quote:
21 jaar geleden hield hij de Tour in een wurggreep, nu een callgirl: het verval van ‘Der Jan’
In 1997 won hij als eerste Duitser en op piepjonge leeftijd de Tour, vrijdag zat hij een tijd in voorhechtenis na het mishandelen van een callgirl en een waslijst aan alcohol- en drugsescapades. Zo hard Jan Ullrich (44) ooit op de pedalen stampte, zo hard is hij vandaag de pedalen kwijt. Hoe is het zo kunnen foutlopen met de ‘golden boy’ van het Duitse wielrennen?
Eerst donker. Dan zwart. Uiteindelijk zag ze helemaal niks meer. Een black-out. De wurggreep van Jan Ullrich moet de moeite geweest zijn, want de door hem toegetakelde callgirl was pas deze namiddag fysiek bij machte om een verklaring af te leggen. Niet zomaar bij de politie, maar bij de K11, gespecialiseerd in moordzaken.
De naam en identiteit van de callgirl zijn door de instanties nog niet vrijgegeven. Het enige wat geweten is, is dat ze donderdagavond te gast was op de hotelkamer van Jan Ullrich in het vijfsterrenhotel Villa Kennedy in Frankfurt. Een bombastisch hotel met kogelwerende ramen en de grootste hotelsuites van Duitsland. De Duitse nationale voetbalploeg slaapt er weleens.
Slapen stond donderdagnacht niet op de agenda van Ullrich. Nochtans moest de Tourwinnaar van 1997 zich vrijdagvoormiddag aanmelden in de ontwenningskliniek, waar hij na lang aandringen van familie en de weinig overgebleven vrienden hoopt af te kicken van zijn drugs-, alcohol- en andere roesmiddelverslavingen. Tijd voor een laatste feestje, moet hij gedacht hebben. Een feestje in zijn stijl, want toen de politie om zes uur ’s ochtends in zijn hotelkamer binnendrong, vonden ze naast een uitgetelde ex-renner ook cocaïne en speed. Even daardoor had de callgirl zich gillend weten te bevrijden uit de greep van Sterke Jan.
Het is al de tweede keer in een week tijd dat Jan Ullrich in opspraak komt wegens een vechtpartij. Begin deze week kwam aan het licht dat hij op Mallorca herrie had geschopt in het huis van de bekende Duitse acteur-regisseur Til Schweiger, omdat hij niet was uitgenodigd op diens houseparty. Bij de Duitse krant Bild deed hij die vechtpartij nog als volgt af: “Ik belde aan de voordeur aan, maar niemand hoorde mij dus heb ik zijn terrein zelf maar betreden. Er was iemand in de tuin, een medewerker van Til. Die was al een tijdje aan het drinken geweest en wilde mij overvallen. Er was wat verbaal geweld, ook met Til, en mogelijk een tikje op een schouder. Maar plots werd ik door die medewerker met een karatetrap aangevallen. Ik kon hem ontwijken maar viel op mijn elleboog. Toen kwam de politie.”
De politie legde Ullrich vervolgens een contactverbod op met Schweiger. Hij moet minstens vijftig meter uit de buurt blijven. “Ik heb mijn tuinman een lijn laten trekken op het gras zodat ik weet tot waar ik mag komen”, aldus zijn laconieke reactie.
Uitgespuwd
Op zijn 44ste zit Jan Ullrich in de donkerste fase van zijn leven. Duitsland en zeker de roddelpers spuwt hem uit, terwijl het land 21 zomers geleden nog aan zijn voeten lag. Op amper 23-jarige leeftijd had Jan Ullrich op verpletterende wijze de Ronde van Frankrijk gewonnen. Een supertalent. Een jaar eerder was hij in zijn eerste Tour al tweede geëindigd, achter zijn Deense Telekom-ploegmaat Bjarne Riis, hoewel Ullrich met zijn kenmerkende monsterverzet en uitstekende tijdrit – op zijn 21ste was hij al Duits kampioen tijdrijden geworden – toen al de indruk gaf beter te zijn dan zijn kopman. Een jaar later hield hij de Tour in een zodanige wurggreep – excusez le mot – dat de nummer twee Richard Virenque in Parijs op meer dan negen minuten eindigde. Der Jan werd gekroond tot Duits sportman van het jaar en zou volgens waarnemers nog verschillende keren de Tour winnen. Merckx zijn record van vijf eindzeges was in gevaar.
Jan Ullrich brak een record. Hij eindigde vijf keer tweede in de Tour. Zelfs de eeuwige tweede Raymond Poulidor reikte wat dat betreft niet aan zijn hielen. In 1999 won hij nog wel de Ronde van Spanje, maar in de Tour bleef het bij die ene eindzege in 1997. Twee redenen. Hij botste op eerst Pantani – straks daarover meer – en later Lance Armstrong – ook daarover later meer.
Zijn grootste vijand was echter niet Armstrong, maar toen al de demonen in zijn hoofd. Zijn bijnaam Sterke Jan dankte Ullrich vooral aan zijn fysieke capaciteiten. Op mentaal vlak was hij een Zwakke Jan. Ullrich was ook een levensgenieter. In de winterpauze at en dronk hij graag. Niet zelden verscheen hij in januari op trainingskamp met een buikje dat zelf de proportie van een grote ronde had aangenomen.
Verboden spul
Het bleef niet bij eten en drinken. In 2002 werd Ullrich buiten competitie een eerste keer betrapt op ecstasy. Hij werd een halfjaar geschorst door Telekom en moest op zoek naar een nieuwe ploeg, maar die kende problemen met de geldschieters. Toch werd hij in 2003 nog wereldkampioen tijdrijden en kreeg hij in 2004 een tweede kans bij Telekom. In 2005 werd hij na een comeback derde in de Tour en toen zijn boeman Lance Armstrong in 2005 voor eventjes afzwaaide, leek hij in 2006 eindelijk zijn tweede Tour te kunnen winnen.
Hij reed geen meter die Tour, want aan de vooravond van de start werd hij net als zijn ploegmaat Oscar Sevilla en concurrenten Ivan Basso en Francisco Mancebo door de Tourdirectie geweerd wegens vermeende betrokkenheid bij het Spaanse dopingschandaal rond de sportarts Eufemiano Fuentes en Manolo Saiz. Nog tijdens de Tour werd Ullrich door zijn ploeg ontslagen. Op 26 februari 2007 kondigde hij op een persconferentie het einde van zijn carrière aan. Hij ontkende nogmaals alle beschuldigingen tegen hem, maar in 2012 werd hij schuldig bevonden aan bloeddoping. Een jaar later bekende hij tijdens zijn carrière doping te hebben gebruikt.
Vandaag weten we dat Ullrich een kind van zijn tijd was wat doping betreft, zie Lance Armstrong. Dat geldt ook voor het gebruik van roesmiddelen en drugs. Aan het begin van deze eeuw gemeengoed in het peloton. Elk wielerland had in die periode wel zo’n gevallen held die als een komeet naar boven schoot, maar even snel terug de daling naar beneden inzette. Marco Pantani in Italië, Frank Vandenbroucke in onze contreien. Alledrie wonderkinderen, gezegend met wonderbenen en wonderlichamen, maar ook met een zwak mentaal gestel: vatbaar voor roem, slechte invloeden en roesmiddelen.
Geen Pantani, geen VDB
Jan Ullrich helemaal in dezelfde categorie plaatsen als Pantani en Vandenbroucke, is de waarheid – euh – geweld aandoen. Jan Ullrich is nog steeds onder de levenden. Bovendien werden Pantani en Vandenbroucke in hun nadagen nog steeds vereerd als helden en zijn ze dat enkele jaren na hun dood voor velen nog altijd. Ullrich is in Duitsland al enkele jaren een paria: wegens zijn dopingverleden, wegens zijn moeizame relatie met de Duitse media, wegens zijn dronken uitstapjes met de auto.
Toen Duitsland vorig jaar met de Tourstart in Düsseldorf het wielrennen na jaren negeren van dopingschandalen terug in de armen sloot, was Ullrich persona non grata. Zijn groet aan de Tour werd beperkt tot een passage van het peloton bij een KIA-garage in het nietige Korschenbroich, waar hij uitgeregend en ver van alle aandacht even zwaaide naar de voorbij zoevende renners. Toen Lance Armstrong twee jaar eerder terugkeerde naar de Tour, vochten journalisten letterlijk om hun microfoon in zijn buurt te krijgen. Toen Jan Ullrich terugkeerde naar de Tour, moest hij bijna vechten om een microfoon in zijn buurt te krijgen.
In een interview met Het Nieuwsblad zei hij toen: “Negentig procent houdt van mij en houdt van het wielrennen. Tien procent wil alleen de slechte dingen zien. Ik heb er vrede mee. Ja, ik heb twintig jaar geleden de Tour gewonnen, als eerste en enige Duitser. Maar ik hoef geen grote events. Dat is sowieso niet voor mij. Ik ben elf jaar geleden gestopt met wielrennen, heb mijn leven weg van de sport. Ik houd van het leven dat ik nu heb. Ik doe zeventig, tachtig fietsevents per jaar. En daarnaast heb ik de luxe veel bezig te zijn met mijn gezin. We wonen nu in Mallorca, het eldorado om te fietsen.”
Tijd voor de ontwenningskliniek
U leest het goed. Fietsen, niet feesten. Nochtans deed hij in zijn tweede thuis in Mallorca vooral dat laatste. Ook voor zijn gezin bleek Mallorca slechts een eldorado van klatergoud. Eind 2017 scheidde hij van zijn tweede vrouw Sara, met wie hij drie zonen heeft. De reden: alcohol en drugs. Naast de eerdere alimentatie aan zijn eerste vrouw Gaby, met wie hij een 15-jarige dochter heeft, kwam er maandelijks een tweede zware factuur bij. 5.000 euro alimentatie per maand. Nochtans zag hij z’n kinderen voor het laatst met Pasen.
Een week later dook hij voor de zoveelste keer op in de Duitse boulevardpers. Dit keer niet voor een auto-ongeval in geïntoxiceerde toestand, maar met een nieuw lief. Haar naam: Elisabeth. Haar nationaliteit: Cubaanse. Haar beroep: callgirl. De weinige vrienden die Jan Ullrich nog heeft, overhalen de Duitser al een tijdje om zich te laten opnemen in een ontwenningskliniek. Ook zijn vroegere ploegleider en een van zijn beste vrienden, Rudy Pevanage, zocht de voorbije drie maanden acht keer contact, maar zag de situatie enkel maar verslechteren.
Ullrich wil naar niemand luisteren: niet naar vrienden, niet naar familie, zelfs niet naar zijn moeder. Die stond vorige maand voor de deur om haar zoon te overtuigen geen tweede Pantani te worden, maar hij weigerde haar de toegang tot zijn huis.
De situatie escaleerde zelfs zo hard dat zijn vroegere rivaal Lance Armstrong besloot om in te grijpen. Hij was bereid om een privéjet te betalen om Ullrich naar Amerika over te vliegen waar hij aan een rehab-sessie kon beginnen. Ullrich luisterde niet, maar gaf begin deze week toch toe aan de verzuchtingen: ”Ik ga wel in therapie, ik doe het voor mijn kinderen.” Waarna hij donderdag van Mallorca naar Frankfurt vloog om vrijdagvoormiddag opgenomen te worden in een van de beste ontwenningsklinieken van Europa. De opname werd vervroegd naar vrijdagochtend. Helaas voor Jan Ullrich niet in een kliniek, maar in voorhechtenis.