Etappe 3: Binche - Épernay, 215 kmWederom geen nabeschouwing, want tegen de tijd dat ze klaar zijn met de vorige etappe ben ik waarschijnlijk ook al een tijd klaar. Ach, het is een ploegentijdrit, dus er zal weinig van belang zijn gebeurd.
De derde etappe brengt ons naar Frankrijk. Met alle liefde zou ik daar een gigantisch lang verhaal over schrijven, maar ik verkeer inmiddels een beetje in tijdnood. Derhalve keer ik even terug naar de jaren 2014/2015. Toen maakte ik het mezelf nog makkelijk. Profiel van de rit bekijken, paar plaatsnamen in Google gooien, wat mooie plaatjes uitzoeken en klaar is R_R. In de jaren daarna heb ik ergens een verkeerde afslag genomen en ondertussen noteer ik ieder gat in de weg, ieder boom langs de kant van de weg en geen enkele bocht weet nog aan mijn aandacht te ontsnappen. Ik heb ondertussen net zoveel woorden als A.F.Th van der Heijden nodig om de meest simpele situaties te omschrijven. Daarom keren we even terug naar de basis.
Van start gaan we in Binche, een stad met 33.000 inwoners in de provincie Henegouwen. Binche is vooral bekend om zijn carnaval. De stad heeft de best bewaarde stadsmuur van België; deze is gebouwd in de 13e eeuw en behoort tot de tweede omwalling van de stad. Verder ken ik Binche vooral dankzij de wedstrijd Binche-Chimay-Binche, ook wel bekend als de Mémorial Frank Vandenbroucke. Deze wedstrijd werd vorig jaar gewonnen door ONZE Danny van Poppel! Binche is bij mij verder bekend als de stad van Wanty, de hoofdsponsor van de ploeg van Hilaire Vanderschueren. Wanty is een bedrijf dat zich bezig houdt met constructie, lekker breed. Een van de renners van Wanty-Gobert komt ook uit Binche, al is hij er in de Tour niet bij. Ludwig De Winter is afkomstig uit deze plaats, maar hij fietst alleen bij Wanty omdat hij dus van hier is. Wat kan die jongen er weinig van zeg, allemachtig. Het wielrennen is een eng incestueuze sport. Bah. Maar goed, Binche dus. Carnaval en stadsmuren.
Direct na de start gaan we richting het zuiden fietsen. We willen zo snel mogelijk naar Frankrijk en na 12 kilometer koers bereiken de renners de grens. Bij Erquelinnes steken we de grens over richting Jeumont. Voorbij Jeumont rijden de courers nog een tijd verder richting het zuiden, over een weg die vrij breed is en niet al te bochtig. De weg glooit een beetje, maar we mogen het eerste deel van de rit toch gewoon vlak noemen. We rijden vooral over het Franse platteland, met langs de weg veel weilanden en akkers. Af en toe een boerderij, dorpjes komen we niet direct tegen. Als we wel een dorpje tegenkomen liggen er ook wat bochten in het parcours, maar verder gaat het gewoon rechtdoor richting het zuiden. Zodoende komt het peloton na een kleine 50 kilometer uit in Fourmies, een plaats die bij mij direct wat belletjes laat rinkelen. Hier wordt namelijk jaarlijks de GP de Fourmies verreden, een koers voor de sprinters. De afgelopen jaren wonnen onder meer Kittel, Bouhanni en Ackermann hier. In Fourmies valt verder weinig te doen. Wel komt hier Thierry Toutain vandaan, dat was ooit blijkbaar een goede snelwandelaar. Fascinerend, snelwandelen. Dan is het ook ergens scheef gelopen in je leven.
Voorbij Fourmies rijden de renners nog een tijd vrolijk verder naar het zuiden. Af en toe rijden ze door een dorpje en pakken ze wat bochten mee, maar over het algemeen gaan we toch vooral rechtdoor. We bevinden ons overigens in het departement Aisne (regio Hauts-de-France). Niet direct het meestbezochte deel van Frankrijk in de Tour, daarom wel leuk om er een keer rond te rijden. Al valt er weinig te beleven, het is vooral erg vlak. Een paar korte klimmetjes, maar het stelt weinig voor. Een geschiedenisloos deel van de etappe, normaliter. We komen wel veel boerderijen tegen, ook zijn ze in deze streek niet vies van een beetje mais. Na 80 kilometer komen we uit in Plomion, ziet er niet echt uit als een levendige plaats. Het verlaten Franse platteland, tragisch. Voorbij Plomion rijden we over licht glooiende wegen tussen de akkers door richting Vigneux en buiten dit dorp gaat het dan weer verder naar Montcornet. Wel veel open vlaktes, als het hard waait kan dit deel van de rit eventueel nog interessant worden. Na wat bochten in Montcornet gaat het rechtdoor verder richting Dizy-le-Gros, waar na 102 kilometer de tussensprint van de dag volgt. Een licht oplopende tussensprint, om het Sagan nog wat makkelijker te maken. In Dizy-le-Gros valt niets te beleven, dus keren we nog even terug naar Montcornet. Hier werd tijdens de Slag om Frankrijk een veldslag gevoerd tussen de Duitse en Franse pantserdivisies. De slag om Montcornet eindigde in een tactische Duitse overwinning. Zo, kun je weer in je zak steken.
Nou, dan zitten we ondertussen bijna op de helft van de rit en is er nog amper iets gebeurd. Dat gaat de komende tijd zo blijven. We verlaten Aisne en rijden de Ardennen in, dat is voorlopig de enige verandering. Verder gaat het vooral nog steeds rechtdoor over brede wegen zonder veel bochten. Langs de weg vinden we wat aanvullingen voor het kastelenboek van Herbert, dat zijn de dingen waar we het van moeten hebben. Het terrein blijft erg open, het is enorm landelijk. We rijden over het algemeen over goede wegen, maar zo nu en dan is er na een bocht wel even een wat smaller en slechter stukje weg. Na 135 kilometer rijden de renners door een dorpje met de naam Bourgogne, klinkt leuker dan het is. Buiten Bourgogne gaat het een eeuwigheid rechtdoor over vlakke wegen, onderweg naar Reims. Na 146 kilometer komt het peloton uit in Reims, een stad waar je best wel wat over zou kunnen vertellen. Doe ik niet, want de volgende rit gaat hier van start. In Reims rijden de renners ook weer vooral rechtdoor, waarna ze buiten de stad op weg gaan naar het heuvelachtige gedeelte van deze rit. Ook dit doen we weer via een groot aantal brede wegen die ook vrij recht zijn, nog steeds dwars door het boerenland. Het begint wel voorzichtig wat glooiender te worden, ook passeren we een aantal dorpjes. Na 164 kilometer rijden de renners langs het dorpje Sermiers en hier gaat de weg voor het eerst wat steviger omhoog lopen. Het gaat iets meer dan twee kilometer omhoog aan ongeveer vijf procent. In het vervolg van de rit komen we nog een aantal gecategoriseerde klimmetjes tegen, dit bultje staat daar los van. Het klimmetje brengt de renners door een bos, maar buiten het bos komen ze tot de conclusie dat ze zich in de Champagnestreek bevinden.
Na dit eerste klimmetje gaat het kort naar beneden over een brede weg, waarna de volgende klim niet lang op zich laat wachten. In de buurt van Nanteuil-la-Fôret gaat het 1,1 kilometer aan 6,8% gemiddeld omhoog. Het grappige aan dit klimmetje is dat er weinig bochten zijn, waardoor je aan het begin van de klim echt tegen muur lijkt aan te kijken. Eenmaal boven op de top van dit bergje van de vierde categorie gaat het wat langer naar beneden, nog steeds over een brede weg met weinig bochten. Soms rijden de renners kort door een bos, maar het terrein blijft open. Laten we hopen op een beetje wind. We rijden langs de champagnevelden en komen door Fleury-la-Rivière. In dit dorpje lopen de wegen weer wat meer omhoog, maar buiten het dorp dalen we nog wat verder richting Damery. Dit dorpje aan de Marne bereiken we na 180 kilometer. Beneden in het dorp komen we een rotonde tegen, waar er linksaf wordt geslagen. De renners rijden nu een paar kilometer langs de Marne, over de Avenue de Champagne. Na 183,5 kilometer komen ze uit in Cumières. Hier verlaten we het dal en dan gaat de weg dus automatisch omhoog. De Côte d'Hautvillers wordt beklommen, een korte maar venijnige berg. 900 meter aan 10,5%, dat is nog eens interessant. Een zeer fraai klimmetje, niet alleen omdat het zo lastig is. Uiteraard rijden we weer langs de champagnevelden. Dat deden we op de Avenue de Champagne al en ook nu staat het er links en rechts van de weg weer vol mee. Gegarandeerd mooie plaatjes, de toeristische afdaling slaat weer toe. Dankzij het steile karakter van de klim is de Côte d'Hautvillers zelfs een klimmetje van de derde categorie, goed om te weten voor de bolletjesslikkers van deze wereld.
Ondertussen hebben we een kilometer of 185 afgewerkt en is het dus nog maar 30 kilometer fietsen tot de finish. De sprinters zullen na deze helling wel al afgehaakt zijn, dus gaan we verder met de puncheurs van deze wereld. Na het klimmetje rijden we Hautvillers in en buiten dit plaatsje gaat het rechtdoor naar beneden. Zo rijden we op een eenvoudige manier richting Champillon, waar de volgende beklimming van de dag ligt. In Champillon begint de weg weer wat omhoog te lopen. De renners slaan hier een paar keer linksaf en komen dan buiten het dorp de volgende klim tegen. Opnieuw fietsen ze tussen de champagne door terwijl het 1800 meter omhoog gaat aan 6,6%. Ook weer een klimmetje van de derde categorie, met opnieuw een aantal zware stroken. Gemiddeld komt het uit op 6,6%, maar er zit steviger spul tussen. Boven op de klim slaan we rechtsaf en dan rijden de renners over een bredere weg terug richting Champillon. In Champillon zelf begint de weg naar beneden te lopen en dit stukje afdaling is vooral gevaarlijk dankzij alle verkeersobstakels in het dorp. Vluchtheuvels, rotondes, ze hebben hier genoeg voorzorgsmaatregelen genomen om de gemiddelde bestuurder wat snelheid te laten minderen. Buiten het dorp zijn die obstakels weg en gaat het op een veiligere manier verder naar beneden, terug naar het dal. Beneden komen we uit in Dizy, waar een bocht naar links volgt. Het gaat vervolgens een aantal kilometer rechtdoor over een vlakke weg richting Ay. Eenmaal in Ay, na 195 kilometer, begint de weg weer wat omhoog te lopen. In Ay slaan de renners een paar keer links- en rechtsaf, waarna ze een tijdje door wat smallere straatjes rijden met vervallen huizen langs de kant van de weg. Ze rijden nog even over het centrale plein van het dorp met een fontein in het midden en in die fontein dan weer een globe. Ja, gruwelijke shit. Aan de rand van Ay gaat het nog eens twee keer naar links en dan beginnen we aan de volgende muur, de Côte de Mutigny. Het gaat 900 meter omhoog aan 12,2%, dat is serieus zwaar. Ook hier weer champagne, overal champagne. De organisatie heeft zelfs een kaartje laten maken van deze beklimming, zodoende weten we dat het eerste deel van de klim het zwaarst is. 12,6%, je zou voor minder. Na 199 kilometer, op 16 kilometer van de finish, komen de renners boven in het dorpje Mutigny. Boven op de top van dit klimmetje van de derde categorie zijn er bonificatieseconden te verdienen. Een nieuwe gimmick van de Tourorganisatie. Ze hopen op die manier renners te stimuleren om actie te ondernemen, wat misschien nog wel zou kunnen ook omdat je hier op een goedkope manier acht seconden cadeau kan krijgen.
Boven in Mutigny rijden we langs de opvallende kerk. Het gaat een keer naar links en dan een keer naar rechts, waarna we over een brede weg terug naar het dal rijden. De afdaling is daardoor vrij eenvoudig, al krijgen de renners na een tijd wel met slecht asfalt te maken. Goed, de kans bestaat natuurlijk dat men sindsdien deze weg van een nieuw laagje asfalt heeft voorzien, de beelden zijn een paar jaar oud. Het gaat lang rechtdoor naar beneden richting Mareuil-sur-Ay. In dit plaatsje komen de coureurs nog een tweetal venijnige bochten tegen. Het loopt aan het eind van de afdaling vrij fors naar beneden en dan gaat het in de smalle straatjes ineens bruusk naar links, even verderop gaat het dan weer scherp naar rechts. Na de tweede bocht gaat het een kilometer rechtdoor over een vlakke weg. We komen dan uit bij een rotonde, waar we rechtdoor moeten. Na deze rotonde gaat het nog eens anderhalve kilometer rechtdoor over een vlakke weg. Bij de volgende rotonde slaat het peloton rechtsaf en dan stevent men rechtstreeks af op Chouilly, waar we na 206 kilometer passeren. We rijden dwars door dit dorpje en ergens halverwege begint de weg omhoog te lopen. Buiten het dorp volgt er een lange bocht naar links, waarna we op een brede weg buiten het dorp belanden. Deze weg loopt een tijd vals plat omhoog, maar het wordt pas interessant als er na 210 kilometer koers een bocht naar rechts volgt. We komen op een betonbaan terecht die stevig omhoog loopt, uiteraard weer langs de champagnevelden. De ongecategoriseerde Côte du Mont Bernon begint, een beklimming van één kilometer aan 5,5% over een smal en bochtig weggetje. Na 211 kilometer, op vier kilometer van de finish, komen de renners boven.
Boven op de Mont Bernon volgt er een afdaling van twee kilometer, richting Épernay. Het is in het begin een listige afdaling, aangezien de weg vrij smal is. Ook was het asfalt in 2016 hier ronduit dramatisch. Na wat korte bochtjes wordt de afdaling al snel wat rechter. We rijden Épernay binnen, het asfalt wordt beter en de weg weer wat rechter. Eenmaal in Épernay rijden we rechtdoor naar beneden tot op iets meer dan twee kilometer van het eind. Een vrij brede bocht naar rechts volgt, waarna het 200 meter rechtdoor gaat. De renners stuiten vervolgens op een rotonde, waar ze rechts moeten aanhouden. Na de rotonde mogen ze bijna meteen weer naar links en dan gaat het 300 meter rechtdoor over een vlakke weg richting de Avenue de Champagne. Bij een nieuwe rotonde slaan de renners rechtsaf en dan bereiken ze de Avenue de Champagne. Deze weg is wat smaller en kent steentjes als ondergrond. De renners rijden onder de vod van de laatste kilometer door en dan begint deze avenue vals plat omhoog te lopen. Ze volgende weg tot aan de volgende rotonde, op 500 meter van de finish. Hier volgt er opnieuw een bocht naar rechts, waarna de weg serieus omhoog loopt. In de laatste 500 meter van de rit gaat het aan 8% omhoog, het is een echte aankomst voor de puncheurs. Het is ook een technische finale, want na de bocht op 500 meter van het eind gaat het 250 meter rechtdoor, daarna volgt er een scherpe bocht naar links. Na deze bocht gaat het verder steil omhoog, er volgt een klein stukje vlak en dan gaat het opnieuw steil omhoog. Een lichte bocht naar rechts volgt en dan gaan we in de laatste meters van de rit rechtdoor richting de finish. Finishen doen we naast een aantal aftandse flats, de organisatie heeft een prachtige locatie gevonden.
Épernay is de plaats waar we aankomen. Komt voor de zevende keer voor in de Tour de France. In 2010, 2012 en 2014 vertrok hier steeds een rit. Vooral de rit in 2012 kunnen we ons nog steeds wel herinneren. Van Épernay naar Metz. Massale valpartij, met uiteindelijk de opgave van zo ongeveer iedere Nederlander als gevolg. Épernay is geen hele grote stad, met maar 25.000 inwoners. De bekendste straat van Épernay hebben we in de finale al gezien, de Avenue de Champagne. Épernay wordt gezien als de hoofdstad van de champagneproductie. Aan de Avenue de Champagne zijn vele champagnehuizen gevestigd. Onder deze huizen vind je een heel netwerk van tunnels, waar alle champagne wordt opgeslagen, om te rijpen. Nouja, wel vet dus. Maar goed, na deze rit heb je ondertussen wel genoeg champagne gezien.
In Épernay zou het maandag ongeveer 25 graden moeten worden. Er staat maar weinig wind, wat jammer is gezien het feit dat we de hele dag door open velden rijden. Kans op regen is er niet, dat is dan in ieder geval wel mooi meegenomen. De rit begint om 12:10 en na een neutralisatie van 10 minuten worden de renners definitief op gang geschoten. Op dat moment zien we waarschijnlijk alle renners van Wanty tegelijk in de aanval gaan, speciaal voor de sponsor. Sporza is er gelijk vanaf het begin bij, je kan meteen om 12:00 inschakelen. Het wordt wel weer zappen rond 13:00 vanwege het onvermijdelijke nieuws, maar goed. De aankomst in Épernay wordt vrij laat verwacht, tussen 17:19 en 17:50.
Ook over deze voorspelling ga ik nog even nadenken. To be continued.
Er is nagedacht, niet al te lang maar toch.
De derde rit is dus best lastig. Na een eenvoudig eerste deel van de rit gaan we in de finale een paar keer omhoog en omlaag langs de champagnevelden. Korte, maar pittige klimmetjes. Van die klimmetjes die je bijvoorbeeld in de Amstel Gold Race ziet, zoiets. Daarom moeten we voor de ritzege ook rekening houden met dat type renners. De renners voor het Ardennenwerk, de puncheurs. Een beter klimmende sprinter in de categorie Colbrelli kan hier ook overleven, maar met de categorie Groenewegen hoeven we totaal geen rekening te houden. Voor de klassementsrenners is het dan weer niet lastig genoeg, al gaat iemand als Valverde zich hier ongetwijfeld mee bemoeien.
1. Alaphilippe. De Fransen willen graag dat een Fransman wint en dus hebben ze genoeg ritten bedacht die op het lijf van Alaphilippe zijn geschreven. Een Alaphilippe in topvorm laat de rest hier zijn hielen zien, maar het is wel de vraag of hij heel goed in orde is. Na een bizar goed voorjaar was de tank zo rond Luik een beetje leeg. In de Dauphine won hij een rit, maar over het algemeen liet hij geen bijzonder scherpe indruk achter. Toch weten ze bij Quick Step wel hoe ze hun renners moeten prepareren, dus verwacht ik een grandioze overwinning van Lollerphilippe.
2. Schachmann. Ik heb ooit iets lelijks gezegd over Schachmann en dat wordt me jaren later nog steeds nagedragen. Daarom heb ik besloten tijdens deze Tour volledig achter Max te gaan staan. Het probleem van Max is dat hij bij Sagan in de ploeg rijdt en Sagan zal de kopman zijn, ook tijdens deze rit. Daarom slaat het nergens op om Schachmann te noemen, want hij moet waarschijnlijk voor Sagan rijden. Toch, als we kijken naar de wetten van de logica, heeft Schachmann een veel beter jaar dan Sagan. In de Ronde van het Baskenland won hij bijvoorbeeld bijna iedere rit, onder meer op dit soort aankomsten. Daarom moeten ze bij Bora lekker Sagan negeren en voor de Duitse kampioen gaan.
3. Matthews. Arme Michael, je hele jaar aan het trainen om Dumoulin bij te staan en dan moet je ineens voor jezelf rijden. Niet getraind op de sprint, paar kilo afgevallen, het zit allemaal niet mee. Toch zou dat gebrek aan gewicht hem moeten helpen op zo'n aankomst. In Zwitserland leek het nergens op, maar sindsdien heeft hij wel nog twee weken kunnen trainen op z'n sprint. Komt helemaal goed. Of niet, hoop ik.
4. Van Avermaet. Ja, Krek. Wat moeten we daar nog over zeggen. Dat hij helemaal niet zo'n goed jaar heeft bijvoorbeeld. In Zwitserland viel hij ook niet echt op, maar in de Tour bereikt hij meestal een hoger niveau. Dan kan hij dus prima vierde worden.
5. Valverde. Met dat gebrek aan gewicht valt hij vanzelf naar boven, geen enkel probleem.
[ Bericht 6% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 04-07-2019 15:30:55 ]