Dag allen. Een paar dagen na de Giro start ... de Giro. De beloftenversie, welteverstaan. Dit jaar eenmalig 2.2 omdat ze de ruimte willen bieden aan zij van >22 die door de pandemie geen contract konden krijgen, erg sympathiek. In deze post wil ik eens ouderwets vooruitblikken door de ploegjes door te lichten, leuk. Laten we het eens op alfebet doen, is weer wat anders. Deze lijst is niet compleet. Zo ontbreekt bijvoorbeeld Qhubeka, maar ook lokale ploegen uit Minsk en Firenze. Ik ga daar niet op wachten, het is goed zo.
De tuinmannen van Vejus, die z’n moeder bij de gemeente werkte. Nee, zonder dollen, dit is een leuk programma. Ten eerste vanwege hun uitrusting in gifgroen, erg mooi. Na Einer Rubio brengen ze opnieuw een Colombiaan: Brayan Malaver. Vorig jaar als eerstejaars, zonder enige ervaring in Europa, eigenlijk best acceptabel met een 21e plek en een paar kaar prominent van voren in de bergen. Met Francesco Parravano en Lorenzo Ginestra bovendien twee figuren die in het klassieke werk hun mannetje staan.
Beltrami is geen bijzonder programma, het is meer een tussenstop dan een sneltrein richting de profs. De beste renner die er ooit gezeten heeft moet Ballerini zijn, en dat was in de tijd dat het nog de naam Hoppla droeg. Desalniettemin hebben ze dit keer een heel interessant figuur: Lorenzo Milesi, een eerstejaars belofte. De Evenepoel van Italië (dit ga ik nog vaker zeggen vandaag). Milesi brak vorig jaar door als tijdrijder door in Italië meerdere tijdritten te winnen, waaronder die van de nationale titel, en ook nog eens derde te worden in Plouay. Over de doorsnee eerstejaars ga ik geen harde uitspraak doen, maar me dunkt dat hij de vierde rit in Guastalla heeft omcirkeld. Nicolo Parisini daarentegen was ooit een beloftevolle jongen, maar staat behoorlijk stil. Ooit kon hij ‘concurreren’ met Evenepoel, nu verzamelaar van DNFs. Lorenzo Peschi is wat ze zeggen een passista veloce. Ook hij is eerstejaars belofte en hij is snel. Aan hem om wat moois neer te zetten in de openingsetappes.
Helaas, helaas, helaas. De tweetrapsraket van Biesse Arvedi is niet meer. Colleoni en Conca zijn prof. Hoe moeten we nu verder? Dat doen we te beginnen met Javier Serrano, het jongere broertje van Gonzalo. Javier heeft van de twee vermoedelijk het minste talent gekregen van onze lieve heer, maar hij kan zich best goed redden op een fiets. Zijn jaren zijn wat vreemd verlopen, echter. Ooit zou hij naar Team Monti gaan, alwaar hij een bonus op zou kunnen strijken. Team Monti ging helaas net zo snel als het kwam en dat was dat. Nu zit hij bij Biesse Arvedi en doet hij redelijk mee in het circuit. Omdat ik in een goede bui ben geef ik hem een kans op een top 10 in een rit, fantastisch. Biesse heeft nóg een jonger broertje, van Giovanni Carboni dit keer. Het draagt de naam Matteo. Met een beetje fantasie zou je Mattheo de Evenepoel van Italië kunnen noemen, minus het talent dan. Hij komt namelijk uit het voetbal. In zijn vrije tijd schiet hij dan weer graag met zijn geweer (dit is geen verzinsel). Voor zover je het een klassment nastreven kunt noemen, kijken we naar Riccardo Ciuccarelli. Ook de Rob Ruijgh bokaal heeft een winnaar nodig.
Ze waren eerst gigantisch op de brommer, toen helemaal niet en nu weer een beetje: Caja Rural. Dit zijn niet de beste vijf, maar ook niet de slechtste. We kijken natuurlijk allemaal uit naar het eerste serieuze werk van onze sympathieke maaltijdenbezorger Yesid Pira. Het was onwerkelijk wat hij presteerde in de Vuelta a Colombia, maar hij deed het toch maar mooi. Het aantal serieuze koersen dat hij ooit had gereden was op een hand te tellen en hij domineerde op La Linea, zoals de grote Lucho dat ook deed. Ondanks een gebroken sleutelbeen. Fenomeen. Hij is de wildcard van deze koers. Potentieel kunnen de kleppers hier echt énorme problemen mee gaan krijgen. Niemand die weet waar zijn limieten liggen. Zijn ploeg is ook acceptabel. Richard Huera is een goede klimmer en moet hem lang ondersteuning kunnen bieden en ook Pablo Garcia en Julen Arriolabengoa zullen niet lossen op de eerste vluchtheuvel. Andoni Lopez de Abetxuko, what’s in a name, is een enigszins snelle rouleur. Goed om erbij te hebben, zullen we maar zeggen.
Colombia Tierra de Atletas brengt een hele mooie ploeg met zich mee, maar wel een soort wildcard. Ze hebben sinds de Juventud, wat toch al zo’n twee maanden geleden is, niet meer gekoerst. Met wat voor vorm ze zijn afgereisd vorig week dinsdag is dan ook de vraag. Intrinsiek zit hier echter heel veel talent in. Jesus David Peña is de regerend en tweevoudig winnaar van de Juventud. Twee jaar geleden bovendien al eens 7e in de Girobio, in dienst van Ardila en Alba nota bene. Toch heb ik mijn twijfels. De eerste Juventud won hij door een vlucht en was Ardila in elke serieuze rit vele malen beter en bij zijn tweede winst was TdA veruit de sterkste ploeg (lees: 1, 2, 3 en 5 in het eindklassement, zonder ploegentijdrit). Didier Merchan is bergop ook uitstekend en zou zomaar een rit kunnen winnen, bijvoorbeeld. Over een eindklassement durf ik dan weer niets te zeggen, want mijn vermoeden is dat ze allebei tijd zullen bloeden in de tijdrit. Daarvoor is German Dario Gomez een stuk geschikter. Hij is wat atypisch; in een land van pocketklimmers is hij ten eerste een tijdrijder en dan pas klimmer. Brandon Rojas is de laatste om ook erg enthousiast over te zijn, een rouleur pur sang. Eerstejaars, maar o-zo sterk. Hij kan tijdrijden, hij kan sprinten en hij kan, tot op bepaald niveau, klimmen. De World Tour ploegen staan al in de rij en dat is niet geheel onterecht. Een nieuw fenomeen is komende.
Het zeer sympathieke Friuli wordt steeds sympathieker en ook steeds beter. De kwaliteit en hoeveelheid aan profs dat ze afleveren is stijgende en stijgende. Zoveel zelfs dat het zich volgend jaar een officieel gaat linken aan een ploeg uit de World Tour. Uit welingelichte bron heb ik vernomen dat het om BORA gaat, maar dat is zorg voor later. Het leuke is, je steekt net zo de loftrompet en dan moet je het over hun ploeg hier gaan hebben die best wel tegenvalt. Dat heeft alles te maken met het feit dat degene(n) waar het om draait eerstejaars zijn. We zullen Fran Miholjevic pas volgend jaar zien. Tussen zij die wel aanwezig zijn zal het letten worden op Andrea Pietrobon. Hij kan er alleen niet zoveel van. Hij weet zijn stekje in de onderste helft van de top tien altijd wel te vinden als het lastig wordt, maar of dat voor iemand van 22 voldoende is om prof te worden, daar heb ik zo mijn twijfels over.
Team DSM is hier met een kanon: Henri Vandenabeele. Vorig jaar keihard doorgebroken en, op basis van het verleden, mogelijk de topfavoriet. Zo ver wil ik niet gaan, want Henri heeft een probleem: hij is niet zo explosief. En laat die ene Spanjaard dat nou net wel zijn. Moedergods, dit is een verschil tussen dag en nacht. Het mooie van Henri is; hij weet dat. Het is een jochie van 21, maar zijn zelfkennis is enorm. Hij kan maar op een manier winnen en dat is door de allersterkste te zijn. Ik wens hem veel succes en ik zou het hem gunnen, maar ik schud voorzichtig met mijn hoofd. Vandenabeele krijgt best een acceptabele ploeg mee. Gianmarco Garofoli is eerstejaars, maar zeer sterk. Nog eens een echte puncheur uit Italië. Moet in staat zijn om bergop wat ondersteuning te geven, kan een sprint rijden als het lastig wordt. Marius Mayrhofer is nóg sneller en kan zeker wat groots neerzetten in de massasprints. Zijn ontwikkeling is echter een tikje teleurstellend. Leon Heinschke kan wat werk verzetten op het vlakke en het aantrekken van de sprint voor zijn rekening nemen. Hannes Wilksch, daar zullen ze bij de proftak van DSM razend enthousiast over zijn. Nu al geeft hij indicaties van een fenomenale wegkapitein te zijn.
Juan Ayuso wint links, rechts, boven en onder en is, als je alle uitslagen als geheel zou nemen, toch niet de beste renner in het circuit, hoe kan dat? Simpel: door ten eerste heel veel te koersen, maar ten tweede ook door overal heel hoog te eindigen. Cristian Rocchetta van General Store doet precies dat. Het mag ook wel, want hij is 23, maar toch. Drie overwinningen is niet extreem veel, maar zijn constante is dat wel. Zijn ‘slechtste’ uitslag binnen het circuit is waarschijnlijk een 13e plek. Gianluca Mignolli werd vorig jaar 16e in de Girobio, omdat het buiten prachtig weer is zal ik hem een eervolle vermelding geven. Dat gaat ook op voor Samuele Carpene, maar veel soeps is het niet.
Madiot is uitstekend bezig met zijn hele FDJ-equipe en de beloftenploeg is daar een goed voorbeeld van. Ze gaan heel veel talent opleveren en de selectie die ze hier naar Italië sturen mag er ook wezen. Gerust hadden ze twee heel aantrekkelijke ploegen gestuurd. Alexandre Balmer is een vaak voorkomende naam en dat is dit jaar niet anders. Hij komt voor het eerst met serieuze klassementsambities naar hier. De vorm is in orde, getuige zijn werken op de mountainbike en ook zijn campagne in het voorjaar was in prima. En dat ondanks corona, die zijn winter kapot schopte. Bovendien heeft hij een wapen in huis waarvan ik denk dat niemand die kan evenaren: Balmer kan waanzinnig goed dalen. FDJ brengt ook twee Nieuw-Zeelandse fenomenen en schrijf ze maar op: Laurence Pithie en Reuben Thompson. Nieuw-Zeeland is het land van de toekomst en dit zijn daar twee prachtige voorbeelden van. Pithie, dat is een rappe en hij maakte dit jaar al grote indruk. Hij zal vermoedelijk aan de slag mogen als laatste man. Of voorlaatste, het is maar hoe je het bekijkt. Ook Reuben gaat bijzonder goed dit jaar en kwam zelfs al even piepen tussen de profs in Trentino. Als het omhoog gaat moet hij lang mee kunnen. Man to watch is zonder twijfel Marijn van den Berg, die werkelijk in bloedvorm verkeerd. Hij is ontzettend snel en een grote kandidaat om een etappe mee te slepen. Met Pithie heeft een uitstekende pion en die samenwerking kan niet anders dan fantastisch worden. FDJ, plus plus.
Bij gebrek aan startlijst en ook geen updates op de socials ga ik gewoon een voorspelling doen wat betreft het rijtje aan Axeons. Kopman: Sean Quinn, hoe kan het ook anders. Vorig jaar deed hij goed mee vroeg in de race en zakte hij weg, het jaar daarvoor ging hij juist alleen maar beter rijden hoe verder de ronde kwam. Vreemde patriot. Het leek er lang op dat hij naar Quick-Step zou gaan om zich in de Evenepoel transformatie te gooien, maar dat feest ging niet door. Hij is dit jaar in ieder geval goed op dreef, 14e in de Algarve, 13e in Romagna. Dat is acceptabel en de zesde plek van 2019, waarom niet? Voorspelling twee is Matthew Riccitello, een van de Amerikaanse brommers van de generatie Simmons. Deze ukkepuk is ~1.68, pocketklimmer pur sang, maar toch wel wat power in de benen. Diogo Barbosa strepen we door, want die is in Tjschië. Ik zeg Pedro Andrare als nummer drie, Jarrad Drizners als vierde, Joseph Laverick nummertje vijf en Michael Garrison als zesde en tevens laatste.
Zappi start hier met een Cyprioot, Alexandros Agrotis. Tot zover alles van belang over hem. Ze hebben ook een Nieuw-Zeelander genaamd Theo Gilbertson. Daarmee is ook alles over hem gezegd, want met een goudmijn aan talent heeft Zappi er een die er niet zoveel van kan. Jelte Krijnsen, ONZE Jelte Krijnsen, dát is een interessante. Als belofte nog niet eens zo enorm, maar zijn tijd bij de junioren mocht er zijn. Achtste in de Ronde des Vallées, dat is niet mis. Een lastige wedstrijd in Frankrijk. Tweede in DMZ ginder in Zuid-Korea, maar dat is lekker statpadden als land, gratis Nations Cup punten. Je neemt het dan op tegen een paar Japanners en Finnen. De andere twee zijn Connor Sens en Daan Hoeks, ja. U begrijpt, deze ploeg gaat geen enkele rol van betekenis spelen, maar er moet toch iets gezegd worden.
Van de Iseo ploeg weet ik niet enorm veel, op één naam na: Samuele Zambelli. Hij is wat ouder, namelijk 23, maar hij is best sterk. Snel, vooral. Hij zal zich gaan meten met de kleppers in de sprints. Dit jaar al 3e in Per Sempre Alfredo tussen de profs met de nationale ploeg, dat is niet mis. Hier zit ook ene Alex Raimondi, maar volgens mijn informatie geen familie van Giancarlo. Tot zover.
Kometa, Kometa, Kometa. Wat ooit een prachtig project was, is verworden tot een mislukking. Over de proftak niets dan schuim. Gelukkig zijn er de beloften en junioren in hun rangen om de eer hoog te houden. Basso en Contador zijn nietsnutten, maar gelukkig kunnen er andere ploegen profiteren van het Kometa talent. Juan Bennassar, de broer van Francesc. Ook direct minder talentvol. Vicente Hernaiz, daar worden we ook niet direct heel vrolijk van. Davide Piganzoli, echter, dat is wel iets om naar uit te kijken. Hij is eerstejaars, van 8 juli 2002, maar kwam toch al knap bovendrijven in Legazpi, in het Spaanse amateurcircuit. Hij plaatste zich tussen Arrieta, tussen Pau Miquel en tussen Unai Iribar. Dan kun je wel iets. Ik kijk uit naar zijn werken. Fernando Tercero is eveneens een aantrekkelijke klant. Zoals zijn naam al weggeeft is het geen talent van de eerste categorie, maar hij kan zeker fietsen. Het is geen Ayuso of Rodriguez, maar wel iemand met mogelijkheden. Laat maar zien.
Eigenlijk had ik geen flauw idee dat ze zouden starten, maar ze doen het toch: Laboral Kutxa, oftewel Euskadi voor beloften. Unai Iribar, dat is een naam die we mogen opschrijven voor een klassement. Hij gaat bijzonder sterk omhoog en is in goede vorm. Het kan niet anders dan dat hij na dit seizoen prof wordt, de vraag is alleen waar. Uitverkoren voor een plekje bij Eus(tana), of verdoemd tot de wereld der PCT. In steun Asier Etxeberria, die dit jaar al won in Gorla, mede dankzij een gulle Iribar. Gorla winnen staat gelijk aan kunnen klimmen. Xabier Isasa en Ibai Ruiz de Arkaute hebben dan allebei weer een hoofd dat indicaties geeft van down.
Applaus voor Kurt Van De Wouwer. Na een bijzonder succesvolle lichting vorig jaar heeft hij nu weer wat moois op poten gezet. Hoewel een deel niet hier zal zijn, ik vermoed dat dit te maken heeft met de Vredeskoers die gelijktijdig start. Belangrijk voor de Nations Cup puntjes. Dat gezegd hebbende, gelukkig is Arnaud De Lie hier wel. De Lie is een groot talent. Erg snel, aanleg voor de klassiekers. Het moet heel raar lopen wil hij niet binnen anderhalf jaar prof zijn. Laat ik het daar dan ook maar bij houden, van de rest word ik niet vrolijk. Hup Arnaud.
Het altijd mooie SEG heeft de laatste jaren een prachtig aantal profs afgeleverd en dat zal dit jaar niet anders gaan zijn. De voornaamste kandidaat hiervoor is op dit moment Stan Van Tricht. De vorm is groots en behalve snel heeft hij ook een toekomst in de klassiekers. Om de focus bij deze Giro te houden is het niet gek om te zeggen dat er hier een etappewinst in de toekomst ligt. Als je je, top op bepaalde hoogte, kunt meten met Merlier en Laporte, dan kun je ook hier je stempel drukken. De rapste van het hele gebeuren, dat weet ik zo nog niet, maar met zijn klassieke stempel misschien wel de grote man voor de Maglia Rossa. Daan Hoole lijkt me dan weer degene die een groot kruis naast de tijdrit heeft gezet, zonder meer een kandidaat winnaar aldaar. Net als Van Tricht bijzonder goed in vorm en hij zal ook wel moeten. Met 22 lentes begint het profklokje toch te tikken. Kyle Chromy is nen interessante figuur. Een van de vele goeie, jonge Yanks. Vorig jaar, voor de pandamie toesloeg, won hij in twee weken tijd de Valley of the Sun en de Southern Highlands, twee lastige rittenkoersen. Dat is dan ook zo ongeveer het enige wat hij gereden heeft in het laatste jaar, dus er zijn vraagtekens. Het zal waarschijnlijk voor Marco Frigo zijn om de klassementsambities kleur te geven, maar de ontwikkeling van Frigo valt een beetje tegen. Als eerstejaars werd hij nationaal kampioen, door nota bene de Qhubeka-brommers te verslaan. Dat is dan ook direct het meest indrukwekkende dat hij tot op heden gedaan heeft en we zijn inmiddels toch al meer dan twee jaar verder. 19e in de Coppi e Bartali is acceptabel, maar ik wil meer zien.
De Zwitsers grossieren in talent en ook hier best interessante figuren. Te beginnen met Yannis Voisard. Wat heet, vorig jaar hier 6e. Ook 11e in de Isard. Wat de beloften betreft adelbrieven tot en met. Hij is 22, wordt binnenkort 23, dus het profklokje tikt hevig door, maar hier rijdt een kandidaat voor een top 5. Ook Robin Froidevaux is een sterke gast. Goed in vorm, bovendien. 5e in de Eure-et-Loir. Waar het Robin echter het meest om draait is Tokyo. Hij zal hier gaan starten als baanrenner. Het zou niet vreemd zijn als hij alles zet op het feit dat hij vanaf nu iedere tijdrit moet gaan winnen. Kandidaat winnaar aldaar? Toch wel. Aloïs Charrin is een crosser die, vooruit, acceptabel omhooggaat. Reto Müller, dat is een wat ‘bekendere’ naam. Komt vaak voorbij binnen de beloften, hoewel zijn erelijst bijzonder gering is. Een vermelding voor de moeite.
Kijk, daar zijn ze. De mooie Colpack jongens. We hebben er even op moeten wachten, maar het is zover. En hoe. Juan Ayuso is een fenomeen. Kenners weten het al jaren. De leegte van Contador, Bala, Purito en Freire wordt hier opgevuld. Ayuso is op weg een absolute topper te worden en dit is zijn hoofddoel. Hij gaat verschrikkelijk hard omhoog en hij is verschrikkelijk explosief. 18 lentes jong en nu al, voor mij in ieder geval, de topfavoriet. We kunnen ons focussen op zijn klimkunsten, maar ik zie een veel groter probleem: Ayuso heeft met regelmaat massasprints gewonnen. De bonificaties zullen niet bij te houden zijn. Het enige vraagteken dat resteert is zijn tijdrit en daar gaan we hier kennis mee maken (nee, tijdritten bij de junioren met fixed gears vind ik geen graadmeter). Zijn laatste kunstje voor Colpack voordat hij prof wordt bij UAE. De grootste, toekomstige concurrent van Pogacar rijdt misschien wel in zijn eigen ploeg. In steun krijgt hij mee Michele Gazzoli, dat is een rappe. Kan een heuvel overleven, bovendien. Precies twee kwaliteiten die Ayuso ook heeft. Ik stel dus voor dat Michele de vlakke sprints voor zich neemt, waar hij een mooie top tien kan rijden, en zich verder volledig wegcijfert. Hup, in de pas. Alessio Martinelli is ook mee, goede renner. De nummer twee van Yorkshire. Als het parcours wat lastiger wordt moet hij in staat zijn lang steun te bieden. Alessandro Verre is er nog zo een, aan ondersteuning geen gebrek. Zijn vorm is uitstekend. Onlangs werd hij namelijk zesde in Romagna. Dan blijft over Filippo Baroncini. Uit beleefdheid zullen we hem maar een rouleur noemen, wegkapitein mag ook. Helaas, geen Persico, geen Quaranta, geen Nico Gomez. Het is alle ballen op Ayuso en dat valt te begrijpen.
Trinity Racing, een ploeg opgezet voor Pidcock, door Pidcock, maar zonder Pidcock. Eigenlijk was het de bedoeling dat het hele feestje niet meer zou bestaan, maar dat doet het toch. En pas op, want wel of geen Pidcock, hier zit een gevaarlijke. Thomas Gloag imponeerde vorig jaar door als eerstejaars diep mee te gaan in de bergen, in dienst van. Hij zou uiteindelijk 14e worden, vanaf dat moment is hij er een om rekening mee te houden. Zijn koersdagen zijn op dit moment vrij gering, maar de intrinsieke kwaliteit is er. Hij heeft de afgelopen tijd veel doorgebracht op hoogte in Colombia. In Colombia? In Colombia! Hij is nu dus uno di noi. Datzelfde geldt voor Ben Healy, minus het Colombiaanse gedeelte, ook die is gevaarlijk. Kampioen van Ierland nota bene, bij de profs. Roche gedegradeerd tot amateur. Wie in de sprint wel eens verrassend uit de hoek zou kunnen komen is Luke Lamperti, een Amerikaanse brommer van de generatie Simmons. Hij staat al heel lang op de lijstjes, maar zijn exposure is door een of andere pandemie matig geweest. Tot hij twee weken geleden een rit won in Eure-et-Loir. Hier op herhaling, waarom niet? Jong, maar brutaal en vreselijk snel.
Hier start een voormalig dopingzondaar. In een beloftenkoers? In een beloftenkoers. Luca Colnaghi is de naam en hij is gevaarlijk. Bijzonder snel, goed omhoog. Vorig jaar winnaar van de puntentrui én twee etappes. Achteraf bleek ook direct hoe, want hij slurpt al ketonen. Heel veel ketonen. Zoveel dat het begon op te vallen en hij een schorsing kreeg. Nu is hij terug en met twee overwinningen bijzonder goed op dreef. Als we het over de Maglia Rossa hebben, is hij zonder meer een kandidaat om deze te winnen en op herhaling te gaan. Hij krijgt met zich mee twee eerstejaars, waaronder Francesco Busatto. Qua profiel goed vergelijkbaar met Colnaghi.
Vino en Vino, ach. Ik zet in op een DNF en een DNF. Nee, geef mij maar Pablo Sanchez, ook rijdend bij Monaco en ook hier. Ook bepaald geen hoogvlieger, maar wat meer dan alleen een naam. Ook hier weer een Nederlander, het is toch niet te geloven. Er is alleen een probleem, zo te zien kan hij er niet zoveel van. Op basis van uitslagen zal Adam Karl de one to watch zijn, toch al een keer top tien gereden tussen de profs. Goed, ook nul plus nul is nul, maar deze nul staat net iets dikker.
Het zeer sympathieke Uno-X, die manenn zijn goed. En ze gaan ook hier goed zijn. Hier zit een hele gevaarlijke klant tussen en het draagt de naam Anthon Charmig. Charmig stond jaren geleden bekend als een enorme belofte, maar hij raakte het plezier kwijt en stopte. Voor een tijdje dan, want hij is nu helemaal terug. Zesde in Turkije, onlangs tweede in de Isere. Hij gaat dicht zijn. Dit kan zomaar zijn laatste kunstje worden voor de Dare ploeg, want hij stapt binnenkort over naar de proftak van onze Noorse tankformatie. Charmig is tevens een voorbeeld van de >22 regeling, want hij is 23. Dat kan een voordeel zijn tegen deze of genen. Hij krijgt met zich mee de Johannessen tweeling, waarvan Tobias er niet zoveel van kan en Anders er wel iets van kan. Anders is eveneens iemand met eindwinst potentieel, maar voor het gemak schuiven we hem even weg als meesterknecht. Robin Skivild is een ginger die nog niet zijn niveau van de junioren haalt en Magnus Kulset, ja, die is er ook. Daar is alles wel mee gezegd.
Oproep aan de heren managers: geef Asbjorn Hellemose een contract. En wel nu. We hopen allemaal te profiteren van de Deense bonus, doe het dan ook goed. Vorig jaar werd hij hier al 9e, in een programma dat lang niet zo impressionant is. Hellemose is een beetje als Foss, hij wint nooit, maar hij is er altijd. Dat is precies de rol die ik voor hem zie weggelegd deze Giro. Hij gaat vreselijk dicht zijn, maar winnen, dat is net wat te veel. Zijn vorm is uitstekend en dit seizoen is hij vaak de laatste die het achterwiel van Ayuso heeft gezien. Dat zou zomaar weer eens de tendens kunnen worden van de komende week. Laten we hopen dat er een ritoverwinning in zit, op weg naar een mooi profcontract. Pat, doe je ding. Die andere interessante verschijning is Allesandro Santaromita. Familie van? Ik heb geen idee, in alle eerlijkheid.
Wat ooit na Colpack het belangrijkste programma van Italië was, is niet zo bijzonder meer. De hoogtij dagen van Zalf zijn een beetje voorbij. Desalniettemin een ploeg om rekening mee te houden. Gabriele Benedetti bijvoorbeeld, een sterke jongen in goede vorm. Altijd goed voor een top tien, vaak zelfs in de bovenste helft. Federico Guzzo eveneens, overgangsritten moeten hem passen als een handschoen. De gevaarlijkste is Edoardo Zambanini, vorig jaar 10e en winnaar van de jongerentrui. Geef hem een berg en hij eindigt vooraan. Meedoen voor eindwinst lijkt me een stap teveel, maar alles tussen 6 en 10 is een sterke mogelijkheid.
Mijn favorieten:
*****: Juan Ayuso
****: Juan Ayuso, Juan Ayuso
***: Juan Ayuso, Juan Ayuso, Juan Ayuso
**: Juan Ayuso, Juan Ayuso, Juan Ayuso, Juan Ayuso
*: Juan Ayuso, Juan Ayuso, Juan Ayuso, Juan Ayuso, Juan Ayuso
SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn
ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis
Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
[ Bericht 0% gewijzigd door Koffieplanter op 02-06-2021 16:29:54 ]
Put these foolish ambitions to rest.