Ja, die vallen bij mij onder de eerste categorie, mensen die in de verhalen geloven. Een graag gehoord argument is nog altijd 'waar rook is is vuur', en die mensen hebben nog nooit gehoord van rookbommen en AVRO's Toppop discoshow, waar het ook behoorlijk kan roken, maar geen vuur te bekennen is. Dat laatste was grappig bedoeld.
Tot op heden heb ik nog niets gezien dat mij aan het twijfelen heeft gebracht. In mijn optiek is dat hele Ronde Huisverhaal verzonnen door Johan Montenberg, hier en daar gesteund door mensen als Hans Schalkwijk en uiteraard Jan Eldermans. Eldermans had hele andere motieven, die wilde de boel even lekker stoken met allerlei rare verhalen, om te zien of hij Montenberg nog zenuwachtiger kon krijgen. Daar slaagde hij wonderwel in.
Argumenten ervoor zijn de volgende:
- Voordat Montenberg zich met het Ronde Huis gaat bemoeien, lees je geen bizarre verhalen over Frank van Vloten, terwijl er behoorlijk wat over hem geschreven is in diverse kranten. Goed, de man wordt hier en daar wat merkwaardig genoemd, zijn huis mysterieus, maar dan ben je nog steeds mijlen verwijderd van een tienermeisjes verkrachtende aanvoerder van een Pangermaanse cultus.
- Van Vloten als Pangermaans sympathisant is gebaseerd op indirecte bewijsvoering, namelijk zijn in Duitsland werkende broer en diens kinderen die in de Tweede Wereldoorlog nogal fout waren. Frank kun je zelfs een anti-Duitse houding toeschrijven. Ten eerste is hij getrouwd met een half-Indonesische vrouw, wat niet strookt met de idealen van raszuiverheid die je bij vrijwel alle Pangermaanse groepjes terugvindt. Ten tweede maakt hij zich heel druk over het lot van de Belgen in het Vluchtoord Nunspeet, en wil daar zelfs de Tweede Kamer over gaan lastigvallen. Dat strookt niet met een pro-Duitse houding, want die zou de Belgen nog het liefst tegen de muur zetten (bij wijze van spreken). Ten derde verwijt Frank een briefschrijver in een plaatselijke krant 'Duitsch-vleierig' te zijn.
- Van Vloten wordt in vele brieven van neven, nichten en zijn eigen dochters omschreven als een aimabele man met wat merkwaardige trekjes. Één van die trekjes was het imiteren van het Vlaams accent van Belgische officieren. Een andere was dat hij regelmatig dingen goedkoop op de kop wist te tikken zoals rijtuigjes voor zijn smalspoor en zelfs een arreslee. Hans van Eeden omschreef oom Frank als iemand die zijn mond niet kon houden als iets hem niet aanstond.
- Het ontbreken van tastbare aangifte wegens verkrachting.
- In de hoogtijjaren van het vermeende Pangermaanse Genootschap (vanaf 1907) woont Frank niet eens in het Ronde Huis. Het is dan verhuurd aan Wilhelmina Brewer, gehuwd met Wijtema (die in de Oost verblijft) die daar woont met haar kinderen Max Samuel en Attje Johanna en hun kindermeisje Fennigje Bosch. Frank woont aan het Bowlespark in Wageningen voor de opleiding van zijn zoons tot oktober 1913. Daarna neemt hij pas zijn intrek in het Ronde Huis. Dat Frank een relatie zou hebben met Wilhelmina Brewer is volledig uit de duim gezogen door Schalkwijk.
- Uit de archieven van J.W. Montenberg blijkt dat hij getuigen heeft verzonnen, zoals de onbekende zoon van Albert Verwey, de heer A. Verwey uit Noordwijk.
- De connectie tussen Montenberg en Van Vloten blijkt Derk Gijsbert Montenberg te zijn, die Van Vloten kende uit de Commissie van Toezicht op Rijkslandbouwproefvelden. Daar is dus geen Prins Hendrik en geen Maria Elisabeth Montenberg voor nodig.
En zo kunnen we nog wel een uurtje doorgaan, maar het is mij duidelijk dat het verhaal zoals gepubliceerd in het boek van de Werkgroep meer fictie is dan feit, en al helemaal geen geschiedenis.