“Wees niet boos op hen als ik het niet overleef”: missionaris (27) die stierf bij ontmoeting met geļsoleerde stam schreef net voor dood nog brief aan oudersDe Amerikaanse avonturier en missionaris die vorige week aan zijn einde kwam bij een ontmoeting met een geļsoleerde stam op een afgelegen eiland in de Golf van Bengalen, schreef kort voor zijn dood nog een brief aan zijn ouders. Daaruit blijkt dat John Chau (27) besefte dat hij iets gevaarlijks deed. De Britse krant Daily Mail kon ook de hand leggen op zijn dagboek, waarin hij zijn allereerste ontmoeting met de stam in detail beschreef. Toen hij een dag later terugging, vond hij de dood.
Chau trok op 15 november een eerste keer naar het Indische North Sentinel Island. Zijn doel was om de jager-verzamelaars die er leefden kennis te laten maken met Jezus en het geloof. Contact met de stam is nochtans bij wet verboden en de bewoners staan erom bekend dat ze eerdere bezoekers aanvielen. Maar dat hield de jongeman niet tegen. En hij slaagde er volgens de lokale politie in om enkele lokale vissers te overtuigen om hem erheen te brengen.
Het laatste stukje naar het strand legde hij af met zijn kajak. De vissers vroeg hij om op zee te wachten op een afgesproken plek. Aan land legde hij contact met de inheemse stam en hij bood hen enkele geschenken aan, zoals een voetbal en vis. Maar de bewoners werden boos en schoten een pijl op hem af. Die raakte de bijbel die hij bij zich droeg.
Omdat zijn kajak beschadigd was, zwom hij daarop terug naar de vissersboot die hem naar het eiland gebracht had. Die nacht en de volgende morgen schreef hij een brief naar zijn ouders en een verslag in zijn dagboek, dat meer onthult over wat hij precies had meegemaakt.
“Jullie denken misschien dat ik gek ben dat ik dit doe, maar ik denk dat het de moeite waard is om deze mensen kennis te laten maken met Jezus”, pende hij naar zijn ouders. “Wees niet boos op hen of op God als ik het niet overleef. Dit is niet zinloos. Het eeuwige leven van deze mensen staat op het spel en ik kan niet wachten om hen terug te zien rond de troon van God. Ik zie jullie graag en ik bid dat er niemand ter wereld is van wie jullie meer houden dan van Jezus Christus.”
In zijn verslagen in zijn dagboek – die gedateerd zijn tussen 14 en 16 november – vertelt hij over zijn eerste ontmoeting met de stam en hoe hij aanvankelijk panikeerde toen hij hun bogen zag.
Toen hij de stam geschenken aanbood, kwamen immers twee gewapende bewoners gillend op hem toegelopen. “Ik zei dat mijn naam John was en dat ik van hen hield, net als Jezus”, schreef hij. “Ik vind het jammer dat ik wat begon te panikeren toen ik zag dat ze pijlen op hun bogen legden. Ik pakte de vis op en gooide die naar hen toe. Maar ze bleven komen.”
“Ik verzekerde me er aanvankelijk van dat ik buiten het bereik van hun bogen bleef, maar dat betekende jammer genoeg ook dat ik buiten gehoorsafstand stond”, gaat hij verder. “Daarop ging ik een beetje dichter, terwijl een 6-tal bewoners naar me stond te roepen. Ik probeerde hun woorden te herhalen, maar dat maakte hen aan het lachen, wat me doet vermoeden dat het beledigingen waren. Ze riepen ook naar het woud achter hen en ik hoorde een drummend geluid.”
Witte kroon
Hij zag ook een man die iets droeg wat op een witte kroon leek. “Misschien waren het bloemen? Hij leek me een leidersfiguur. Hij klom op een rots en riep naar me.” Even later werd een pijl op hem afgeschoten, door een jongen die hij niet veel ouder dan 10 schatte. Die bleef steken in zijn bijbel.
Daarop besloot Chau om er toch maar vandoor te gaan. “Ik zwom terug naar de boot, zoals ik nog nooit in mijn leven gezwommen heb”, gaat hij verder. “Ik voelde angst, maar was eigenlijk vooral ontgoocheld. Ze aanvaardden me niet meteen.”
In zijn dagboek richt hij zich ook tot God. “Als u wil dat ik neergeschoten word of zelfs sterf, dan is het zo. Maar ik denk dat ik levend meer van nut kan zijn. Ik wil niet sterven. Ik mis mijn ouders.”
Zijn laatste verslag dateert van 16 november, de dag dat hij terugkeerde naar het eiland en stierf. De vissers die hem erheen brachten, vertelden aan de politie hoe ze vanop een afstand zagen hoe de bewoners Chau vastbonden en wegsleepten over het strand. Een dag later zagen ze zijn levenloze lichaam in het zand liggen. De politie gaat nu met antropologen samenwerken om te zien hoe ze het lichaam van het eiland kunnen repatriėren.
De vissers zijn intussen opgepakt. Er is ook een moordonderzoek gestart tegen ‘onbekende eilandbewoners’, maar de inheemse stam zal vermoedelijk niet vervolgd worden omdat contact met hen verboden is. Om hun levenswijze te beschermen en hen te behoeden voor ziektes.
Gevaren
Volgens een vriend van de avonturier was Chau al zeker drie jaar bezig met zijn plannen om naar het eiland te trekken. Hij wist volgens Neil MacLeod (47) uit Schotland nochtans dat het gevaren inhield. “Maar ik denk dat het echt een roeping was voor hem. Hij zag het echt als helpen.”
Volgens MacLeod had Chau een “charmante en magnetische persoonlijkheid”. Hij was van Portland in de Amerikaanse staat Washington en werkte af en aan als verpleger in crisissituaties, overal ter wereld. “Onder meer bij rampen, zoals in de periode na de orkaan Katrina”, klinkt het
Survival International – een organisatie uit Londen die campagne voert voor het beschermen van de stammen op de Andamanen in de Indische Oceaan – noemde de dood van Chau al “een tragedie, die nooit had mogen gebeuren”. Volgens directeur Stephen Corry moeten de Indiase autoriteiten meer doen om zowel de eilandbewoners als buitenstaanders te beschermen.
“Het is overigens niet onmogelijk dat de bewoners nu besmet zijn met dodelijke ziekteverwekkers, waartegen ze geen immuniteit hebben”, klinkt het nog. “Dat kan hun einde betekenen.”
https://www.hln.be/nieuws(...)aan-ouders~aa6e0f81/