Jurgen Van den Broeck over zijn grootste gemiste kans: “Ik ben nog op mijn fiets gekropen, tot ik geen adem meer kreeg”
10 juli 2011: Jurgen Van den Broeck valt in de afdaling van de Col de Pas de Peyrol en moet opgeven. 24 juli 2011: Een bericht van Johan Bruyneel: “Jurgen, je had dit jaar de Tour kunnen winnen.” Vandaag: “Die Tour van 2011 was de grootste gemiste kans uit mijn carrière. Een gouden kans op het Tourpodium. Misschien had ik dan meer erkenning dan kritiek gekregen.”
Wielerredacteur Bram Vandecapelle en fotoredacteur Patrick De Kuysscher duiken de hele Tour de France in de archieven op zoek naar een foto met een verhaal. Vandaag: 10 juli 2011, de dag waarop Jurgen Van den Broeck zijn beste kans op Tourwinst in een ravijn zag verdwijnen.
“Hier zie: Jezus op zijn sterfbed. Enkel het kruis ontbreekt nog.” (lacht) Natuurlijk kent Jurgen Van den Broeck deze foto. Ze stond acht maanden op het bureaublad van zijn computer. “Ik putte er energie uit… Allez, dat dacht ik toch. Tot ik nadien steeds vaker paniekaanvallen kende tijdens afdalingen in de regen. Toen ik weigerde te starten in een regeneditie van de Amstel Gold Race, liet de ploeg inderhaast een psycholoog overkomen die mij aanraadde zulke foto’s uit mijn geheugen en dat van de computer te wissen. Ik heb die foto tot op vandaag nooit meer teruggezien.”
Een krachtterm eindigend op ‘odverdomme’ weergalmt in de statige villa in Geel. “Nooit voelde ik mij beter dan in de Tour van 2011. Twee weken eerder had ik in de koninginnenrit van de Dauphiné zelfs mijn eerste profzege gepakt.” De andere favorieten waren niet top. Contador had de Giro in de benen. Andy Schleck had in Zwitserland geen te beste indruk nagelaten. “Ik had de moeilijke eerste week met een ploegentijdrit prima overleefd. Op de Mûr-de-Bretagne had ik zelfs moeten winnen, maar werd ik een beetje geflikt door Philippe Gilbert, mijn eigen ploegmaat. Ik voelde mij zo sterk. Na de Tour kreeg ik van Johan Bruyneel een bericht: Jurgen, je had deze Tour kunnen winnen.”
Op het moment dat Cadel Evans in het geel over de Champs-Elysées paradeerde, trainde Jurgen Van den Broeck echter in de Kempen met zijn gebroken schouderblad op de rollen. Daags voor de eerste rustdag in Aurillac was hij in de overgangsetappe naar Saint-Flour gevallen in de afdaling van de Col de Pas de Peyrol. “Wat ik nog van die val weet? Chaos. En kapotte schoenen. Vlak voor de afdaling had ik van schoenen gewisseld. Ik had er die Tour wel vaker last van. Ploegleider Herman Frison zei dat ik best snel kon opschuiven. Net toen ik weer vooraan postvatte, vielen voor mij renners in een bocht naar links. Ik stuurde richting grasberm in de hoop zacht te vallen.” Dat er achter die grasberm een ravijn verscholen lag, wisten hij, Vinokourov en Zabriskie niet. “Ik lag helemaal beneden. Ik ben nog naar boven geklefferd en terug op de fiets gekropen, maar twee bochten verder kreeg ik geen adem meer. Marc Sergeant zag dat ik helemaal paars werd en riep dat ik moest stoppen.”
De pijn van de opgave
Het verdict: gebroken schouderblad, een klaplong, gebroken ribben. “Het fysieke leed viel nog mee. Twee maanden later eindigde ik nog achtste in de Vuelta.” De pijn van de opgave was veel erger. “Had ik achteraan in het peloton blijven zitten, was er niks gebeurd. Mijn ouders dachten ook effectief dat er niks gebeurd was. Ze stonden een heuvel verder. Er was daar geen gsm-bereik. Pas ’s avonds hoorden ze dat ik afgevoerd was naar het ziekenhuis van Aurillac.”
Dubbele pech voor Van den Broeck was dat de start van de volgende etappe ook in Aurillac was. “Een kamer met zicht op de ploegbussen. Hartzeer. En honger dat ik had. De dokters dachten dat ik een inwendige bloeding had, waardoor ik drie dagen niet mocht eten. Omdat ik door die klaplong ook niet mocht bewegen, heb ik daar twee dagen ongewassen en in mijn gescheurde koerskleren gelegen.”
Voor hij met de ambulance – vliegen mocht niet met de klaplong – voor een tocht van tien uur naar Herentals werd gereden, kwam de Tourploeg van Omega Pharma-Lotto nog een kort bezoek brengen. “Mijn vaste helper Sebastian Lang bleef nog wat langer. Hij vertelde mij dat hij na het seizoen zou stoppen. Hij was nog maar 33, maar had door mij te zien vallen een mentale klap gekregen. Hij vond de koers te gevaarlijk worden. De ploeg heeft hem nog proberen te overtuigen door zijn loon te verdubbelen, maar het baatte niet.”
Van den Broeck stopt niet en wordt het jaar nadien vierde. In 2013 moet hij weer vroegtijdig uit de Tour stappen door een knieblessure. “Ik was de Kompany van de koers. Niet dat ik zoals hij veertig keer geblesseerd ben geweest. Maar als ik gekwetst was, had iedereen het gezien. Stel dat ik die twee valpartijen in de Tour niet had gekend, had ik vier jaar achter elkaar bij de beste vijf in de Tour gereden. Mijn carrière had er helemaal anders uitgezien. Misschien had ik ook meer erkenning gekregen. Zelfs toen ik vierde werd in de Tour, kreeg ik commentaar: hij presteert enkel in de Tour. Tja. Ik werd door mijn baas betaald om bij de besten te zijn in de Tour, niet om op het podium te staan in Parijs-Nice.”
Dat hij weinig andere koersen reed, was ook een andere vaak geciteerde kritiek. “Ik ging toen wel voortdurend op hoogtestage. Een profiteur. Dikbetaald worden om met congé te gaan, zegden sommigen dan. Terwijl nu alle coureurs op hoogtestage gaan en iedereen dat prima vindt. Ach, ik ben trots op mijn carrière. Ik heb er het maximale uitgehaald. Ik heb nooit gekoerst om opgehemeld te worden. Die gratuite kritiek … alleen al daarom wil ik liever niet dat mijn kinderen later aan topsport doen.”
Extreme magerte
Mocht Vince Van den Broeck straks toch willen koersen, dan heeft zijn vader wijze raad in petto: nooit te extreem diëten. “Ik heb dat wel gedaan. Geflirt met extreme magerte. Over de grens. Daardoor zijn mijn botten nu zo broos dat ik amper 10 km pijnvrij kan lopen. Vorig jaar heb ik de kwarttriatlon van Lanzarote gedaan. Ik zou graag een volledige triatlon proberen, maar dat kan mijn gestel nog niet aan. Ik ben een beetje versleten. Mijn lichaam en beenderen zullen nog enkele jaren nodig hebben om weer op hun effen te komen.”
Dankzij de vele zwemtrainingen is Van den Broeck vandaag een kerel met een kloek bovenlichaam. “Zeker 10 kilo spieren extra in vergelijking met die foto. Ik wou dat ook. Ik was die kiekenborst zo beu gezien. Of denk je dat Jezus aan zijn kruis zo mager was als ik in 2011?”