quote:
Bij zijn komst in 2011 versleten velen hem voor gek. Hoe kon hij denken dat Feyenoord binnen drie jaar structureel in de topvier zou staan? Dat was vijf trainers en vier technisch directeuren in de acht jaar daarvoor niet gelukt.
Van Geel kwam binnen bij een club met een negatief eigen vermogen van 35 miljoen euro, talentenpools die nog moesten worden afgelost en de eerste opdracht van de rvc was dat hij voor 20 miljoen euro spelers moest verkopen. Van dat bedrag mocht hij bovendien niets herinvesteren. Oh, en het budget voor salarissen werd gehalveerd van 20 naar 10 miljoen euro.
In bijna alle jaren ervoor had Feyenoord dik geld verloren met aan- en verkopen van spelers. Nu, bijna acht jaar later, is er nooit meer een negatieve transferbalans geweest in De Kuip. Gemiddeld is er per seizoen voor meer dan 14 miljoen euro verkocht en voor zes miljoen euro ingekocht. Op Fred Rutten na, die hij kort voor het einde van de competitie moest ontslaan, waren de aanstellingen van de trainers Ronald Koeman en Giovanni van Bronckhorst goede keuzes. Van Geel hoopt dat Jaap Stam die lijn doorzet.
De ’td’ vindt niet dat hij zichzelf hoeft te verdedigen tegen kritiek. De overige directieleden en de raad van commissarissen spreken hun vertrouwen in hem uit, zo stelt hij. Met de technische staf en de ’mensen op de werkvloer’ heeft hij een warme relatie, waardoor hij nog elke dag met plezier naar Feyenoord rijdt.
Maar voor het eerst voelt hij wél de behoefte om zijn kant van het verhaal eens te laten horen. De mensen moeten hem beoordelen op de feiten. Een deel van de aanhang vergeet waar Feyenoord vandaan is gekomen en realiseert zich niet dat de club tot de komst van het nieuwe stadion geen euro méér kan uitgeven dan nu het geval is.
„Saneren is niet zo’n kunst, maar saneren én presteren is wel een kunst”, zegt Van Geel, die in zijn eerste seizoen Feyenoord meteen tweede zag worden onder Koeman. De aanstelling van Koeman was Van Geels keuze en de selectie was ook door hem samengesteld. Mét een aantal talenten uit de eigen opleiding, dat wel.
Jarenlang had Feyenoord geen successen meer gekend. Onder zijn leiding bleef het niet bij één aardig seizoen. Van Geel: „Mijn erfenis straks? Het realiseren van twee geweldige trainingscomplexen van 30 miljoen euro voor de eerste selectie en de jeugdafdeling horen daar ook bij, deels bijeen gespeeld door ons te plaatsen voor de Champions League en uit transferinkomsten. Maar we zijn tevens heel trots op een landstitel en twee bekers. Ik ben hier nu bijna acht jaar bezig en voor het eerst in de historie is er eindelijk stabiliteit en continuïteit. Dat is zo belangrijk voor een club.”
Het klinkt bijna als een waarschuwing, maar zo bedoelt hij het niet. Hij zit niet vastgeklonken aan zijn baan, maar is wel veel gaan omarmen binnen Feyenoord. Vooral de mensen met wie hij werkt. „Het succes binnen een club komt met de juiste mensen bij elkaar die ook goed wíllen samenwerken...”
Onder de Vrienden van Feyenoord zit een groepje mensen dat juist nu de boel weer op de schop wil gooien. Van Geel wil het niet over die groep hebben, al deelt hij wel een compliment uit aan de ’VvF’. „De ’Vrienden’ hebben een fundament voor de wederopstanding gelegd met een flink financieel belang in de club. Daarna heeft Feyenoord nooit meer een beroep op hen hoeven doen door acht jaar achtereen winst te maken en de financiële positie te verbeteren. We hebben nu juist voor 3,5 miljoen euro aandelen teruggekocht. Dat blijven we doen, waardoor Feyenoord weer steeds meer van Feyenoord wordt.”
De middelen blijven beperkt, zie je toch voldoende toekomst hier?
„Absoluut. Ik werk niet anders dan voorheen. We proberen er elk jaar alles uit te halen. Ik vind het prachtig dat we op eigen kracht voor de selectie het complex 1908 hebben gebouwd, dat we nu Nieuw Varkenoord uit de grond stampen en dat we inclusief de twee Cruijff Schalen vijf prijzen hebben behaald. Natuurlijk zijn door de goede jaren de verwachtingen omhoog geschroefd. Soms word je slachtoffer van je eigen succes. Dat laatste klinkt wat zwaar, maar ik ben hier nog niet klaar. Ik wil het laatste plukje ook nog doen hier.”
„Ik ben 24 jaar technisch directeur en ik zie de uitdaging nog steeds, vooral voor Feyenoord. Als ik hier voor mijzelf zat, was ik na het kampioenschap gestopt. Want beter wordt het niet met de mogelijkheden die je bij Feyenoord hebt. Maar zo zit ik niet in elkaar.”
Je vindt dat iedereen bij Feyenoord reëel moet blijven?
„Ja, iedereen moet beseffen waar Feyenoord precies staat. Waar komt de club vandaan en wat is er nu werkelijk mogelijk? Het salarisbudget is per seizoen één miljoen euro omhoog gegaan, maar blijft nu twee jaar hangen op 18 miljoen. Het is dit jaar opnieuw bevroren. Tegelijkertijd stijgen de totale lasten van de club. Dus het wordt alleen maar uitdagender.”
Maar je kijkt ook in de spiegel dit seizoen?
„Natuurlijk is dit een teleurstellend seizoen. We staan derde, maar dat had minimaal een stevigere derde plek moeten zijn. We begonnen goed, wonnen de Cruijff Schaal, maar de uitschakeling door Trencin in Europa was dramatisch. Die negatieve sfeer van toen is heel lang blijven hangen. We spelen zeer wisselvallig, thuis goed, uit niet. Ik zoek geen excuses, maar vind het jammer dat we door allerlei blessures nooit met de ideale elf hebben gespeeld. Kritiek op deze club mag, daar kunnen we goed tegen, maar het moet wel binnen proporties blijven.”
Je wordt intern zwaar gesteund, dat is toch het belangrijkste?
„De werkomstandigheden moet je aanvoelen. Ik snap dat voor de buitenwereld het scorebord leidend is. Maar bij Feyenoord is het echt teamwork. Ik heb bij bijna al mijn vorige clubs wel steun gevoeld, maar bij Feyenoord is de steun enorm. Het is ook een warme club, waar mensen willen zijn en waar ze zich thuis voelen. Dat geldt ook voor spelers. Kijk naar Robin van Persie die terugkomt, naar Dirk Kuyt die hier weer kwam spelen. Ze willen hier afsluiten. Daar ben ik trots op.”
„Als ik ook zie hoe Robin en Dirk daar invulling aan geven, hoe zij met de spelers hier bezig zijn en hoe zij de club vertegenwoordigen, dan geeft dat een geweldig gevoel. Jordy Clasie wilde hier weer spelen. Zo houden we voor de toekomst ook de band warm met Stefan de Vrij, Rick Karsdorp, Daryl Janmaat en andere oud-spelers. Al die jongens hebben een speciaal plekje in hun hart voor Feyenoord.”
Je verbindt je ook aan Jaap Stam, jouw keuze voor de opvolging van Gio.
„Jaap komt hierheen voor Feyenoord, dat staat bij hem op plek 1, 2 en 3. Maar hij komt óók omdat ik hem al 24 jaar ken. Hij was de eerste speler die ik in 1995 kocht bij Willem II. Hij kwam van Cambuur en na een half jaar verkochten we hem al aan PSV, want als voetballer explodeerde hij. Later heb ik hem, wéér als td, van AC Milan naar Ajax gehaald en hebben we nog twee jaar intensief met elkaar gewerkt. We hebben samen veel meegemaakt. In die periode overleed zijn vader en besloot hij een punt achter zijn loopbaan te zetten voordat het seizoen klaar was. Dat hoefde voor mij niet, maar hij legde, winnaar als hij is, voor zichzelf de lat zo hoog.”
Een trainer halen is ook een trainer steunen. Jij bent volgend jaar nog de technisch directeur van Feyenoord?
„Ja. Ik voel me sterk verbonden met dit team en met deze club. En ik kijk uit naar de samenwerking met Jaap. Ik reken erop dat die net zo goed wordt als met de andere coaches voor hem hier.”