Voorbeelden: breedte, diepte, dikte, hoogte. Zo is grootte ('omvang', 'afmeting') afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord groot. De vorm grote komt uitsluitend voor als verbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld in een zelfstandignaamwoordgroep als het grote schip.
Mercedes weet wat mijn beperking is
Groene zeep op je rug, en af laten glijden