DAG 7. Vandaag weer iets meer dan 300km op de teller.
Terwijl ik aan het ontbijt zit begint het jammer genoeg buiten zachtjes te regenen.
Met regenpak aan voorzichtig op weg. Ook op de eerste pas van de dag (de Pillersattel) regent het nog, maar bovenop de top zie ik in de diepte al het Oberinntal liggen waar het zo te zien toch droog is.
In de afdaling begint het inderdaad te stoppen met regenen waardoor ik even later dan eindelijk het regenpak weer uit kan doen.
Via de B180 gaat het snel zuidwaarts, helaas is het laatste deel over de Finstermunz en Reschenpas gestremd waardoor ik ook vandaag noodgedwongen via de Norbertshöhe moet rijden. Niet veel later bereik ik via de Reschenpas weer de Reschensee waar ik geniet van een Apfelstrudl met uitzicht op het meer.
Daarna gaat het richting de Stelviopas, vandaag met de motor omhoog.
Ook vandaag is het in het eerste gedeelte weer redelijk druk. Gelukkig kan je met de motor toch wat makkelijker inhalen op deze pas. Bovenaan weer gestopt voor de nodige foto’s. Omdat ik toch wat ging drinken bij de Tibethutte daar ook maar gelijk de motor gestald.
Na een uurtje weer op pad, vandaag niet via Bormio maar via de Umbrailpas omlaag. Met 2503mtr de hoogste pas van ‘Die Schweiz’
Het valt goed te merken dat in Mei de Giro d’ Italia hier is geweest. Plots zijn er ook veel meer wielrenners op deze pas te vinden.
Ook is het asfalt op diversen plaatsen nieuw aangelegd (en gelijk ondergekalkt door voornamelijk Nederlanders en Italianen).
Verder valt het met de drukte op deze pas mee waardoor ik lekker in eigen tempo kan afdalen richting het Val Mustair.
Het valt me nu pas op, dat je hier een pas mooi uitzicht hebt op de verderop gelegen Ofenpas.
Onderaan rechts en dan komen langs een locatie die we over enkele jaren waarschijnlijk nog weleens zijn bij ‘andere tijden sport’
Niet veel later rijd ik weer Italië binnen en kom ik weer uit bij de Reschensee.
Vanaf hier gaat de rit in omgekeerde richting van vanochtend.
Omdat ik nog wat tijd heb stop ik bij het restaurant/informatiepunt op de Pillerhöhe.
Hier heb je een mooi uitzicht op het Oberinntal en de omliggende bergen.
Via het Pitztal en Imst kom ik uiteindelijk weer aan in het Oetztal waar ik rond 17:15u terug ben.
DAG 8.
Alweer de laatste dag hier in Oostenrijk.
Vandaag de kortste route van de week. Nog geen 230km staan er op de planning voor vandaag.
Al bij het wegrijden ’s ochtends is de lucht al grijs.
Nog voor ik in Oetz ben (zo’n 15km verder) is het al aan het regenen, en kan ik opnieuw deze week het regenpak aantrekken.
Via Ochsengarten kom ik uiteindelijk in Kuhtai. Ondanks dat je hier 70/100km/u mag kom ik door de regen amper boven de 50km/u uit. Ook in de saaie afdaling door het Sellraintal is het niet veel anders. Je mag er 70 (op plaatsen ook 100km/u) maar ik kom hier door de gladde wegen ook amper boven de 50 uit (safety first).
Daarna over de Bundesstrasse richting Innsbruck. Jammer genoeg is het erg druk in de stad, waardoor het even duurt voor ik er door ben. Gelukkig lijkt de ergste regen voorbij.
Ondanks dat ik hem al eens op de foto, toch nog eens het Stadion op de foto
Via de oude Brennerpas zet ik koers richting Italië. Heel spectaculair is dit stuk niet (zelfs een beetje saai). Zo’n 20km na de grensovergang kom ik aan in Sterzing. Tijd voor de lunchstop. Heel veel is er niet te vinden langs de doorgaande weg dus ik stop bij maar bij een enigszins louchie Imbiss voor een tosti.
Gelukkig is het eindelijk droog, en kan ik na de stop zonder regenkleding de Jaufenpas oprijden.
Net voor ik boven ben begint het weer te regenen en kan het regenpak weer aan. Snel even een foto maken van het bordje aan de top en het uitzicht over het Passeirdal en dan naar beneden.
20km lekker bochtenwerk.
Een paar kilometer later is het alweer droog, en onderaan is het alweer zo warm dat regenpak en vest al niet meer nodig zijn. Direct na de afdaling van de Jaufenpas volgt voor de derde keer deze week de Timmelsjoch omhoog.
Ook hier weer hetzelfde verhaal als op de Jaufenpas. Onderaan de pas is het droog, maar net voor de top begint het te regenen.
Door de laaghangende bewolking is het soms zelfs zeer mistig.
Sinds vorig jaar is er bij de tolpoorten een motormuseum geopend, door dat ik in het Oetztal overnacht heb ik gratis entree dus uiteraard even een kijkje nemen.
Ik denk dat dit voor de liefhebbers van (oude) motoren iets is wat je zeker eens bezocht moet hebben.
Ook het horeca gedeelte is grotendeels in ‘motorstijl’ ingericht.
Ik heb nog ruim tijd over als ik het museum naar buiten loop en besluit een extra lusje aan de route te koppelen, de Oetzaler Gletscherstrasse. Geen pas, maar met 2829mtr wel het hoogst geasfalteerde punt van Europa dat je met een motorvoertuig kunt bereiken.
Vanaf Sölden gaat het vrij snel omhoog en na een kilometer of 6 (niet heel veel haarspeldbochten) bereik je dan de tolpoortjes (Wat is dat toch in Oostenrijk. Alle leuke passen en wegen zijn met tol), 5,50 armer en een gratis sticker rijker rij ik verder.
Helaas is het op deze hoogte echt bewolkt waardoor er buiten het onderste deel van de gletscher en het liftstation amper wat te zien valt. Ik volg de weg verder richting Tiefenbachferner (Wat volgens de diverse bronnen het hoogste punt zou moeten zijn), maar daarvoor zou ik eerst door een tunnel moeten.
Ik zie bovenaan wel een bordje staan dat het hoogste punt aangeeft, maar de hoogte klopt niet, en ook heb ik geen tunnel gezien.
Dan maar weer een stuk naar beneden.
Schijnbaar heb ik een bordje gemist want de Tiefenbachgletsjer blijkt de andere kant op. En inderdaad 2 bochten verder ligt de Tunnel (gelijk ook de hoogste wegtunnel van Europa).
Aan het eind van de tunnel ligt letterlijk het hoogtepunt van deze vakantie.
Als ik de tunnel uitrij verwacht ik een monument, een informatiepaneel desnoods een fanfare maar er staat……………. Helemaal niets. Sterker nog er is vandaag (op een shovelbestuurder na) helemaal niemand. De liften zijn dicht het restaurant gesloten en de temperatuur meter geeft net 4 graden boven 0 aan. Alsof dat nog niet alles is begint er ook nog natte sneeuw te vallen. Zelfs de shovelbestuurder houdt het voor gezien en ik besluit hetzelfde te doen.
Wat een teleurstelling.
Vandaag geen koeien of paarden in de afdaling, maar geiten.
Net na de klok van 17u ben ik terug.
DAG 9
Vandaag de lange terugweg naar huis.
Omdat ik niet continu autosnelweg wil rijden maak ik nog een omweg via Karslruhe en Kaiserslautern.
Mijn vader wil vandaag vroeg wegrijden zodat hij de files op de Fernpas voorheen. Zelf besluit ik hetzelfde te doen waardoor ik 06:10u al wegrij. De zijkoffers kunnen gelukkig in de auto mee, dus bij eventuele files kan ik er makkelijker tussendoor.
Ondanks dat de weersverwachtingen gunstig zijn begint het een paar kilometer later al te druppelen. In de verte zie ik al wat blauwe lucht te voorschijn komen dus ik besluit nog even te wachten met het aantrekken van de regenkleding.
In Imst is het inderdaad droog, maar als ik de richting opkijk waar ik zometeen naar toe ga zie ik een pikzwarte lucht. Dus hup regenpak toch maar uit het topkoffer halen.
Geen moment te laat want enkele minuten later komt het met bakken uit de lucht. De volgende 1,5u zijn de meest slechte omstandigheden om te motorrijden. Een drukke slingerende Bundesstrasse en hevige regen maakt dat ik uber geconcentreerd moet rijden.
De regendruppels op het vizier maken het zicht er niet beter op. Op sommige punten zie ik alleen het schijnsel van de lichten van de tegenliggers en rechts de witte lijn die de wegkant markeert.
Als ik zo tot thuis moet rijden gaat het een heeeeeeeeel lange dag worden.
Net nadat ik de autosnelweg oprij begint het te stoppen met regenen en komt er zelfs een waterig zonnetje door.
2u gereden en bij de eerste stop kan dan eindelijk de regenkleding voor de laatste keer opgeborgen worden. Op het gemak wat gedronken, en dan weer 2u op weg tot Pforzheim. Het valt (buiten de traditionele wegwerkzaamheden rondom Stuttgart) redelijk mee met de drukte waardoor ik er een lekker gemiddelde op na kan houden.
Na de 2e stop is het niet meer ver tot Karlsruhe waar ik een bezoek breng aan het Wildparkstadion.
Jammer genoeg ook hier een evenement waardoor ik voor de poort wat foto’s moet maken.
Na Karlsruhe binnendoor richting Kaiserslautern.
Via het Pfalzerwald (een van de grootste bossen van Duitsland) kom ik op de B48 terecht dit blijkt (zo lees ik later) een van de beste stuurwegen in Duitsland. En Terecht! Bocht na bocht na bocht.
Jammer genoeg heb ik op de 20km die ik over deze weg rij weer een oude heer voor me die 50 rijdt waar je 70 mag, en bij elke bocht weer even test of de remmen werken.
Helaas over de hele lengte van de weg een doorgestrokken streep waardoor inhalen ook hier verboden is.
Na een tijdje bereik ik dan toch Kaiserslautern waar het stadion al boven de staat uittorent.
Even een foto maken en dan de laatste etappe naar huis.
Langs de A61 nog een keer getankt (en even de benen gestrekt) en even verderop bij de Mac nog een hamburger gepakt om de inwendige mens te versterken.
Rond 16:45u ben ik thuis.
Moe maar voldaan en 3455km op de teller erbij.
Maandag nog even de motor gewassen en de stickers erbij geplakt en dan zit deze roadtrip voor 2017 er weer op.
Volgend jaar met meer man?