Deze kan hier niet ontbreken:
Als je na 1980 geboren bent, heeft dit niets met jou te maken. De kinderen van tegenwoordig worden in de watten gelegd. Het heet niet voor niets de NIX-generatie… Maar ben jij als kind opgegroeid in de 50-er, 60-er of 70-er jaren, dan is het, terugkijkend, onvoorstelbaar dat je nog leeft!
Als kind zaten we in de auto zonder gordel en zonder airbags.
Onze bedjes waren geschilderd in prachtige kleuren met verf vol met lood en cadmium.
De medicijnflesjes uit de apotheek konden we gewoon open krijgen, net als overigens de fles met bleekmiddel. Deuren en ramen bedreigden continue onze vingertjes.
We fietsten zonder helm, zonder waarschuwingsvlaggetje en zonder reflectoren.
We dronken water gewoon met de mond aan de kraan, in plaats van uit een flesje.
We bouwden zeepkisten en kwamen er pas op de eerste rit achter, bergafwaarts, dat we geen rem hadden. Na vallen en opstaan konden we daar prima mee omgaan.
‘s Morgens gingen we naar buiten om te spelen. We bleven de hele dag weg en hoefden pas thuis te zijn als de straatlantaarns aangingen. Niemand wist waar we waren en we hadden geen mobiele telefoon.
We sneden ons, braken onze botten en tanden en er werd niemand voor aangeklaagd. Het waren gewoon ongelukken en de enige die schuld had waren we zelf. Kan jij je nog dergelijke “ongelukken” herinneren?
We hadden vechtpartijen en sloegen elkaar een blauw oog. Daar moesten we mee leven. Volwassenen interesseerden zich daar niet voor.
We aten koekjes, brood met veel boter, hagelslag en vlokken, dronken Cola en werden evengoed niet te dik. We dronken met vrienden uit dezelfde fles en niemand ging daar dood van.
We hadden geen: Playstation, Nintendo, X-box, Videogames, 64 TV-zenders, videofilm, Surround-Sound, eigen TV op de slaapkamer, een computer, CD’s, DVD’s en Internet-chatrooms. We keken zo nu en dan poppenkast op woensdagmiddag of naar Stuif-es-In!
En bovenal, wij hadden vrienden!
We gingen gewoon naar buiten en daar kwamen we elkaar tegen. We gingen naar hun huis en belden aan. Of we gingen soms gewoon naar binnen zonder aan te bellen. Het touwtje hing tenslotte door de brievenbus! En dat zonder van te voren af te spreken en zonder dat onze ouders dat wisten. Niemand bracht ons en niemand haalde ons weer op… Ook meisjes reden ‘s avonds alleen in het donker naar huis. Zelfs ouden van dagen kwamen nog buiten de deur! Hoe was het in godsnaam mogelijk?
We bedachten zelf spelletjes met stokken en tennisballen. We aten wurmen en die leefden niet voor altijd in onze magen verder. Met stokken prikten we elkaar soms in de ogen. Met voetballen op straat mocht je alleen meedoen als je goed genoeg was. Als je niet goed genoeg was, moest je met teleurstellingen om leren gaan.
Sommige kinderen waren niet zo goed op school als anderen. Ze haalden onvoldoendes en bleven zitten. Dat leidde niet tot emotionele ouderavonden of zelfs tot veranderde prestatie-normen.
Soms hadden onze daden consequenties. Dat was logisch en daar kon niemand zich voor verstoppen. Als iemand van ons iets verbodens had gedaan, was het normaal, dat je ouders het niet voor je opnamen. In tegendeel, ze waren het met de politie eens! Stel je voor!
We hadden vrijheid, we maakten fouten, we hadden succes en kenden het systeem van oorzaak en gevolg. Met al die dingen konden we zeer goed omgaan.
Dat allemaal leidde tot een generatie met ondermeer probleemoplossers en uitvinders, die bereid zijn risico’s te nemen.
Bij die generatie hoor jij ook. Gefeliciteerd!
Share your talent, move the world.