Etappe 18: A Estrada - Monte Castrove (Meis), 157 kmNog vier dagen koers en nog twee aankomsten bergop. Zonder Robert Gesink, die nu belangrijkere zaken aan zijn hoofd heeft, maar toch tevreden mag zijn over zijn optreden. Niet alleen de Tour wacht op niemand, de Vuelta ook niet. Etappe 18 kent een aankomst bergop, maar in vergelijking met de rit van zaterdag stelt dit niet zo gek veel voor. Alsnog een vrij pittige klim in de finale, die twee keer moet worden beklommen. Contador zal hier niet in de problemen komen, maar de mannen daarachter die vechten voor een plaats op het podium kunnen proberen wat te ondernemen.
A Estrada is een stad met ongeveer 20.000 inwoners in de provincie Pontevedra. Volgens de site van de Vuelta een van de mooiste plaatsen in Galicië. Het ideale toeristische oord want het hele jaar door zijn er feestjes. Van carnaval tot een viscompetitie. Niets is te gek in A Estrada. Ook nog een paar Romaneske kerken. Een aantal kilometer buiten A Estrada ligt het Pazo de Oca, wat de Galicische variant van Versailles zou moeten zijn. Tikkeltje overdreven als je het mij vraagt.
A Estrada ligt een kilometertje of 20 onder Santiago de Compostela, waar de Vuelta over een paar dagen zal eindigen. Van A Estrada fietsen de renners weer eens richting de kust, want ze hebben een dag geleden nog niet genoeg water gezien. Dit wel met een kleine omweg om wat extra kilometers te verzamelen. Op papier is dit deel van de etappe vlak, maar de vorige rit hebben we nog heel duidelijk kunnen zien dat vlak in Spanje nooit vlak is. Na een kilometer of 50 komen de renners aan in Vilagarcía de Arousa, waar ze even een stukje landinwaarts gaan en een flinke heuvel meepakken. Dat is dan de eerste echte uitdaging van de dag.
Daarna lijkt het allemaal we mee te vallen. Paar heuveltjes nog wel, maar op basis van de hoogteverschillen kan dat nooit veel zijn. Een beetje de kustlijn volgen op weg naar Pontevedra. Als je die kustlijn volgt kom je in de nodige badplaatsen uit en Sanxenxo is er daar één van. Daar is de eerste tussensprint van de dag, na bijna 100 kilometer. Krijg je spontaan zin van om op vakantie gedaan.
Na deze tussensprint zijn de renners al bijna in Pontevedra, een van de grootste steden in Galicië. Meer dan 80.000 inwoners en een toeristisch oord. Vooral een mooi centrum, met verschillende gebouwen in gotische en romaanse stijl. De binnenstad van Pontevedra krijgen de renners niet te zien, ze volgen de Rio Lérez en verlaten de stad al vrij snel weer, op weg naar de Alto Monte Castrove, die ze bijna voor de eerste keer gaan bedwingen.
Als de renners Pontevreda achter zich hebben gelaten fietsen ze richting het dorpje Poio, waar de voet ligt van de Monte Castrove. Dit is een klim die je van meerdere kanten kan beklimmingen. In de Vuelta van 2012 kwam deze klim nog van een andere kant voor in de tijdrit richting Pontevreda. Die andere kant was langer, maar een stuk minder zwaar. Toen was het een klim van de derde categorie, deze kant van de Monte Castrove is van de tweede categorie.
Hij begint makkelijk, maar wordt dan toch al vrij snel redelijk lastig. In totaal dus ongeveer zeven kilometer en net wat minder dan zeven procent gemiddeld. Het komt bijna niet onder de zes procent, maar vooral de kilometer aan 10% zal er flink inhakken, zeker omdat er ook nog een stuk aan 15% in voorkomt. Na die kilometer wordt het wel iets makkelijker. Bijna op de top heb je een mooi uitzicht, kijk je zo ongeveer terug naar het dorp waar je vandaan komt, Poio. Voor de Betancurs van deze wereld een mooi momentje.
De eerste keer op de top is het nog 20 kilometer fietsen. Een afdaling volgt en die is redelijk makkelijk. Brede weg, hoewel de staat daarvan verder niet echt heel erg goed te noemen is, de eerste kilometers. Daarna wordt het wat beter. Natuurlijk ook de nodige bochten, maar niet echt haarspeldbochten. Over het algemeen goed in te schatten en niet verschrikkelijk lastig. Bijna beneden krijgen de renners een uitzicht op het Ria de Pontevedra.
Eenmaal beneden komen de renners op een weg terecht die ze al kennen. Dat is de weg richting Pontevedra. Ter hoogte van Poio gaan de renners ditmaal niet naar rechts, wat ze naar Pontevedra zou brengen, maar naar links, wat ze naar Poio brengt. In Poio is de tweede tussensprint van de dag en daarna begint meteen de slotklim, die de renners ook al kennen. De tweede beklimming van de Monte Castrove. Weer zeven kilometer aan zeven procent. De streep ligt overigens niet direct op de top. Een paar honderd meter later. De mannen die niet echt een sprint in de benen hebben moeten dus eerder een aanval plaatsen. Op de top ligt nog een golfbaan, Campo de Golf Meis. Renners met energie over kunnen dus nog een balletje slaan.
Het weerbericht is wederom niet al te fraai. Hoewel dat weerbericht niet altijd klopt. Een paar dagen achter elkaar wordt er regen voorspeld maar dat blijkt in de praktijk meestal wel mee te vallen. Nu wordt er weer regen voorspeld, wat de afdaling van de Monte Castrove wel interessant zou kunnen maken. Niet de moeilijkste afdaling, maar met een beetje nattigheid en een redelijk slecht wegdek krijg je als snel paniek in het peloton.
Ik denk dat dit een etappe voor de vluchters is. De ploeg van Contador zal niet echt veel interesse hebben om te achtervolgen. Die zullen wel krachten willen sparen voor de etappe van zaterdag. Of er dan andere ploegen zijn die willen rijden valt nog maar te bezien. Met het oog op de tijdrit moet Valverde nog wel wat tijd pakken op Froome, dus misschien dat Movistar wil achtervolgen zodat Valverde nog wat kans maakt op de bonificatieseconden. Denk het eigenlijk niet, iedereen zal wel wachten tot zaterdag. Dus een groepje. Vijf volledig arbitraire namen.
1. Txurruka. Moet ooit gebeuren. Zal wel niet, want hij lijkt het aanvallen verleerd te zijn, maar alsnog moet het ooit gebeuren. Ik blijf hopen.
2. Nerz. De Duitse variant van Zubeldia en Monfort. Komt nooit in beeld maar rijdt dan toch wel op de een of andere manier een goed klassement. Misschien dat hij morgen wel in beeld kan rijden.
3. Landa. Altijd goed in Burgos om dan een paar weken later niets te laten zien. Hoewel dit pas zijn derde deelname is, dus misschien te vroeg voor conclusies, maar in ieder geval wordt het wel tijd voor hem om nog eens in beeld te rijden.
4. Chaves. Esteban is ook wel een klein beetje tegengevallen. Normaal een renner met hoge pieken en diepe dalen, maar tot nu toe vooral een diep dal, op een goede eerste bergrit na.
5. Serry. Mag nu Uran er niet meer voor eigen kans rijden, dan is het wel een goed idee om in de aanval te gaan. Staat redelijk hoog in het klassement en beschikt dus wel over een goede vorm.