quote:
Dit is een samenvatting van een paragraaf:
Ervaringsoordelen zijn altijd empirisch, niet alle empirische oordelen zijn altijd ervaringsoordelen. Voor zover empirische oordelen objectieve geldigheid hebben, zijn het ervaringsoordelen: maar empirische oordelen die slechts subjectief geldig zijn noem ik waarnemingsoordelen.
De waarnemingsoordelen hebben enkel de logische verbinding tussen waarneming en denkend subject nodig. Smaak, etc.
Ervaringsoordelen vereisen altijd naast de voorstelling van de zintuigelijke aanschouwing ook nog bijzondere oorspronkelijk in het verstand voortgebrachte begrippen, die ervoor zorgen dat het ervaringsoordeel objectief geldig is.
Al onze oordelen zijn eerst alleen maar waarnemingsoordelen, ze gelden alleen voor ons (voor ons subject.) En pas daarna geven hun een nieuwe betrekking, namelijk tot een object, en willen we dit object zowel voor onszelf als voor iedereen altijd geldig is. Want als een als een oordeel met een voorwerp overeenstemt, moeten alle oordelen over hetzelfde voorwerp ook onderling overeen stemmen en zo betekend de objectieve geldigheid van het ervaringsoordeel niet anders dan de noodzakelijke algemeenheid ervan.
Dit is letterlijk stuk eruit: (denk ik)
Natuur is het bestaan van de dingen, voor zover dat volgens algemene wetten is bepaald. Als natuur het bestaan van de dingen op zichzelf zouden aanduiden, zou het noch a priori, noch a posteriori, gekend kunnen worden. Niet a priori want hoe kunnen we aan de weet komen tot wat de dingen op zichzelf behoort, dat kan niet door analyse van onze begrippen. Ik wil immers niet weten wat in mijn begrip van een ding besloten ligt, maar wat in de werkelijkheid van het ding aan het begrip wordt toegevoegd, en waardoor het ding zelf in zijn bestaan buiten mijn begrip is bepaald. Mijn verstand en de voorwaarden waaronder het alleen de bepalingen van de dingen in hun bestaan kan verbinden schrijft geen regels aan de dingen zelf voor; die richten zich niet naar mijn verstand, maar mijn verstand zou zich naar hen moeten richten; ze zouden me dus vooraf gegeven moeten zijn om deze bepalingen van hen af te leiden, maar zouden dan niet a priori gekend zijn. Ook a posteriori zou zo'n kennis van de natuur der dingen op zich zelf onmogelijk zijn, want als ervaring me wetten moet leren waaraan het bestaan van de dingen is onderworpen dan zouden deze wetten ook buiten mijn ervaring noodzakelijk voor die dingen moeten gelden. Nu leert ervaring me weliswaar wat bestaat en hoe het is , maar nooit dat het noodzakelijk zo en niet anders moet zijn. Ervaring kan ons dus nooit de natuur van de dingen op zichzelf doen kennen.
[ Bericht 15% gewijzigd door #ANONIEM op 20-04-2016 18:14:01 ]