Zo, ik ben weer terug van 3,5e week aan de westkust
. Toch wel een apart seizoen om zo te gaan in november, ook erg verschillend weer gehad daardoor, van sneeuw tot zandstormen
.
Even een beknopt verslagje:
Van Düsseldorf via Schiphol naar SFO gevlogen, beetje een onlogische route maar scheelde zo'n ¤400,- per ticket in vergelijking met direct vanaf Schiphol. Wel een overstaptijd van 3 uur, die we maar hadden ingevuld door in de Aspire lounge te gaan zitten, een heel stuk comfortabeler dan bij de gate gaan zitten, en voor ik geloof ik ¤23,- inclusief onbeperkt eten en drinken best een prima tijdverdrijf. Verder een prima vlucht gehad, uiteraard weer met een extra rondje boven de stad vanwege de altijd aanwezige mist in San Francisco.
Eenmaal aangekomen ging het allemaal erg vlot bij customs, vorig jaar zo'n 3 uur over gedaan en nu stonden we binnen driekwartier al in de garage bij National om de huurauto op te halen. In eerste instantie was er niet heel veel speciaals te vinden, vooral wat saaie sedans. Uiteindelijk kwam er een Jeep Grand Cherokee binnen die we gelijk hebben genomen, erg prettige auto met zowaar ingebouwde navigatie en voorzien van alle overige gemakken en een goede motor (3.6 V6).
In SF was het bij aankomst een aangename 20 graden, maar met een paar tussenstops bij Fort Point (helaas gesloten) en de Golden Gate (in de mist) zijn we gelijk doorgereden richting het noorden, helaas wel belachelijk druk op de wegen rond Sacramento en dus pas laat 's avonds aangekomen in Red Bluff.
De volgende dag 's ochtends gelijk naar Lassen Volcanic, helaas had het die nacht flink gesneeuwd en was dus op het visitor centre na niks toegankelijk. Die dag maar gebruikt om richting Crater Lake te gaan en in Oregon inkopen te doen. Daarna doorgereden en begon het 's avonds alweer te sneeuwen toen we bij Union Creek aankwamen. Tegenover het hotel zat een eettentje waar ik echt een gigantisch toetje op heb, warme brownies met vanille-ijs. De rest van de vakantie heb ik geen toetje meet gehoeven
. Na een nog gigantischere cinnamon roll als ontbijt bij hetzelfde tentje direct naar Crater Lake. Daar was het relatief druk ivm Veterans Day en konden we de annual NP pas aanschaffen. Een vriendelijke ranger vertelde dat de weg naar de krater dicht was vanwege de sneeuwval maar dat je nog wel een trail van 1 mile er naartoe kon lopen. Dat bleek helaas in het echt een retourtje van 6 mile te zijn door sneeuw waar je soms tot aan je middel in wegzakte ... Wat een simpel kort wandelingetje had moeten zijn bleek dus een tocht van een uurtje of 4 te zijn
. De rit daarna werd dus nog wat minder leuk dan eerst omdat het ook nog eens donker werd en er dikke mist hing. Eenmaal aangekomen in Richland (WA) werden we gelukkig opgelucht onthaald in het hotel, niet dat die met spanning op ons zat te wachten, maar omdat hij eindelijk eens normale mensen zag. Er was dat weekend namelijk een of andere ridderconventie in dat hotel en iedereen liep daar dus half dronken verkleed rond
.
Na nog meer mijlen naar het noorden te zijn gereden waren we eindelijk bij het 'begin' van onze reis, we waren aanbeland in Whitefish om vanuit daar Glacier NP te gaan bezoeken. Misschien wel een van de opmerkelijkste dorpen die ik heb gezien, en in de zomer en winter waarschijnlijk idioot duur om te verblijven vanwege de locatie (aan een meer, met een ski-gebied en vlak naast Glacier). Het was dan ook aan alles te zien dat het niet bepaald slecht gaat met het dorp. Want ondanks dat de staat Montana geen sales-tax heeft hebben ze in het hele dorp een resort-tax. Het was dan ook allemaal net iets te mooi aangeharkt en zelfs de pizzeria zag er uit als een luxa bankgebouw, al vielen daar de prijzen goed mee en hadden ze verrassende pizza's (o.a. met pindasaus). Ook het hotel was redelijk decadent (The Lodge) met open haard in de nogal ruime kamer, prima plek voor 3 nachten
. Maar we kwamen natuurlijk voor Glacier, in de zomer is het waarschijnlijk 1 lange file, maar nu was het uitgestorven, helaas was de Going to the sun road wel deels afgesloten, maar hebben we toch nog wel aardig wat van het park kunnen zien. Zeker de eerste dag toen het nagenoeg windstil was en het meer er zo strak als een biljartlaken bij lag waardoor de bergen er prachtig in spiegelde. De tweede dag waaide het aanzienlijk harder en was het een stuk minder indrukwekkend, die dag zijn we dan ook Whitefish zelf gaan verkennen en naar het skigebied gereden waar alles en iedereen druk bezig was met voorbereiden op het skiseizoen.
De volgende bestemming was Yellowstone, waar helaas alleen de noordingang nog open was waar we sliepen in Gardiner. Ook dit gebied was redelijk uitgestorven, het rijtje giftshops aan ge overkant van het hotel werden zelfs 4 winkels door 1 man bemand, die alle tijd had om ons door allemaal heen te begeleiden en blij leek eindelijk eens met iemand te kunnen praten. In Yellowstone zelf hebben we helaas niet al te veel kunnen zien vanwege de afsluitingen van het park waardoor alleen de Mammoth Hot Springs en de weg naar Cooke City open waren. De eerste dag regende het en was het zulk vies weer dat we maar besloten de weg naar Cooke te rijden door de Lamar Valley, een hele rits aan bizons gezien, een paar herten en een coyote. Vlak bij Cooke kwam er opeens een aankomende sneeuwstorm aan en zijn we maar omgekeerd en in Gardiner alle nog open winkels bezocht. De tweede dag begon erg sneeuwachtig, maar daarna klaarde het op en konden we rond de Mammoth Springs rondlopen. Jammer dat we niet meer van het park hebben kunnen zien, moet dus nog een keertje terug
.
Via een nogal lange (en ijzige omweg) zijn we naar Jackson's Hole gereden om naar Grand Teton te gaan. Over de besneeuwde Teton Pass rijden is misschien het beste idee geweest, op de terugweg zijn we dan ook maar via de langere Snake River pas gereden. Waar in Grand Teton het sombere weer van de afgelopen dagen leek voort te zetten ging toch opeens de zon schijnen. Ondanks de temperatuur van slechts 10 graden Fahrenheit (-12 in Celsius) was het erg aangenaam vertoeven. Ook hier was het vrijwel uitgestorven qua toeristen en dus alles lekker op het gemak kunnen doen.
Na een nachtje in Idaho Falls zijn we doorgereden naar Craters of the Moon, dat in tegenstelling tot wat er op de NPS site stond we gewoon open was. Helaas stond er wel een straffe ijskoude wind en hadden we nog een lange rit te gaan waardoor we het maar bij de korte trails hebben gehouden.
Die lange rit was naar Wendover op de grens van Nevada en Utah aan de rand van de Bonneville zoutvlakte. Grappig om te zien hoe de grens door de stad loopt en hoe de felverlichte casino's letterlijk op de rand staan van de sobere mormoonse Utah. Ook begonnen de temperaturen hier eindelijk wat aangenamer te worden. Helaas had het de afgelopen dagen wel geregend waardoor je niet op de zoutvlakte kon rijden. Al zorgde het er wel voor dat het stilstaande water een mooie spiegel was.
Vervolgens was het op weg naar Kanab om mee te doen met de loterij voor The Wave, waar die dag voor 2 dagen werd geloot ivm Thanksgiving. Helaas hadden meer mensen dat idee en waren er zo'n 80 inschrijvingen en hebben we helaas niet gewonnen. Nadat we de afgelopen 2 weken heerlijke rust hadden in de NP's brak nu Zion aan ... Vorig jaar was het er zo druk dat we pas op het einde van de dag er heen konden met de shuttlebus. Nu zaten we op een doordeweekse dag en reden de shuttles niet, dat klonk helaas leuker dan dat het was. Doordat we eerst bij de loterij waren kwamen we pas rond 10.00 uur aan in het park en was de weg waar normaal de shuttles rijden al afgesloten vanwege te volle parkings. Dan maar geen Zion en zijn we doorgereden naar Bryce. Hier was het ook wel enigszins druk, maar was het goed te doen. Hier hebben we de Navajo trail gelopen, qua afstand niet heel indrukwekkend maar qua hoogteverschil nog best een uitdaging (550 voet omlaag en 550 voet omhoog).
De dag dat we hadden gehoopt The Wave te kunnen lopen maar geen permit hadden gewonnen besloten we maar door Paria Canyon/Buckskin Gulch te lopen vanaf het Wire Pass startpunt, waar ook de hike naar The Wave begint. We hadden namelijk geen zin om met Thanksgiving in een van de NP's rond te lopen
. We hebben zo'n 4 mile door de canyon gelopen, die op een zeer provisorische ladder na niet heel ingewikkeld was, alleen wel vermoeiend doordat je veel over losse grote gladde stenen loopt en het soms een beetje claustrofobisch wordt.
De dag er na een bezoekje gebracht aan de Grand Canyon, die lag toch op de route. Gelukkig kwamen we via de oostelijke ingang binnen waar het vrij rustig was, de 'normale' ingang in het zuiden was een lange file van een paar kilometer voor het ingangspoortje toen we wegreden, ik kreeg ook het gevoel dat half Azië op bezoek was daar
.
En nu eindelijk op naar het echt lekkere warme weer, Death Valley, sowieso een van mijn favoriete plekken. Ook deze keer weer geslapen in Panamint Springs waar ze wederom weer heerlijk bier hadden (10% coffee vanilla porter
). Dit keer wel de toeristische plekken overgeslagen en na advies van een vriendelijke ranger eens wat andere plekjes en hoekjes van de vallei bezocht. Als eerste de Mosaic Canyon, een flash flood canyon die stevig omhoog loopt maar niet heel lang is, prima in een uurtje te lopen en maar een paar kleine klimmetjes.
Deze maand was ook net de Keane Wonder mine weer toegankelijk gesteld na 10 jaar afgesloten te zijn geweest. Ze zijn in die tijd voornamelijk bezig geweest met het afsluiten van de oude mijnen vanwege instabiliteit, voor de rest is het op sommige plekken nog best een teringzooi met restanten van de mijnen (verrot hout, roestige spijkers en andere meuk). Gelukkig staan er nog wel een paar van de interessante bouwwerken.
Vervolgens de dag afgesloten met een rit naar de Wildrose Charcoal Kilns, een soort ouderwetse hoogovens waar ze vroeger houtskool maakten voor de mijnen voordat het een National Park was. Nadat je een lange (en mooie) vallei bent doorgereden sta je opeens tussen de bomen daarboven. We zijn ook nog helemaal naar boven gereden over een nogal slecht onverhard pad, geloof niet dar de autoverhuurder daar heel erg blij mee is
. Het was bovenop wel erg koud en winderig, de camping daar was dan ook volledig uitgestorven. Het was ook al te laat om nog de klim naar de top te maken waar je een uitzicht hebt net als op Dante's View, alleen dan vanaf de andere kant. Als afsluiter de volgende ochtend ook nog naar Darwin Falls gelopen, een verborgen oase in de woestijn waar Panamint zijn water vandaan haalt.
Vorig jaar vanwege de route Sequoia gemist, dus dit keer moesten we er zeker heen. Vanuit Death Valley door een heuse zandstorm en vervolgens door de bergen langs Lake Isabella er naartoe gereden. Overal rond en in het park werden we gewaarschuwd, zelfs door rangers dat je echt sneeuwkettingen moest hebben want anders kon je niet verder naar Kings Canyon. Als eigenwijze hollanders zijn we natuurlijk toch zonder kettingen te hebben gaan rijden. En hoewel er op sommige plekken nog wat sneeuw in de berm lag was de hele weg schoon en op de meeste plekken zelfs droog, we konden dus het hele park doorrijden. Pas in Kings Canyon waren er wat afgesloten wegen, die vooral het gevolg waren van seizoensafsluitingen.
Als laatste park hadden we nog Yosemite op de planning staan, vorig jaar nogal een deceptie doordat we geen rekening hadden gehouden met weekenddrukte in september en dus redelijk snel de Tioga Pass overgegaan waren om de drukte te ontvluchten. Het was er nu lekker rustig, zelfs op de parkings in Yosemite Village. Ik weet nu wel waarom we vorig jaar het visitor centre niet konden vinden, dat ligt in tegenstelling tot in andere parken nogal verscholen. In het museum ernaast kwamen we nog wel een praatgrage ranger tegen, daar hebben we bijna 1,5 uur mee staan praten
. Die had nogal wat te vertellen, ook over het eerste park waar die in werkte, Great Basin in Nevada. Dat park ligt zo afgelegen dat ze daar per jaar ongeveer het aantal bezoekers krijgen dat Yosemite op een drukke dag krijgt
. Daarna besloten nog een wandeling naar Mirror Lake te maken, wat ook weer zo onduidelijk al wat was aangegeven waardoor we in plaats van de 1 mile hike die het normaal is nu ook nog zo'n 3 mile van de Valley Loop erbij hebben gelopen
. Helaas stond het meer wel redelijk leeg vanwege de tijd van het jaar.
In tegenstelling tot Mirror Lake kwam er nog wel genoeg water over de Yosemite Falls en hebben we daar nog even een kort rondje gemaakt om 's middags de 'onbekende' kant van het park op te zoeken.
Die wat minder bezochte plek in Yosemite was de Hetch-Hetchy vallei, volgens John Muir ooit de mooiste plek van Yosemite totdat ze er een waterreservoir met bijbehorende dam van hebben gemaakt. Ondanks dat ziet het er nog steeds mooi uit en zou ik het zeker aanraden er naar toe te gaan als je een paar dagen voor Yosemite hebt. Ik heb het hier wel voor elkaar gekregen om een park ranger met zwaailichten achter me aan te krijgen een staande gehouden te worden
ik reed 37 waar je 25 mocht, gelukkig kwam ik er met een waarschuwing vanaf, Maar het was daar nogal rustig want een paar mijl verder zat ook zijn collega met zijn radar in de auto om te kijken of ik me nu wel aan de snelheid hield. Gelukkig reed ik toen nog als een oud wijf door het park heen
.
Na nog een overnachting ergens tussen Yosemite en SFO in was het weer tijd om terug naar huis te gaan. Helaas nog wel 2 uur vertraging gehad om Schiphol voor de vlucht naar Düsseldorf vanwege de mist.
Al met al weer een prima vakantie gehad, en toch wel een aparte tijd om te gaan zo in november, je merkt zeker in het noorden dat ze helemaal niet meer ingesteld zijn op toeristen. Wel jammer dat Yellowstone was afgesloten, maar nu heb ik tenminste een excuus om nog een keer te moeten gaan