Hey, hallo. De laatste keer dat ik nog eens een stukje proza neerpende voor de junioren is geloof ik al van de Vredeskoers geleden en het is tijd om daar weer eens verandering in te brengen. Iets vroeger dan gepland, maar de morgen en overmorgen heb ik daar geen tijd voor. We moeten het dus doen met een voorlopige startlijst en dat is altijd vrij riskant, maar we gaan het een poging geven. De tijdrit dus, van Alkmaar naar Alkmaar, waar we een opvolger zoeken van, inderdaad, Evenepoel. Iets meer dan tweeëntwintig kilometer over het meest saaie parcours dat een mens kan bedenken: ______________. Een voorproefje voor wat komen gaat in september in Yorkshire, als het hele veld nog wat wordt aangedikt met de Amerikanen (Quinn Simmons en Michael Garrison), de alom schroeiende Finn Fisher-Black, die volgende week overigens een wereldrecord neer gaat zetten op het wereldkampioenschap baanwielrennen ergens in Duitsland, en de nucleaire Britten, die hier voor de verandering maar weer eens geen ploeg naartoe stuurde.
Enfin, laat ik dan nog eens slecht nieuws brengen: ook het Godenkind, de nieuwe Jan, lijkt er niet bij te zijn. Marco Brenner is de beste eerstejaars junior die ik me kan herinneren, maar hij heeft óf nog geen zin in een Europese titel, óf Wolfgang Ruser is een zware drinker. Tenminste, als we Ballerstedt mogen geloven en hiermee dus al direct de eerste hindernis van alleen een voorlopige startlijst. Brenner zit wel bij de geselecteerden, maar het lijkt niet aan hem. Is dat heel problematisch voor Duitsland? Nee, zeker niet. Ook zonder Brenner hebben ze hier kans op goud én zilver. De Duitse ploeg is dit jaar collectief op de afspraak en loopt weg met de Nations Cup, mede dankzij Hessmann en de eerder genoemde Ballerstedt. Beide heren zijn tweedejaars junior en kunnen een aardig potje tijdrijden. In vrijwel iedere tijdrit eindigden ze bij de beste drie. Hessmann is zelfs de nummer vier van vorig jaar op zowel het Europees- als het wereldkampioenschap. Met andere woorden, de kans is groot dat de Duitsers na Rotterdam nu ook Alkmaar platleggen.
De grootste uitdagers wat dat betreft zijn niet heel moeilijk te vinden en ze komen uit de laars: Antonio Tiberi en Andrea Piccolo, daar zijn ze weer. Veel horen we dit jaar niet van ze, want ze blijven liever veilig in hun bubbel in Italië. Daar waar de rest massaal afzakt naar allerlei Nations Cup wedstrijden, duelleren zij vooral tegen elkaar en is het een soort van kop of munt wie de zege pakt - de stand is momenteel 5-4 voor Tiberi. De Vredeskoers was de enige van belang zijnde wedstrijd waar ze aan meededen, en dat ging vrij aardig. Tiberi won de twee belangrijkste ritten (waaronder een tijdrit op een vergelijkbaar vlak parcours) met relatieve overmacht en zou daarmee de eindzege moeten hebben, maar een mechanisch defect dacht daar anders over en dat was dat. Toen moest Piccolo de meubelen maar redden met een podiumplek. U begrijpt, dit zijn twee heel grote talenten die goed genoeg worden geacht om van de junioren direct naar de profs over te stappen (iets waar ik fel tegenstander van ben). De een naar Trek, de ander naar Astana. Na brons in Innsbruck is goud in Alkmaar een logisch vervolg.
Om in de Italiaanse sferen te blijven, verleggen we de blik naar een Tsjech. Het duurde even, maar Mathias Vacek lijkt zich redelijk te hebben aangepast aan het tempo bij de junioren. Het broertje van Karel koerst dus vooral in Italië en doet nu zowaar mee om de prijzen. Hij is recentelijk zelfs aan een heuse zegetocht begonnen met vijf overwinningen in twee weken. Nu ben ik er zeker van dat hij niet in de buurt gaat komen van een medaille, maar eerste van de subtop, dat ligt binnen de mogelijkheden. Dan over naar een favoriet van mij. De profs mogen dan hun kat sturen, de junioren zijn er gelukkig wel. En het is goed mogelijk dat hij volgend jaar tot datzelfde rijtje profs behoort. Carlos Rodriguez. Als het zeer treurige nieuws klopt, dan staat deze jongen binnenkort onder contract bij Ineos. Vergeet Moschetti, Juanpe en nog van dat soort troep, dit is het product van Bert en hij is in bloedvorm. Recentelijk won hij nog twee tijdritten, waarin hij Juan Ayuso, wat ook een heel behoorlijk talent is, dronken te fietsen. Over in totaal 12 kilometer pakte hij 70 seconden. Weliswaar over een iets lastiger parcours, maar dat mag de pret niet drukken.
Gezien het niet heel bijzonder lastige parcours zou het voor de Nederlandse junioren wel eens een medailleregen kunnen worden. Snelle jongens in overvloed en ook in de tijdrit niets te klagen. Allereerst is daar Jan Boven jr. Lars zal vooral bekend zijn vanwege zijn derde plek in Roubaix, maar hij is meer dan dat. Allereerst is daar zijn tijdritzege in de Acht van Bladel, waar niemand minder dan Finn Fisher-Black over een korte afstand op een dikke zeven seconden werd gezet. Ook Marco Brenner had het twee keer vreselijk moeilijk met Boven in Pays de Vaud, maar wist hem, tot twee keer toe, met een paar honderdsten voor te blijven. Zijn overwinning op het Nederlands kampioenschap laatst was overtuigend. Als ONZE Lars net zo'n rood-wit-blauwe waas voor de ogen krijgt als TLC, dan gaat er geen houden aan zijn woensdag. Ook Enzo Leijnse kan een aardige tijdrit neerzetten, maar dat lijkt me vooral in de marge op jacht naar een sterke ereplaats. Dat andere rood, wit, blauw zullen we dan ook maar even noemen vanwege reputatie, maar ik ben nog niet zo kapot van Toumire, ondanks zijn eindzege in de Vredeskoers, en Baudin. Laten we Page maar noemen voor een ereplaats dan. Alle ballen op Penhoët in de wegrit lijkt me echter een stuk aannemelijker. Over de Denen ben ik ook niet enthousiast en daar doen we dus niets mee. Gustav Wang is nodig.
Over zijn kunsten als tijdrijder is nog niet veel bekend, maar ik ga hem toch noemen, gewoon omdat ik dat leuk vind en het alweer een favoriet van mij is: Andrii Ponomar. De nieuwe Popovych is daar. Deze Oekraïner is nóg jonger dan Brenner, maar is ook ontzettend goed. Zesde in het eindklassement van de Vredeskoers, een ritzege in Morbihan en een ritzege en vijfde in het eindklassement in Saarland. Dat is echt heel goed. Die vijfde plek in Saarland had nog veel beter kunnen zijn als hij niet ten onder zou gaan aan zijn afkomst in de ploegentijdrit. Het was Ponomar en verder niets. Ik ben fan. Hup Andrii. Om in deze contreien te blijven, speciaal voor
@Mani89: Gleb Karpenko 150%.
De Belgen brengen een interessante jongen genaamd Lars Van Ryckeghem. Ook hij is pas 16 lentes jong, heeft nog erg weinig ervaring tussen de grote jongens, maar kan een erg goede tijdrit neerzetten. Begin mei werd hij Belgisch kampioen, maar zijn beste prestatie kwam in de testtijdrit in Montenaken. Met een tijd van 36'33" was hij precies een minuut langzamer dan Evenepoel een jaar eerder, die toentertijd bijna twee jaar ouder was, en slechts anderhalve minuut langzamer dan Brent van Moer, die vijf jaar ouder is. Hij gaat op het lijstje van de hoop.
Dat was het wel denk ik? Prognose: 1. Michel Hessmann, 2. Lars Boven, 3. Andrea Piccolo