pogingen gaan wagen, maar het gaat niet gebeuren. Na een werkelijk bizarre en zelden geziene inhaalrace werd Pogacar vierde, een kleine 50 seconden achter Dylan Teuns. Net als een dag eerder werd Carapaz wéér op het laatste moment ingelopen door de rest, hij eindigde in een groep vol grote jongens die tot figuranten zijn gedegradeerd. Vier minuten achter Teuns, meer dan drie minuten achter Pogacar. Krankzinnig, volkomen krankzinnig. We mogen ons vragen stellen bij Bahrein en we mogen datzelfde doen als het gaat om Pogacar. Matxin, Gianetti, San Millán, het maakt het toch ingewikkeld zo'n prestatie volledig objectief te aanschouwen. Het was een schitterende straffe stoot, maar jeetje, wel een tikje not normal. Razend knap, tegelijkertijd slecht voor de koers. De Tourzege is nu wel binnen, voor zover iemand daar nog over twijfelde. We hebben echt een geweldige koers gezien tot nu toe, maar de boel gaat nu waarschijnlijk wel behoorlijk op slot.

Wout van Aert kwam als 21e binnen op een kleine vijf minuten van Pogacar, hij staat nu tweede in het klassement op bijna twee minuten van Pogacar. Lutsenko staat voorlopig derde op 4:30, de achterstand van de rest gaat richting de vijf minuten of meer. Natuurlijk was het met een fitte Thomas en Roglic waarschijnlijk een ander verhaal geweest, maar deze dominantie is toch redelijk ongezien. En we zijn pas een week bezig, kun je nagaan. Als Pogacar wil wint hij met een half uur voorsprong in Parijs, en dat is voor de verandering niet eens een overdrijving. Mathieu van der Poel reed een keurige rit en werd 44e, wel op liefst 22 minuten gereden. In een groepje met Nibali, Kuss en Lopez in een bergrit, dat is dan op papier weer niet slecht. Hij heeft zich kranig geweerd en het lang volgehouden, maar het was uiteindelijk toch echt klaar. Een waardige drager van de gele trui, volgend jaar mag hij het weer eens gaan proberen. Nu gaan we verder met een gele Pogacar, en die trui gaat niet meer van schouders veranderen. De koers is klaar, toch gaan we door. Hopen op wat vermakelijke ritten waarin de vluchters een spannend gevecht opvoeren, dan maar. Hopen op een fantastisch duel om naast Pogacar op het podium te mogen staan, dat ook. Kan al gaan gebeuren onderweg naar Tignes. Daar waar we in 2019 niet konden komen vanwege een modderstroom. We wagen nu een nieuwe poging, in een rit die op papier minder leuk lijkt. Maar na zoveel zware dagen kan zelfs een rit die minder leuk lijkt toch leuk worden. De renners hebben ons al verwend, hopelijk komt er nog een bisnummer uit hun kleine teen.




Gisteren reden we al bijna door Cluses, nu gaan we van start in deze stad met 17.800 inwoners in het departement Haute-Savoie (regio Auvergne-Rhône-Alpes). We zijn hier voor de derde keer, in het verleden zagen we in Cluses alleen maar bizarre dingen gebeuren. Debuteren deed Cluses in 1994, op een onvergetelijke manier. Het was hét jaar van Gewiss-Ballan, ook in de Tour ontkwam de rest niet aan de opgevoerde EPO-brommers van dottore Ferrari. Daags voordat we naar Cluses trokken had Piotr Ugrumov al zijn neus aan het venster gestoken. Onderweg naar Val Thorens reed hij de hele dag op kop met een kleine Colombiaan in z'n wiel die hem uiteindelijk lafjes klopte in de sprint. Dat niet nog eens, dacht Piotr. Tussen Moutiers en Cluses ging hij solo in de aanval, ze zagen hem nooit meer terug. Met meer dan 2:30 voorsprong op Indurain en Pantani kwam hij aan. Maar toen was het nog niet voorbij, de volgende dag zou er een tijdrit van start gaan in Cluses. Aankomst in Avoriaz, een tijdrit van een kleine 50 kilometer met het nodige klimwerk onderweg. Pantani zou deze tijdrit wel even winnen, of Indurain. Niets van dat alles, Ugrumov reed weer de gehele tegenstand naar huis. Anderhalve minuut sneller dan Pantani, drie minuten sneller dan Indurain. Je zou voor minder. Zijn grootste fan heeft hier een veel beter stukje over geschreven, onmisbaar nu we terugkeren naar Cluses. En dan te bedenken dat een van zijn andere favorieten de rit won toen we in 2002 terugkeerden naar Cluses. In een rit met een passage in Le Grand-Bornand en een beklimming van de Col de la Colombière zou de zege naar de vluchters gaan. Het werd een sprint met drie. Giuseppe Guerini, Mario Aerts en de prachtig geblondeerde Dario Frigo. Guerini viel meerdere keren aan, de oerdomme Mario Aerts reageerde iedere keer en Frigo kon mooi in de slipstream mee, waarna Aerts ook nog eens besloot de sprint aan te trekken. Frigo was uiteraard de lachende derde, hij kwam als eerste over de streep. Daarvoor en daarna viel hij vooral op door dopinggerelateerde zaken, dat had je wel eens in die jaren. Een vrouw die toevallig een paar ampullen EPO in de auto heeft liggen, ach, hoort erbij. Na de aankomst in Cluses zouden de renners de volgende dag naar Bourg-en-Bresse rijden, waar Hushovd dan weer won. Voor het eerst dus dat er een vertrek is in Cluses zonder aankomst, maar dat is helemaal niet erg. Want jeminee, het gaat verder niet meevallen om iets over Cluses te vertellen. In de Dauphiné van 2019 ging hier een rit van start, die zou eindigen in Zwitserland met Dylan van Baarle als winnaar. Volgens het roadbook is Cluses een soort Silicon Valley, maar dan op het gebied van screw-cutting en mechatronica. Ze maken hier dus schroeven, en doen iets met mechatronica. Wat dat dan ook moge betekenen. Mechatronica is een technische discipline die bestaat uit de combinatie van de volgende ingenieursdisciplines: Elektrotechniek, werktuigbouwkunde en meet- en regeltechniek. Uh, oké. Vroeger maaktzen hier horloges, tegenwoordig is dat ook nog een bestaande bedrijvigheid in het economische hart van de Haute Savoie, maar heeft men zich dus verder gespecialiseerd in andere dingen. Het hoofdkantoor van Somfy zit hier. Somfy is volgens Somfy marktleider in producten voor het elektrisch kunnen bedienen en automatisch besturen van zonwering, rolluiken, raamdecoratie, garagepoorten, tuinhekken, verlichting en het alarm. Boeiend, denk je dan, maar blijkbaar levert het 8000 directe banen op en 40.000 indirecte banen. Leuke claim, nemen we gewoon voor waarheid aan want niet mijn probleem. Het schijnt hier ook enigszins toeristisch te zijn, wintersport en dat soort werk. Uiteraard is er een museum, waar je allerlei historische uurwerken kunt bewonderen. Musée de l'horlogerie et du décolletage, de moeite waard. Verder hebben ze een oude brug, een oude kerk, een oud stadhuis en een oude school waar je vroeger kon leren om klokjes te maken. Tegenwoordig gewoon een middelbare school, desondanks wordt het net als een enorm lelijk plein toch gewoon opgenomen in het roadbook.



Op de voorgrond van de foto zien we de niet al te spectaculaire oude brug, met op de achtergrond het horlogemuseum. Van de binnenkant leuker dan van de buitenkant, zonder twijfel. Het kan een speciale start zijn voor Aurélien Paret-Peintre, want hij is lid van de lokale wielerclub, de Vélo Club Cluses-Scionzier. Bij de start wordt Aurélien wellicht aangemoedigd door enkele bekenden, dat zal hij vanzelf zien als we van start gaan aan de rand van de stad, eigenlijk midden op het uitgestrekte industrieterrein van dit economische hart van de Haute-Savoie. Tijdens de neutralisatie rijden we een rondje langs de voormalige horlogeschool, het lelijke plein, het museum en de oude brug, waarna de rit buiten de stad officieel gaat beginnen langs een ander industrieterrein. Tijdens de eerste echte kilometers van de rit rijden de renners over een brede weg dwars door de vallei, het wordt een behoorlijk vlak begin. In de eerste 14 kilometer van de rit hoeft er niet geklommen te worden, maar om een andere reden wordt het toch vervelend. We komen vrij snel een rotonde tegen, daarna rijden we door het dorpje Magland. Veel vluchtheuvels en nog meer rotondes hier, toch maar niet al te hard van stapel lopen hier. Buiten Magland gaat het een kilometer of acht wat meer rechtdoor over een brede en vlakke weg zonder vluchtheuvels, ze moeten hier dan maar beginnen met koersen. Of wachten op de eerste klim, want die komt er ook al bijna aan. Als we bijna in Sallanches zijn slaan we bij een rotonde rechtsaf, waarna we over een weg met nog meer rotondes dwars door de stad rijden waar in 2016 nog een Tourrit van start ging. Een klimtijdrit met aankomst in Megève, waar Chris Froome helaas zou winnen voor ONZE Tom Dumoulin. Daarvoor ging er in 2003 een rit van start in Sallanches, een werkelijk fantastische rit. Van Sallanches naar Alpe d'Huez, met een sprint van US Postal aan de voet van Alpe d'Huez en uiteindelijk een grandioze solo van Iban Mayo. In Sallanches werd ook ooit het WK wielrennen georganiseerd, in het parcours werd de klim opgenomen waar de renners straks ook aan gaan beginnen. In het midden van de tweede rotonde in Sallanches zien we de overwinnaar van dat WK staan, Bernard Hinault is vereeuwigd in deze niet al te bijzondere plaats. Voor Jan Janssen was dan weer geen plek, terwijl hij in 1964 wereldkampioen werd in Sallanches. Arme Jan. Sallanches is tevens de woonplaats van voormalig prof Charly Mottet, die meerdere ritten won in de Tour en ooit tweede werd in de Giro. Zijn dochter Eva zou later ook wielrenster worden, maar zij kwam vorig jaar op 25-jarige leeftijd te overlijden. Sterkte, Charly. Maëlle Grossetête, profwielrenster bij FDJ en volgens Eurosport een expert, komt blijkbaar ook uit Sallanches. En dan schijnt Jeannie Longo hier ook nog ooit de eigenaar te zijn geweest van een gebouw, maar in dat gebouw zit nu een instituut voor autistische kindjes. Ofzo, oké.



In Sallanches, waar de lokale specialiteit ook al bestond uit het maken van horloges, komen we terecht op het parcours van die tijdrit uit 2016. Toen reden we van Sallanches via de Côte de Domancy naar Megève en dat gaan we nu ook doen. We rijden zodra we het centrum van Sallanches zijn gepasseerd nog een tijdje rechtdoor verder over een vlakke weg, tot we uitkomen in Domancy. Cluses zou het economische hart van de regio moeten zijn, maar de hele vallei zit vol met innovatie. Zo is het bedrijf Quechua, van die opvouwtenten, opgericht in Domancy! Een paar medewerkers van de Decathlon in Sallanches vonden het tijd voor wat anders en begonnen dan maar een eigen bedrijfje in Domancy, nou, dat hebben we geweten. In Domancy begint de eerste klim van de dag, de Côte de Domancy. Het ging lang rechtdoor, maar bij het binnenrijden van Domancy nemen ze bij een rotonde de eerste afslag, wat in dit geval neerkomt op een bijna terugdraaiende bocht. Richting Domancy loopt de weg vals plat omhoog, maar de schok zal groot zijn als de klim echt begint. Meteen gaat het een halve kilometer omhoog aan 8%. Na die halve kilometer wordt het nog steiler, het gaat de volgende kilometer aan 11% omhoog. De laatste kilometer richting de top gaat het aan 10% omhoog, met uitschieters naar 17%. Een enorm steile klim. In totaal 2,5 kilometer lang en 9,4% gemiddeld. Degene die hier als eerste boven kwam in 2016 kreeg de Prix Bernard Hinault toebedeeld, dit jaar lijkt het een simpel klimmetje van de tweede categorie te zijn. Na 19,6 kilometer zijn we boven op deze klim, waar Bernard Hinault tijdens het WK van 1980 de tegenstand aan gort fietste. Een aanval van 150 kilometer, move over Tadej Pogacar. Wel weer redelijk vroeg op de dag, dus hier gaat het gevecht om in de vlucht van de dag te geraken wel stevig ontbranden. In 2016 reden we hier dus tijdens de 18e rit omhoog tijdens de tijdrit, de dag daarna reden we dan juist weer naar beneden onderweg naar Saint-Gervais-Mont-Blanc, waar Romain Bardet zou winnen. In de Dauphine heeft de Côte de Domancy ook wel eens gefigureerd, vorig jaar nog bijvoorbeeld. Toen fietsten we naar Megève, wat we nu ook weer gaan doen. Boven op de top van de klim slaan de renners linksaf en rijden ze naar die plaats, waar Sepp Kuss vorig jaar won in de Dauphine. Dat was wel een andere Kuss, zoals heel Jumbo toen een andere ploeg was. De weg naar Megève is niet makkelijk, de komende zeven kilometer komt er nog heel wat klimwerk aan te pas. Over een brede weg rijden we langs allerlei wintersportoorden, waardoor deze weg is voorzien van de nodige rotondes. Het is een kilometer zo goed als vlak, waarna het drie kilometer aan 4 à 5% omhoog zal gaan, over een weg die voor een groter deel uit verkeersmeubilair bestaat dan asfalt. Wel leuke dorpjes tussendoor, zoals Combloux. In het laatste stuk naar Megève gaat het nog eens twee kilometer aan 5% omhoog, waarna het steeds vlakker wordt alvorens we na 26,5 kilometer de top van deze ongecategoriseerde klim bereiken.




In Megève, waar Froome dus in 2016 in de gele trui de tijdrit won en waar ONZE Tom tweede werd rijden we dwars door het centrum. Richting de top wordt de route wel anders in vergelijking met 2016, toen sloegen we ergens linksaf om nog wat extra te klimmen over een smal weggetje, nu blijven we rechtdoor rijden over de doorgaande weg die dus is voorzien van allerhande boobytraps. Het is een groot en populair wintersportoord, met schijnbaar zelfs een kilometer of 450 aan piste, echt fantastisch. Al is dat wel meteen het hele gebied bij elkaar, dus ook de pistes die bij de dorpjes in de omgeving horen. Het levert nogal wat knaken op allemaal, waardoor men de koers regelmatig kan binnenhalen. Nu blijft het bij een simpele doortocht, al wordt die doortocht minder simpel door alle rotondes en vluchtheuvels. Buiten het centrum van Megève loopt de weg een aantal kilometer vals plat naar beneden richting de tussensprint, die na een kleine 33 kilometer zal volgen in het volgende wintersportoord, Praz-sur-Arly. Dit gaat de openingsfase van deze rit ook wel weer wat interessanter worden. Colbrelli en Matthews mogen opnieuw een poging wagen om voor de punten te sprinten, leuk. De kans op een aantrekkelijke openingsfase is bestaande, waarbij de kans ook groot is dat we de echte kopgroep pas gaan zien ontstaan op de tweede klim van de dag. Die klim begint niet lang na de tussensprint, een mens mag hopen op nog meer spektakel. Buiten Megève gaat het dus een tijdje naar beneden, zelfs een tijdje iets steviger met onderweg een paar bochten. De weg is wel enorm breed en tussen de dorpjes in niet voorzien van veel obstakels. Het asfalt lijkt wel aan een update toe te zijn op sommige plaatsen, verder is er geen probleem. Tenzij het weer gaat regenen, maarja, daar doe je niets aan. In Praz-sur-Arly liggen weer een hoop rotondes, na een aantal van die dingen gaan we sprinten ter hoogte van het lokale gemeentehuis. De weg loopt hier tijdelijk wat omhoog, maar na de sprint dalen we nog een paar kilometer verder af over een brede weg die eerst recht is en daarna toch wat bochtig begint te worden. Wel zo'n brede weg dat het hier makkelijk fietsen is, zelfs als het nat is. Beneden zien we aan de linkerkant van de weg een smallere weg liggen die omhoog gaat, daar moeten we naartoe. Het gaat twee kilometer aan meer dan 5% omhoog richting Notre-Dame-de-Bellecombe, zo'n heerlijk onaangekondigd hupje. Paar haarspeldbochtjes omhoog richting dit wintersportdorpje, waar we na 39 kilometer doorheen gaan fietsen. In het centrum van Notre-Dame-de-Bellecombe slaan we rechtsaf, waarna we gaan beginnen aan een afdalinkje van een kilometer. Een afdaling zonder merkwaardige strapatsen, al komen we aan het eind wel een scherpe bocht naar rechts over een brug tegen. Aan de andere kant van deze brug loopt de weg direct weer omhoog, we gaan beginnen aan de volgende officiële klim van de dag.



We gaan beginnen aan de Col des Saisies, een klim van 9,4 kilometer aan 6,2% gemiddeld. Deze beklimming zit de laatste jaren wel vaker in de Tour, vorig jaar nog. Al beklommen we 'm toen wel van de andere kant. Merkwaardig genoeg daalden we toen ook af langs een andere kant, er zijn blijkbaar vele wegen die naar Les Saisies leiden. In die afdaling ging Marc Hirschi op z'n snufferd, terwijl hij daarvoor al een aantal keer had laten zien een getalendeerde daler te zijn. Wellicht dat we die weg daarom nu vermijden. Een andere weg omhoog, via andere skidorpjes. Crest-Voland wordt op de kaart gezet, waarom ook niet. Enfin, hoe dan ook, er gaat geklommen worden. Een kleine tien kilometer aan 6%, een gemiddeld stijgingspercentage dat niet alles verklapt. Het is namelijk een vrij onregelmatige klim, deze Saisies. We beginnen met een kilometer aan 9,6%, ik bedoel maar. Hierna gaat de brede weg een kilometer aan 7% omhoog, kilometer aan 7,5% daarna, dan eentje aan 8,5%, dan weer naar 9%. De eerste vijf kilometer van de klim zijn de moeite waard, kortom. Het venijn zit hier duidelijk in het begin, na die laatste lastige kilometer aan 9% volgt er een kilometer aan 6% waarna het zelfs nóg een stuk makkelijker wordt. Twee doodeenvoudige kilometers. Eentje zelfs in licht dalende lijn, met daarna ter afsluiting een kilometer aan 7%. We komen vervolgens uit in het wintersportoord Les Saisies, waar Egan Bernal in de Tour de l'Avenir van 2017 een rit won. We missen Egan nu wel, stiekem. Vorig jaar was Hirschi als eerste boven, maar toen kwamen we dus van de andere kant. Er zijn heel veel kanten. Je hebt ook de kant van de Montée de Bisanne, beklommen in 2016 en 2018. Maar goed, nu dus weer een andere variatie van Les Saisies, het wintersportoord dat we na 49,4 kilometer gaan bereiken. Op deze manier is de Col des Saisies een beklimming van de eerste categorie, hmm, ja, twijfelgevalletje. In ieder geval, nadat we boven zijn gekomen bij de vele hotels en appartementen van Les Saisies volgt er een afdaling van 15 kilometer richting Beaufort. We beginnen in Les Saisies zelf al te dalen, met in de bebouwde kom toch al snel een rotonde of vier. Buiten het dorp begint de afdaling echt, 15 kilometer aan 6% in dalende lijn. In de eerste zes kilometer gaat het vrij fors naar beneden, met in het begin een paar pittige haarspeldbochten. De weg is wel breed en goed, dat maakt het leven makkelijker. De renners die in de Tour van 2018 aanwezig waren kennen deze afdaling, toen gingen we over dezelfde weg naar beneden nadat we de Montée de Bisanne hadden beklommen. Daarna zouden we ook over de Col du Pré en de Cormet de Roselend gaan, copy paste.




Na twee lastige haarspeldbochten in het begin van de afdaling is het een paar kilometer wat lastiger, we komen even verderop nog een haarspeldbocht tegen en dan gaat het in de buurt van Hauteluce zelfs een halve kilometer licht omhoog, toch een hinderlijke onderbreking van het ritme. Vervolgens gaat het verder naar beneden richting Villard-sur-Dolon, voorlopig nog op een redelijk makkelijke manier. Even later wordt de afdaling wel wat bochtiger, met onder meer een stuk of zes haarspeldbochten. Wel enorm makkelijke bochten, vooral met dank aan de brede weg. Eenmaal in de buurt van Villard-sur-Dolon slaan de renners linksaf, waarna ze over een nog bredere weg een aantal kilometer volledig rechtdoor richting Beaufort rijden, dwars door de vallei. Het gaat lichtjes naar beneden, maar het stelt aan het eind niets meer voor. Al met al een makkelijke afdaling. Paar haarspeldbochten onderweg die door de breedte van de weg niet al te moeilijk zouden moeten zijn, dat is het verder wel. Na 66,6 (ha) kilometer komen we uit in het pittoreske Beaufort, waar twee rotondes liggen. Het gaat twee keer rechtdoor, waarna we bij het volgende kruispunt rechtsaf slaan. Na deze bocht begint de weg meteen omhoog te lopen, we staan hier op het punt te beginnen aan de volgende zware klim van de dag, de Col du Pré. We rijden via een paar bochten door het toeristische Beaufort omhoog, de klim van buitencategorie is begonnen. De komende 12,6 kilometer gaat het aan 7,7% omhoog, ik weet niet of het daardoor terecht een klim van buitencategorie is. Hoe dan ook bijzonder lastig, hoewel het eerste deel van de klim nog redelijk meevalt. In de eerste kilometer gaat het aan 7% omhoog, waarna we in de haarspeldbochtjes buiten het dorp twee kilometer aan ongeveer 8% gaan klimmen. Daarna zwakt het af richting 5%, de kilometer daarna is het zelfs bijna zo goed als vlak. We rijden over een brede en rechte weg richting het dorpje Arêches, waar het tweede deel van de klim begint. Dit tweede deel van de klim is een stuk lastiger. Meteen in Arêches gaat het een kilometer omhoog aan 9,5%, met de nodige haarspeldbochten. Dat is sowieso wel het verhaal van de rest van de klim, heel veel haarspeldbochten. Ook hoge percentages, al komt er nu wel even een makkelijkere kilometer aan 7,5% aan. Daarna gaat het evenwel twee kilometer lang aan 9,5% omhoog. We bevinden ons dan op vier kilometer van de top en krijgen nog drie lastige kilometers voorgeschoteld. Eerst een kilometer aan 8,7%, dat lijkt ook lastig maar het valt best mee in vergelijking met de kilometers daarna. Twee kilometer met percentages boven de 10%. De voorlaatste kilometer van de klim stijgt het zelfs aan 11%. Richting de top zwakt het vervolgens af naar 4,5%. Na 57 kilometer, op 51 kilometer van de streep, komen de renners boven op de Col du Pré, een klim die in 2018 debuteerde in de Tour. Het is een zijweg van de klim naar Cormet de Roselend, eigenlijk. Een veel steilere zijweg, zoals nu wel blijkt. Warren Barguil kwam toen als eerste boven, dat lijkt nu een moeilijker verhaal te worden. Recentelijk kwam deze klim ook nog voor in de Dauphiné, in een van de ritten die werden gewonnen door de wonderbaarlijke Mark Padun.





Na de top van de klim gaat het een aantal kilometer naar beneden, over een weg die dus niet al te breed is. Weggetje heeft ook wat bochten, een paar pittige haarspeldbochtjes zelf. Toch een vrij listige afdaling daardoor, zeker als het weer gaat regen. Wel is het redelijk overzichtelijk, dat scheelt dan weer. Na een kort stukje dalen wordt het uitzicht ineens adembenemend mooi. In de verte zien de renners de bergen en het Lac de Roselend liggen. Eigenlijk gaat het maar goed en wel twee kilometer redelijk steil naar beneden, voor de renners langs het meer komen te rijden. Ze rijden over de stuwdam, wat toch ook wel weer een wonderlijke weg is. Op de dam is het een kilometer vlak, maar daarna loopt de weg een kilometer omhoog aan 3%, gevolgd door een vals platte kilometer aan minder dan 2%. Dit brengt ons naar de top van de Col du Méraillet, voor zover je van een col mag spreken. Eenmaal boven bevinden we ons nog steeds in de buurt van het meer en langs het meer gaat het nu een kilometer lang naar beneden, over een brede weg. Paar bochtjes, maar prima te doen. Als dit korte afdalinkje gedaan is loopt de weg direct weer omhoog. We gaan beginnen aan de Cormet de Roselend. Althans, een deel van Cormet de Roselend. Normaal gesproken beklim je dit ding vanuit Beaufort, maar tijdens deze rit doen we vanuit Beaufort de Col du Pré, waardoor we op een ander punt aansluiting krijgen bij Cormet de Roselend. Vanuit Beaufort is dat ding 20 kilometer lang, de renners hoeven nu alleen de laatste zes af te haspelen. Door een schilderachtige omgeving gaat het een kilometer omhoog aan 6%, waarna het twee kilometer lang aan ongeveer 8% omhoog gaat. In de laatste kilometers richting de top wordt het aanzienlijk minder lastig. Steeds een procentje minder, van 6,5% naar 5,5% om af te sluiten met een laatste kilometer aan 4,3%. Na 93,3 kilometer bereiken we de top van deze klim van de tweede categorie. Cormet de Roselend komt de laatste jaren veel te vaak voor in de Tour, al worden we soms geholpen door de weersomstandigheden. We keren vandaag terug naar Tignes, waar we dankzij een modderstroom niet konden komen. Maar, een dag daarna zouden we naar Val Thorens rijden via de Cormet de Roseland. Ook dat ging niet door, want ook op deze berg hadden ze last van modderstromen. In 2019 sloegen we dus per toeval een keertje over, maar zowel in 2018 als 2020 kwam de Cormet de Roselend voor. In 2018 dus net als nu via de Col du Pré, vorig jaar beklommen we 'm dan juist weer van de andere kant, de kant die zodadelijk in dalende lijn gaat worden afgewerkt. In een verder verleden kwamen onder meer kleppers als Claudio Chiappucci, Alex Zülle en Alejandro Valverde ooit als eerste boven op deze klim. Of Michael Rasmussen in 2007, dat waren nog eens tijden. Totdat ze dat probleem vakkundig wisten op te lossen, wellicht dat Cassani Tadej Pogacar ook op een opmerkelijke plaats heeft gespot.



Na de klim begint een lange afdaling van een kleine 20 kilometer naar Bourg-Saint-Maurice-les-Arcs. Een afdaling die in het verleden nog wel eens voor problemen heeft gezorgd. Zo reed Johan Bruyneel in 1996 tijdens de afdaling van de Roselend rechtdoor het skoekeloen in. De afdaling begint nochtans makkelijk, het gaat eerst een kilometer rechtdoor naar beneden, daarna komen de bochten pas. In vijf kilometer tijd krijgen we te maken een aantal haarspeldbochten en andere bochtjes, maar dit stelt relatief weinig voor omdat de weg behoorlijk breed is en het terrein vrij kaal. Daardoor is alles overzichtelijk, net zoals het in de laatste kilometers van de klim enorm kaal en overzichtelijk zal zijn. Wellicht nog wat last van eventuele wind daar. Na dit stuk wordt de weg weer wat rechter en wordt het ook wat vlakker. Een tussenstuk van een kilometer of drie, waarna het echte werk gaat beginnen. Voorbij Crêt Bettex wordt de weg ineens een stuk smaller en gaat het veel steiler naar beneden. We komen nu uit bij het deel waar Johan Bruyneel nog wel eens wakker van zal schrikken. Vrij snel bereiken we zijn bocht en toegegeven, dat is ook best een lastige bocht. Daarna komen er nog wat lastige bochten, waaronder een aantal haarspeldbochten. De renners rijden inmiddels door een bos, waardoor het overzicht wat minder is. Ook het feit dat de weg dus een stuk smaller is helpt niet mee. In latere tijden zijn hier nog wel eens wat renners in het skoekeloen gesukkeld, als ik me niet vergis. Ach, voegt weer een extra element toe aan de koers hè. We hebben immers nog niet genoeg valpartijen gezien. Dit lastige stuk van de afdaling duurt zes kilometer. Daarna daalt het nog een aantal kilometer verder richting Bourg-Saint-Maurice, maar dat stelt minder voor. We komen na 112 kilometer uit in Bourg-Saint-Maurice, waar wat drempeltjes liggen. Vanaf hier is het nog een kilometer of 30 fietsen tot de finish in Tignes. Vanuit Bourg-Saint-Maurice kun je aan allerlei beklimmingen beginnen. In 2018 reden we naar La Rosière, waar Geraint Thomas zou winnen. Lachwekkend, toen al en in hindsight helemaal. Je kan ook naar La Plagne, zoals we recentelijk in de Dauphiné deden. Padun, gelachen. Michael Boogerd in 2002, genoten natuurlijk. Les Arcs is ook nog een optie, waar Luc Leblanc in 1996 won en waar Miguel Indurain kopje onder ging. In plaats daarvan gaan we nu naar Tignes, het wordt een tijdje door een vallei boren. In Bourg-Saint-Maurice, waar in de Tour van 2018 ook nog een rit van start ging, slaan we bij een rotonde linksaf.



Na deze rotonde rijden de renners naar Séez, na een vlakke kilometer loopt de brede weg twee kilometer redelijk stevig omhoog richting dit dorpje, waar we bij een rotonde naar rechts moeten. Gaan we naar links, dan gaan we naar La Rosière, maar daar willen we na 2018 niet meer komen. Het gaat dus naar rechts, op weg naar Tignes. Voordat we aan onze slotklim gaan beginnen moeten we eerst nog een tijd door de vallei rijden, na het klimmende werk in en rond Séez is het een kilometer of drie zo goed als vlak, waarna het weer een kilometertje omhoog gaat. Geen vlakke tocht door de vallei, mocht je hier in je eentje op kop rijden dan zal het toch aanvoelen als een eindeloze opgave. Na dit nieuwe klimmetje is het weer een kilometer of drie vrij vlak, tot we bijna in Sainte-Foy-Tarentaise zijn. Hier begint de slotklim, een klim van liefst 21 kilometer. In en rond Sainte-Foy-Tarentaise komen we een paar haarspeldbochten tegen, waar het in eerste instantie aan 6% omhoog zal gaan. Na een volgende kilometer aan 6,5% gaat het even later zelfs aan 8% omhoog, we rijden van Sainte-Foy over een brede weg verder naar La Thuille, het volgende gehucht. De weg omhoog is breed en wordt ook vrij snel weer behoorlijk recht, op die haarspeldbochten in het begin na is het bijna een streep rechtdoor naar Tignes. Na de lastige kilometer aan 8% gaat het even later omhoog aan 6,5%, waarna we van 7 naar 6 naar 5 naar 4% gaan, iedere nieuwe kilometer is makkelijker dan de voorgaande. Het zicht wordt steeds mooier, maar door die eeuwig doorlopende rechte weg zal het eindeloos, ein-de-loos aanvoelen. Uit beeld verdwijnen is tijdens het eerste deel van deze slotklim ook geen sinecure, dan moet je toch al snel Pogacar heten. Na de makkelijke kilometer aan 4% gaat het vervolgens twee kilometer omhoog aan 5%, daarna volgt zelfs nog een kilometer aan 6%. Na 11 kilometer klimmen bereiken we dan de top van het eerste deel van deze klim, we slaan nu rechtsaf en gaan na een korte afdaling en een tweetal zo goed als vlakke kilometers beginnen aan het slotstuk van de rit. Dit is het punt dat we uitkomen op het beoogde parcours van 2019. Toen schreef ik voor Jan met de korte achternaam een stukje, bleek achteraf. Heel de weg naar Tignes bekeken, een stuk over de geschiedenis geschreven, komen we helemaal niet uit in dat Tignes. Overkomt me niet nog een keer, ik wil wel eer van m'n werk dus kopiëren we de tekst van 2019 gewoon. Zoals Patrick Lefevere zou zeggen: bam.




De brede weg die niet buitensporig bochtig is brengt ons naar Les Brevières, een dorpje dat deel uitmaakt van Tignes. Hier bevinden we ons aan de voet van de slotklim. Na een paar bochten in Les Brevières slaan we rechtsaf, rijden we over een brug en dan begint de slotklim. Het zal 7,5 kilometer aan 7% gemiddeld omhoog gaan. De Montée de Tignes, een beklimming van de eerste categorie, begint redelijk stevig met een kilometer aan 7,5%. De renners rijden over een wat smallere en bochtige weg, die door een bos loopt. Na de aanvangskilometer gaat het omhoog aan 9%, dat is toch wel het terrein waar het meteen zal moeten gebeuren. Het heeft weinig zin om te wachten, want in de kilometer die volgt gaat het nog maar aan 7% omhoog. Als we een stuk of zes haarspeldbochten achter de rug hebben komen we uit in Les Boisses, waar de klim een stuk minder indrukwekkend wordt. Een kilometer aan 4%, dat schiet niet op natuurlijk. Na een paar bochten in Les Boisses en een rotonde komen we buiten het skidorpje uit op een bredere weg, die een kilometer aan 5% omhoog zal lopen. De klim lijkt op een tegenvallende manier te eindigen, maar gelukkig volgt er toch nog een aardig slot. Na vijf kilometer klimmen gaat het plotseling aan 7% omhoog. We fietsen vooral rechtdoor over de brede weg, af en toe komen we een half overhangende galerij tegen. In de kilometer daarna gaat het aan ongeveer 9% omhoog, zul je zien dat de renners hier pas gaan demarreren. We zijn daarna bijna boven in Tignes. In de laatste halve kilometer van de klim gaat het nog eens aan 7,5% omhoog, waarna we op twee kilometer van de finish bovenkomen op deze klim. We bevinden ons in het skidorp en direct na de top van de klim komen we een rotonde tegen waar het schuin naar rechts gaat, een tunnel in. 200 meter later verlaten we de tunnel weer, waarna we meteen de volgende rotonde tegenkomen. Na deze rotonde gaat het min of meer rechtdoor tot aan de laatste kilometer, in licht dalende lijn. In de laatste kilometer is het vervolgens weer vlak tot vals plat. Op een paar flauwe bochten na is het een makkelijke laatste kilometer, de renners moeten alleen op 250 meter van het eind nog even om een rotonde heen. Daarna is het vlak tot aan de finish.




Voor de tweede keer in de geschiedenis van de Tour de France komen we aan in Tignes. Schreef ik in 2019, en dat klopt in 2021 dus nog steeds. De stad debuteerde in 2007 en het zou een debuut worden om nooit te vergeten. De achtste etappe van de Tour van 2007 ging van start in Le Grand-Bornand en in de 165 kilometer die de renners moesten afwerken kwamen ze meerdere beklimmingen tegen. Onder meer Cormet de Roselend, waar Michael Rasmussen samen met een aantal anderen in de aanval ging. Hij kwam in de kopgroep terecht en in die jaren wist je dan wel wat er ging gebeuren. Ook nu wist hij het weer op een sublieme manier af te ronden, zijn vluchtgenoten hadden geen antwoord op zijn versnelling. In het peloton leken ze zich niet echt druk te maken, de voorsprong bedroeg een minuut of zes. Richting het eind van de rit besloten de favorieten toch maar te versnellen, maar op Iban Mayo na finishte iedereen op meer dan drie minuten van Rasmussen. De Deen nam daardoor de gele leiderstrui over. Geen probleem, dacht de rest. Die mafketel zakt er vast wel ooit ergens door. Niet dus, Rasmussen zakte er nergens door en was op weg om de Tour van 2007 te winnen, totdat bleek dat hij had gelogen over zijn verblijfplaats in aanloop naar de Tour. Enfin, die miraculeuze Tour van Rasmussen begon dus hier, in Tignes. Al kun je niet echt van Tignes spreken, dat is meer de verzamelnaam. De gemeente bestaat uit de dorpjes Tignes-Val-Claret, daar finishen we. We rijden onderweg door Tignes-le-Lac, Tignes-le-Lavachet, Tignes-les-Boisses en Les Brévières. Les Brévières is een oud dorpje, de rest ontstond na de constructie van de stuwdam of als skistation. Het dorpje Tignes lag vroeger in de vallei van de Isère, iets lager dan Val d'Isère. Na de Tweede Wereldoorlog werd echter een hydro-elektrische stuwdam aangelegd op de Isère. Door het ontstane stuwmeer, het Lac du Chevril, zou het oude dorpje Tignes onder water komen te liggen. De kerk werd verhuisd naar Tignes-les-Boisses, en het dorp liep uiteindelijk onder in 1952. Om de tien jaar laat EDF het meer voor inspectie- en onderhoudswerken aan de dam leeglopen voor onderhoudswerken, en worden de resten van het oude Tignes nog zichtbaar. Dat is wel een behoorlijk bijzonder verhaal eigenlijk, dorpje verplaatsen voor een stuwdam. Als ze zoiets tegenwoordig in China doen vinden we dat gek, in Europa was het blijkbaar ooit normaal. Tignes is verder natuurlijk een plaats waar ze met name aan wintersport doen. Het dorp vormt samen met Val-d'Isère het skigebied Espace Killy, vernoemd naar de Franse skiër Jean-Claudy Killy. Al schijnt die naam amper gebruikt te worden, maar goed. Op de flanken van de bergtop de Grande Motte kan ook in de zomer geskied worden. Nouja, voorlopig in ieder geval. Over een paar jaar is die gletsjer weg en dan houdt het feest vanzelf op. Tignes schijnt overigens vooral geschikt te zijn voor mensen met wat meer ervaring, vrij lastige pistes hier. Al hebben ze voor de kneusjes ook wat makkelijkere pistes aangelegd. Nouja, Tignes dus. In deze gemeente in de Savoie waar blijkbaar toch nog 2400 mensen wonen gaan we op zoek naar een opvolger van Rasmussen.



Toch wel weer wat ongelukkiger met deze rit als we naar de geschiedenis kijken. Tijdens die rit in 2007 reden we tussen de beklimming van de Cormet de Roselend en Tignes ook nog over de Montée d'Hauteville, het eerste deel van de klim naar La Rosière. Daardoor sloegen we de vallei over en werd het een lastigere combinatie van klimmen dan we nu gaan zien. Erg jammer, weer een bewijs dat de parcoursen de afgelopen jaren makkelijker zijn geworden. Maar goed, de renners maken nog steeds de koers en dat hebben we de afgelopen dagen weer gezien. Ze staan vandaag om 13:00 aan het vertrek, waarna de officiële start om 13:10 zal plaatsvinden. Sporza wil ditmaal niet de plank misslaan en daarom is Canvas om 12:50 op de afspraak. Na het heilige journaal kunnen we om 13:30 zappen naar één. De NOS is er ook meteen bij, de PLAYER logischerwijs ook. Groot nieuws: Zelfs Eurosport 1 is er meteen bij! Balletje-over-netjes-meppen-terwijl-je-hard-kreunt zal dan wel afgelopen zijn, vermoeden wij. Er is gelukkig geen voetbal vandaag, dus kan men wat later eindigen dan normaal. De aankomst wordt verwacht tussen 17:30 en 18:07. Net als gisteren schijnt het weer een miserabele dag te worden. Regen in Cluses, 19 graden overdag. Beetje wind, maar dat lijkt opnieuw geen grote rol te gaan spelen. Vooral de regen zal wederom zorgen voor een loodzware dag, we branden een kaarsje voor Piti. Boven in Tignes zal het amper 12 graden zijn, ook daar behoorlijk veel kans op regen. Iets meer wind, uit het zuiden. Tegenwind dus op de slotklim, flopshow. Vervelende dag, al met al. Arme, arme coureurs.



Na het fiasco van 2019 moesten we snel terugkeren naar Tignes. Ze hadden hier immers geld op tafel gelegd en bepaald geen return on investment gekregen. Dat we dus snel een nieuwe poging zouden wagen om in Tignes te finishen stond in de sterren geschreven. Dat het dan weer op deze manier wordt gedaan is enorm teleurstellend. Het had een prachtige rit kunnen zijn, met bijvoorbeeld weer de Iseran in het parcours. Dat durfde men blijkbaar niet meer aan. Bang voor nieuwe modderstromen die het wegdek zouden verzwelgen. Maar, van de andere kant, we rijden nu ook weer over de Cormet de Roselend en daar konden we in 2019 ook niet over wegens modderstromen. Curieus, heel curieus. Zonder Iseran moet je inderdaad vanuit Bourg-Saint-Maurice naar Tignes fietsen, maar in 2007 wist men dat dus op een andere manier in te vullen. Minder vlakke kilometers tussen de Roselend en Tignes, dat had al een hoop gescheeld. Het erge is dat Thierry Gouvenou dit weet: "Na de zeer attractieve Col du Pré verwacht ik geen lange aanvallen van de grote kanonnen. Na de Cormet de Roselend volgt namelijk nog een lange afdaling en een passage door de vallei voordat de voet van de klim naar Tignes wordt bereikt." Ja, klare lamlul, waarom ontwerp je deze rit dan op zo'n wanstaltige manier? Als er nu geen andere opties waren, maar dat is dus niet het verhaal. Pure onwil, onkunde, noem het maar op. De renners moeten hem weer uit de brand helpen, terwijl je in een ideale wereld zou zien dat de parcoursbouwers de renners mogelijkheid na mogelijkheid bezorgen. Maar ja, het moet lang spannend blijven tegenwoordig. Haha, vertel dat maar eens aan Pogacar. Benieuwd hoe men dat in de toekomst wil oplossen, olieploegen uitsluiten van deelname? Nooit meer een berg? Nooit meer een tijdrit? Enfin, korte rit. Te kort naar mijn smaak. Ook niet lastig genoeg, naar mijn smaak. Vooral richting het eind kakt de rit nogal in, de klim naar Tignes is er niet eentje voor de eeuwigheid. Ze hebben nog wel hun best gedaan door een alternatief weggetje omhoog te vinden met een paar steile kilometers onderweg, maar het blijft een kutklim. Als iedereen fit en gezond was gebleven en we geen chaotische Tourweek achter de rug hadden gehad was ik wellicht nog kritischer geweest, dan had je op je vingers kunnen natellen dat hier helemaal niets gebeurd was. Nu kan het wellicht een ander verhaal worden, deze eerste week van de Tour is door allerlei verschillende omstandigheden enorm zwaar geweest. Het is ook maar net de vraag wat Pogacar wil. Hij heeft blijkbaar al aangegeven defensief te willen gaan koersen, wat me ook alleen maar logisch lijkt. Kansloze kopgroep weg laten rijden en gezellig samen omhoog naar Tignes, geen gezeik. De motivatie bij een ploeg als Ineos zal nu zo laag zijn dat ze daar niet veel tegenin durven te brengen. Van de andere kant is Pogacar ook wel zo eerzuchtig dat hij nog een paar ritten wil winnen, maar wellicht komen er hierna betere kansen. Na twee zware dagen is een dagje bijkomen geen overbodige luxe, al krijgen we hierna natuurlijk te maken met een rustdag. Na de rustdag is het dan weer een vlakke rit, dus er komt veel relatieve rust aan. Aangezien heel veel ploegen nu wel weten dat ze Pogacar niet gaan verslaan zie ik niemand deze rit op zo'n manier controleren dat de vlucht van de dag nog ingerekend gaat worden. Normaal denk je: laatste rit van de week, aankomst bergop, klassementsrenners. Het is anders gelopen deze Tour. Er zijn amper nog klassementsrenners over en het is zo lastig geweest dat niets meer vanzelf zal gaan. Ik denk dat we weer een snelle openingsfase gaan krijgen, waarna de vlucht waarschijnlijk pas zal onstaan na de tussensprint. Dan ontstaat de vlucht op de Col des Saisies en zal deze vlucht bestaan uit sterke klimmers. Die zingen het vervolgens wel uit tot het eind, lijkt me. Zulke scenario's gaan we dankzij de dominantie van Pogacar nog vaker zien, vermoed ik zomaar. En dan te bedenken dat Tignes zo'n beetje de thuisbasis is van Jumbo-Visma. In aanloop naar de Tour hebben ze hier heel veel getraind. De vrouw en het kind van Roglic zouden hier op hem wachten. Doen ze nog steeds, maar dan op een andere manier. Voor de Tour had ik hier toch heel wat anders verwacht. Het eeuwige treintje van Jumbo met een laf sprintje van Roglic aan het eind. Nu wordt het een compleet ander verhaal. Zonder Jumbo's, me dunkt.
1. Bilbao. Nog maar een keer. Gisteren liet hij het lelijk afweten, sterker nog, hij waagde geen enkele poging. Joost mag weten waarom. Wellicht mag hij niet eens omdat hij voor een anoniem klassement moet gaan? Komen we vandaag achter, als hij nu weer geen initiatief neemt weet ik genoeg. In de tussentijd verwacht ik dat hij de streak van Bahrein gaat uitbreiden. Twee op rij, dat kan drie op rij worden. Wegens de bollen zullen Teuns en Poels ongetwijfeld ook weer een nieuwe poging wagen, maar die zouden na gisteren toch enigszins uitgepierd moeten zijn. Bilbao heeft dan eventueel wel weer het probleem dat renners om hem heen nerveus worden als hij in de aanval gaat. Staat nu 10e in het klassement, zul je zien dat Movistar in gang schiet om de 8e plaats van Mas te beschermen en dat soort werk.
2. O'Connor. AG2R stuurde gisteren Paret-Peintre en Peters mee, nee, daar ga je het tijdens zo'n rit niet mee rennen. Dan zou het toch eerder van Benno moeten komen. Ben lag in het begin van de Tour net als zoveel andere renners op de grond, maar het schijnt nu allemaal weer beter te gaan. Gisteren keurig in de groep der favorieten-die-al-lang-geen-favoriet meer zijn geëindigd. Nou, nu maar in de aanval dan. Dat hij een ritje kan kapen liet hij vorig jaar wel zien in de Giro.
3. Woods. Een dubbelaar. Nog maar een dag in de aanval, waarom ook niet. Het nu dan wel iets economischer aanpakken, niet te vroeg aan de boom gaan schudden. Het zal ook deels anticiperen zijn geweest vanwege de angst voor de afdalingen, iets wat vandaag overigens ook weer een probleem gaat worden. De afdaling van de Cormet de Roselend in natte omstandigheden, jemig, dat wordt een horrorshow. Ik ga nu alvast in de keuken staan met mijn handen voor m'n ogen.
4. Fuglsang. Af en toe is instagram checken zo'n slecht idee nog niet. Jakob probeerde gisteren blijkbaar een paar keer in de aanval te gaan, terwijl ik hem niet echt heb gezien. Maar goed, we geloven hem maar op zijn woord. Naar eigen zeggen kwam hij niet weg omdat de rest een beetje bang voor hem was. Dus besloot hij tijd te verliezen, in een poging tijdens de komende ritten wel wat vrijheid te krijgen. Dat tijd verliezen is wel gelukt, mooi een kwartier verloren. Nou, dat zal voor genoeg speelruimte zorgen. We noteren Jakob voor de vlucht van de dag. Is normaal gesproken ook een sterke renner in de regen, dacht ik. Al liet hij dat niet zien tijdens de Tirreno dit jaar, maar goed. We wagen toch maar een poging.
5. Carapaz. Als jongens als Bilbao en O'Connor in de vlucht weten te geraken kan de voorsprong ook niet al te groot worden, dus is er nog kans voor de mannen in het peloton om de top vijf te halen. Dit is vooral een sympathiestem voor Carapaz. Hij probeert het altijd en hij geeft nooit op. Driemaal zal scheepsrecht zijn, ditmaal blijft hij wel uit de greep van de overige favorieten en kan hij een stap zetten richting het podium. Hup Richie, hup Ecuador.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zondag 4 juli 2021 @ 07:16:29 #2
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_200196106
Die klim naar Tignes moet VDPoel liggen. Meeschuiven en winnen dus.
pi_200196226
Ja, de koers is klaar voor de gele trui.

Ik denk dat Mathieu dinsdag nog rijdt, want dat is nog een vrij vlakke etappe, en daarna uitstapt. Vandaag zal hij in de bus met Roglic, Thomas en zijn ploeggenoten gaan zitten.
pi_200196262
Poels moet mee om punten te sprokkelen, want waarom heb je anders die trui aan.
"You can call me Susan if it makes you happy"
  zondag 4 juli 2021 @ 08:20:11 #5
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200196279
Meer dan 4000 hoogtemeters en barre weersomstandigheden; dat moet haast wel weer spektakel opleveren.
  zondag 4 juli 2021 @ 08:32:57 #6
241690 kibo
Semper Fidelis
pi_200196360
Chute Pogacar zou de Tour goed doen ...
pi_200196658
Roglic stapt uit de tour
pi_200196660
Roglic stapt niet meer op, lijkt mij verstandig.
Oud Wereldkampioen
4-voudig Nederlands Kampioen
je mag me aanraken
  zondag 4 juli 2021 @ 09:26:25 #9
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200196687
Voor mijn UxU is het rampzalig, maar verder is het natuurlijk een goede beslissing. Met 5 uur in de regen rijden word je niet beter. Hij kan zich nu vol op Tokio en de Vuelta richten.
pi_200196776
Heerlijk gebied, bijna overal op de ski's geweest. _O_
Jack does it in real time...
  zondag 4 juli 2021 @ 09:40:41 #11
62913 Blik
The one and Only!
pi_200196805
Roglic out
  zondag 4 juli 2021 @ 09:50:43 #12
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200196916
Verstandige beslissing. Lekker in auto van ploegleider mee naar Tignes naar moeder de vrouw.
  zondag 4 juli 2021 @ 09:51:18 #13
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_200196923
Gelukkig nu een ‘normale’ bollendrager voor w/
  Moderator zondag 4 juli 2021 @ 10:11:26 #14
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_200197173
Poels voor ritwinst zou episch zijn. Maar veel krachten verspillen om mee te zitten en de bollen te pakken kan hem opbreken.
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  Moderator zondag 4 juli 2021 @ 10:49:51 #15
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200197587
De eerste keer dat Roglic de finish niet haalt in een grote ronde, en de eerste keer dat hij het strijdtoneel verlaat zonder ritzege. RIP bijzondere statistiek.

Wel logisch verder, dit had geen zin meer.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zondag 4 juli 2021 @ 11:16:57 #16
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200197906
Jammer dat Kruijswijk ook gewoon waardeloos is. Anders had ie nog voor ritzeges kunnen gaan. Nu moet je ook Vingegaard beschermen, wellicht dat Sepp Kuss op goede dagen mee kan gaan
  zondag 4 juli 2021 @ 11:29:50 #17
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_200198098
quote:
0s.gif Op zondag 4 juli 2021 11:16 schreef Frozen-assassin het volgende:
Jammer dat Kruijswijk ook gewoon waardeloos is. Anders had ie nog voor ritzeges kunnen gaan. Nu moet je ook Vingegaard beschermen, wellicht dat Sepp Kuss op goede dagen mee kan gaan
Het is wachten op de DERDE WEEK
pi_200198129
Nou jongens, zitten jullie al helemaal klaar voor het derde schroeifeestje van Bahrein.

- Teuns en Mohoor schroeien ongenadig hard de eerste cols op. Sagan, Cav en co. (+/-50 man) buiten tijd.

- Colbrelli groen in Parijs dus.

- Poels stelt vandaag de bollen veilig met winst op Tignes.

- R_R heeft elke keer een aardige voorspelling met Bilbao op 1 (op vandaag na dan), tot de laatste bergetappe in de Pyreneeën aan toe.
  zondag 4 juli 2021 @ 11:31:33 #19
333483 Aguero
oooooooo
pi_200198131
quote:
0s.gif Op zondag 4 juli 2021 11:16 schreef Frozen-assassin het volgende:
Jammer dat Kruijswijk ook gewoon waardeloos is. Anders had ie nog voor ritzeges kunnen gaan. Nu moet je ook Vingegaard beschermen, wellicht dat Sepp Kuss op goede dagen mee kan gaan
Steven droomt wel al jaren van een droomplan richting Tignes.
Citius, Altius, Fortius.
pi_200198299
quote:
1s.gif Op zondag 4 juli 2021 11:31 schreef De_Verschoppeling het volgende:
Nou jongens, zitten jullie al helemaal klaar voor het derde schroeifeestje van Bahrein.

- Teuns en Mohoor schroeien ongenadig hard de eerste cols op. Sagan, Cav en co. (+/-50 man) buiten tijd.

- Colbrelli groen in Parijs dus.

- Poels stelt vandaag de bollen veilig met winst op Tignes.

- R_R heeft elke keer een aardige voorspelling met Bilbao op 1 (op vandaag na dan), tot de laatste bergetappe in de Pyreneeën aan toe.
50 man buiten tijd, dat hoop ik eens een keer.
  zondag 4 juli 2021 @ 11:45:29 #21
333483 Aguero
oooooooo
pi_200198308
quote:
0s.gif Op zondag 4 juli 2021 03:31 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Van Sallanches naar Alpe d'Huez, met een sprint van US Postal aan de voet van Alpe d'Huez en uiteindelijk een grandioze solo van Iban Mayo.
Het filmpje met dit nummer eronder is van YouTube verdwenen. :{

https://www.youtube.com/watch?v=b5CKg5IcwqU
Citius, Altius, Fortius.
  zondag 4 juli 2021 @ 12:02:27 #22
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200198478
quote:
0s.gif Op zondag 4 juli 2021 11:45 schreef Aguero het volgende:

[..]

Het filmpje met dit nummer eronder is van YouTube verdwenen. :{

https://www.youtube.com/watch?v=b5CKg5IcwqU
Ze pakken ons ook alles af.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_200198615
twitter
  Moderator zondag 4 juli 2021 @ 12:20:00 #24
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200198633
twitter
pi_200198676
Gisteren nog zeggen dat hij de Tour eigenlijk veel leuker vindt dan gedacht en dat hij best door wil naar Parijs en dat ze maandag op de rustdag een beslissing nemen hoe lang hij doorgaat en dan nu al DNS..

Hij is echt onnavolgbaar :D
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')