quote:
Op zaterdag 27 september 2014 22:38 schreef Ceberut het volgende:[..]
De rechtbank haalt aan:
Met name de rol van knecht en het uiterlijk en het gedrag van Zwarte Piet leiden immers tot het beeld dat zwarte mensen ondergeschikt en dom zijn.En dat is natuurlijk de essentie van de hele discussie. Het uiterlijk van ZP wordt als volgt omschreven:
Het gangbare uiterlijk van Zwarte Piet is dat hij dikke rode lippen heeft, zwart kroeshaar en ringoorbellen. Hij spreekt gebroken Nederlands. Hij vervult de rol van knecht. Wat zegt de gemeente zelf?
Volgens verweerder (de gemeente A'dam) moet Zwarte Piet blijven, maar moet Zwarte Piet steeds minder zwart en minder knecht worden. Krompraat, kroeshaar, dikke lippen, oorringen en onderdanigheid bevestigen de door menigeen gevoelde band met slavernij en zijn daarom te vermijden, aldus verweerder. In de kern spelen dus 3 zaken een rol bij de negatieve stereotypering:
1. onderdanigheid als knecht;
2. overdreven uiterlijk: rode lippen, kroeshaar, ringoorbellen;
en overkoepelend de band met slavernij.
Dit zijn objectief waarneembare zaken. Vervolgens vindt er een tweedeling plaats met betrekking tot hoe deze feiten worden geïnterpreteerd. Voor mij is het overduidelijk dat de huidige ZP een "neger" moet voorstellen, getuige de lippen en het kroeshaar. Ook zie ik een band met slavernij vanwege de relatie als knecht. In ieder geval is er sprake van ondergeschiktheid.
En dat laatste is wat ik het meest bezwaarlijk vind. Kinderen leren als spelende. En al spelende leren kinderen dat zwarten ondergeschikt zijn aan blanken. Ik vind dat zeer onwenselijk. Deze voorbeeldfunctie vind ik verwerpelijk.
Dit is in kern de argumentatie.
Er is alleen maar een uitspraak gedaan n.a.v. de klachten van de eisers. Daarbij is alleen gekeken naar het belang van de eisers. En als eisers zich gekrenkt voelen dan kan een rechter niets anders dan erkennen dat een 'gevoel' terecht is. Immers een 'gevoel' hebben bij iets is subjectief en kan je niet tegenspreken.
Op het moment dat er een nieuwe rechtszaak komt waarbij naar de belangen gekeken wordt van de 96% pro-Zwarte Pieters zullen hun belangen afgewogen worden.
Dat 4% VINDT dat Zwarte Piet een negatieve stereotypering is van de zwarte medemens is hun goed recht, net zoals dat 96% VINDT van niet. Ben benieuwd wat een rechter besluit wanneer die 96% voor hun belangen opkomen en daarbij ook artikel 8 van de EVRM aanhalen.