quote:
Op donderdag 23 maart 2017 04:01 schreef Lyrebird het volgende:Om terug te komen op de OP.. Het gedweep van Engelen met Picketty snap ik niet, het lijkt er sowieso op dat Engelen niet al te veel van economie begrijpt.
Tsja, zelfs Bill Gates vindt het een goed werk dus er zal wel enige redelijkheid achter het gedweep met Piketty zitten.
https://www.gatesnotes.com/About-Bill-Gates/Best-Books-2014https://www.gatesnotes.co(...)-21st-Century-Reviewquote:
Het is een feit dat meer dan twee miljard Chinezen en Indiers staan te popelen om onze banen over te nemen (om over de Koreanen, Polen, Maleisiers en Turken maar te zwijgen, die dat al in grote getalen gedaan hebben). Je kunt dan op z'n Picketty's of Trump's allerlei protectionistische maatregelen gaan bedenken, maar daar mee trek je aan een dood paard. Mensen met een ander kleurtje zijn ook mensen die recht hebben op een baan.
Het 'voor jou tien anderen' probleem - probleem tussen aanhalingstekens - bestaat natuurlijk al sinds 1800, zo niet langer. In de eerste plaats doordat niet langer slechts 20% van de Europese bevolking kon lezen en schrijven, maar vrijwel 100%. De behoudzuchtigere landen liepen een achterstand op en haalden dat maar moeilijk (of nooit) meer in. En landen zijn nog steeds aan het doorontwikkelen (niet Nederland) door stappen te zetten in de voorschoolse opvang en voorschoolse voedingsleer.
Dit is dus echt niets nieuws maar het verschil is wel dat dit 'probleem' nu als een bedreiging wordt opgevat terwijl het vroeger werd ervaren als een upgrade van de leefomgeving en dus ook de eigen persoonlijke welvaart en persoonlijke inspiratie en mogelijkheden (daarbij geholpen door de onderhandelingsmacht van de vakbonden en massa bewegingen).
Zoals Engelen zelf al aan geeft is het een misverstand om globalisering af te doen als een natuurfenomeen waar je niets aan kunt doen.
Meneer Engelen heeft zelf vaak verwezen op twitter naar interessante stukken over de onvermijdelijkheid van globalisering en de vermeende onvermijdelijkheid van het beleid.
Dit onderstaande valt daar niet onder maar het is een goed stuk uit het Financieel Dagblad (tegenwoordig ook al in het linkse kamp geschaard

).
quote:
Geef de schuld niet aan de globalisering
Een geesteszieke gevangene ziet enkele medegevangenen met elkaar praten. Hij denkt dat ze kwaad over hem spreken en besluit hen daarom fysiek aan te vallen. In werkelijkheid hebben de medegevangen geen woord over hem gerept.
William Isaac Thomas en zijn vrouw Dorothy beschrijven deze situatie in 1928 in hun boek The Child in America. Het groeit in de sociologie uit tot het Thomas-theorema, dat weergeeft dat wanneer mensen situaties als werkelijk definiëren, ook al beelden ze zich die in, die situaties werkelijke gevolgen hebben.
‘If men define situations as real, they are real in their consequences.’
Deze zin popt de laatste tijd nogal vaak in mijn hoofd op als ik aan Donald Trump denk. Die man heeft het tot president van de Verenigde Staten geschopt door er eindeloos op te hameren dat eerlijke hardwerkende Amerikanen hun baan zijn kwijtgeraakt als gevolg van de globalisering. De consequentie is dat Trump een hek om de VS wil bouwen en er geen been in ziet de liberale wereldorde op te blazen.
Kaalslag
Al eerder schreef ik in een blog dat globalisering de industriële kaalslag in de VS niet heeft veroorzaakt. Technologie en innovatie hebben een veel groter effect op de werkgelegenheid dan handel. Van de banen die in de ontwikkelde landen verdwijnen is niet minder dan 80% het resultaat van nieuwe technologische ontwikkelingen, schat Roberto Azevêdo, directeur van de Wereldhandelsorganisatie WTO. De Amerikaanse industrie is productiever dan ooit, maar dan wel met veel minder mensen.
De boosheid over globalisering en vrijhandel is grotendeels gebaseerd op een foute aanname. Globalisering levert welvaart op, biedt kansen, daagt gevestigde belangen uit en vergroot de individuele vrijheden. Natuurlijk kan werk verdwijnen als buitenlandse aanbieders op de markt verschijnen met betere of goedkopere producten. Maar het gaat dan om betrekkelijk weinig mensen. Het punt is alleen dat er vooral in de Angelsaksische landen niets gedaan is om die te helpen.
Topbeloningen
In een lezenswaardig artikel stelt Simon Tilford van het Centre for European Reform:
‘Het leidt geen twijfel dat regeringen voor uitdagingen geplaatst worden door de globalisering. Maar het is niet de globalisering die ze heeft gedwongen om beleid te voeren dat landen splijt, ongelijkheid vergroot en een wissel trekt op de sociale mobiliteit. Veel regeringen hebben hier gewoon voor gekozen.’
Amerikaanse en Britse regeringen hebben bijvoorbeeld toegestaan dat beloningen van bedrijfsbestuurders door het dak zijn gegaan. Daartoe waren ze niet gedwongen door globalisering. Belastingverlagingen voor de rijken is de Amerikanen ook niet opgedrongen. Het is verkocht als middel om de ‘animal spirits’, de driften die de ondernemerszin prikkelen, vrij baan te geven in de economie.
Maar al onder president Ronald Reagan (1981-1989) was duidelijk dat het niet werkte. De effecten sijpelden niet omlaag naar de midden- en lagere klassen. Sterker, die kregen de rekening gepresenteerd in de vorm van hogere belastingen en slechtere publieke voorzieningen. In plaats van dat er meer geld naar het onderwijs ging, naar om- her- en bijscholingstrajecten voor de mensen die in de wegkwijnende industriële gebieden (de Rust Belt) hun baan kwijtraakten, ging er minder naar toe.
Dat het ook anders kan, hebben de Scandinavische landen laten zien. Die hebben hoge inkomsten- en vermogensbelastingen en financieren daaruit hun sociale vangnetten. Op die manier kun je dus prima profiteren van de globalisering.
Mittelstand
Een ander voorbeeld van Tilford is de stelselmatige weigering van Berlijn (welke partij er ook aan het roer staat) om vastgoed en erfenissen hoger te belasten. Lage tarieven zorgen ervoor dat geld opgesloten kan blijven in familiebedrijven. Op die manier houdt het beleid het Duitse midden- en kleinbedrijf (de Mittelstand) in stand. Het leidt er echter ook toe dat welvaart geconcentreerd blijft en dat zet een stevige rem op de opwaartse mobiliteit.
Dit beleid heeft niets van doen met globalisering. Dat geldt evenmin voor de keuze in Europa om het crisisbeleid volledig om te gooien, nadat de markten in 2010 oog hadden gekregen voor het Griekse gesjoemel met de begrotingsstatistieken. Er was weinig bewijs voor de stelling dat de ontwikkelde landen met kapitaalschaarste te maken kregen, maar toch besloten de Europese landen hun stimulerende beleid in te wisselen voor een keihard en nodeloos pijnlijk bezuinigingsbeleid.
Beleggers en investeerders trokken zich terug uit de probleemlanden. De kapitaalstroom die op gang kwam richting de Europese kernlanden had ingezet moeten worden om daar de effectieve vraag aan te wakkeren. De probleemlanden hadden dan afzetmarkten kunnen vinden.
In plaats daarvan ontstond er een deflatoir gat en werd het aanpassingsproces in Zuid-Europa een stuk zwaarder dan nodig. Het gevolg was dat de antiglobalisten de wind meekregen (denk aan Syriza in Griekenland, Podemos in Spanje en de beweging van Beppe Grillo in Italië). Maar ook hier waren het slechte beleidskeuzes die het populistische tij deden aanzwellen en niet de krachten van de globalisering.
Loonmatiging
Een ander mooi voorbeeld van slecht binnenlands beleid komt uit Nederland, namelijk onze ingebakken neiging tot loonmatigen, een concept dat tot overmaat van ramp door de Duitsers is gekopieerd. Vorige week heb ik er uitgebreid over geschreven in het blog Amerikanen zijn terecht boos op Duitsland, maar in het kort komt het erop neer dat er door overmatig afknijpen van de lonen de consumptie achterblijft bij de productie. Het verschil verdwijnt naar het buitenland en dat gaat per definitie gepaard met een uitstroom van kapitaal.
Als dit geld (van pensioenfondsen, verzekeraars en andere investeerders) productief wordt aangewend in ontvangende landen, is er niets aan de hand. Maar helaas verdwijnt vaak een groot deel in weinig productieve sectoren (vastgoed) of gaat het als flitskapitaal de wereld rond, de financiële stabiliteit ondermijnend in landen waar het neerdaalt. Nogal eens worden er financiële zeepbellen van geblazen, die van tijd tot tijd knappen en dan allerlei pijnlijke gevolgen hebben.
Dat laatste is dan een uiting van financiële globalisering. Barrières om geldstromen te beheersen zijn de laatste decennia steeds verder afgebroken. Wanneer er problemen ontstaan, kun je de schuld geven aan het grootkapitaal dat maar lukraak geld over de wereld mag rondpompen. Maar het begint er toch echt mee dat loonmatiging voor enorme spaaroverschotten heeft gezorgd. Als landen gedwongen zouden zijn om hun handelsoverschotten beperkt te houden (zoals bijvoorbeeld John Maynard Keynes wilde), dan zouden andere landen minder tekorten hebben en gaat er minder kapitaal rond.
Multinationals
Die internationale coördinatie is ook nodig om een ander met globalisering verband houdend probleem aan te pakken: belastingontwijking door multinationals. Landen bieden tegen elkaar op met gunstige tarieven voor internationaal opererende bedrijven. Dit is slecht beleid, maar je prijst jezelf als land uit de markt als je er niet aan meedoet. Het is een race-to-the-bottom die niemand kan winnen en door lokale bedrijven en huishoudens gefinancierd moet worden.
Om ervoor te zorgen dat bedrijven belast worden op de plek waar ze actief zijn en niet daar waar de tarieven het laagst zijn, moeten landen met elkaar om de tafel. Dit gebeurt natuurlijk ook wel, bijvoorbeeld in Oeso-verband, maar het treurige is dat een land (het Verenigd Koninkrijk) dat genoeg had van dit soort overleg binnen de grootste vrijhandelszone van de wereld (de Europese Unie), er om protectionistische redenen uit wil en nu de voormalige partners dreigt een belastingparadijs te worden voor multinationals. De rekening komt dan natuurlijk bij de toch al ernstig gefrustreerde Britse gezinnen en ondernemers terecht.
Hebben ze een punt?
Veel van die frustratie zien we natuurlijk ook in Nederland, het land dat zijn bestaan op de vrije wereldhandel heeft gebaseerd. ING heeft een aardig rapportje getikt over de vraag of de populisten een punt hebben en er inderdaad reden is om de grenzen te sluiten.
Wel, het is inderdaad zo dat laagopgeleiden reden hebben om bezorgd te zijn. Veel meer dan de hoger opgeleiden zien ze hun vaste banen veranderen in onzekere flexbaantjes; zien ze de verzorgingstehuizen — waar zij veel meer dan de hogeropgeleiden gebruik van maken — voor hun ogen verdwijnen en de huren oplopen (terwijl de hoger opgeleiden met hun koophuizen juist profiteren van lagere rentelasten).
Vooral bij de SP willen ze deze problemen nogal eens framen door te wijzen op het buitenland, op Brusselse dwingelandij of kosmopolitisch marktdenken. De logische stap is dan dat Nederland zich achter de dijken moet terugtrekken. Maar volgens mij zijn de redenen van bezorgdheid toch echt uitingen van Haagse beleidskeuzes. Zou globalisering bijvoorbeeld een reden zijn voor de enorme toename van flexwerk, dan zou dat ook in onze buurlanden te zien moeten zijn en dat is niet het geval. Protectionisme als antwoord vergroot de problemen alleen maar.
https://fd.nl/blogs/11880(...)aan-de-globaliseringOf je het met de details in dit artikel - en de jij-bak naar de SP - eens moet zijn is een tweede, maar ik ben het wel eens met de strekking. Wat dus ondersteund wordt door het feit dat de toetreding van 'de anderen' op de arbeidsmarkt al sinds 1800 en de Industriële Revolutie speelt, zo niet langer.